Plan: | Bloemenveiling |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.abp00000004-vast |
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Begrippen (Artikel 1)
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten (Artikel 2)
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
In het hoofdstuk bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. In het bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor:
Bedrijf (Artikel 3)
In het zuidwesten van het plangebied is een nutsvoorziening aanwezig. Deze heeft de bestemming Bedrijf met aanduiding 'nutsvoorziening.
Bedrijventerrein - Veiling (Artikel 4)
De gronden van de Bloemenveiling zijn grotendeels bestemd als 'Bedrijventerrein - Veiling'.
Omdat het plangebied vrijwel volledig bestaat uit het bedrijventerrein van de Bloemenveiling is in het plan geen milieuzonering opgesteld en is er geen algemene toelaatbaarheid voor bedrijfsactiviteiten opgenomen (zie ook paragraaf 3.3). Daarmee zou de vestiging van diverse soorten bedrijfsactiviteiten mogelijk zijn en dat is op dit bedrijventerrein niet gewenst. In het voorliggende plan is dan ook geen Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen. Met het bestemmingsplan dienen enkel een veilingbedrijf en daaraan gerelateerde activiteiten te worden toegestaan. Het doel is om daarmee te waarborgen dat de ruimte op het bedrijventerrein beschikbaar blijft voor bedrijven die bijdragen aan het behoud en de versterking van het Westland als Greenport voor de glastuinbouwsector.
Onder tot het veilingbedrijf behorende functies vallen: het transport, het verwerken, bemiddelings-, advies-, voorlichtingsbureaus en kantoren en dienstverleners ten behoeve van de tuinbouw, kantines, im- en exportbedrijven, douane, groothandel, bankwezen alsmede voorzieningen voor onderwijs en toerisme. Daarnaast zijn voorzieningen zoals productstraten, parkeer-, laad- en losvoorzieningen, bedrijfsgebonden reclame-uitingen en groen-, water-, nuts- en geluidswerende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van het inzamelen van - van de veiling afkomstig - afval toegestaan. Tevens zijn 4 bedrijfswoningen en een garage toegestaan.
Naast veilinggerelateerde bedrijvigheid, zijn tevens horecavoorzieningen toegestaan met een maximum oppervlakte van 2.000 m² per horecavoorziening. De horecavoorzieningen die zijn toegestaan zijn vermeld in de Staat van Horeca-activiteiten die als bijlage bij de regels is opgenomen.
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is in de regeling geïmplementeerd door middel van het uitsluiten van risicovolle inrichtingen. Deze regel geldt niet voor de aanwezige Bevi-inrichting in het plangebied. In de begrippen is het begrip 'risicovolle inrichtingen' verklaard. Daarnaast zijn geluidshinderlijke inrichtingen eveneens niet toegestaan.
Tot slot zijn er meerdere aanduidingen opgenomen die het voor de veiling specifieke gebruik mogelijk maken. Het gaat hier bijvoorbeeld om productstraat overkluizingen en opslag. De vigerende bestemmingsplan zijn hierbij maatgevend geweest.
Bouw- en gebruiksregels
Bebouwing ten dienste van de bestemming mag alleen worden gerealiseerd binnen de aangegeven bouwvlakken. Op de plankaart en in de regels zijn de maximale hoogtematen van de bebouwing aangegeven.
Daarnaast zijn binnen deze bestemming verschillende bouwaanduidingen opgenomen om de voor de veiling specifieke gebouwen en bouwwerken mogelijk te maken. Ter plaatse van TPW Jupiter en Venus is daarnaast de gebiedsaanduiding 'wro-zone ontheffingsgebied' opgenomen. In deze zone is het mogelijk om bij een omgevingsvergunning af te wijken van de aangeduide bouwhoogte voor een aantal specifieke functies. Deze regeling stemt overeen met die in het vigerende bestemmingsplan.
Kantooractiviteiten die zijn verbonden aan de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten, zijn rechtstreeks toelaatbaar.
Groen (Artikel 5)
De bestemming Groen is gegeven aan beeld- of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen, maar ook voor voet- en fietspaden. Dit geldt met name voor de randen van het bedrijventerrein. Binnen de bestemming Groen is de functieaanduiding 'geluidscherm' opgenomen zodat het plaatsen van geluidschermen ten behoeve van het beschermen van geluidsgevoelige bestemmingen in de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk is.
Kantoor - 1 en Kantoor - 2 (Artikel 7 en Artikel 8)
Binnen het plangebied bevindt zich een kantoorcomplex. Dit perceel heeft de bestemming Kantoor - 1.
De bestemming Kantoor - 2 is gegeven aan een zone ten noorden van TPW Jupiter en Venus. Ingevolge het vigerende bestemmingsplan is het onder voorwaarden nog mogelijk hier kantoren mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zijn in het voorliggende bestemmingsplan overgenomen.
Tuin (Artikel 9)
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor de voortuinen of zijtuinen bij de woningen. Hier zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, alsmede erkers bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Verkeer (Artikel 10)
Daar waar een weg een stroomfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als Verkeer. Binnen deze bestemming zijn een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan, zoals parkeren, groen- en waterpartijen en nutsvoorzieningen.
Water - 1 en Water - 2 (Artikel 11 en Artikel 12)
Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locaties die van belang zijn voor de waterberging zijn bestemd voor Water - 1 en Water - 2. Binnen de bestemming Water - 2 is een drijvende kas mogelijk.
Wonen (Artikel 13)
De woningen zijn voorzien van de bestemming Wonen. Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de woonomgeving te behouden. Naast de bestaande situatie en de bestaande mogelijkheden, die voortvloeien uit de vigerende regeling, is bij het toekennen van de bestemmingen het bieden van voldoende erfbebouwingsmogelijkheden voor de bestaande woningen het uitgangspunt. De basis voor de regeling van de bestaande woonfunctie wordt gevormd door een regeling bestaande uit bouwvlakken.
Bouwvlakken hoofdgebouwen
Bij de opstelling van het bestemmingsplan is voor alle woningen bepaald waar in de huidige situatie het hoofdgebouw (de woning zelf) en waar het bijgebouw (bijvoorbeeld garage) staat. Deze bestaande situatie is het uitgangspunt. Rekening houdend met karakteristieke voorgevelverspringingen en rooilijnen, zijn op de bestemmingsplankaart bouwvlakken opgenomen waarmee de plaats van hoofdgebouwen juridisch is vastgelegd. Per hoofdgebouw is de goot- en bouwhoogte vastgelegd. De bebouwingsregeling bevat verder bepalingen met betrekking tot de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, de breedte, diepte en hoogte van hoofdgebouwen.
Erfbebouwing
De gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning zijn te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of voor de bouw van bijgebouwen.
Aan-huis-gebonden ondernemingen
Binnen de woonfunctie is het uitoefenen van aan-huis-gebonden ondernemingen in hoofdgebouwen mogelijk, mits de woonfunctie blijft prevaleren, geen hinder optreedt naar de woonomgeving en wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Om te garanderen dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, mag ten hoogste 25% van het vloeroppervlak van de hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen worden benut ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte met een maximum van 50 m².
Wijzigingsbevoegdheid
Voor de bestemming Wonen is één wijzigingsbevoegdheid opgenomen dat het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen naar de bestemming 'Bedrijventerrein - Veiling'.
Leiding - Gas en Leiding - Riool (Artikel 14 en Artikel 15)
Ter bescherming van de in het plangebied aanwezige planologisch relevante gasleiding en rioolleiding zijn de bestemmingen bestemming Leiding - Gas en Leiding - Riool opgenomen. Het betreft hier dubbelbestemmingen. Bouwen is slechts mogelijk op basis van een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, waarbij getoetst wordt aan het belang van de leiding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouwen zijnde, is ook een omgevingsvergunningplicht opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het leidingbelang niet onevenredig wordt geschaad. De leidingbeheerder brengt hierover voorafgaand advies uit aan het bevoegd gezag.
Waarde - Archeologie - 1 t/m - 4 (Artikel 16 t/m Artikel 18)
In het plangebied zijn gebieden aanwezig met een archeologische verwachtingswaarde (zie ook paragraaf 3.2 Archeologie en cultuurhistorie). Afhankelijk van de verschillende waarde zijn de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie - 2 t/m - 4 opgenomen te weten:
Hiermee worden de archeologische verwachtingswaarden die binnen het plangebied gelden beschermd. Bouw- en grondwerkzaamheden dieper dan 100 cm zijn uitsluitend toegestaan wanneer (verkennend) archeologisch onderzoek is uitgevoerd waaruit blijkt dat er geen archeologische waarden worden geschaad.
Er is een beperkt aantal uitzonderingen op deze regeling, onder andere voor werkzaamheden die niet dieper reiken dan een bepaalde diepte, een kleinere omvang hebben dan een bepaalde oppervlakte of werkzaamheden die kunnen worden aangemerkt als regulier beheer en onderhoud. De oppervlakten betreffen overigens niet de gebouwoppervlakten maar dit zijn de cumulatieve oppervlakten van de verstoringen dieper dan 100 cm (100 m² is niet de omvang van het bouwwerk maar de opgetelde omvang van de verstoringen, dieper dan 1m). In onderstaande tabel zijn de genoemde maten per bestemming schematisch weergegeven.
Waarde - Archeologie |
2 | 3 | 4 | |
aanleggen
(max diepte en oppervlakte) |
100 cm 100 m² |
100 cm 500 m² |
100 cm 1.000 m² |
|
bouwen
(max diepte en oppervlakte) |
100 cm 100 m² |
100 cm 500 m² |
100 cm 1.000 m² |
Waarde - Ecologie (Artikel 19)
In het plangebied is een ecologische verbindingszone gelegen die daarnaast een belangrijke ruimtelijke scheiding tussen het terrein van de Bloemenveiling en de kern Honselersdijk vormt. Vanwege de veiligstelling van deze waarden zijn een aantal regels opgenomen waarvoor een omgevingsvergunning benodigd is. Hierbij dient te worden getoetst aan het belang van de ecologische waarden.
Waterstaat - Waterkering (Artikel 20)
Deze dubbelbestemming is toegekend aan de waterkering (kernzone inclusief beschermingszones) in het plangebied. Deze gronden hebben een waterkerende functie of zijn van invloed op de waterkering. Er is sprake van samenvallende bestemmingen, waarbij de met Waterstaat - Waterkering samenvallende bestemmingen ondergeschikt zijn. Dit uitgangspunt is vertaald in de betreffende bouwregels. Langs de bestemming Waterstaat zijn beschermingszones aanwezig waarop de Keur van het Hoogheemraadschap Delfland van toepassing is.
Voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen de bestemming Waterstaat - Waterkering en in de beschermingszones, is een ontheffing vereist van het Hoogheemraadschap.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelregel (Artikel 21)
Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Algemene bouwregels (Artikel 22)
In de algemene bouwregels zijn de regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen in het plangebied. Het gaat hier bijvoorbeeld om algemene hoogtematen, overschrijding van bouwgrenzen, ondergrondse bouwwerken, dakkapellen etc.
Algemene gebruiksregels (Artikel 23)
In dit artikel zijn een aantal vormen van strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening (in samenhang met artikel 2.1 lid 1 onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) opgenomen. Daarnaast is aangegeven wat niet onder strijdig gebruik valt. Het gaat hier om gebruik dat ingevolge de APV van de gemeente Westland is toegestaan.
Algemene aanduidingsregels (Artikel 24)
In dit artikel wordt een verwijzing gemaakt naar de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - bevi'. In de regels is opgenomen dat binnen deze zone geen kwetsbare objecten zijn toegestaan als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
Algemene afwijkingsregels (Artikel 25)
In dit artikel wordt aangegeven in hoeverre en in welke gevallen bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken ingeval van geringe afwijkingen van de bouwregels.
Algemene wijzigingsregels (Artikel 26)
In het eerste en tweede lid is opgenomen dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen en/of de dubbelbestemming Waarde - Archeologie te verwijderen.
Daarnaast zijn er zeven specifieke wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor de in het plan aanwezige wijzigingsgebieden die over meer dan één bestemming vallen.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (Artikel 27)
Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.
De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
Overige regels (Artikel 28)
Werking wettelijke regelingen
In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde.
Overgangsrecht Artikel 29
De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).
Slotregel (Artikel 30)
Deze regel bevat de titel van het plan.