Plan: | Bloemenveiling |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1783.abp00000004-vast |
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:
Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en milieugevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt doorgaans gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) en toegepast op reguliere bedrijventerreinen. Deze Staat gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies zoals wonen. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd.
Omdat het plangebied volledig bestaat uit het bedrijventerrein van Bloemenveiling FloraHolland, is in het plan geen milieuzonering opgesteld en is er geen algemene toelaatbaarheid voor bedrijfsactiviteiten opgenomen. Daarmee zou de vestiging van diverse soorten bedrijfsactiviteiten mogelijk zijn en dat is op dit bedrijventerrein niet gewenst. In het voorliggende plan is dan ook geen Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen. Met het bestemmingsplan dienen enkel een veilingbedrijf en daaraan gerelateerde activiteiten te worden toegestaan. Het doel is om daarmee te waarborgen dat de ruimte op het bedrijventerrein beschikbaar blijft voor bedrijven die bijdragen aan het behoud en de versterking van het Westland als Greenport voor de glastuinbouwsector. Voor het bedrijventerrein is daarom een specifieke bestemmingsbenaming 'Bedrijventerrein - Veiling' opgenomen die wordt toegelicht in de juridische planbeschrijving.
Aangezien voor het bedrijventerrein geen milieuzonering is opgesteld, dient op een andere wijze te worden onderbouwd dat er in de omgeving van het bedrijventerrein, ter plaatse van milieugevoelige functies, geen onaanvaardbare hinder optreedt. Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Er is sprake van een consoliderend plan waarin de rechten uit de vorige bestemmingsplannen worden overgenomen.
In de huidige situatie bevinden zich in het plangebied de Bloemenveiling van FloraHolland, een benzinestation van BP en een groot aantal bedrijven dat zich bezighoudt met groothandel in planten en bloemen. De voorkomende bedrijfsactiviteiten kunnen worden getypeerd als veiling voor landbouwproducten (categorie 4.1), benzineservicestation (categorie 2). De overige bedrijven kunnen worden getypeerd als groothandelsbedrijven (categorie 2) maar ook als distributiecentra en pak- en koelhuizen (categorie 3.1). Naast deze bedrijfsactiviteiten zijn in het plangebied tevens kantoren aanwezig, deze zijn niet relevant in het kader van milieuzonering.
Gelet op de aard van de voorkomende bedrijfsactiviteiten is geluid het maatgevende milieuaspect in de omgeving van het bedrijventerrein. Voor het aspect geluid als gevolg van de bedrijfsactiviteiten binnen het plangebied geldt dat er gemeentelijk geluidsbeleid is opgesteld waarmee de geluidsruimte op het bedrijventerrein wordt beheerd en waarmee ter plaatse van geluidsgevoelige bestemmingen grenswaarden zijn gesteld voor de cumulatieve geluidsbelasting. Daarmee wordt bereikt dat de geluidsgevoelige bestemmingen in de omgeving van het bedrijventerrein worden beschermd tegen onevenredige geluidshinder. Op het aspect geluid wordt uitgebreid ingegaan in paragraaf 3.7 Industrielawaai.
Een ander relevant milieuaspect dat een rol speelt bij milieuzonering is gevaar. Op dit punt wordt apart ingegaan in paragraaf 3.6 Externe veiligheid.
Het plan is consoliderend van aard. Het voorliggende bestemmingsplan maakt enkele bedrijfsactiviteiten mogelijk die overeenkomen met de bedrijfsactiviteiten die in de huidige situatie plaatsvinden. Gelet op de aard van deze bedrijfsactiviteiten is geluid het maatgevende milieuaspect. Afstemming tussen de bedrijfsactiviteiten op het bedrijventerrein en milieugevoelige functies in de omgeving vindt plaats op grond van het gemeentelijke geluidsbeleid. Het geluidsbeleid heeft daarmee een grote rol bij het behouden van een goed woon- en leefklimaat in de omgeving van het plangebied. Ingeval van wijzigingen of ontwikkelingen vindt nadere afstemming met de omgeving plaats in het milieuspoor. Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van milieugevoelige functies in de omgeving van het bedrijventerrein sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de consolidatie van het plan niet in de weg.