direct naar inhoud van Regels
Plan: Nieuw-Helvoet 1e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPSportlaan-vg01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Geachte raadpleger,

Hieronder is aangegeven welke aanpassingen in de regels zijn doorgevoerd met deze eerste herziening. Artikelleden die worden herzien in het kader van de eerste herziening zijn hierna weergegeven. Uitsluitend de delen van de regels die zijn gemarkeerd, geel (toegevoegd) en blauw (verwijderd), worden in het kader van de 1e partiële herziening gewijzigd.

Voor het overige zijn de regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

Het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet 1e partiële herziening met identificatienummer NL.IMRO.0530.BPSportlaan-vg01 van de gemeente Hellevoetsluis.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 Aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 Aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 Aanduidingsvlak

een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.

1.6 Aaneengebouwde bebouwing

bebouwing die met de hoofdbouwmassa aaneengesloten is gebouwd.

1.7 Aan huis verbonden bedrijf

het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken past en de woonfunctie behouden blijft.

1.8 Aan huis verbonden beroep

een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroep of bedrijf, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.9 Achtererfgebied

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.

1.10 Agrarisch bedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en het houden van dieren, nader te onderscheiden in:

  • a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen bosbouw, sier- en fruitteelt;
  • b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond;
  • c. intensieve veehouderij: de teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weide gang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
  • d. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
  • e. sierteelt: de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
  • f. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
  • g. bollenteelt: de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt van bolbloemen;
  • h. bosbouw: de teelt van bomen vanwege de houtproductie;
  • i. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of het kweken van dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
  • j. boomkwekerij: een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan.
1.11 Antennedrager

antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.12 Antenne-installatie

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.13 Archeologische waarde

de aan een gebied toegekende, of naar verwachting voorkomende, waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.14 Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.15 Bebouwingspercentage

een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.16 Bedrijf

een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.17 Bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.

1.18 Bedrijfswoning

een woning in of bij een bouwwerk of terrein, die alleen is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het bijbehorende terrein of bouwwerk(en) noodzakelijk is.

1.19 Beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.20 Bestaand
  • a. t.a.v. bebouwing: een bouwwerk dat legaal aanwezig is of op basis van een bouw -of omgevingsvergunning in uitvoering is op het tijdstip van vaststelling van het beleid inzake artikel 2.12 lid 1, onderdeel a sub 2° Wabo, dan wel kan worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
  • b. t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.21 Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.22 Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming.

1.23 Bevi-inrichting

bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.24 Bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.25 Bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.26 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.27 Bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.28 Bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.29 Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.

1.30 Bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.31 Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.32 Bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.33 Dagbesteding

Dagbesteding (ook dagactiviteit genoemd) en dagbehandeling is een structurele tijdsbesteding met een welomschreven doel waarbij de deelnemer actief wordt betrokken en die hem zingeving verleent.

1.34 Detailhandel

het bedrijfsmatig aan particulieren te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; horecadoeleinden worden hier niet onder begrepen.

1.35 (Volumineuze) Detailhandel

detailhandel ten behoeve van uitsluitend de woninginrichtingsbranche, alsmede volumineuze detailhandel in keukens en sanitair, met daaraan ondergeschikt opslag en logistieke functies

1.36 Dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen zoals bijvoorbeeld een kantoor, uitzendbureau, reisbureau, kapper, schoonheidssalon, fysiotherapeut, belwinkel en internetcafé, etc.

1.37 Doeleinden van openbaar nut

kleinschalige nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes en schakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen en wachthuisjes, straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen).

1.38 Erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

1.39 Evenement

elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

1.40 Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 Gedeeltelijk vernieuwen

de inhoud van een bouwwerk mag niet worden vergroot en of in opeenvolgende fasen nagenoeg geheel worden afgebroken en herbouwd. Een gedeeltelijke vernieuwing of verandering mag er niet toe leiden dat in een betrekkelijk korte periode in feite een compleet nieuw bouwwerk wordt gerealiseerd.

1.42 Geluidszoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder (Stbl. 1981, 533) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld.

1.43 Grenswaarde

grenswaarde als bedoeld in artikel 5.1, lid 3, van de Wet milieubeheer, en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.

1.44 Groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, tot aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.45 Hoofdfunctie

de belangrijkste functie waarvoor het hoofdgebouw en/of de gronden mogen worden gebruikt.

1.46 Hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.47 Horeca

een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van zowel ter plaatse als elders te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf. Een en ander zoals opgesomd in de Staat van Horeca-activiteiten welke als bijlage 2 deel uitmaakt van de regels.

1.48 Horecavoorziening

voorzieningen, geen horecabedrijf zijnde en ondergeschikt aan de hoofdfunctie, voor het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaar voor het gebruik.

1.49 Huishouding

een groep mensen waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid.

1.50 Infiltratievoorziening

een voorziening voor het doorsijpelen van regenwater in de bodem.

1.51 Infrastructurele voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van de infrastructuur.

1.52 Kantine

verblijfslokaal ten behoeve van o.a. recreatieve voorzieningen en maatschappelijke doeleinden waar men, als ondergeschikte functie aan de bestemming, consumpties kan kopen en nuttigen.

1.53 Kantoor

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek.

1.54 Keur

wettelijke regels, opgesteld door het waterschap, waarin regels zijn opgenomen voor het bouwen en het gebruik van de gronden die aan een waterloop of (binnen een) waterkering zijn gelegen.

1.55 Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

1.56 Kunstwerk
  • 1. een voortbrengsel van de beeldende kunsten; kunstuiting; of
  • 2. een kunstwerk in bouwkundige zin is een door mensenhanden gemaakt bouwwerk, daarom ook wel civiel kunstwerk geheten. Meestal is de term voorbehouden aan onderdelen van infrastructuur.
1.57 Kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Staatsblad 2004, nr. 250) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.

1.58 Maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, welzijns- en gezondheids- en zorgvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van (openbare) dienstverlening en openbaar bestuur, waaronder ook kinderopvang.

1.59 Maatvoeringsvlak

het geometrisch bepaald vlak, dat goothoogtes en woningtypes scheidt.

1.60 Nevenfunctie/activiteit

een activiteit die niet rechtstreeks de bedrijfs- of functie-uitoefening overeenkomstig de bestemming betreft en die van een zodanige (beperkte) bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang is dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en ruimtelijke verschijningsvorm, als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar en als zodanig ook functioneel aanwezig blijft.

1.61 Nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.62 Onderdoorgang

een openbare weg of pad onder een gebouw.

1.63 Ondergeschikt bouwdeel

een deel van een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen qua uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdbouwmassa.

1.64 Ondergeschikte detailhandel

detailhandelsactiviteiten als nevenactiviteit van de hoofdactiviteit van de ter plaatse opgenomen bestemming.

1.65 Ondergeschikte horeca bij detailhandel

voorzieningen, geen horecabedrijf zijnde en ondergeschikt aan de hoofdfunctie zijnde detailhandel, voor het bedrijfsmatig verstrekken van dranken (alcoholvrij) en etenswaar voor het gebruik. Ondergeschikt wil zeggen dat deze vorm van horeca de kwaliteit van de hoofdfunctie vergroot of complementeert en dat er duidelijk sprake is van een waarneembare ondergeschiktheid van de horecafunctie. De (hoofd)functie is derhalve detailhandel en niet horeca.

1.66 Ondergeschikte nevenactiviteit

een functie die verwant maar van ondergeschikt belang is ten opzichte van de hoofdactiviteit. Ondergeschikt wil zeggen dat de activiteit de kwaliteit van de hoofdfunctie vergroot of complementeert en dat er duidelijk sprake is van een waarneembare ondergeschiktheid van de hoofdactiviteiten.

1.67 Overbouwing

het op de verdieping overkluizen van onderliggende gronden door bebouwing.

1.68 Overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.69 Peil
  • a. voor bouwwerken: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  • b. indien aan de weg wordt gebouwd, dient de kruin van de weg aangehouden te worden;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd dient het plaatselijk peil, dan wel het afgewerkte maaiveld aangehouden te worden.
1.70 Perceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

1.71 Personal training

sportgerelateerde bedrijfsmatige verlening van diensten, waarbij individuen rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.72 Personal coaching

dienstverlening, niet zijnde personal training.

1.73 praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.74 Recreatief medegebruik

recreatie, hieronder mede begrepen sport- en spelaccommodaties, voorzieningen ter bevordering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, kantine alsmede accommodaties voor administratieve functies ten dienste van de bestemming.

1.75 Recreatieve voorziening

voorziening ten behoeve van recreatie, hieronder mede begrepen sport- en spelaccommodaties, voorzieningen ter bevordering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, kantine alsmede accommodaties voor administratieve functies ten dienste van de bestemming.

1.76 Seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.77 Speeltoestellen

klim-, klauter- of balanceertoestellen voor kinderen.

1.78 Speelvoorzieningen

voorzieningen in de woonomgeving of op een camping, die er op gericht zijn speel- en recreatiemogelijkheden buiten te bieden, zoals bijvoorbeeld een sportveld.

1.79 Sportcomplex

een geheel van terreinen, gebouwen en voorzieningen voor verschillende takken van sport.

1.80 Sporthal

een grote zaal waarin diverse indoorsporten kunnen worden beoefend.

1.81 Sportschool

instelling waar men tegen betaling uiteenlopende binnensporten kan beoefenen en waar men aan zijn/haar lichaam kan werken door ritmische beweging, fitnesstraining, krachttraining, fysiotherapie en medische trainingstherapie met behulp van daartoe voorziene apparatuur.

1.82 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering zoals de lijst is opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regels.

1.83 Twee-aan-een gebouwde woning (half-vrijstaande woning)

blokken van twee woningen, die aan een zijde een gemeenschappelijke wand hebben. Hiertoe behoren onder andere de twee-onder-een-kap woningen.

1.84 Verkoopvloeroppervlak
  • a. bruto verkoopvloeroppervlak: de totale vloeroppervlakte van winkels met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
  • b. netto verkoopvloeroppervlak: de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
1.85 Volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd (bedrijfseconomisch en milieuhygiënisch).

1.86 Voorerfgebied

een erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

1.87 Voorgevel

de meest gezichtsbepalende gevel van een gebouw.

1.88 Voorgevelrooilijn

de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen dan wel tot aan de zijdelingse grenzen van een bouwvlak.

1.89 Vrijstaande woning

een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning.

1.90 Watergang

een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.

1.91 Waterhuishoudkundige voorziening

voorzieningen ten behoeve van de regulering van de waterhuishouding, zoals watergangen, waterafvoergoten, kunstwerken voor de berging van regenwater, drainage- en infiltratievoorzieningen.

1.92 Waterkering

een voorziening om water tegen te houden, zoals een dijk en een dam.

1.93 Webwinkel

een specifieke vorm van detailhandel met eventuele uitstalling, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en zowel per post worden geleverd als ter plaatse afgehaald worden.

1.94 Weg

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

1.95 Wet/wettelijke regelingen

indien en voor zover er in deze regeling wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen en dergelijke dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

1.96 Woning

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens aard, inrichting en indeling geschikt en bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.

1.97 Zorgwoning

een woning of wooneenheid, bestemd voor verzorgd wonen, waarbij extramurale verzorging, verpleging, begeleiding en hotel- en welzijnsdiensten vanuit een professionele zorg verlenende organisatie wordt geboden.

Artikel 2 Wijze van meten

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

In hoofdstuk 1 van de planregels is aangegeven op welke wijze gemeten moet worden om bijvoorbeeld een goot- of bouwhoogte te bepalen. Een aantal regels komt in nagenoeg elk bestemmingsplan voor. Deze standaard regels worden hier onder gegeven. Indien deze regels in een bestemmingsplan worden gehanteerd, moeten deze worden overgenomen. Uitbreiding van deze regels is mogelijk voor andere onderwerpen dan genoemd in deze paragraaf. Het is toegestaan een regel uit deze paragraaf aan te vullen, mits dat niet de standaard wijze van meten weerspreekt. Bij de schrijfwijze van het begrip en de verklarende zin wordt het gebruik van hoofdletters en kleine letters vrij gelaten.

Voor de wijze van meten van oppervlakten en inhouden van panden en/of gebouwen die niet benoemd zijn in deze paragraaf, kan gebruikgemaakt worden van termen, definities en regels in NEN 2580.

2.1 Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1.1 De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.

2.1.2 De afstand tussen gebouwen:

de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.

2.1.3 De goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

N.B.: bij een lessenaarsdak wordt de laagste snijlijn als goothoogte aangemerkt.

2.1.4 De bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, vlaggenmasten, liftschacht, trappenhuis, antennes, lichtkoepels en daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.1.5 De oppervlak van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte terrein ter plaats van het bouwwerk.

2.1.6 De inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grond vloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.1.7 De lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren). De in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen.

2.2

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan 0,50 m.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Geachte raadpleger,

Hieronder is aangegeven welke aanpassingen in de regels zijn doorgevoerd met deze eerste herziening. Artikelleden die worden herzien in het kader van de eerste herziening zijn hierna weergegeven. Uitsluitend de delen van de regels die zijn gemarkeerd, eel (toegevoegd) en blauw (verwijderd), worden in het kader van de 1e partiële herziening gewijzigd.

Voor het overige zijn de regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 3 Agrarisch

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten die niet vergunningplichtig c.q. meldingsplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer;
  • b. bedrijven met bedrijfsactiviteiten die voorkomen in de categorieën 1 t/m 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1) alsmede daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bedrijven of inrichtingen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' tevens een rubberfabriek uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. kantoren ondergeschikt aan de bedrijfsvoering van ten hoogste 250 m²;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': een bedrijf dat motorbrandstoffen aanbied zonder lpg;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': maximaal 1 bedrijfswoning;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
  • h. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - scherm - 1' en 'specifieke bouwaanduiding - scherm - 2' : tevens geluidswerende voorzieningen;
  • i. bijbehorende voorzieningen zoals erven, groen, water, parkeervoorzieningen, verharding en nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op gronden die zijn voorzien van een bouwvlak, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbaar nut;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte hoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het bouwvlak mag voor 100% bebouwd worden tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage (%)' een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven, met dien verstande dat parkeren volledig op eigen erf dient plaats te vinden;
  • d. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de bedrijfswoning mag maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen die voor de voorgevel maximaal 1 m en achter de voorgevel maximaal 2 m hoog mogen bedragen;
  • b. lichtmasten waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - scherm - 1' een geluidswerende wand waarvan de hoogte maximaal 9,35 m mag bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - scherm - 2' een geluidwal en/of geluidscherm waarvan de hoogte maximaal 4,5 m mag bedragen, waarbij het bepaalde in artikel 35.1 niet van toepassing is op de hoogte van de geluidwerende voorziening;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een tankstation, waarbij de maximale bouwhoogte 6 m mag bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 ten behoeve van de hoogte van een erfafscheiding voor de voorgevel met dien verstande dat deze maximaal 2 m mag bedragen.

4.3.2

De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. detailhandelsbedrijven zijn niet toegestaan;
  • c. horecabedrijven zijn niet toegestaan;
  • d. zelfstandige kantoorvestigingen zijn niet toegestaan, behoudens kantoren ondergeschikt aan de bedrijfsvoering van ten hoogste 250 m2;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' het oppervlak aan kantoren ten behoeve van de bedrijfsvoering ten hoogste 2.000 m²;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlak' bedraagt het het oppervlak aan 'detailhandel' ten hoogste het aangegeven oppervlak;
  • g. geluidszoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar binnen de eigen inrichtingsgrens van het bedrijf ligt;
  • h. verkooppunten van motorbrandstoffen zijn niet toegestaan, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • i. de opslag van goederen en materialen anders dan als onderdeel van de bedrijfsvoering is niet toegestaan.

Artikel 5 Bedrijf - Nutsbedrijf

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 6 Gemengd - 1

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 7 Gemengd - 2

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 8 Groen

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport-skatebaan': een skatebaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': een parkeerterrein;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning': tevens voor wonen in de vorm van niet zelfstandig wonen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwoningen': zorgwoningen al dan niet in combinatie met dagbesteding of woningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. infrastructurele voorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. bijbehorende voorzieningen zoals erven en tuinen, groen, water, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, speeltoestellen en verharding.
9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op de gronden die zijn voorzien van een bouwvlak;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte hoogte (m)' is aangegeven, tenzij ten tijde van vaststelling reeds een hogere goothoogte aanwezig is, dan geldt die goothoogte als ten hoogste toelaatbaar;
  • c. het bouwvlak mag voor 70% bebouwd worden tenzij ten tijde van vaststelling reeds een hoger percentage aanwezig is, dan geldt dit percentage als ten hoogste toelaatbaar met dien verstande dat parkeren volledig op eigen erf dient plaats te vinden;
  • d. het aantal zorgwoningen of woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwoningen ' bedraagt ten hoogste 2.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen die voor de voorgevel maximaal 1 m en achter de voorgevel maximaal 2 m hoog mogen bedragen;
  • b. speelvoorzieningen waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
  • c. lichtmasten waarvan de hoogte maximaal 8 m mag bedragen.
9.3 Specifieke bouwregels
9.3.1 Relatie Woongebied - 1
  • a. Het aantal koop en vrije sector huurwoningen in combinatie met zorgwoningen of woningen in de bestemmingen Woongebied - 1 en Maatschappelijk met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwoningen ' bedraagt ten hoogste 25. Het bepaalde in artikel 21.3.1 wordt daarbij in acht genomen;
  • b. voor koop of vrije sector huurwoningen zijn de (bouw)regels uit artikel 21 van toepassing.
9.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de opslag van goederen en materialen anders dan als onderdeel van de bedrijfsvoering is niet toegestaan;
  • b. ondergeschikte horeca uit categorie 1a, met uitzondering van een maaltijdafhaalcentrum, van de Staat van horeca-activiteiten (bijlage 2) en detailhandel bij dagbesteding is toegestaan in die zin dat alleen producten die ter plaatse worden vervaardigd, te koop mogen worden aangeboden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling uitgesloten' zijn gezondheids- en andere medische) zorgvoorzieningen niet toegestaan.

Artikel 10 Maatschappelijk - IKC

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 11 Recreatie - Dagrecreatie

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 12 Sport

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 13 Sport - Sportcomplex

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 14 Tuin

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 15 Verkeer

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 16 Verkeer - Verblijfsgebied

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 17 Water

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 18 Wonen - 1

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 19 Wonen - 2

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 20 Wonen - 3

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 21 Woongebied - 1

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • b. verkeersvoorzieningen in de vorm van wegen, voet- en fietspaden, in en uitritten en parkeerplaatsen;
  • c. bijbehorende voorzieningen, zoals erven, groen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, water en wegen.
21.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

21.2.1 Algemeen

Bij de inrichting van deze gronden dient rekening te worden gehouden met de uitgangspunten voor deelgebied B en C zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan (bijlage 3).

21.2.2 Bouwen woningen
  • a. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • b. woningen waarvoor een hogere geluidswaarde van meer dan 53 dB op grond van de Wet geluidhinder is vastgesteld, dienen te beschikken over een geluidsluwe gevel;
  • c. het totaal aantal woningen mag niet meer bedragen dan 25 41;
    • 1. het totaal aantal koop of vrije sector huurwoningen bedraagt ten hoogste 25;
    • 2. het totaal aantal sociale huurwoningen bedraagt ten minste 12 en ten hoogste 16;

de maximum goot- en bouwhoogte bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte.

21.2.3 Bouwen bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken dienen in het achtererfgebied te worden gebouwd;
  • b. het oppervlak aan bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste:
    • 1. 40 m² voor percelen kleiner dan 400 m²;
    • 2. 50 m² voor percelen met een oppervlak tussen 400 m² en 500 m²;
    • 3. 70 m² voor percelen met een oppervlak tussen 500 m² en 700 m²;
    • 4. 80 m² voor percelen met een oppervlak groter dan 700 m²;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen;
  • d. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de zijerfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan het openbaar gebied;
  • e. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de achtererfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan openbaar gebied.

21.2.4 Bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m hoog en achter de voorgevelrooilijn 2 m mogen bedragen.

21.3 Specifieke bouwregels
21.3.1 Relatie met Maatschappelijk 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwoningen'

Het aantal koop en vrije sector huurwoningen in combinatie met zorgwoningen of woningen in de bestemmingen Woongebied - 1 en Maatschappelijk met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwoningen ' bedraagt ten hoogste 25. Het bepaalde in artikel 9.3.1 wordt daarbij in acht genomen.

21.4 Afwijken van de bouwregels
21.4.1 Afstand tot perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.3 onder d om een kortere afstand tot het openbaar gebied aan te houden mits wordt voldaan aan redelijke eisen van welstand.

21.5 Specifieke gebruiksregels
21.5.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag is niet toegestaan.

21.5.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Gebouwen mogen worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
  • b. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep maximaal 25 m² mag bedragen;
  • c. detailhandel slechts is toegestaan voor zover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan-huis-verbonden beroep of het aan-huis-verbonden bedrijf.

21.5.3 Percentage groen, water en speelvoorzieningen

Met betrekking tot de inrichting geldt dat:

  • a. minimaal 30% van de gronden dient te worden ingericht voor groen, water en speelvoorzieningen;
  • b. minimaal 10% van de gronden dient te worden ingericht voor water waarbij deze 10% deel mag uitmaken van het in lid a genoemde percentage;
  • c. voor de berekening van het percentage groen, water en speelvoorzieningen, zoals opgenomen in lid 21.5.3 onder a en b, mogen de aan deze bestemming grenzende bestemmingen 'Groen' en 'Water' worden meegeteld.
21.6 Afwijken van de gebruiksregels
21.6.1 Aan huis verbonden beroep of bedrijf

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.5.2 teneinde het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep te vergroten tot 40 m², een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

21.6.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning als bedoeld in de leden lid 21.6.1 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast, een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

21.6.3 Lager percentage groen, water en speelvoorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.6.3 onder a voor een lager percentage indien binnen 'Woongebied - 2' en/of 'Woongebied - 3' en/of de aan deze bestemmingen grenzende bestemmingen 'Groen' en 'Water' een hoger percentage is gerealiseerd met dien verstande dat:

    • 1. het percentage groen, water en speelvoorzieningen mag niet minder dan 20% van de gronden bedragen, waarbij het bepaalde in lid 21.6.3 onder b onverminderd geldt.

21.6.4 Bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.1, ten behoeve van het realiseren van kleinschalige verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:

  • a. ten behoeve van een bed & breakfast maximaal 2 verblijfseenheden zijn toegestaan;
  • b. geen nieuwe bebouwing mag worden opgericht;
  • c. als gevolg van de verblijfsrecreatie de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de vestiging van verblijfsrecreatie geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben;
  • e. geen afbreuk wordt gedaan aan aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit.
21.7 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
  • b. Parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen daarvoor in stand te worden gelaten.

Artikel 22 Woongebied - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • b. verkeersvoorzieningen in de vorm van wegen, voet- en fietspaden, in en uitritten en parkeerplaatsen;
  • c. bijbehorende voorzieningen, zoals erven, groen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, water en wegen.
22.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

22.2.1 Algemeen

Bij de inrichting van deze gronden dient rekening te worden gehouden met de uitgangspunten voor deelgebied B en C zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan (bijlage 3).

22.2.2 Bouwen woningen
  • a. zowel grondgebonden als gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' zijn geen woningen toegestaan;
  • c. ten minste 80% van de woningen dient grondgebonden te worden gebouwd;
  • d. het totaal aantal woningen mag niet meer bedragen dan 43 61 waarvan minimaal 14 en maximaal 18 sociale woningen;
  • e. woningen waarvoor een hogere geluidswaarde van meer dan 53 dB op grond van de Wet geluidhinder is vastgesteld, dienen te beschikken over een geluidsluwe gevel;
  • f. de maximum goot- en bouwhoogte bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte, indien plat wordt afgedekt bedraagt de maximale goothoogte 9 m.

22.2.3 Bouwen bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken dienen in het achtererfgebied te worden gebouwd;
  • b. het oppervlak aan bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste:
    • 1. 40 m² voor percelen kleiner dan 400 m²;
    • 2. 50 m² voor percelen met een oppervlak tussen 400 m² en 500 m²;
    • 3. 70 m² voor percelen met een oppervlak tussen 500 m² en 700 m²;
    • 4. 80 m² voor percelen met een oppervlak groter dan 700 m²;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen;
  • d. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de zijerfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan het openbaar gebied;
  • e. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de achtererfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan openbaar gebied.

22.2.4 Bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m hoog en achter de voorgevelrooilijn 2 m mogen bedragen.

22.3 Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Woningbouw ter plaatse van 'wonen uitgesloten'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2 onder b om woningen toe te staan als wordt aangetoond dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat en bestaande bedrijven niet in de bedrijfsvoering worden belemmerd.

22.3.2 Afstand tot perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.3 onder d om een kortere afstand tot het openbaar gebied aan te houden mits wordt voldaan aan redelijke eisen van welstand.

22.4 Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  • a. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag is niet toegestaan.

22.4.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Gebouwen mogen worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
  • b. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep maximaal 25 m² mag bedragen;
  • c. detailhandel slechts is toegestaan voor zover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan-huis-verbonden beroep of het aan-huis-verbonden bedrijf.

22.4.3 Percentage groen, water en speelvoorzieningen

Met betrekking tot de inrichting geldt dat:

  • a. minimaal 30% van de gronden dient te worden ingericht voor groen, water en speelvoorzieningen;
  • b. minimaal 10% van de gronden dient te worden ingericht voor water waarbij deze 10% deel mag uitmaken van het in lid a genoemde percentage;
  • c. voor de berekening van het percentage groen, water en speelvoorzieningen zoals opgenomen in lid 22.4.3 onder a en b, mogen de aan deze bestemming grenzende bestemmingen 'Groen' en 'Water' worden meegeteld.
22.5 Afwijken van de gebruiksregels
22.5.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.4.2 teneinde het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep te vergroten tot 40 m², een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

22.5.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning als bedoeld in de leden lid 22.5.1 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast, een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

22.5.3 Lager percentage groen, water en speelvoorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.4.3 onder a voor een lager percentage indien binnen 'Woongebied - 1' en/of 'Woongebied - 3' en/of de aan deze bestemmingen grenzende bestemmingen 'Groen' en 'Water' een hoger percentage is gerealiseerd met dien verstande dat:

    • 1. het percentage groen, water en speelvoorzieningen mag niet minder dan 20% van de gronden bedragen, waarbij het bepaalde in lid 22.4.3 onder b onverminderd geldt.

22.5.4 Bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1, ten behoeve van het realiseren van kleinschalige verblijfsrecreatie bij vrijstaande woningen, met dien verstande dat:

  • a. ten behoeve van een bed & breakfast maximaal 2 verblijfseenheden zijn toegestaan;
  • b. geen nieuwe bebouwing mag worden opgericht;
  • c. als gevolg van de verblijfsrecreatie de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de vestiging van verblijfsrecreatie geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben;
  • e. geen afbreuk wordt gedaan aan aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit.
22.6 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
  • b. Parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen daarvoor in stand te worden gelaten.

Artikel 23 Woongebied - 3

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. verkeersvoorzieningen in de vorm van wegen, voet- en fietspaden, in en uitritten en parkeerplaatsen;
  • c. bijbehorende voorzieningen, zoals erven, groen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, water en wegen.
23.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

23.2.1 Algemeen

Bij de inrichting van deze gronden dient rekening te worden gehouden met de uitgangspunten voor deelgebied A zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan (bijlage 3).

23.2.2 Voorwaardelijke verplichting geluidwerende voorzieningen

Alvorens woningen ter plaatse van de bestemming Woongebied – 3 in gebruik worden genomen, dienen geluidswerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - scherm - 1' zoals opgenomen in artikel 4.2.2 sub c in de vorm van een wand met roldeur met een breedte van 18 m en een hoogte van 9,35 m en ter plaatse van de aanduiding 'specifiek bouwaanduiding - scherm - 2' zoals opgenomen in artikel 4.2.2 sub d en/of artikel 8.2.2 sub c en/of artikel 23.2.5 sub b in de vorm van een geluidwal al dan niet gecombineerd met een geluidwerend scherm met een lengte van 130 m en een hoogte van 4,5 m te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden. Het bepaalde in artikel 35.1 is niet op de hoogte van de geluidwerende voorziening van toepassing. Deze geluidwal en/of dit scherm dient voor wat betreft materialisering en kleur en/of beplanting aan redelijke eisen van welstand te voldoen.

23.2.3 Bouwen woningen
  • a. zowel grondgebonden als gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op de gronden die zijn voorzien van een bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' zijn geen woningen toegestaan;
  • d. woningen waarvoor een hogere geluidswaarde van meer dan 53 dB op grond van de Wet geluidhinder is vastgesteld, dienen te beschikken over een geluidsluwe gevel;
  • e. de gevels van woningen waarbij het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau meer dan 50 dB(A) bedraagt (inrichtingslawaai) dienen te worden uitgevoerd met een dove gevel; het geluidniveau in geluidgevoelige ruimten mag niet meer dan 35 dB(A) bedragen;
  • f. ten minste 80% van de woningen dient gestapeld te worden gebouwd;
  • g. het totaal aantal woningen mag niet meer bedragen dan 90 95;
  • h. de maximum bouwhoogte bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven bouwhoogte.

23.2.4 Bouwen bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken dienen in het achtererfgebied te worden gebouwd;
  • b. het oppervlak aan bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 40 m²;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen;
  • d. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de zijerfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan het openbaar gebied;
  • e. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de achtererfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan openbaar gebied.

23.2.5 Bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m hoog en achter de voorgevelrooilijn 2 m mogen bedragen.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Woningbouw ter plaatse van 'wonen uitgesloten'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2.3 onder b om woningen toe te staan als wordt aangetoond dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat en bestaande bedrijven niet in de bedrijfsvoering worden belemmerd.

23.3.2 Hogere bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2.3 onder g om een extra bouwlaag ter plaatse van de bebouwing langs de Amnesty Internationallaan toe te staan, mits dit stedenbouwkundig en milieutechnisch inpasbaar is.

23.3.3 Afstand tot perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2.4 onder d om een kortere afstand tot het openbaar gebied aan te houden mits wordt voldaan aan redelijke eisen van welstand.

23.4 Specifieke gebruiksregels
23.4.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  • a. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag is niet toegestaan;
  • b. het gebruik van gronden ten behoeve van wonen is alleen toegestaan indien voldaan is aan het bepaalde in artikel 23.2.2.

23.4.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Gebouwen mogen worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
  • b. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep maximaal 25 m² mag bedragen;
  • c. detailhandel slechts is toegestaan voor zover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan-huis-verbonden beroep of het aan-huis-verbonden bedrijf.

23.4.3 Percentage groen, water en speelvoorzieningen

Met betrekking tot de inrichting geldt dat:

  • a. minimaal 30% van de gronden dient te worden ingericht voor groen, water en speelvoorzieningen;
  • b. minimaal 10% van de gronden dient te worden ingericht voor water waarbij deze 10% deel mag uitmaken van het in lid a genoemde percentage;
  • c. voor de berekening van het percentage groen, water en speelvoorzieningen, zoals opgenomen in lid 23.4.3 onder a en b, mogen de aan deze bestemming grenzende bestemmingen 'Groen' en 'Water' worden meegeteld.
23.5 Afwijken van de gebruiksregels
23.5.1 Aan-huis-verbonden bedrijf of beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.4 teneinde het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep te vergroten tot 40 m², een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

23.5.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning als bedoeld in de leden lid 23.5.1 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast, een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

23.5.3 Lager percentage groen, water en speelvoorzieningen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.4.3 onder a voor een lager percentage indien binnen 'Woongebied - 1' en/of 'Woongebied - 2' en/of de aan deze bestemmingen grenzende bestemmingen 'Groen' en 'Water' een hoger percentage is gerealiseerd met dien verstande dat:

  • a. het percentage groen, water en speelvoorzieningen mag niet minder dan 20% van de gronden bedragen, waarbij het bepaalde in lid 23.4.3 onder b onverminderd geldt.

23.5.4 Bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.1, ten behoeve van het realiseren van kleinschalige verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:

  • a. ten behoeve van een bed & breakfast maximaal 2 verblijfseenheden zijn toegestaan;
  • b. geen nieuwe bebouwing mag worden opgericht;
  • c. als gevolg van de verblijfsrecreatie de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de vestiging van verblijfsrecreatie geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben;
  • e. geen afbreuk wordt gedaan aan aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit.

23.5.5 Overige functies

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.1 voor het vestigen van maatschappelijke voorzieningen en of dienstverlening op de begane grond.

23.6 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
  • b. Parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen daarvoor in stand te worden gelaten.

Artikel 24 Woongebied - 4

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • b. verkeersvoorzieningen in de vorm van wegen, voet- en fietspaden, in en uitritten en parkeerplaatsen;
  • c. bijbehorende voorzieningen, zoals erven, groen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, water en wegen.
24.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

24.2.1 Algemeen

Bij de inrichting van deze gronden dient rekening te worden gehouden met de uitgangspunten voor deelgebied B en C zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan (bijlage 3).

24.2.2 Voorwaardelijke verplichting sloop bestaande bebouwing

Alvorens bestaande bebouwing, die ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig is, mag worden gesloopt dient te worden aangetoond dat er wordt voldaan aan de Wet natuurbescherming.

24.2.3 Bouwen woningen
  • a. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • b. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 8;
  • c. de maximum goot- en bouwhoogte bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringsaanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte.

24.2.4 Bouwen bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken dienen in het zij- en achtererfgebied te worden gebouwd;
  • b. het oppervlak aan bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 40 m²;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen.

24.2.5 Bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m hoog en achter de voorgevelrooilijn 2 m mogen bedragen.

24.3 Specifieke gebruiksregels
24.3.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  • a. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag is niet toegestaan.

24.3.2 Aan-huis-verbonden bedrijf of beroep

Gebouwen mogen worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
  • b. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep maximaal 25 m² mag bedragen;
  • c. detailhandel slechts is toegestaan voor zover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan-huis-verbonden beroep of het aan-huis-verbonden bedrijf.
24.4 Afwijken van de gebruiksregels
24.4.1 Aan-huis-verbonden bedrijf of beroep

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.3 teneinde het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep te vergroten tot 40 m², een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

24.4.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning als bedoeld in de leden lid :24.4.1 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
24.5 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen stellen met betrekking tot de plaats en afmetingen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en andere bouwwerken, voor zover nodig ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
  • b. Parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen daarvoor in stand te worden gelaten.

Artikel 25 Leiding - Gas

Geachte raadpleger,

Dit artikel is vanwege de toevoeging van een nieuw artikel 24 vernummerd. Voor het overige zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 26 Leiding - Water

Geachte raadpleger,

Dit artikel is vanwege de toevoeging van een nieuw artikel 24 vernummerd. Voor het overige zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 27 Waarde - Archeologie 1

Geachte raadpleger,

Dit artikel is vanwege de toevoeging van een nieuw artikel 24 vernummerd. Voor het overige zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 28 Waarde - Archeologie 2

Geachte raadpleger,

Dit artikel is vanwege de toevoeging van een nieuw artikel 24 vernummerd. Voor het overige zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 29 Waarde - Archeologie 3

Geachte raadpleger,

Dit artikel is vanwege de toevoeging van een nieuw artikel 24 vernummerd. Voor het overige zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 30 Waarde - Archeologie 4

Geachte raadpleger,

Voor dit artikel zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Artikel 31 Waarde - Archeologie 5

Geachte raadpleger,

Dit artikel is vanwege de toevoeging van een nieuw artikel 24 vernummerd. Voor het overige zijn de regels van dit artikel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) onverkort van toepassing.  

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Geachte raadpleger,

In dit hoofdstuk zijn enkel aanpassingen in de nummering doorgevoerd.
De regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) zijn ongewijzigd, en onverkort van toepassing.  

Artikel 32 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 33 Algemene bouwregels

33.1 Keur

Bij initiatieven op gronden met de bestemming Water of de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering alsmede binnen een afstand van 5 m uit de bestemmingsgrens van de bestemming 'Water', dient de Keur van het Waterschap Hollandse Delta in acht te worden genomen.

33.2 Bestaande maten
  • a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    • 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    • 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  • b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
  • c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
33.3 Parkeerregeling
  • a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  • b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de nota 'Parkeernormen Hellevoetsluis 2011' bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid, met dien verstande dat indien gedurende de planperiode een nieuwe versie verschijnt, met deze nieuwe versie rekening wordt gehouden. Hierbij kunnen voorschriften worden opgenomen over het realiseren en in stand houden van parkeergelegenheid op eigen terrein.
  • c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
33.4 Ondergronds bouwen
33.4.1 Ondergrondse werken en werkzaamheden

Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen met dien verstande dat er geen sprake mag zijn van negatieve gevolgen voor de grondwaterhuishouding en de grondwaterstanden in de omgeving van het bouwwerk.

33.4.2 Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²;
  • c. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter onder peil.

Artikel 34 Algemene aanduidingsregels

34.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de volgende regels:

  • a. binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht en mag geen beplanting aanwezig zijn hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • b. binnen een afstand van 100 tot 400 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht en mag geen beplanting aanwezig zijn hoger dan 1/30 van de afstand van het bouwwerk en de beplanting tot het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • c. indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit lid onder a en b, prevaleert de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2;
  • d. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit lid onder a en b, indien:
    • 1. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en beplanting en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing en de beplanting;
    • 2. toepassing van de in dit lid onder a en b bedoelde afstands- en/of hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden.

Artikel 35 Algemene afwijkingsregels

35.1 Maten en bouwgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen –  tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  • a. afwijkingen van (bouw)maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%, mits stedenbouwkundig verantwoord en na akkoord Commissie Ruimtelijke Kwaliteit;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 36 Algemene wijzigingsregels

36.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

Artikel 37 Overige regels

37.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Geachte raadpleger,

In dit hoofdstuk zijn enkel aanpassingen in de nummering doorgevoerd.
De regels van dit hoofdstuk uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Helvoet' (NL.IMRO.0530.BPNieuwHelvoet-vg01) zijn ongewijzigd, en onverkort van toepassing.  

Artikel 38 Overgangsrecht

38.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
38.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 39 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als 'regels van het bestemmingsplan Nieuw-Helvoet 1e partiële herziening'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hellevoetsluis, gehouden op 28-05-2020.

De griffier, De voorzitter,