Plan: | Nieuw-Helvoet 1e partiële herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0530.BPSportlaan-vg01 |
Het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet is op 27 september 2018 door de gemeenteraad van Hellevoetsluis vastgesteld. Op 13 december 2018 heeft de gemeenteraad een wijziging op het bestemmingsplan vastgesteld. Het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet voorziet in een actuele regeling voor de wijk Nieuw-Helvoet en maakt de ontwikkeling van een Integraal Kindcentrum (hierna: IKC), een nieuw sportcomplex en 158 woningen rondom de Sportlaan mogelijk. In de laatste fase van de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet werd duidelijk dat een aantal nieuwe inzichten en wensen, van zowel de gemeente Hellevoetsluis als andere stakeholders niet meer meegenomen kon worden in het vast te stellen bestemmingsplan.
Met de nu voorliggende herziening worden deze wensen en inzichten alsnog opgenomen in het bestemmingsplan.
Deze herziening richt zich uitsluitend op de herontwikkeling van het gebied rondom de Sportlaan. Het hoofddoel van de voorliggende herziening van het bestemmingsplan is het juridisch planologisch mogelijk maken van gewenste bouwmogelijkheden en functies in het gebied rondom de Sportlaan die nu nog niet mogelijk zijn. De voorliggende herziening laat de bestemmingslegging uit het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet in stand. Wel worden de planregels op enkele onderdelen aangevuld en/of gewijzigd. In de hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 wordt nader ingegaan op de wijzigingen.
Hoofdstuk 2 bevat de planbeschrijving. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving en toetsing aan de beleidskaders die relevant zijn voor deze herziening ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Vervolgens komen in hoofdstuk 4 de omgevingsaspecten (zoals milieu, ecologie, water en archeologie) aan de orde. Hoofdstuk 5 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. In hoofdstuk 6 is de juridische planbeschrijving opgenomen waarin de regels op het plan worden toegelicht.
Hoewel het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet de gehele wijk Nieuw-Helvoet omvat heeft deze herziening uitsluitend betrekking op het ontwikkelingsgebied rondom de Sportlaan. Het ontwikkelingsgebied ligt globaal tussen de Moriaansweg Oost aan de noordzijde, de achterzijde van de woningen aan de Triathlonweg aan de oostzijde, de Amnesty Internationallaan aan de zuidzijde en de Rijksstraatweg aan de westzijde. In figuur 2.1 is het gebied aangegeven waarbinnen deze herzieningen wijzigingen mogelijk maakt.
Figuur 2.1 Ligging plangebied herziening
Momenteel vigeert het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet zoals gewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad van Hellevoetsluis op 13 december 2018. In het plangebied liggen vele diverse (dubbel) bestemmingen en functieaanduidingen. De bouwmogelijkheden zijn specifiek bepaald per bouwvlak. Een uitsnede van het vigerende bestemmingsplan is weergegeven in figuur 2.2.
Figuur 2.2 Uitsnede vigerend bestemmingsplan
Met de voorliggende herziening blijft de regeling van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet grotendeels ongewijzigd. De belangrijkste wijzigingen die met deze herziening worden doorgevoerd zijn:
Figuur 2.3 Overzicht wijzigingen
Het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet is op 13 december 2018 vastgesteld. In dit plan is al uitgebreid op het beleid ingegaan op rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau. In onderhavig plan wordt ingegaan op de wijzigingen ten opzichte van dit plan en of dit passend is binnen de actuele beleidskaders.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Barro
Vanuit het Rijksbeleid zijn de SVIR (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte) en het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) van belang. Het kabinet schetst in de SVIR hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Voor de doorwerking van de rijksbelangen in plannen van lagere overheden, is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) opgesteld. Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen.
Toetsing
Zowel de SVIR als het Barro zijn van een dusdanig abstractieniveau, dat deze geen bepalingen omvatten voor de beoogde wijzigingen in het plangebied.
Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 3.1.6 Bro)
Een zorgvuldige benutting van de beschikbare ruimte voor verschillende functies vraagt om een goede onderbouwing van nut en noodzaak van een nieuwe stedelijke ruimtevraag en een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de nieuwe ontwikkeling. Overheden die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk willen maken, moeten beschrijven waarom er behoefte is aan de ontwikkeling en als die ontwikkeling buiten het bestaand stedelijk gebied mogelijk wordt gemaakt, motiveert waarom er niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
Toetsing
Er worden maximaal 34 sociale huurwoningen (minimaal 26) en 13 vrije sectorwoningen toegevoegd. In dit geval worden meer dan 11 woningen toegevoegd ten opzichte van de geldende planologische regeling. Voor wonen is daarom sprake van een stedelijke ontwikkeling. De overige ontwikkelingen (geluidwal en infrastructuur) worden niet aangemerkt als stedelijke ontwikkeling. Gelet op het bovenstaande is hierna de woningbehoefte beschreven.
De woningbehoefte is uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening beschreven. De behoefte blijkt uit de provinciale woningbehoefteraming (WBR) en de regionale woningmarktafspraken (januari 2019). De gewenste woningvoorraad op basis van de WBR2016 ging uit van een toename van ruim 500 woningen in de periode 2019-2030. De WBR2019 gaat uit van 940 woningen. In regionaal verband is mede gelet op de regionale druk op de woningmarkt afgesproken dat Hellevoetsluis zich inzet om 1.160 woningen toe te voegen ten opzichte van 2017 (en in 2017 en 2018 zijn vrijwel geen woningen toegevoegd). Ook is afgesproken dat er een betere regionale balans moet komen door toename van het percentage sociale huurwoningen in Hellevoetsluis.
Het gemeentelijk Samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam (SvWrR) heeft inzichtelijk gemaakt hoe groot de opgave is om voldoende aanbod te hebben voor de sociale doelgroep en heeft de ambitie om de sociale woningvoorraad meer over de regio te verspreiden. Naar aanleiding daarvan hebben de veertien gemeenten een bod gedaan om inzichtelijk te maken wat zij in de periode tot en met 2030 voornemens zijn te bouwen en daarmee kunnen en willen bijdragen aan de regionale sociale opgave. De biedingen van de gemeenten zijn onderdeel van het regio akkoord waarbij nadere procesafspraken tussen de regiogemeenten, corporaties en provincie zijn bekrachtigd.
In het bod van Hellevoetsluis is sociale woningbouw toegevoegd om bij te dragen aan de regionale opgave. Op de planlijst, die de provincie middels het invullen van de planmonitor heeft ontvangen, is opgenomen dat deze sociale woningbouw onder meer gaat plaatsvinden op de beoogde locatie. De overweging hierbij is geweest dat ook binnen Hellevoetsluis de sociale woningvoorraad goed moet worden verspreid over de gehele gemeente.
Met dit project worden in totaal minimaal 39 en maximaal 47 woningen toegevoegd. Het minimum of maximum hangt af van het aantal te realiseren sociale huurwoningen: minimaal 26 en maximaal 34. Met het realiseren van sociale huurwoningen verbetert de regionale balans voor betaalbare woningen.
Nadere motivering behoefte en regionale afstemming
Op 30 januari 2019 zijn er nieuwe woningmarktafspraken gemaakt in de regio Rotterdam (Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018-2030). Deze zijn ondertekend door alle veertien gemeenten, corporaties uit de regio én de provincie Zuid-Holland. Onderdeel van deze woningmarktafspraken is het woningbouwprogramma van de regio Rotterdam, dat is opgebouwd uit het voorgelegde woningbouwprogramma van alle veertien gemeenten. Het sociale woningbouwprogramma had bij alle ondertekende partijen nadrukkelijk de aandacht. Er moesten voldoende sociale woningen zijn, maar er wordt ook gestreefd naar een evenwichtiger verspreide sociale woningvoorraad over de regio Rotterdam. In het aangeleverde woningbouwprogramma van Hellevoetsluis zijn voor de Sportlaan 195 woningen opgenomen, waarvan 24 sociale huurwoningen. Echter, nadat de woningmarktafspraken zijn vastgesteld, was er een mogelijkheid om nog vier extra sociale woningen en 5 vrijesectorwoningen aan het programma toe te voegen. Deze woningen zijn daardoor nog niet opgenomen in de woningmarktafspraken die zijn ondertekend op 30 januari 2019.
Voor de behoefte aan sociale huurwoningen zijn in het kader van de regionale afspraken twee scenario's opgesteld: een Referentiescenario, waarbij berekend is hoeveel sociale woningen een gemeente moet hebben om aan de lokale behoefte aan sociale woningen te voldoen, en een Meer Evenwicht scenario, waarbij berekend is hoeveel sociale woningen een gemeente kan realiseren om maximaal bij te dragen aan de regionale spreidingsopgave. Meer Evenwicht scenario is een stap dichter bij de regionale doelstelling en de gemeente Hellevoetsluis heeft met zijn woningbouwprogramma een goede stap gemaakt richting het Meer Evenwicht Scenario. Deze is ook positief beoordeeld door de provincie Zuid-Holland bij de aanvaarding van het regionale bod (Brief aan SvWrR, maart 2019 met beoordeling proces passend aanbod sociale voorraad Rotterdamse Regio). De gemeente heeft zich gecommitteerd om ten minste 30 sociale woningen in de ontwikkeling van Sportlaan E.O. op te nemen. Daarmee wordt voldaan aan de behoefte van 28 sociale huurwoningen.
Bovendien is de woningbehoefte groter gebleken dan op basis van de WBR 2016 werd verwacht. Het intensiever benutten van bestaand stedelijk gebied voor woningbouw en het toevoegen van 13 vrije sectorwoningen voorziet dus in een behoefte.
Conclusie
De ontwikkelingen zijn niet in strijd met het Rijksbeleid en de geformuleerde nationale belangen en regels zijn niet van toepassing op het plangebied. Het Rijksbeleid staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.
Omgevingsvisie 2019
In lijn met de maatschappelijke behoefte zet de provincie in op het beter benutten van het bestaand stads- en dorpsgebied. Beter benutten van de bebouwde ruimte krijgt ruimtelijk invulling door verdichting, herstructurering en binnenstedelijke transformatie.
Indien een gemeente een ruimtelijke ontwikkeling wil realiseren, wordt de Ladder voor duurzame verstedelijking doorlopen. De Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in nationale wet- en regelgeving Toepassing is van provinciaal belang, daarom is in de verordening een verwijzing opgenomen naar de Rijksladder.
Uitgangspunt van de Ladder is dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet in een behoefte en in beginsel in bestaand stedelijk gebied wordt gerealiseerd. Het doel is een zorgvuldig gebruik van de ruimte. De provincie wil bevorderen dat de ladder op (sub)regionaal niveau wordt toegepast en dat samenwerkende gemeenten een gezamenlijk beeld ontwikkelen van de ontwikkelmogelijkheden binnen en buiten bestaand stads- en dorpsgebied. De gemeenten stemmen de geplande opgave met behulp van actuele regionale visies voor in ieder geval wonen en kantoren af met andere gemeenten in de regio.
Toetsing
Het plangebied ligt binnen bestaand stads- en dorpsgebied. De regionale woningbehoefte is door de provincie op 30 januari 2019 geaccordeerd (zie paragraaf 3.4).
Omgevingsverordening 2019
In samenhang met de omgevingsvisie is de omgevingsverordening opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het volgende is relevant voor het bestemmingsplan.
Artikel 6.9 Ruimtelijke kwaliteit
1. Een bestemmingsplan kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit:
a. de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, voorziet geen wijziging op structuurniveau, past bij de aard en schaal van het gebied en voldoet aan de relevante richtpunten van de kwaliteitskaart (inpassen).
Toetsing
Omdat sprake is van inpassen (geen wijzigingen op structuurniveau binnen dit bestaand stads- en dorpsgebied), zijn de overige leden van dit artikel verder niet relevant.
Artikel 6.10 Stedelijke ontwikkelingen
1. Een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende eisen:
a. de toelichting van het bestemmingsplan gaat in op de toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking overeenkomstig artikel 3.1.6, tweede, derde en vierde lid van het Besluit ruimtelijke ordening;
b. indien in de behoefte aan de stedelijke ontwikkeling niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied kan worden voorzien en voor zover daarvoor een locatie groter dan 3 hectare nodig is, wordt gebruik gemaakt van locaties die zijn opgenomen in het Programma ruimte.
Toetsing
In dit geval is ten aanzien van wonen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Er worden immers meer dan 11 woningen toegevoegd. De overige wijzigingen betreffen geen stedelijke ontwikkelingen. Een geluidwal of infrastructuur worden niet als stedelijke ontwikkeling gezien. Het plan is in paragraaf 3.2 getoetst aan de ladder en de locaties waar de wijzigingen plaatsvinden zijn kleiner dan 3 hectare. Daarmee wordt voldaan aan het gestelde in artikel 6.10 van de Omgevingsverordening.
Conclusie
Het provinciaal beleid staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.
Woonvisie Voorne-Putten 2016-2020
De provincie Zuid – Holland stelt een regionale woonvisie als voorwaarde voor het toetsen van het woningbouwbeleid en nieuwe woningbouwontwikkelingen. In aanvulling op de woningmarktafspraken, die hoofdzakelijk kwantitatief van aard zijn, wordt in de woonvisie Voorne-Putten ingespeeld op de bestaande en gewenste kwaliteiten van het woningaanbod, als ook de te verwachten bevolkingstransitie, zodat het toekomstig aanbod aan woningen zo veel mogelijk aansluit bij de huidige en toekomstige vraag van de inwoners van de regio.
In de Woonvisie Voorne-Putten 2016 – 2020 wordt verwacht dat er een 'mismatch' zal ontstaan tussen de woonwensen en woonbehoeften enerzijds en de woningvoorraad anderzijds. Herstructurering van de woningvoorraad wordt dan ook gezien als instrument, waarmee woningen en woonmilieu ingrijpend gewijzigd en verbeterd kunnen worden. Nieuwbouw mag nog enkel ingezet worden om specifieke tekorten in de voorraad aan te vullen. Naast herstructurering wordt het van belang geacht om de bestaande voorraad levensloopgeschikter en duurzamer te maken. Ook wordt ingezet op het verbeteren van de doorstroming en dient de betaalbaarheid van de woningen jaarlijks gemonitord te worden.
Toetsing
Met de voorliggende herziening worden 5 extra woningen op de locatie Vermaat, minimaal 12 en maximaal 16 sociale woningen op de vrijkomende locatie van de gemeente, minimaal 14 en maximaal 18 sociale woningen op de ontwikkellocatie Helvoet en 8 woningen op de voormalige bedrijfslocatie Lekkerkerk mogelijk gemaakt. Met name het sociale woningbouwprogramma geeft invulling aan de realisatie van meer betaalbare (huur)woningen. De ontwikkeling geeft dan ook invulling aan het gestelde in de Woonvisie.
Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018- 2030 (januari 2019)
Gemeenten, woningcorporaties en de provincie Zuid Holland tekenden het Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018- 2030. De veertien gemeenten van het Samenwerkingsverband Wonen maken zich samen sterk om het aantal woningen in de regio Rotterdam met 54.000 uit te breiden. De gemeenten en de woningcorporaties zetten zich ook in voor een betere balans van het woningaanbod in de regio.
Toetsing
Op basis van deze afspraken worden in Hellevoetsluis 1.160 woningen toegevoegd.
Figuur 3.1 Kwantitatieve woningmarktafspraken
Figuur 3.2 Afspraken sociale woningvoorraad
De gemeenten en de woningcorporaties zetten zich ook in voor een betere balans in het woningaanbod in de regio. Voor Hellevoetsluis betekent dat een toename van het aantal sociale huurwoningen. De beoogde ontwikkeling geeft hier mede invulling aan.
Waterbeheerprogramma 2016-2021 (waterschap Hollandse Delta)
Het Waterbeheerprogramma is het beleidskader voor de regionale waterbeheertaak in de periode 2016-2021. In het waterbeheerprogramma beschrijft doelen die het waterschap wil bereiken. De doelen zijn onderverdeeld in thema's zoals waterveiligheid, voldoende water, schoon water en de waterketen (levering). Het waterbeheerplan beschrijft vervolgens in een maatregelenprogramma de maatregelen die nodig zijn om de doelen te behalen.
Toetsing
Toetsing van de nieuwe ontwikkelingen vindt plaats in hoofdstuk 4.
Routekaart Duurzaam Voorne-Putten 2040
In de Routekaart Duurzaam Voorne-Putten 2040 zijn via de thema's energietransitie en circulaire economie de strategie en doelen uitgewerkt om te komen tot een Duurzaam Voorne-Putten in 2040.
De Routekaart Duurzaam Voorne-Putten is aanvullend op de Beleidsvisie duurzaamheid en milieu die op 13 maart 2014 is vastgesteld en geeft met name de regionale opgave weer in het kader van energietransitie en circulaire economie.
De Routekaart Duurzaam Voorne-Putten 2040 richt zich op 2 hoofdthema's, namelijk, Energietransitie en Circulaire economie. Hoofddoelen zijn dan ook een energieneutraal en circulair Voorne-Putten in 2040. Energieneutraal betekent: “dat de totale vraag naar energie op Voorne-Putten op duurzame wijze wordt opgewekt, zo mogelijk binnen het eiland”. Hiermee wil Voorne-Putten haar ambitie uitspreken omdat de landelijke doelstelling is om als Nederland in 2050 energieneutraal te zijn.
Circulariteit betekent: “dat we onze economie omvormen naar kringlopen waarin we grondstoffen maximaal hergebruiken”.
Toetsing
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het aspect duurzaamheid.
Conclusie
Het regionaal beleid staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.
Structuurvisie Hellevoetsluis 2015+ (2004)
In deze ruimtelijke visie is opgenomen op welke wijze de gemeente wenst om te gaan met ruimtelijke ontwikkelingen, zoals onder meer wonen, werken, infrastructuur en recreatie. Sinds 2004 zijn er echter nieuwe ontwikkelingen die aanleiding vormen om het structuurplan bij te werken. De Structuurvisie 2015+ doet uitspraken over ruimtelijke ontwikkelings- en investeringsprojecten die de komende tien tot vijftien jaar aan de orde gaan komen. Voor het algemene ruimtelijke kader achter deze projecten is uitgegaan van de ruimtelijke afwegingen die gemaakt zijn voor de Structuurvisie 2010+. Voor de onderwerpen waarover onderhavige structuurvisie geen uitspraken doet, blijft het Structuurplan 2010+ van kracht.
Toetsing
Herontwikkeling van het gebied Sportlaan past binnen de gemeentelijke structuurvisie.
Groenstructuurplan Hellevoetsluis 2010-2020 (2009)
Het Groenstructuurplan heeft als doel om het bestaande (stedelijke) groen te behouden, de ecologische kwaliteit ervan te verbeteren en de samenhangende structuur ervan op termijn verder te ontwikkelen. Om dat de bereiken heeft het de volgende status:
In het Groenstructuurplan worden elf belangrijke groenstructuren behandeld. Dit zijn bijvoorbeeld bermen, dijken, watergangen en stedelijk groen. Per groenstructuur worden kernkwaliteiten van de huidige situatie, relevante ontwikkelingen, toekomstig beheer en inrichting en het streefbeeld voor 2020 weergegeven.
Toetsing
Het plangebied is onderdeel van de polder Nieuw-Helvoet en er zijn watergangen zoals de Hoofdwetering, stedelijk groen en diverse vormen van infrastructuur aanwezig. Behoud van de in het plangebied aanwezige groenstructuren zoals de oevers van de Hoofdwetering is van belang voor behoud van de aanwezige ecologische waarden. Ter borging hiervan zijn de bestemmingen Water en Groen opgenomen.
Bij nieuwe bouwprojecten binnen de bestaande woonwijken is het streven om minimaal 30% van het plangebied in te richten met groen, water en spelen. Verder dient bestaand groen binnen het plangebied zoveel mogelijk behouden te blijven (met name ecologisch of cultuurhistorisch waardevol groen).
In het kader van natuurinclusief bouwen dient bij nieuwbouwprojecten ten minste een gedeelte van de grondgebonden woningen te worden voorzien van nestgelegenheid voor huismussen, bijvoorbeeld in de vorm van vogelvides, en van vleermuisverblijfplaatsen. Van de gestapelde woningen dient ten minste een gedeelte voorzien te worden van verblijfplaatsen van vleermuizen en neststenen voor gierzwaluwen.
Voor de ontwikkeling van de Sportlaan en omgeving is rekening gehouden met dit beleid.
Woonvisie 2016-2020
Sinds 2004 is er sprake van een zekere daling van de bevolking van Hellevoetsluis. En omdat er ook sprake is van een bevolkingstransitie, waarbij ontgroening, gezinsverdunning en vergrijzing kernbegrippen zijn, heeft deze ontwikkeling niet alleen gevolgen voor de woningvoorraad in zijn totaliteit maar meer nog voor de gewenste samenstelling van die woningvoorraad: de vraag naar starterswoningen zal afnemen, de vraag naar woningen geschikt voor senioren zal toenemen, alsook de vraag naar 'kleinere' woningen.
Voor de nabije toekomst is het van belang nieuwe woningen te realiseren, overeenkomstig de genoemde woningbandbreedte. Wijkontwikkelingsplannen worden opgesteld om te bepalen waar herstructurering noodzakelijk of wenselijk is. Nieuw te bouwen woningen moeten zoveel mogelijk de kwalitatieve tekorten in de bestaande voorraad invullen. Dit betekent onder andere meer geschikte voorraad voor senioren. Ook wordt ingezet op het verbeteren van de doorstroming en dient de betaalbaarheid van de woningen jaarlijks gemonitord te worden.
Toetsing
Het toevoegen van (betaalbare) woningen past binnen de woonvisie.
Visie op verbeterlocaties en actualisatie 2015
De visie verbeterlocaties beschrijft het gemeentelijk beleid ten aanzien van locaties die in aanmerking komen voor herontwikkeling. Op basis van dit beleid zijn voor diverse locaties concrete plannen gemaakt of in procedure gebracht. Met de actualisatie wordt opnieuw bekeken wat de status is van de verbeterlocaties, daarbij rekening houdend met gewijzigde wet- en regelgeving. Ook zijn enkele nieuwe verbeterlocaties opgenomen in de visie.
Toetsing
Binnen het plangebied van Nieuw-Helvoet 1e partiële herziening zijn meerdere verbeterlocaties aangewezen. De ontwikkeling van de Sportlaan en omgeving wordt met het voorliggende plan mogelijk gemaakt.
Nota Ruimtelijke Kwaliteit (2010)
Voor de welstandscriteria wordt verwezen naar de Nota Ruimtelijke Kwaliteit.
Toetsing
De Nota Ruimtelijke Kwaliteit voorziet niet in welstandscriteria voor grotere herstructureringsprojecten waarbij sprake is van een nieuwe ruimtelijke structuur. Voor de ontwikkeling Sportlaan is dan ook een Masterplan opgesteld. Het Masterplan geeft op hoofdlijnen richting aan:
- richtlijn voor de beeldkwaliteit van de woningbouw;
- de aansluiting van het ontwikkelgebied op de omgeving;
- de samenhang van de verschillende herontwikkelingslocaties tot een nieuwe herkenbare buurt;
- de opzet van de groen- en waterstructuur;
- de ontsluiting van de woonlocaties en het voorzieningencluster, voor snel- en langzaam verkeer, inclusief parkeeroplossingen.;
- de verkavelingsopzet en beeldkwaliteit van de toekomstige bebouwing;
- principes voor duurzaamheid en klimaatadaptatie.
De uitgangspunten die benoemd zijn in het Masterplan zijn nader uitgewerkt in het een Beeldkwaliteitsplan Sportlaan e.o., met beeldkwaliteitsregels voor zowel de bebouwing als voor het openbaar gebied.
Voor de toekomstige bebouwing aan de Moriaanseweg Oost blijft het toetsingskader van de NRK van toepassing.
Monumenten
In het plangebied bevinden zich diverse Rijks- en gemeentelijke monumenten. Deze zijn niet voorzien van een beschermende regeling aangezien deze monumenten zijn beschermd op grond van de Monumentenwet of gemeentelijke Monumentenverordening.
Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu
Op 13 maart 2014 heeft de gemeenteraad de Beleidsvisie duurzaamheid en milieu vastgesteld. Het doel van het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid is het 'inzetten op een duurzaam wonen, werken en recreëren in de gemeente Hellevoetsluis'. Het begrip duurzaamheid refereert aan een ontwikkeling die in evenwicht is met wat de omgeving te bieden heeft, lokaal, mondiaal, nu maar ook in de toekomst. Bij een duurzame ontwikkeling zijn ecologische-, economische- en sociale waarden in evenwicht.
Binnen de Beleidsvisie duurzaamheid en milieu worden de volgende duurzaamheidaspecten gedefinieerd:
Om te zorgen voor een goede inbedding in de gemeentelijke organisatie worden bovengenoemde duurzaamheidaspecten thematisch beschouwd. Deze thema's zijn:
Per duurzaamheidsaspect zijn hoofddoelstellingen geformuleerd die per duurzaamheidsthema zijn uitgewerkt in specifieke doelstellingen. Per thema zijn projecten geformuleerd tot het jaar 2020. De projecten zijn weergegeven in het meerjarenuitvoeringsprogramma. Voorbeelden hiervan zijn: ondersteunen van burgerinitiatieven op het gebied van duurzaamheid, ondersteunen van duurzame bedrijvenkring, uitbreiden van het ecologisch beheer van de openbare ruimte, verder faciliteren van de oplaadinfrastructuur voor elektrisch vervoer, stimuleren van duurzaam bouwen, extra aanpak zwerfafval, verduurzaming van de gemeentelijke havens en de verduurzaming van de eigen gemeentelijke bedrijfsvoering en gemeentelijke gebouwen.
Toetsing
Voor de ontwikkeling Sportlaan en omgeving is rekening gehouden met de duurzaamheidsambities van de gemeente.
Geluidbeleidsplan 2008-2017
Als voorbereiding op het Milieustructuurplan 2008-2012 is het Geluidbeleidsplan 2008-2017 opgesteld en is er een geluidsbelastingskaart vervaardigd waarin alle relevante geluidsbronnen zijn opgenomen. Het gaat daarbij om de belangrijkste bronnen voor verkeerslawaai en industrielawaai. De geluidsbelastingskaart is berekend op de Regionale Verkeers- en MilieuKaart (RVMK). De geluidsbelastingskaart voor verkeerslawaai wordt ieder jaar geactualiseerd.
Toetsing
In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op het aspect geluid ten aanzien van de uitbreiding van het woonprogramma en de aanleg van een nieuwe verbinding tussen het te bouwen zwembad en de Sportlaan
Luchtbeleidsplan 2008-2017
Tevens is er een Luchtbeleidsplan 2008-2017 opgesteld. De luchtkwaliteit van de gemeente Hellevoetsluis is weergegeven in de luchtkwaliteitskaarten. Deze kaarten zijn berekend op basis van de Regionale Verkeers- en Milieukaart (RVMK). De luchtkwaliteitskaarten worden ieder jaar geactualiseerd.
Toetsing
In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op het aspect luchtkwaliteit.
Beleidsvisie Externe Veiligheid (2008-2017)
Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. In Hellevoetsluis is een aantal risicovolle activiteiten aanwezig, zoals propaan tanks, een lpg-tankstation, een hogedruk aardgasleiding en het transport van gevaarlijke stoffen. In de Beleidsvisie Externe Veiligheid (2008-2017) wordt het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Hellevoetsluis vastgelegd. De beleidsvisie is opgebouwd uit drie delen:
De Beleidsvisie Externe Veiligheid 2008-2017 is op 28 mei 2009 vastgesteld. Een overzicht van de externe veiligheidssituatie is vastgelegd in een signaleringskaart externe veiligheid. Hierop zijn voor alle risico volle activiteiten plaatsgevonden risicocontouren en invloedsgebieden (1% letaliteitsgrens) aangegeven.
Toetsing
In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op het aspect externe veiligheid.
Watertakenplan 2017-2021
Het Watertakenplan is in 2016 opgesteld en treedt op 1 januari 2017 in werking. Het is de opvolger van het Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2012-2016. Het Watertakenplan beschrijft de wijze waarop gemeente Hellevoetsluis invulling geeft aan haar zorgplichten voor afvalwater, regenwater en grondwater. Anders dan voorgaande rioleringsplannen gaat het beleidsplan ook in op klimaatverandering en welke stappen de gemeente gaat zetten om daarop te anticiperen (klimaatadaptatie). Het gaat hierbij in het bijzonder om de omgang met extreme regenbuien en hoge grondwaterstanden. Dit betreft niet alleen de eigen gemeentelijke verantwoordelijkheid, zoals de inrichting en het beheer van het openbaar gebied, maar ook de verantwoordelijkheden en activiteiten van derden. Zo zal in de planperiode van het Watertakenplan onder meer een set technische randvoorwaarden voor ruimtelijke ontwikkelingen worden geformuleerd.
Toetsing
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het aspect waterhuishouding. Voor ruimtelijke ontwikkelingen worden in de planperiode van het Watertakenplan technische randvoorwaarden ten aanzien van een goede (grond)waterhuishouding geformuleerd. Zodra deze voorwaarden van kracht zijn, zullen ruimtelijke ontwikkelingen hieraan worden getoetst.
Gemeentelijk Verkeer & vervoersplan 2013
Het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan Hellevoetsluis is opgesteld in 2013 en in dit document wordt de huidige visie gegeven op het aspect verkeer. In het document is het beleid vastgelegd voor de komende jaren en sluit aan bij de Stadsvisie 2030 en de Structuurvisie 2015+. In het beleidsdocument wordt ingegaan op de volgende aspecten:
Toetsing
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het aspect verkeer.
Parkeernormen Hellevoetsluis 2011
Deze beleidsnotitie is vastgesteld op 8 maart 2011 en is opgesteld om binnen de gemeente Hellevoetsluis kaders te geven ten aanzien van de parkeerbehoefte en de parkeerbalans. Er bestaat landelijk geen regelgeving die bepaalt wat de parkeerbehoefte is per voorziening. CROW heeft op basis van landelijke ervaringen wel kencijfers opgesteld. Parkeerkencijfers zijn een hulpmiddel voor ontwerpers. Kencijfers zijn richtinggevend. Gemeenten bepalen zelf hoeveel parkeerplaatsen nodig zijn bij een bepaald type functie of voorziening en leggen die vast in normen. Niet alleen met het oog op een goede ruimtelijke ordening, maar ook om onduidelijkheid te voorkomen en te voldoen aan het rechtsgelijkheidsbeginsel, is het van belang dat parkeernormen worden vastgesteld. Dit schept duidelijkheid voor alle betrokken partijen en daarmee wordt voorkomen dat er onnodige vertraging optreedt in de planvorming en plantoetsing. Voor intern en extern gebruik is daarom ook een brochure opgesteld waarin de regeling voor parkeervoorzieningen kort wordt beschreven en toegelicht.
Doel van deze notitie is:
Daarbij zijn de uitgangspunten: parkeerdruk van nieuwe ontwikkelingen wordt binnen de plannen, in beginsel, op eigen terrein opgelost en niet afgewenteld op de bestaande omgeving.
De parkeernormen van Hellevoetsluis 2011 zijn:
In hoofdstuk 3 van het beleidsdocument is beschreven dat afhankelijk van de functie rekening gehouden dient te worden met een vastgestelde parkeernorm.
Toetsing
Bij nieuwe ontwikkelingen zal er op basis van deze normen berekend worden hoeveel parkeerplaatsen nodig zijn en of en hoe hierin kan worden voorzien. De toetsing aan het gemeentelijk beleid voor parkeernormen is vastgelegd in de regels van dit bestemmingsplan.
Nota bodembeleid 2012-2017
Op 19 september 2013 is de Nota bodembeleid 2012-2017 vastgesteld. Het doel van deze nota bodembeleid is het geven van concrete richtlijnen voor een duurzaam beheer van de bodem en het scheppen van heldere kaders voor saneringen die onder de bevoegdheid van de gemeente vallen. In de nota is een regionale bodemkwaliteitskaart opgenomen. Deze kaart geeft een algemeen beeld van de bodemkwaliteit en faciliteert bij het toepassen van grond of baggerspecie binnen de regio, zonder dat telkens een bodemonderzoek of partijkeuring hoeft te worden uitgevoerd.
Toetsing
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het aspect bodem.
Conclusie
Het gemeentelijk beleid staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.
Beleid en Normstelling
In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.) is aangegeven welke activiteiten in het kader van het omgevingsvergunning plan-m.e.r.-plichtig, project-m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Indien een activiteit onder de drempelwaarden blijft, dient alsnog een vormvrije m.e.r.-beoordeling uitgevoerd te worden, waarbij onderzocht dient te worden of de activiteit belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële (milieu)effecten.
Per 16 mei 2017 is de regelgeving voor de MER en m.e.r.-beoordeling gewijzigd met daarin een nieuwe procedure voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling. Dit betekent voor een bestemmingplan waarin een activiteit uit de C of D-lijst wordt mogelijk gemaakt, dat voor het ontwerpbestemmingsplan een m.e.r-beoordelingsbeslissing moet worden genomen, waarin wordt aangegeven of wel of geen MER nodig is, gelet op de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële (milieu)effecten en mogelijke mitigerende maatregelen. Deze beslissing wordt als bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen.
Onderzoek
In het Besluit m.e.r. is opgenomen dat de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject m.e.r.-beoordelingsplichtig is in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een oppervlakte van 100 hectare of meer of een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat (Besluit m.e.r., Bijlage onderdeel D11.2). Met deze herziening wordt de bouw van maximaal 47 extra woningen mogelijk gemaakt bovenop de reeds toegestane 158 woningen op grond van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet. De beoogde ontwikkeling komt daarmee uit op ten hoogste 205 woningen.
Op 26 april 2018 heeft de gemeenteraad van Hellevoetsluis reeds besloten dat voor de ontwikkeling van de Sportlaan e.o. geen milieueffectrapportage op te stellen. Nu de ontwikkelingsmogelijkheden echter worden herzien, vanwege het toevoegen van extra woningen, is een nieuw besluit genomen.
Op 28-05-2020 is door de raad besloten dat ook met het toevoegen van 47 woningen geen noodzaak bestaat voor het opstellen van een milieueffectrapportage. Zie het Vaststellingsbesluit.
Ontsluiting
De ontwikkeling van de Sportlaan en omgeving leidt tot veranderingen op het gebied van de verkeersontsluiting. De functies worden in de basis ontsloten op erftoegangswegen waar een maximumsnelheid geldt van 30 km/u en welke een verblijfskarakter hebben. Het gebied wordt ontsloten door de Amnesty Internationallaan op de locatie van de bestaande voorrangskruispunt (tussen het Vermaatterrein en het IKC) en de Sportlaan, die verder aansluit op de Amnesty Internationallaan. De Amnesty Internationallaan is een gebiedsontsluitingsweg waar een maximumsnelheid geldt van 50 km/u.
Vanaf de ontsluiting op de Amnesty Internationallaan wordt een lus om het IKC en het sportcomplex aangelegd. Ten zuiden van de locatie Push takt deze nieuwe verbinding (eenrichtingsverkeer, voor vertrekkend verkeer) aan op de Sportlaan.
Wijzigingen
Met deze herziening wordt de noordelijk aansluiting, ter hoogte van de huidige locatie Sportlaan 11 mogelijk gemaakt. Het eerste deel van deze aansluiting wordt ingericht voor twee-richtingsverkeer, tot aan het zwembad. Vanaf de Sportlaan naar het zwembad mag het verkeer vervolgens alleen naar het zuiden, terug richting de Amnesty Internationallaan. Vanaf het zwembad richting de Sportlaan mag het verkeer wel rechtdoor. Op deze manier wordt voorkomen dat er een extra aansluiting van het verkeer op de Amnesty Internationallaan ontstaat. Tot slot zal de Sportlaan worden ingericht als 30 km/u weg.
Deze herziening maakt ook een langzaam verkeersverbinding over de Molenweg mogelijk tussen de Sportlaan en de Moriaansweg Oost. Deze weg is nu nog gedeeltelijk ingericht als bedrijfsontsluitingsweg van de rubberfabriek.
Parkeren
De gemeente Hellevoetsluis heeft een eigen parkeerbeleid, namelijk de Parkeernormen Hellevoetsluis 2011. Voor de woningen wordt, afhankelijk van het formaat en type van de woning, gerekend met een parkeernorm van 1,7 tot 2,1 parkeerplaatsen per woning. Deze normen zijn inclusief de 0,3 parkeerplaatsen per woning voor de bezoekers.
Op grond van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet worden In het gebied in totaal 158 woningen gerealiseerd. Met deze herziening worden daar 34 sociale woningen en 13 vrije sector woningen aan toegevoegd. Dit houdt in dat er minimaal 349 tot 431 parkeerplaatsen gerealiseerd dienen te worden afhankelijk van het woningtype. Dit is inclusief de 61 parkeerplaatsen die gerealiseerd dienen te worden in de openbare ruimte voor de bezoekers van de woningen. De parkeervraag zal binnen het plangebied worden opgelost op eigen terrein en in de openbare ruimte. In het Masterplan is opgenomen op welke wijze parkeren wordt opgelost per deelgebied. Voor de woongebieden 1, 2 en 4 (gemeentelocatie, rubberfabriek Helvoet en de locatie Lekkerkerk) zal dit in de vorm van openbare parkeerplaatsen en op eigen terrein zijn. Voor woongebied 3 (Vermaatterrein) zal er overwegend in half verdiepte parkeergarages worden geparkeerd in combinatie met parkeerplaatsen op de openbare weg.
Verkeersafwikkeling
Op basis van CROW-kentallen is de verkeersgeneratie berekend voor de diverse functies. Het uitgangspunt voor deze berekeningen is een “matig stedelijk” stedelijkheidsgraad en een ligging “rest bebouwde kom” en de gemiddelde kencijfers.
Het merendeel van de functies is in de huidige situatie al aanwezig binnen het plangebied. Alleen de nieuwe te bouwen woningen leiden tot een toename in de verkeersgeneratie.
De toevoeging van 47 woningen boven de 158 woningen die reeds mogelijk zijn op basis van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet zal leiden tot een toename in de verkeersgeneratie van circa 329 mvt/etmaal.
De verwachte verkeersgeneratie van het gehele gebied is opgenomen in tabel 4.1.
Tabel 4.1 Normatieve verkeersgeneratie toekomstige situatie
Functie | Kentgetal (mvt/etmaal) | Hoeveelheid | Verkeersgeneratie (in mvt/etmaal) |
Zwembad | 31,5 per 100 m2 bvo | 675 m2 bvo | 213 |
Sporthal | 9,95 per 100 m2 bvo | 2.643 m2 bvo | 263 |
Sportschool (fitness) | 34,35 per 100 m2 bvo | 900 m2 bvo | 309 |
Kinderdagverblijf | 35,15 per 100 m2 bvo | 665 m2 bvo | 234 |
Basisscholen | 2 per lokaal | 29 leslokalen | 58 |
Kiss&Ride (basisschool) | 359 | ||
Woningen (koop tussen/hoek) | 7,1 per woning | 158 woningen | 1.122 |
Extra woningen (sociaal en koop) | 7 per woning | 47 woningen | 329 |
Totaal | 2.887 |
De ontwikkeling van de woningen hebben een verkeersgeneratie tot gevolg. Uit onderzoek van de gemeente Hellevoetsluis is gebleken dat de toename van 1.451 mvt/etmaal niet zal leiden tot problemen op het gebied van de verkeers- en kruispuntafwikkeling. Het verkeer zal echter wel gebruik maken van andere routes en kruispunten.
Conclusie
Door de ontwikkeling van in totaal maximaal 205 woningen neemt de verkeersintensiteit toe met 1.451 mvt/etmaal. De overige functies zijn al in het plangebied aanwezig en worden alleen verplaatst. Dit veroorzaakt geen verkeerstoename. Uit onderzoek is gebleken dat de verkeerstoename als gevolg van de woningbouwontwikkeling niet zal leiden tot problemen op het gebied van de verkeers- en kruispuntafwikkeling. De parkeerbehoefte kan opgevangen worden binnen het plangebied. Het aspect verkeer en parkeren staat de ontwikkeling dan ook niet in de weg.
Deze herziening voorziet in de realisatie van nieuwe woningen en een woonzorgcomplex. Woningen zijn binnen de Wet geluidhinder aangemerkt als geluidgevoelige objecten. De woningen worden mogelijk gemaakt binnen de voor bewoning bestemde gebieden 'Woongebied 1 t/m 3' en een nieuwe woonbestemming Woongebied 4. Deze gebieden liggen binnen verschillende geluidzones van wettelijk gezoneerd wegen. Op grond daarvan is onderzoek naar wegverkeerslawaai noodzakelijk. Ook wordt met de herziening een extra ontsluiting op de Sportlaan mogelijk gemaakt, ter hoogte van de huidige locatie Sportlaan 11.
In het kader van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet is reeds onderzoek uitgevoerd naar de geluidsituatie in de Woongebieden 1 t/m 3. Op basis daarvan is er voor diverse woningen een hogere waarde verleend. Met het toevoegen van extra woningen in deze gebieden en omdat de exacte locatie van deze woningen binnen de woongebieden nog niet zeker is, is aanvullend akoestisch onderzoek gedaan. Het akoestisch onderzoek is opgesteld door Antea, en verwerkt in het rapport 'Akoestisch onderzoek - Gebiedsontwikkeling Sportlaan Hellevoetsluis' (projectnummer 0407779.101, d.d. 7 januari 2020). Het onderzoek is opgenomen in bijlage 4 bij deze toelichting.
Resultaten akoestische situatie
Onderstaand zijn kort de resultaten van het akoestisch onderzoek opgenomen. Hierbij is onderscheid gemaakt naar de geluidbelasting op nieuwe woningen binnen de verschillende woongebieden als gevolg van het wegverkeer op gezoneerde en niet gezoneerde wegen en naar de reconstructie van de Sportlaan - Molenweg door de realisatie van een nieuw kruispunt. Hoewel het IKC geen onderdeel uitmaakt van de herziening is deze locatie opnieuw meegenomen in het akoestisch onderzoek.
De relevante resultaten van het akoestisch onderzoek zijn weergegeven per bestemmingsvlak (woongebieden en bestemming 'maatschappelijk'). In het akoestisch onderzoek is de geluidbelasting op de randen van de bestemmingsvlakken berekend. Er geldt vanuit de Wet geluidhinder een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Bij een geluidbelasting boven de voorkeursgrenswaarde dienen allereerst maatregelen afgewogen te worden. Indien maatregelen niet mogelijk (door overwegende bezwaren van verkeerskundige, vervoerskundige, stedenbouwkundige, landschappelijke of financiële aard) of doelmatig zijn is het vaststellen van een hogere waarde mogelijk. Op basis van de Wet geluidhinder bedraagt deze 63 dB. Vanuit het gemeentelijk hogere waarden beleid geldt dat bij het vaststellen van een hogere waarde boven de 53 dB, sprake moet zijn van tenminste één geluidluwe zijde (geluidbelasting maximaal 48 dB).
Uit het onderzoek volgt dat de plangebieden WG1, WG3 en IKC binnen de geluidzone ingevolge de Wet geluidhinder van de Amnesty Internationallaan liggen. Op heel WG3 vindt een overschrijding van de streefwaarde ingevolge het gemeentelijk geluidbeleid en de voorkeurgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder (beide 48 dB) plaats. Aan de maximale ontheffingswaarde van 63 dB ingevolge de Wet geluidhinder wordt overal aan voldaan. Daarnaast wordt deels invulling gegeven aan de ontheffingscriteria ingevolge het gemeentelijk geluidbeleid. Of tevens aan de eis van een vereiste geluidluwe gevel kan worden voldaan kan worden bepaald zodra er een uitgekristalliseerd plan aan de orde is (fase aanvraag omgevingsvergunning bouwen). Voor het nieuwe Woongebied 4 is geen sprake van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde.
Reconstructie
Als gevolg van de realisatie van de nieuwe ontsluitingsweg wordt een nieuw kruispunt op de Sportlaan - Molenweg gerealiseerd. Het betreft een fysieke wijziging aan de weg. Omdat er geen woningen in de direct nabijheid van deze kruising zijn gelegen en de kruising onder een 30 km/u regime valt is geen reconstructieonderzoek uitgevoerd.
Uit het akoesstisch onderzoek blijkt verder dat de maximale geluidbelasting 43 dB bedraagt op WG2. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt nergens overschreden.
Cumulatie
Verder volgt uit het onderzoek dat de cumulatieve geluidbelasting de streef- en voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschrijdt met 55, 54, 59 en 57 dB inclusief aftrek ingevolge artikel 110g Wet geluidhinder voor respectievelijk WG1 en WG2, WG3 en het IKC. De maximaal toegestane geluidbelasting wordt echter niet overschreden. Letterlijke toepassing van de normen is bij de beoordeling van cumulatie niet aan de orde.
Maatregelonderzoek
Binnen het akoestisch onderzoek is, omdat voor verschillende woongebieden en het IKC sprake is van een geluidbelasting boven de 48 dB onderzoek gedaan naar maatregelen ter reductie van de geluidbelasting. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen bronmaatregelen en overdrachtsmaatregelen. Uit het onderzoek blijkt dat het treffen van maatregelen in alle situaties stuit op overwegende bezwaren van verkeerskundige, vervoerskundige, stedenbouwkundige, landschappelijke of financiële aard. Daardoor kan niet voldaan worden aan de voorkeursgrenswaarden en zullen hogere waarden vastgesteld moeten worden.
Benodigde hogere waarden
Omdat voor de woongebieden en het IKC sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarden als gevolg van het wegverkeer op verschillende gezoneerde wegen en geen maatregelen ter reductie van de geluidbelasting mogelijk zijn, zullen hogere waarden vastgesteld moeten worden.
Op basis van het oorspronkelijke bestemmingsplan zijn echter al de volgende waarden verleend voor het geluid vanwege de Amnesty Internationallaan:
De herziening van het bestemmingsplan voorziet in 5 extra woningen in WG3. Daarnaast komen geen extra woningen in het deel van WG1 waar de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden vanwege de Amnesty Internationallaan. Derhalve dient voor dit gebied geen extra hogere waarden te worden vastgesteld. Gezien de herziening van het bestemmingsplan, kan B&W overwegen de volgende hogere waarden vast te stellen:
Amnesty Internationallaan
Conclusies
Ten aanzien van het aspect wegverkeerslawaai is geconcludeerd dat voor verschillende woningen en het IKC sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde als gevolg van het wegverkeer op gezoneerde wegen. Ten aanzien van deze overschrijdingen heeft maatregelonderzoek plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat maatregelen niet mogelijk of doelmatig zijn. De maximale ontheffingswaarde wordt in geen geval overschreden. Op 28 mei 2020 zijn de hogere waarden zoals aangegeven vastgesteld.
Woningen waar ten aanzien van het wegverkeer op gezoneerde wegen sprake is van een geluidbelasting van meer dan 53 dB dienen op basis van het gemeentelijke hogere waarden beleid te beschikken over een geluidluwe gevel. Dit is binnen de regels van het bestemmingsplan geborgd en zal verder worden getoetst in het kader van de vergunningverlening voor bouwen.
Voor de woongebieden en het IKC is tevens sprake van een relevante geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer op niet gezoneerde wegen. Voor niet gezoneerde wegen geldt echter geen formeel toetsingskader. Vaststelling van een hogere waarde voor deze woningen is niet aan de orde. Wel zal ten alle tijden de geluidbelasting binnen de woningen en het IKC moeten voldoen aan de voorwaarden uit het Bouwbesluit. Bij het opstellen van de bouwplannen zal hier zodoende rekening mee gehouden moeten worden, bijvoorbeeld door de gevelwering af te stemmen op de cumulatieve geluidbelastingen.
In verband met de gewijzigde locatie van de te bouwen geluidmuur tussen de rubberfabriek Helvoet en het terrein van Vermaat (Woongebied - 3) zijn berekeningen gemaakt om de effecten van de gewijzigde locatie van de geluidmuur op het woongebied in beeld te brengen.
In het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet is berekend dat aan de noordzijde van het terrein van Vermaat voor maximaal 4 woningen sprake is van maximale geluidbelasting van 52 dB(A).
Onderzoek
Op basis van de nieuw locatie van de te bouwen geluidmuur, zie figuur 4.1, zijn door adviesbureau Cauberg Huygen berekeningen gemaakt om de effecten van de gewijzigde situatie door te rekenen op het bouwplan voor het terrein van Vermaat. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit bestemmingsplan. Er zijn twee varianten doorgerekend, de geluidmuur zonder afbouw en met afbouw. Met afbouw wordt bedoeld dat de te bouwen geluidmuur aan de westzijde aansluit op de bestaande geluidmuur ter hoogte van de Wilhelminastraat. Dit is gedaan voor zowel de 'oude' situatie als de nieuwe locatie van de geluidmuur.
![]() |
![]() |
Figuur 4.1 Ligging geluidscherm oud (links (paarse lijn 04) en nieuw (rechts, zwarte lijn)
Op basis van de berekeningen kan worden geconcludeerd dat de geluidbelasting op een hoogte van 9 meter van één grondgebonden woning en op een hoogte van 15 meter bij drie appartementen, maximaal 51 dB(A) bedraagt. Dit geldt zowel voor de oorspronkelijke locatie van het geluidscherm als bij de nieuwe locatie. De variant met afbouw laat een marginaal lagere geluidbelasting zien (0,1 dB(A)).
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat de nieuwe locatie van de geluidmuur geen belemmering vormt voor de beoogde woningbouw op het terrein van Vermaat. Maximaal 4 woningen dienen gedeeltelijk te worden voorzien van een dove gevel om er voor te zorgen dat het geluidsniveau in geluidgevoelige ruimten van de betreffende woningen niet meer bedraagt dan 35 dB(A).
Voor het bestemmingsplan is uitgebreid onderzoek gedaan naar bedrijven en milieuzonering. In het bestemmingsplan wordt door de gehanteerde bedrijfscategorisering en daarmee milieuzonering zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van. De extra woningen die met deze herziening mogelijk worden gemaakt komen binnen de bestaande bestemmingen bouwgrenzen te liggen. Toekomstige bedrijven kunnen zich alleen binnen het gebied vestigen wanneer zij vallen binnen de algemene toelaatbaarheid, dan wel in het kader van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan wordt aangetoond dat zij voldoen aan de gestelde voorwaarden. Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de uitvoering van het plan niet in de weg.
Met deze herziening vinden er geen wijzigingen plaats die een nadere toets aan het aspect externe veiligheid noodzakelijk maakt.
Er zijn geen planologisch relevante leidingen in of nabij het plangebied aanwezigheid.
Ter plaatse van het plangebied wordt ruimschoots voldaan aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Het toevoegen van circa 40 woningen leidt niet tot een andere conclusie. Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Onderzoek en conclusie
Met uitzondering van de locatie Lekkerkerk worden de extra woningen toegevoegd binnen de reeds bestemde woongebieden. Deze locatie zijn in het kader van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet reeds onderzocht op geschiktheid voor woningbouw. Voor de locatie Lekkerkerk is in een eerder stadium ook al onderzoek uitgevoerd naar de bodemgesteldheid. Hieronder staat de conclusies uit het meest recente bodemonderzoek vermeld.
Lekkerkerk (Woongebied – 4)
Verkennend bodemonderzoek Moriaanseweg Oost 96 en 98 (26-09-2017)
Door ingenieursbureau Lankelma is een verkennend bodemonderzoek (d.d. 26-09-2017) uitgevoerd. De concentraties in de onder- en bovengrond overschrijden de achtergrondwaarden, doch overschrijden de interventiewaarden niet. De concentraties in de smeerput liggen onder de achtergrondwaarde. In het grondwater zijn geen verhoogde gehalten aangetroffen. Het verkennend bodemonderzoek is toegevoegd in bijlage 2.
Asbestinventarisatie Moriaansweg Oost 96 en 98 (14-05-2019)
Door INVAD B.V. is een asbestinventaristie uitgevoerd in en om de te slopen bebouwing. Hierbij zijn enkele asbesthoudende bronnen aangetroffen. Er bestaat geen directe noodzaak om deze bronnen te verwijderen. Verwijdering kan door een daartoe gecertificeerd bedrijf plaatsvinden in het kader van de algehele sloop van de bebouwing. Het asbestinventarisatierapport is toegevoegd als bijlage 3 bij deze toelichting.
Geconcludeerd wordt dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor de toevoeging van extra woningen binnen de toekomstige woongebieden 1 t/m 3 en de locatie Lekkerkerk woongebied 4.
In het kader van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet is reeds uitgebreid onderzoek gedaan naar de wateropgave voor het plangebied. Op basis van het masterplan Sportlaan e.o. wordt circa 4.700m² oppervlaktewater gerealiseerd. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de water compensatieopgave van 4.088m². Met deze herziening worden in totaal 44 extra woningen mogelijk gemaakt. Uitgaande van 100m² oppervlakteverharding per woning bedraagt de toename 4.400m². Hiervan dient 10% te worden gecompenseerd zijnde 440m². De totale compensatieopgave van de Sportlaan komt daarmee uit op 4.528m². Deze toename in oppervlakteverharding kan worden opgevangen binnen de 4.700m² te realiseren oppervlaktewater.
Soortenbescherming
De Wet natuurbescherming biedt het juridische kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten. In 2017 heeft de gemeente Hellevoetsluis de aanwezigheid van verblijfplaatsen van vleermuizen, huismussen, gierzwaluwen, huiszwaluwen en spreeuwen in de wijken Nieuw-Helvoet en Nieuwenhoorn in kaart laten brengen. Binnen het plangebied van de woningbouwlocatie Sportlaan zijn tijdens dit onderzoek geen verblijfplaatsen van gierzwaluwen en huismussen aangetroffen.
De ontwikkeling van de woningbouwlocatie Sportlaan e.o. heeft mogelijk effect op vleermuizen. In 2017 is onderzoek uitgevoerd. De rapportage van dit onderzoek is bijgevoegd in bijlage 5.
Hieruit blijkt dat binnen het plangebied geen sprake is van een essentieel leefgebied voor vleermuizen en andere beschermde soorten in het kader van de Wet natuurbescherming. Op basis van het in 2017 verrichte aanvullende vleermuisonderzoek is voor het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet geconcludeerd dat er geen belemmeringen zijn. Dat neemt niet weg dat in de nu voorliggende herziening de herontwikkeling van de locatie Lekkerkerk is opgenomen. De bestaande bebouwing zal worden gesloopt. Het herfstonderzoek naar vleermuizen op die locatie heeft tot nu toe geen resultaten laten zien. Nader veldonderzoek in het voorjaar en de zomer van 2020 zal moeten aantonen of in deze gebouwen beschermde natuurwaarden aanwezig zijn die het aanvragen van een ontheffing Wet natuurbescherming noodzakelijk maken. Indien dit het geval is zullen gepaste mitigerende en compenserende maatregelen worden getroffen, zodat het verlenen van deze ontheffing in alle redelijkheid kan worden verwacht.
Gebiedsbescherming
Het plangebied maakt geen deel uit van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van het Natuurnetwerk Nederland. Het dichtstbijzijnde NNN-gebied is gelegen op circa 430 m ten noorden van het plangebied, namelijk Fort Noorddijk. De dichtstbijzijnde beschermde natuurgebieden zijn gelegen op 1 km afstand, te weten de (kortste) afstand tussen het plangebied Sportlaan en het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied (in dit geval het Quackgors, onderdeel van het Natura 2000 gebied Haringvliet) is ongeveer 1.100 meter (iets meer dan 1 km). Het dichtstbijzijnde stikstofgevoelige Natura 2000-gebied betreft Voornes Duin op minimaal 2,6 km afstand. Berekeningen in AERIUS Calculator tonen aan dat zowel de aanleg als het gebruik van alle nieuwe functies die het bestemmingsplan mogelijk maakt niet leidt tot extra stikstofdepositie op daarvoor gevoelige locaties, zie bijlage 5.
Conclusie
Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor de uitvoering van het plan.
Met deze herziening worden geen wijzigingen mogelijk gemaakt ten aanzien van de archeologische dubbelbestemmingen die over het plangebied liggen. Afhankelijk van de dubbelbestemming zal uiterlijk bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen moeten worden aangetoond dat met de (bouw)werkzaamheden geen archeologisch waarden verloren gaan.
Cultuurhistorie
In het ontwikkelgebied Sportlaan zijn geen cultuurhistorisch waardevolle objecten aanwezig. Dit aspect vormt dan ook geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
In het plangebied zijn ontwikkelingen voorzien die behoren tot de aangewezen bouwplannen conform artikel 6.2.1. Bro. Met grondeigenaren die op private gronden ontwikkelingen voornemens zijn anterieure overeenkomsten gesloten, ter borging van het kostenverhaal. Inzake de ontwikkelingen op gemeentelijke gronden is het kostenverhaal geborgd middels de gronduitgifte. Het kostenverhaal is daarmee anderszins verzekerd zodat het er geen exploitatieplan voor het plangebied zoals bedoeld in de Wro hoeft te worden opgesteld.
Het concept van de partiële herziening (voorontwerp) heeft gedurende zes weken (11 juli t/m 22 augustus 2019) ter inzage gelegen. In deze periode zijn vier inspraakreacties ingediend bij de gemeenteraad. Gelijktijdig is de herziening toegezonden aan de wettelijke overlegpartners. Er zijn eveneens vier overlegreacties op het plan ontvangen. De inspraak- en overlegreacties zijn samengevat en beantwoord in een nota inspraak en overleg, zie bijlage 7 bij de toelichting. De uitkomsten uit de inspraak en het overleg zijn verwerkt in de ontwerp versie van het bestemmingsplan.
Het ontwerp van de partiële herziening van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet is overeenkomstig de wettelijke vereisten met de daarbij behorende stukken opnieuw 6 weken ter inzage gelegd (In de periode van 6 februari tot en met 18 maart 2020) in het gemeentehuis van Hellevoetsluis. Tevens was het plan online te raadplegen via de gemeentelijke website en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl.
Gedurende deze termijn is eenieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen over het ontwerpbestemmingsplan in te dienen bij de gemeenteraad.
In totaal heeft de gemeenteraad één zienswijzen ontvangen. Deze zienswijze is in de nota van beantwoording zienswijzen samengevat en beantwoord, zie bijlage 8 bij de toelichting. De uitkomsten uit de ter inzage legging zijn verwerkt in de vast te stellen versie van het bestemmingsplan.
De gemeente heeft als taak erop toe te zien dat de regels van een bestemmingsplan worden nageleefd. In verband hiermee is één van de uitgangspunten bij de ontwikkeling van een bestemmingsplan dat de in het plan opgenomen regels handhaafbaar moeten zijn. Handhaving van het ruimtelijk beleid verdient meer aandacht, omdat het een voorwaarde is voor het behoud en de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied. Belangrijk voor de handhaafbaarheid van een bestemmingsplan is dat de juridische regeling inzichtelijk en realistisch is. Dit houdt in: helder van opzet en niet onnodig beperkend of inflexibel. Daarbij moet wel voorkomen worden dat de regels zo vaag worden dat ze niet meer te controleren zijn. De regels moeten dan ook niet meer beogen te regelen dan strikt noodzakelijk is. Bij de totstandkoming van het bestemmingsplan is aandacht besteed aan de handhaafbaarheid van de in het plan opgenomen regels; de regels zijn helder van opzet en niet onnodig beperkend of inflexibel. Het bestemmingsplan is het enige juridisch bindende plan voor burgers en bedrijven. Het bestemmingsplan is een openbaar plan en een ieder heeft dan ook de mogelijkheid kennis te nemen van de toelichting, de verbeelding en de regels van het bestemmingsplan. Indien er onduidelijkheden zijn ten aanzien van het bestemmingsplan, kan men zich hierover laten informeren.
Het juridische deel van een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels. De regels bevatten regels voor gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het bindende onderdeel van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen juridisch bindende werking; maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
Wabo
Per 1 oktober 2010 zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit Omgevingsrecht (BOR) in werking getreden. Bij de Wabo gaat het om de integratie van een aantal vergunningen (o.a. bouw-, milieu-, monumenten-, sloop-, kap- en uitritvergunningen) in de omgevingsvergunning. Met de komst van de Wabo zijn andere wetten, zoals bijvoorbeeld de Wro, Woningwet en de Wet milieubeheer gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de inhoud van de regels van een bestemmingsplan. Het betreft hier onder andere de terminologie die gebruikt wordt. In het bestemmingsplan is uiteraard rekening gehouden met de gevolgen van de Wabo.
Partiële herzieningen of facetbestemmingsplan zijn bestemmingsplannen waarbij het geldende bestemmingsplan ook na de herziening van kracht blijft. Het gaat bij dit soort plannen vaak om een kleine correctie van een bestemming (bijv. vergroting bouwblok woning) of van een voorschrift/ regel. Het kan ook gaan om een aspect (facet) waarbij meerdere bestemmingsplannen tegelijkertijd worden herzien. Een partiële herziening of facetbestemmingsplan is iets anders dan een 'postzegel' bestemmingsplan waarbij de geldende regeling, zowel plankaart (verbeelding) als voorschriften (regels), in zijn geheel verdwijnt in ruil voor het nieuwe bestemmingsplan.
Na vaststelling moeten de herziening en het vigerende bestemmingsplan dan ook in samenhang worden gelezen.
Om het gebruiksgemak van een partieel herzien bestemmingsplan te vergroten wordt er vaak na het onherroepelijk worden van de partiële herziening nog een geconsolideerde versie van het herziene bestemmingsplan gepubliceerd. In de geconsolideerde versie worden de gewijzigde planregels geïntegreerd in het vigerende bestemmingsplan.
De regels bestaan uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 1 zijn de inleidende bepalingen opgenomen (artikel 1 en 2), hoofdstuk 2 omvat de bestemmingsbepalingen (artikel 3 t/m 31). Verder zijn in hoofdstuk 3 de algemene regels opgenomen (artikel 32 t/m 37) en tot slot staan in hoofdstuk 4 de slot- en overgangsregels (artikel 38 en 39).
Opzet en volgorde planregels
Met deze herziening worden naast enkele wijzigingen op de verbeelding ook enkele wijzigingen doorgevoerd in de planregels. Om duidelijk te maken waar er sprake is van wijzigingen zijn die wijzigingen gemarkeerd. Regels of delen van regels die zijn vervallen zijn doorgestreept en gemarkeerd in de kleur cyaan. Nieuwe regels of aanvullingen zijn gemarkeerd met de kleur geel. In deze herziening zijn alleen die artikelen opgenomen waar er sprake is van een wijziging. Voor de artikelen waar geen wijziging in zijn wordt verwezen naar het overeenkomstige artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (met de identificatiecode NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01). De regels van bestemmingsplan 1e partiële Nieuw-Helvoet zijn op de volgende wijze opgebouwd.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Met deze 1e partiële herzieningen zijn er geen wijzigingen doorgevoerd in de begrippen en wijze van meten.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 t/m 31 De bestemmingen
De meeste bestemmingen zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen:
En in sommige gevallen:
Met deze 1e partiële herziening worden enkele bestemming gewijzigd en of aangevuld. Deze wijzigingen zijn te vinden in de volgende bestemmingen:
Artikel 4 Bedrijf
De bedrijfsbestemming van Rubber Plastics Technologies B.V. wordt aan de zuidzijde, ter hoogte van het Vermaatterrein met de bestemming Woongebied - 3 iets gewijzigd. Dit in verband met de iets gewijzigde locatie van de nog te bouwen geluidsmuur.
De bestemming Bedrijf op de locatie Lekkerkerk komt in verband met de woningbouwontwikkeling daar te vervallen.
Artikel 9 Maatschappelijk
Voor het nog te bouwen kleinschalige woonzorgcomplex op de gemeente locatie is de bestemming Maatschappelijk opgenomen. De locatie is nader aangeduid. Ter plaatse mogen in relatie met de bestemming Woongebied - 1 reguliere woningen worden gebouwd (maximaal 25 koopwoningen in Woongebied - 1 en de gronden met de bestemming Maatschappelijk met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwoningen') of maximaal 2 zorgwoningen. Indien 2 zorgwoningen worden gerealiseerd bedraagt het aantal vrije kavels binnen Woongebied - 1 ten hoogste 23.
Artikel 15 Verkeer
Een gedeelte van de bedrijfsbestemming van de rubberfabriek aan de oostzijde wordt gewijzigd in een bestemming Verkeer. Hiermee komt ruimte vrij om de Molenweg in te richten als langzaam verkeersverbinding tussen de Sportlaan en de Moriaanseweg Oost.
Artikel 21 , 22 en 23 Woongebied - 1, 2 en 3
Binnen de bestemming Woongebied - 1 wordt de bouw van minimaal 12 en maximaal 16 sociale woningen bovenop de 25 reeds bestemde woningen mogelijk gemaakt. Daarnaast wordt een deel van de bestemming gewijzigd in de bestemming Maatschappelijk in verband met de komst van een woonzorgcomplex.
Binnen de bestemming Woongebied - 2 wordt de bouw van minimaal 14 en maximaal 18 sociale woningen bovenop de 43 reeds bestemde woningen mogelijk gemaakt.
Binnen de bestemming Woongebied - 3 wordt de bouw van 5 extra woningen bovenop de 90 reeds bestemde woningen mogelijk gemaakt.
Artikel 24 Woongebied - 4
Voor de voormalige bedrijfslocatie Lekkerkerk aan de Moriaanseweg Oost is een nieuwe bestemming opgenomen, Woongebied - 4. Binnen deze bestemming is de bouw van 8 grondgebonden woningen mogelijk gemaakt.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Met deze 1e partiële herzieningen zijn er geen wijzigingen doorgevoerd in de artikel anders dan het vernummeren in verband met de de toevoeging van een nieuwe artikel 24 Woongebied - 4.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Met deze 1e partiële herzieningen zijn er geen wijzigingen doorgevoerd in de artikel anders dan het vernummeren in verband met de de toevoeging van een nieuwe artikel 24 Woongebied - 4.
Op de verbeelding zijn alleen die plandelen weergegeven waar een wijziging plaatsvindt. De wijziging kan betrekking hebben op een wijziging in de regels en/of een wijziging van de verbeelding zelf.
IMRO2012 en SVBP2012
De regels en verbeelding zijn opgesteld volgens IMRO2012 en SVBP2012. IMRO2012 staat voor Informatie-Model Ruimtelijke Ordening en heeft betrekking op de inrichting van de ruimtelijke instrumenten van de Wro. Het is het informatiemodel voor het opstellen en het uitwisselen van visies, plannen, besluiten, verordeningen en algemene regels op alle bestuurlijke niveaus. Het model is geschikt voor uitwisseling van informatie tussen de organisaties op het gebied van de ruimtelijk ordening en aanverwante werkterreinen. SVBP2012 staat voor Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen. Doel van deze standaard is het op vergelijkbare wijze inrichten, vormgeven en verbeelden van bestemmingsplannen en de daarbij behorende uitwerkings- en wijzigingsbesluiten.