Plan: | High Tech Campus Eindhoven-Klotputten |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80022-0501 |
Het nationale beleid voor de archeologische monumentenzorg staat in het teken van het behoud en het beheer van het archeologisch erfgoed. Op gelijke voet staat het streven naar het gebruik van het archeologisch erfgoed als inspiratiebron voor de ruimtelijke inrichting. Dit beleid geldt voor alle cultuurhistorische waarden, dat wil zeggen voor zowel archeologische als voor historisch-geografische en historisch-bouwkundige waarden. Het rijksbeleid is mede gebaseerd op het Verdrag van Malta (1992).
Het beleid van de provincie Noord-Brabant sluit aan op het nationale beleid voor de archeologische monumentenzorg. Zo is als essentieel element opgenomen dat in ruimtelijke planvorming rekening gehouden dient te worden met het archeologisch erfgoed. Voor archeologisch waardevolle terreinen en voor gebieden met een (middel)hoge verwachtingswaarde voor archeologisch erfgoed moeten bij voorgenomen ruimtelijke activiteiten de archeologische waarden door middel van een vooronderzoek in kaart worden gebracht. Gestreefd moet worden naar behoud ter plaatse door middel van inpassing. Alleen in het uiterste geval, als behoud ter plaatse niet mogelijk is, kan worden overgegaan tot archeologische opgravingen. De veroorzaker van de verstoring is verantwoordelijk voor de kosten die nodig zijn om de archeologische informatie die in de bodem ligt opgeslagen, veilig te stellen.
Het bodemarchief van de gemeente Eindhoven herbergt archeologische waarden uit de prehistorie, Romeinse tijd, middeleeuwen en nieuwe tijd. Deze gegevens zijn van groot belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen nagenoeg ontbreken. Voor de vroegste geschiedenis van de stad zijn we zelfs volledig aangewezen op de archeologische ondergrond. De stadsbranden van 1486 en 1554 hebben de middeleeuwse stadsarchieven vrijwel compleet verwoest. Overigens bevinden zich in de gemeente Eindhoven ook archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd.
De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit beleid staat in het Beleidsplan Archeologie Eindhoven en Helmond 2008-2012 dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Eindhoven in september 2008. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor het bodemarchief zelf ter hand door te investeren in kerntaken en opbouw van expertise.
De gemeente Eindhoven kent archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd. Het gemeentelijk bodemarchief herbergt tevens fundamentele gegevens over de geschiedenis van stad en platteland gedurende en na de middeleeuwen. Deze gegevens zijn van groot belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen in Eindhoven nagenoeg ontbreken.
Aansluitend op het Verdrag van Malta is in het gemeentelijke beleid opgenomen dat plannen met betrekking tot de ruimtelijke ordening structureel en in een vroeg stadium worden getoetst op archeologische waarden. Het beleid van de gemeente Eindhoven is tevens daarbij uit te gaan van de gemeentelijke Archeologische Waardenkaart. Uitgangspunt van het archeologiebeleid van de gemeente Eindhoven is, dat het archeologisch erfgoed moet worden beschermd op de plaats waar het wordt aangetroffen en als dit niet mogelijk is dienen de archeologische waarden te worden veiliggesteld door een archeologische opgraving.
De archeologische gebieden binnen de gemeente Eindhoven staan aangegeven op de gemeentelijke Archeologische Waardenkaart, een onderdeel van de gemeentelijke cultuurhistorische waardenkaart. Deze kaart is vastgesteld door de gemeenteraad van Eindhoven in maart 2008. Ingevolge het Beleidsplan Archeologie 2008-2012 worden de archeologische gebieden onderverdeeld in 5 categorieën. Per categorie gelden andere consequenties bij voorgenomen bouw- of andere bodemverstorende activiteiten.
De huidige archeologische waardenkaart kent twee archeologische gebieden binnen het plangebied. Ongeveer in het midden ligt gebied A60, een dekzandrug met in de nabijheid vindplaatsen uit de steentijd en in het oosten ligt gebied A63, het kasteelterrein van het slot Aalst.
Actualisering van de archeologische waardenkaart is in voorbereiding. Voor het onderhavige plangebied betekent dit dat er op basis van nieuwe kennis en inzichten één terrein met een hoge archeologische verwachting wordt toegevoegd (gebied 74) en dat één van de reeds bestaande terreinen (gebied 60) vervalt, omdat uit een archeologisch vooronderzoek is gebleken dat zich in dit gebied geen behoudenswaardige vindplaatsen bevinden.
Gebied 63, kasteelterrein slot Aalst, valt volgens de nieuwe indeling uit het beleidsplan uit 2008 onder categorie 2 'Gebied met archeologische waarde'. In deze categorie gebieden is sprake van vastgestelde archeologische waarden, bijvoorbeeld omdat bij eerdere onderzoeken is aangetoond dat er archeologische sporen en vondsten aanwezig zijn die als behoudenswaardig gekarakteriseerd kunnen worden. Voorafgaand aan elke ruimtelijke ingreep die een verstoring van de ondergrond tot gevolg heeft is archeologisch onderzoek verplicht en wordt een vergunning vereist. Resultaten van archeologisch (voor)onderzoek worden om advies voorgelegd aan de commissie Ruimtelijke Kwaliteit als het onroerende resten met een mogelijk monumentale waarde betreft, om te bepalen of behoud wenselijk en mogelijk is. Conform het rijks- en provinciaal beleid is behoud van archeologische waarden 'in situ' het uitgangspunt. Als dat niet mogelijk is, wordt een archeologische vindplaats opgegraven.
Gebied 74 valt onder categorie 3 'Gebied met hoge archeologische verwachting'. Binnen deze categorie gebieden wordt op basis van de geomorfologische en bodemkundige opbouw, historische gegevens en eerder aangetroffen vondsten een hoge concentratie van archeologische sporen en vondsten verwacht, die als behoudenswaardig kunnen worden gekarakteriseerd. Hier geldt bij verstoringen die groter zijn dan 100m2 en dieper gaan dan 50 cm (wettelijke normen) een bouwverbod met ontheffingsmogelijkheid in combinatie met een aanlegvergunning. Voorafgaand aan een vergunningverlening kan een rapportage worden verlangd waarin de archeologische waarde van het gebied is vastgesteld. Resultaten van archeologisch (voor)onderzoek worden om advies voorgelegd aan de commissie Ruimtelijke Kwaliteit (Eindhoven) of Monumentencommissie (Helmond) als het onroerende resten met een mogelijk monumentale waarde betreft, om te bepalen of behoud wenselijk en mogelijk is. Conform het rijks- en provinciaal beleid is behoud van archeologische waarden 'in situ' het uitgangspunt. Als dat niet mogelijk is, wordt een archeologische vindplaats opgegraven.
afbeelding: uitsnede gemeentelijke archeologische waardenkaart
Volgens de Archeologische Monumentenkaart van het rijk liggen binnen het plangebied geen bekende behoudenswaardige archeologische terreinen. Volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden van het rijk en de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant kent de HTCE twee gebieden waarvoor een middelhoge trefkans op archeologische waarden geldt. Eén van deze gebieden ligt in het zuidoosten van het plangebied. De eventuele archeologische ondergrond zal hier echter door de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de High Tech Campus Eindhoven (egalisatiewerkzaamheden, ontgrondingen en bebouwing) zwaar verstoord zijn. Het andere gebied, een strook die van het zuidwesten naar het midden van het plangebied loopt, staat nog niet op de gemeentelijke kaart, maar wordt toegevoegd aan de nieuwe kaart. De huidige gemeentelijke kaart kent twee verwachtingsgebieden binnen het plangebied, namelijk A60, een dekzandrug met in de nabijheid vindplaatsen uit de steentijd (dit gebied wordt op de nieuwe kaart verkleind) en A63 het kasteelterrein van het slot Aalst.
De gemeenteraad van Eindhoven heeft in september 2008 ingestemd met het Beleidsplan archeologie 2008-2012. Actualisering van de archeologische waardenkaart is in voorbereiding. Voor het plangebied van het HTCE betekent dit dat er één terrein met een archeologische verwachting wordt toegevoegd en dat één van de reeds bestaande twee terreinen wordt verkleind. Zie onderstaande afbeelding. Tevens zullen ingevolge het nieuwe beleidsplan andere afwijkingscriteria (bij het verlenen van omgevingsvergunning) gaan gelden.
afbeelding: archeologisch waardevol gebied
Door middel van een dubbelbestemming met bijbehorend bouwverbod en verbod op het uitvoeren van werken en werkzaamheden in de regels, zijn de potentiële archeologische waarden in de genoemde archeologische gebieden beschermd. Hierbij is ook het nieuwe gebied uit de in ontwerp zijnde archeologische waardenkaart opgenomen. Binnen deze dubbelbestemming mogen grondverstoringen pas plaats vinden als het archeologisch belang dit toelaat.
In de "Nota Belvedere; Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting" (1999) is door het rijk een visie gegeven op de wijze waarop met de cultuurhistorische kwaliteiten van gebieden en objecten in de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling in Nederland kan worden omgegaan. Het behoud en de benutting van het cultureel erfgoed is van grote betekenis omdat het kwaliteit toevoegt aan de culturele dimensie van de ruimtelijke inrichting. De voornaamste opgave is dan ook het vinden van een verantwoord evenwicht tussen de diverse ruimtelijke opgaven en de bestaande cultuurhistorische kwaliteiten.
In het plangebied zijn geen cultuurhistorisch waardevolle gebieden c.q. elementen aanwezig, met uitzondering van de bestaande boerderij aan de oostzijde. In de planvorming zal deze boerderij als te handhaven object worden meegenomen. Er is geen sloopverbod opgenomen. Net buiten het plangebied, aan de westzijde, is de Professor Holstlaan gelegen. Deze weg is cultuurhistorisch van belang als onderdeel van de oorspronkelijke radiaalwegen van Eindhoven. Ook het noordelijk en westelijk gelegen Dommelgebied is van cultuurhistorische waarde. Ten oosten van het plangebied zijn de Genneper Parken gelegen, een groen gebied waarin het eeuwenoude kleinschalige landschap inclusief oude wegen en paden nog deels intact is.
De in de omgeving aanwezige cultuurhistorische waardevolle elementen ondervindt van de uitvoering van het bestemmingsplan geen belemmeringen.