direct naar inhoud van Inhoudsopgave
Plan: De Wolden Structuurvisie 2030
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.SV00001-0402

Inhoudsopgave

Plangegevens

De gemeente De Wolden kiest in de structuurvisie ervoor om haar grootste kwaliteit, het zijn van een plattelandsgemeente, te behouden en te versterken. Het zijn van een plattelandsgemeente betekent in De Wolden dat het aanwezige landschap drager is voor nieuwe ontwikkelingen. Opvallend aspect van het plattelandskarakter is het dynamische landschap, dat is gevormd door een verweving van functies. Landbouw vindt plaats naast natuurontwikkeling en recreatie komt voor in en nabij de meest aantrekkelijke gebieden. In kernen en buitengebied wordt gewoond.

De structuurvisie start met een visie op hoofdlijnen. Hierin wordt ingegaan op het voortzetten van de plattelandsgemeente en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Uit de analyse van de gemeente blijkt dat diversiteit in landschappen en de aanwezigheid van sociale structuren de basis is voor de plattelandsgemeente. Het landschap is op hoofdlijnen te onderscheiden in het esdorpenlandschap, slagenlandschap en het landschap van de veenontginningen. Interactie tussen dorpen en gebieden geven de sociale structuren weer. Het combineren van de diverse landschapstypen en verschillende sociale structuren leidt tot zeven verschillende gebieden, met ieder een eigen karakter. In al deze deelgebieden geldt een eigen ruimtelijke kwaliteit. Gebiedskwaliteit wordt bepaald door de verschillende landschapstypen en de daarbij behorende kenmerken.

Welke nieuwe ontwikkelingen de komende 20 jaar gewenst zijn, wordt aangegeven per beleidsveld, te weten: wonen, leefbaarheid, bedrijvigheid, landbouw, recreatie, natuur, water, en milieu.

De gemeente vindt het ook in de toekomst belangrijk om voldoende ruimte te creëren voor woningbouw. De demografische trends tonen echter wel een verandering vergeleken met de afgelopen decennia. Een sterk gewijzigde bevolkingssamenstelling, de ontwikkeling van een krimpende bevolking en een afname van het aantal huishoudens na 2020, betekent dat zeer zorgvuldig moet worden omgegaan met nieuwe ontwikkelingen. De gemeente doet dat door in te zetten op een flexibel woningbouwbeleid, waar aanbodgerelateerd wordt gebouwd in de grootste kernen. De gemeente neemt in de vijf kerndorpen (Zuidwolde, De Wijk, Ruinen, Ruinerwold en Koekange) het initiatief bij de ontwikkeling van uitbreidingswijken. Het beleid ten aanzien van de kleine kernen wordt gewijzigd: hier zal alleen nog maar vraaggerelateerd worden gebouwd. De kleine kernen worden echter niet op 'slot' gezet. In de kleine kernen als ook incidenteel in het buitengebied (te weten in twee linten en op de rug ten zuiden van Zuidwolde) worden mogelijkheden geboden voor woningbouw volgens het concept van 'landschappelijk bouwen'. Hierbij is de rol van de gemeente faciliterend en regisserend. Het initiatief voor bouwen wordt genomen door de particulier of ontwikkelaar, de gemeente begeleidt het proces.

Met de introductie van het concept 'landschappelijk bouwen' voor de kleine kernen en het buitengebied anticipeert de gemeente in belangrijke mate op de verwachte krimp. Op deze manier kan de gemeente De Wolden toch woningaanbod blijven aanbieden. Niet alleen in de kerndorpen, maar ook in de kleine kernen en in het buitengebied worden immers mogelijkheden voor woningbouw geboden. De rol van de gemeente verschuift met het concept van 'landschappelijk bouwen' echter van “initiërend' naar 'faciliterend'. Op deze wijze kan de gemeente haar kernkwaliteit -het zijn van een plattelandsgemeente- handhaven en versterken. De gemeente wil, ook in tijden van krimp, een aantrekkelijke woongemeente blijven door een selectief, maar wel gevarieerd woningaanbod.

De onderbouwing van de woningbehoefte alsmede de verdeling van het bouwvolume over de 5 kerndorpen, de kleine kernen en het buitengebied ('overgrote deel', 'klein deel', 'incidenteel') wordt verder uitgewerkt in de op te stellen gemeentelijke woonvisie .

Ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen en het toetsingskader hiervoor geeft de structuurvisie een eerste aanzet in de vorm van een beschrijving van de structuurbepalende elementen per landschapstype en inpassingsvoorbeelden voor nieuwe ontwikkelingen. Het toetsingskader wordt verder uitgewerkt in het LOK (Landschappelijk Ontwikkelings Kader).

Naast nieuwbouw zet de gemeente in op herstructurering van bestaande wijken, om een kwaliteitsslag in de bestaande bebouwing te verwezenlijken. Ook wordt in het buitengebied extra uitbreidingsruimte voor bestaande woningen gegeven. De komende jaren wordt het mogelijk gemaakt een stal of een nieuwe schuur te realiseren voor hobbyboeren. Voor jongeren tussen de 20 en 25 jaar wordt meer woonruimte gecreëerd en de doelgroep tussen de 40 en 50 jaar zal worden benut om het landschappelijke bouwen uit te breiden. De gemeente wil faciliterend optreden als het gaat om tijdelijke bewoning in het kader van mantelzorg.

Een onderdeel van een plattelandsgemeente is een goede leefbaarheid in de dorpen. Ingezet wordt op het in stand houden van de bestaande voorzieningen. Clustering van voorzieningen in een aantal kerndorpen is de gekozen beleidslijn.

Het beleid voor bedrijventerreinen richt zich op uitbreidingsmogelijkheden voor de lokale bedrijvigheid, in de kernen en het buitengebied, passend binnen de landschappelijke kenmerken van de deelgebieden. Op de bestaande bedrijventerreinen van Zuidwolde, Ruinerwold en Ruinen is uitbreidingsruimte en daarnaast liggen mogelijkheden in de vrijkomende agrarische bedrijven in het buitengebied.

De landbouw is en blijft de beheerder van het landschap. Er wordt ruimte geboden voor schaalvergroting en verbreding. In alle landschapstypen liggen uitbreidingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven. Afhankelijk van de kwetsbaarheid van het landschap worden voorwaarden voor landschappelijke inpassing meegegeven.

Voor recreatie en toerisme geldt dat een grotere schaalgrootte van activiteiten nodig is, om recreatie als volwaardige 'banenmotor' te behouden en om de reguliere voorzieningen in de dorpen in stand te kunnen houden. Het beleid richt zich op meer dagattracties, betere en meer overnachtingaccommodaties, seizoensverlenging en promotie. Zorgtoerisme en paardensport zijn de specifieke sectoren waar de recreatie zich op richt.

De natuurwaarden vormen een onderdeel van het landschap. Dit betekent dat natuurontwikkeling in samenhang moet zijn met de dynamiek van het landschap en de dynamiek van de gemeenschap. Er wordt ingezet op het behoud en versterken van de natuurwaarden in de grotere natuurgebieden en daarbuiten. Deze bescherming moet zich verhouden tot de belangen voor landbouw en recreatie en de ontwikkeling van beide sectoren in de nabijheid van de natuurgebieden; hierin wordt gestreefd naar een duurzaam evenwicht.

De ruimte voor waterberging moet wordt gezocht in de waterbergingsgebieden, de beekdalen en de natuurlijke overstromingsvlakten die al een natuurfunctie hebben. In de landbouwgebieden wordt het watersysteem niet als leidend gezien, maar wordt het systeem afgestemd op het agrarisch gebruik.

Vanuit het perspectief het milieu te verbeteren streeft de gemeente naar een duurzame ontwikkeling, ook van het energieverbruik. De Wolden zet in op het beperken van de CO2 uitstoot door energiebesparing en de toepassing van alternatieve energiebronnen.

De uitvoering en realisatie van het beleid van de structuurvisie vindt de komende jaren plaats door uitvoeringsprojecten, en een verdere uitwerking van beleidsvelden. Daarin is ook de rol die de gemeente daarin kiest bepalend: deze kan zowel initiërend, regisserend als stimulerend zijn.