direct naar inhoud van 3.2 Wonen
Plan: De Wolden Structuurvisie 2030
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.SV00001-0402

3.2 Wonen

Beleidskeuze

Ook in de toekomst blijft het belangrijk om voldoende ruimte te creëren voor woningbouw. Een kenmerk van de plattelandsgemeente is dat er verspreid en in lage dichtheid wordt gewoond. De bewoners zijn tevreden over hun woonomgeving. Een deel van de nieuw te bouwen woningen wordt geclusterd aan de kerndorpen, een deel aan de kleine kernen en nieuwe ontwikkelingen worden onder voorwaarden in het buitengebied toegestaan volgens het principe van landschappelijk bouwen. De grootte van de ontwikkelingen oftewel het aantal woningen moet passend zijn bij de aard en schaal van het dorp.

De demografische trends geven een verandering aan ten aanzien van de afgelopen decennia. Een sterk gewijzigde bevolkingssamenstelling door vergrijzing en ontgroening, de ontwikkeling van een krimpende bevolking en een afname van het aantal huishoudens na 2020, betekent dat zeer zorgvuldig moet worden omgegaan met nieuwe ontwikkelingen. Leegstand en verpaupering kunnen het gevolg zijn van een te groot aanbod aan woningen tijdens een periode van krimp. Dat moet zoveel mogelijk worden voorkomen De woningbehoefte in aantallen en de verdeling over de doelgroepen komt niet aan de orde in de structuurvisie, maar wordt uitgewerkt in een gemeentelijke woonvisie.

Aanbodgerelateerd bouwen: vijf kerndorpen

De gemeente zet in op een flexibel woningbouwbeleid, waar aanbod gerelateerd wordt gebouwd in de grootste kernen. Aanbod gerelateerd bouwen, betekent dat de gemeente initiatief neemt voor de ontwikkeling van uitbreidingswijken. De gemeente vervult daarin een actieve en risicodragende rol.

Vraaggerelateerd bouwen: kleine kernen en buitengebied

In de kleine kernen wordt zoveel mogelijk gereageerd op een vraag naar woningen, maar de gemeente neemt niet meer zelf het initiatief om tot uitbreidingslocaties bij kleine kernen te komen. De gemeente anticipeert hiermee in belangrijke mate op de verwachte krimp. De gemeente heeft hier geen risicodragende rol, maar een faciliterende rol en blijft de regie voeren als het gaat om kwaliteit en kwantiteit. De kleine kernen worden dus niet op 'slot' gezet. Dit principe van vraaggerelateerd bouwen is ook van toepassing op de bouwmogelijkheden die de structuurvisie biedt in het buitengebied, te weten in twee linten en op de rug ten zuiden van Zuidwolde.

Alteveer en Kerkenveld nemen binnen de kleine kernen een aparte positie in. Beide dorpen vullen elkaar aan als het gaat om bijvoorbeeld sportvoorzieningen, dorpsevenementen en het behartigen van dorpsbelangen. De gemeente beschouwt het dorp, mede op eigen verzoek, daarom als tweelingdorp. Als tweelingdorp is Alteveer/Kerkenveld met ruim 1550 inwoners de grootste van de kleine kernen. Dat rechtvaardigt een actieve rol van de gemeente inzake woningbouw. De gemeente wil in Alteveer/Kerkenveld een initiërende en risicodragende rol vervullen als het gaat om woningbouw, gericht op de vraag en behoefte van de dorpsbewoners.

Bij zowel aanbodgerelateerd als vraaggerelateerde woningbouw worden de dorpsvisies in de afweging betrokken. Ook wordt ingezet op het behouden en versterken van de kwaliteit van bestaande en nieuwe woningen waarbij er aandacht is voor duurzaam bouwen. Herstructurering van de bestaande wijken krijgt de komende jaren prioriteit.

Verdeling bouwvolume

De structuurvisie is gebaseerd op de gedachte dat in hoofdzaak moet worden ingezet op nieuw te bouwen woningen in de 5 kerndorpen. Dit met het oog op het in stand houden van de aanwezige voorzieningen aldaar. Het overgrote deel van het bouwvolume zal daarom gerealiseerd worden in de 5 hoofdkernen. In de kleine kernen gaat het om bouwmogelijkheden van bescheiden omvang: slechts een klein deel van het totale bouwvolume zal in de kleine kernen gerealiseerd kunnen worden. Incidenteel zullen mogelijkheden voor woningbouw worden geboden in het buitengebied, ter versterking van de lintbebouwing in twee linten en op de rug ten zuiden van Zuidwolde.

De onderbouwing van de woningbehoefte wordt uitgewerkt in de op te stellen gemeentelijke woonvisie. In de woonvisie wordt nader ingegaan op de vraag naar woningen in totaal en de verdeling naar doelgroep, voor de periode 2010-2015, met een doorkijk naar 2020 en 2030. Het aantal nieuw te bouwen woningen wordt aangegeven alsmede de verdeling van het bouwvolume over de vijf kerndorpen, de kleine kernen en het buitengebied ('overgrote deel', 'klein deel', 'incidenteel').

Kerndorpen   Kleine kernen   Buitengebied  
Zuidwolde   Alteveer   lintbebouwing  
De Wijk   Ansen    
Ruinen   Berghuizen    
Ruinerwold   Drogteropslagen    
Koekange   Echten    
  Eursinge    
  Fort    
  Kerkenveld    
  Koekangerveld    
  Linde    
  Oosteinde    
  Veeningen    

Uitwerking

Een verdere inschatting voor het aantal nieuw te bouwen woningen tot 2030 wordt verder uitgewerkt in de woonvisie. De uitwerkingen voor de woonontwikkelingen zijn onderverdeeld in uitbreidingsmogelijkheden bij de vijf kerndorpen, en een uitwerking van het principe van landschappelijk bouwen bij de kleine kernen en als invulling van de lintbebouwing.