Plan: | High Tech Campus Eindhoven-Klotputten |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80022-0501 |
Hoofddoel van de Nota Mobiliteit (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, april 2006) is het verbeteren en tot stand brengen van de betrouwbaarheid van het verkeerssysteem binnen de maatschappelijke randvoorwaarden op het gebied van veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Het handhaven en waar mogelijk verbeteren van de bereikbaarheid zal gepaard moeten gaan met het verbeteren van de leefbaarheid. Mobiliteit mag, maar niet altijd en overal. Belangrijk aandachtspunt blijft het terugdringen van het gebruik van de auto, met name op de korte ritten, door het (verder) ontwikkelen en aantrekkelijk maken van het vervoer per fiets en openbaar vervoer. De nota stelt dat de economische structuur moet worden versterkt. Dit vereist goed functionerende infrastructuurnetwerken en gestroomlijnde overheidsinterventies. Het rijk is daarbij verantwoordelijk voor de gehele hoofdinfrastructuur. De hoofdverbindingsassen tussen de nationale stedelijke netwerken en economische kerngebieden, waaronder de Mainports, Brainport Eindhoven en Greenports, krijgen daarbij voorrang. Dit geldt met name voor de triple-A-verbindingen (A2, A4 en A12).
In het PVVP, Kaders en Ambities 2006-2020, d.d. september 2006, gaat de provincie uit van de zogeheten 'van deur tot deur'-benadering, waarbij mobiliteitsbehoefte van burgers en bedrijven (de reizigers) het uitgangspunt is: reizigers vragen om acceptabele en betrouwbare reistijden van deur tot deur, tegen redelijke kosten met de keuze uit meerdere vervoerswijzen.
In het PVVP staat bereikbaarheid van stedelijke gebieden en bedrijventerreinen voorop, maar wel met aandacht voor sociale (beperken ongewenste neveneffecten van mobiliteit op leefkwaliteit) en ecologische randvoorwaarden (stiller, schoner, zuiniger verkeers- en vervoerssysteem).
Het RVVP 2006-2015, SRE,is goedgekeurd door GS op 08-03-2005. Eén van de speerpunten is het behouden en uitbouwen van de positie als economisch kerngebied en Brainport (voldoende, gevarieerde vestigingsmogelijkheden; hoogwaardig stedelijk woonklimaat; bereikbaarheid regio over weg, spoor en lucht)
De HTCE is in het RVVP aangegeven als nationaal bedrijventerrein en is een arbeidsintensieve locatie. Deze terreinen vormen het hart van de bedrijvigheid en kennisindustrie in de regio en hebben een (inter)nationale afzetmarkt. Voor de nationale bedrijventerreinen geldt dat er een grote afhankelijkheid van de bereikbaarheid per (vracht)auto is. De terreinen moeten aangesloten zijn op het internationale hoofdwegennet om goed te kunnen functioneren. Een kwalitatief goede en directe verbinding met het hoofdwegennet vinden is dan ook noodzakelijk. De terreinen met een arbeidsintensieve (kennis)industrie en/of dienstverlening, waaronder de HTCE, moeten een Hoogwaardige Openbaar Vervoerverbinding met één van de twee stedelijke centra hebben. Het hoofdwegennet moet binnen tien minuten bereikbaar zijn en er moet een aansluiting op het sternet voor fietsers zijn.
De campus is gelegen aan de A2 en aan de Professor Holstlaan. Met de introductie van een directe aansluiting op de A2, een nieuwe fietsbrug over de Dommel en een buslijn die een ronde rijdt over de campus is de ontsluiting van de campus met meerdere vormen van vervoer gewaarborgd. Voor wat betreft het openbaar vervoer is het de doelstelling om op de langere termijn een hoogwaardige openbaarvervoersverbinding te bewerkstelligen (HOV; vertrek circa eens per 10 minuten). Het ontwerp van de infrastructuur is afgestemd op een 'drukke rand' waarin (in de spits) veel auto's rijden, en een 'rustig midden' waar gedurende de dag fietsers en voetgangers het beeld domineren. De afbeeldingen autoinfrastructuur en fiets- en voetgangersinfrastructuur geven weer hoe de infrastructurele netwerken zijn bedacht en voor het overgrote deel reeds zijn gerealiseerd. De ligging van deze infrastructuur ligt vast. De hoofdwegen met toegang tot de parkeervoorzieningen zullen in het bestemmingsplan worden bestemd; de kleinere wegen (perceelsontsluitingen) worden mogelijk gemaakt binnen de overige bestemmingen. Het gebied de Klotputten is per auto bereikbaar via de oversteek over de Dommel ten zuiden van de Zandvang. Het gebied heeft geen doorgaande functie. De onverharde wegen en paden zijn geregeld binnen de aanwezige bestemmingen 'Natuur - 1' en 'Natuur - 2'.
afbeelding: autoinfrastructuur (bron: Beeldkwaliteitplan High Tech Campus Eindhoven, Juurlink+Geluk, februari 2012)
afbeelding: fiets- en voetgangersinfrastructuur (bron: Beeldkwaliteitplan High Tech Campus Eindhoven, Juurlink+Geluk, februari 2012)
Het parkeren vindt plaats in centrale, gemeenschappelijke gebouwde parkeervoorzieningen, waarmee het parkeren een bijdrage levert in de hoge beeldkwaliteit van het gebied (geen auto's in het openbaar gebied). Voor de toekomstige uitbreidingen wordt vastgehouden aan dit beleid. Dat wil zeggen dat parkeren uitsluitend is toegestaan op daartoe in het plan aangegeven parkeervoorzieningen. Dit geldt niet voor invalideparkeerplaatsen, parkeerplaatsen voor hulpdiensten, laden en lossen, taxi's en fietsverkeer.
Bij de herontwikkeling van de campus is de afgelopen jaren uitgebreid gekeken naar de 'parkeervraag'. Voor een gebied als de campus is het belangrijk om uit te gaan van de praktijk, derhalve is gekozen om een parkeernorm te hanteren overeenkomstig het huidige gebruik. Er is een onderscheid gemaakt naar de volgende functies en bijbehorende parkeerplaatsen op de campus
Functie | Oppervlak (in m2) | Aantal pp (inclusief Maaiveld) |
aantal gebruikers | Gemiddeld per 100m2 b.v.o. | parkeerplaatsen per gebruiker | ||||
Research & Development (Noord) | 245.000 | 4.040 | 6.350 | 1.6 | 0.64 | ||||
Kantoren (Zuid) |
35.000 | 1.063 | 1.650 | 3.0 | 0.64 |
tabel: parkeren bestaande situatie, eerste kwartaal 2010
De cijfers uit bovenstaande tabel zijn goed te herleiden naar functies die genoemd zijn binnen de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Eindhoven. Het toepassen van de parkeernormen geeft de gemeente de garantie van een minimaal aantal parkeerplaatsen en geeft de bedrijven op de HTCE de ruimte om een passend aantal parkeerplaatsen aan te leggen bij de betreffende functie van het gebouw. De functie bedrijven gericht op research en development, zoals deze wordt toegepast op het noordelijke deel van de HTCE (bestemming 'Gemengd - 1') komt overeen met de gemeentelijke parkeernorm voor een bedrijfsverzamelgebouw. De functie kantoren/bedrijven gericht op research en development, zoals deze wordt toegepast op het zuidelijke deel van de HTCE (bestemming 'Gemengd - 3'), komt overeen met de gemeentelijke parkeernorm voor kantoren. De commerciële ruimten van The Strip (bestemming 'Gemengd - 2') komen het meest overeen met de gemeentelijke parkeernorm voor een winkelcentrum op wijkniveau. Dit laatste is gekozen omdat met name The Strip bedoeld is voor mensen die werken op de campus en voor bedrijven van buitenaf die een congres organiseren op de campus. Omdat The Strip hoofdzakelijk wordt gebruikt door medewerkers op de campus, worden de bezoekersparkeerplaatsen niet gerekend (het percentage bezoekersparkeren voor een wijkwinkelcentrum is 85%)
Indien gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid 15.000 m2 BVO extra bouwvolume te realiseren in de vorm van 3 torens van maximaal 11 bouwlagen hoog op het zuidelijk deel van de HTCE, zal de extra benodigde parkeervoorziening gerealiseerd worden in parkeerkelders. Deze parkeerkelders worden gesitueerd onder de gebouwen, waarbij de eerste bouwlaag op maaiveld niveau ligt. De benodigde infrastructuur zal zo beperkt mogelijk zijn.
Verder is er nog een kinderdagverblijf op de campus. Bij deze functie wordt de reguliere gemeentelijke parkeernorm voor een kinderdagverblijf gehanteerd. Daarnaast moet er worden voorzien in goede kiss en ride voorzieningen voor de ouder(s) die hun kinderen komen brengen en halen. Voor de boerderij en de kleedlokalen in het sportbos wordt geen extra personeel ingezet. Daarom zijn geen parkeernormen opgenomen voor deze twee gebouwen.
Het tijdelijk verharde terrein ten zuiden van de kinderopvang ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' is bedoeld voor tijdelijk parkeren. Na realisatie van de parkeergarage P1 op deze locatie, zal ook het parkeren op maaiveld hier verdwijnen.
Op grond van het voorgaande komen de parkeernormen voor de campus er als volgt uit te zien:
Functie | Minimale parkeernorm | Maximale parkeer- norm |
Opmerkingen | ||||
Bedrijfsverzamelgebouw (Noord- 'Gemengd - 1') |
1,2 pp per 100 m² BVO | 1,9 pp per 100 m² BVO | De norm geldt voor de research en development gebouwen op het noordelijk deel van de HTCE | ||||
Kantoren (Zuid- 'Gemengd - 3') |
1,8 pp per 100 m² BVO | 3,0 pp per 100 m² BVO | De norm geldt voor de kantoorachtige gebouwen die m.n. op het zuidelijk deel van de HTCE komen | ||||
Winkelcentrum op wijkniveau (Strip-'Gemengd - 2') |
15% van 3,0 pp per 100 m² BVO | 15% van 4,0 pp per 100 m² BVO | De norm geldt voor The Strip. Hierbij wordt alleen het gebruikersdeel gerekend (15%) | ||||
Kinderdagverblijf (Noord - Maatschappelijk') |
0,6 pp per arbeidsplaats K&R: 6,0 pp per 100 kinderen |
1,0 pp per arbeidsplaats K&R: 8,0 pp per 100 kinderen |
De norm geldt voor medewerkers van het kinderdagverblijf. Ook moet worden voorzien in kiss en ride voor ouders |
tabel: gehanteerde parkeernormen
De parkeernormen voor het autoverkeer zijn vastgestelde normen. De bedrijven op de HTCE moeten het minimum aantal parkeerplaatsen en mogen het maximum aantal parkeerplaatsen aanleggen.
Het fietsparkeren is centraal geregeld in de parkeergarages en in kelders van grote gebouwen. Op het zuidelijk deel worden ook speciale fietsenstallingen mogelijk gemaakt. Verder mag fietsparkeren plaatsvinden in de buitenlucht, bij de ingang van elk bedrijfsgebouw.
afbeelding: gebouwd parkeren (bron: Beeldkwaliteitplan High Tech Campus Eindhoven, Juurlink+Geluk, februari 2012)
De uitbreiding van de campus zal extra verkeer aantrekken. In een Mobiliteitstoets DHV, kenmerk LI20092099, 11-06-09 (Bijlage 8) is de capaciteit van de infrastructuur bekeken. De infrastructuur van de High Tech Campus Eindhoven kenmerkt zich door een randweg die een directe ontsluiting op het openbare wegennet kent en een diffuus midden. Dit diffuse midden is voor een groot gedeelte afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en kent slechts zeer beperkte parkeergelegenheid. De intensiteiten op dit diffuse midden is dermate laag dat dit niet leidt tot verkeersafwikkelingsproblemen.
Sinds de realisatie van de wegenstructuur en de fysieke aanleg van de randweg zijn de uitgangspunten enigszins veranderd. Er is indertijd uitgegaan van een totale populatie van 8.000 medewerkers in 2010 groeiende naar maximaal 11.000 in de toekomst. Inmiddels wordt uitgegaan van een maximaal aantal medewerkers van 12.500. Bij de aanleg van de aansluiting van de A2 op de randweg is hier rekening mee gehouden. De randweg is ontworpen en berekend op een maximale intensiteit van 11.000 medewerkers. Om te bezien of de groei naar 12.500 tot problemen leidt, zijn mogelijke kritieke punten in de mobiliteitstoets doorgerekend.
Uit de berekeningen blijkt dat de kruisingen met de diverse garages hierbij niet tot problemen leiden. Uit de analyse blijkt dat de kruisingen bij de garages de intensiteiten bij 12.500 medewerkers goed kunnen verwerken. De intensiteit/capaciteitsverhouding komt nergens boven de 80% terwijl de gemiddelde wachttijd overal onder de 20 seconden blijft. Voor de maatgevende ochtendspits zijn deze waarden volstrekt acceptabel.
Uit een simulatie blijkt dat de huidige lay-out van de verbindingsweg tussen de aansluiting op de snelweg en de campus niet meer zal voldoen bij een groei naar 12.500 medewerkers. Bij een verdere invulling van het zuidelijk plandeel dient de verbindingsweg richting de High Tech Campus Eindhoven te worden voorzien van een dubbele rijstrook. Bij de aanleg van deze weg was dit bekend en daarom is in het ontwerp rekening gehouden met het verdubbelen van de rijstroken. De verdubbeling van de verbindingsweg is mogelijk binnen de in dit bestemmingsplan opgenomen bestemming 'Verkeer'.
De infrastructuur van de High Tech Campus Eindhoven is berekend op de groei tot 12.500 medewerkers met de volgende kanttekeningen:
Concluderend kan gesteld worden dat een goede bereikbaarheid van de campus, ook na de mogelijke uitbreiding binnen dit bestemmingsplan, gewaarborgd is. Door de komst van een HOV-verbinding zou de bereikbaarheid nog verder kunnen verbeteren. De parkeervoorzieningen, deels nog te bouwen, zijn voldoende om op eigen terrein te kunnen voorzien in de parkeerbehoefte.