Plan: | Peperstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3928BP-0301 |
In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) heeft het Rijk de hoofdzaken van het beleid voor de fysieke leefomgeving geformuleerd. De NOVI is de opvolger van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en sorteert voor op de Omgevingswet. In de NOVI is een tabel opgenomen van de nationale belangen in relatie tot de eerdere visie (SVIR) en de nog geldende uitvoeringsregels (Barro, Bro en straks het Besluit kwaliteit leefomgeving).
In de NOVI zijn de volgende 21 nationale belangen en opgaven opgenomen:
Voor dit plangebied is een aantal van deze nationale belangen en opgaven relevant. Het gaat met name om de belangen en opgaven die zien op de leefomgevingskwaliteit (nr. 2), een gezonde en veilige fysieke leefomgeving (nr. 4) en het zorgdragen voor een woningvoorraad die aansluit op de woonbehoeften (nr. 5).
Toetsing
Het bestemmingsplan voorziet in verdichting binnen stedelijk gebied. In paragraaf 4.3 wordt ingegaan op het woningbouwprogramma en de relatie tussen het woonbeleid en het beoogde bouwplan. Hieruit blijkt dat het plan voorziet in een aanvulling op de woningvoorraad die aansluit op de woonbehoeften. Met het toevoegen van woningen wordt meer draagvlak voor de commerciële plint gecreëerd. Daarnaast wordt de omgevingskwaliteit en fysieke leefomgeving van dit gebied positief beïnvloed door de voetgangersvriendelijke inrichting van de openbare ruimte. Hiermee sluit de ontwikkeling goed aan op de nationale belangen en opgaves uit de NOVI.
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmings- en inpassingsplannen. Het Barro is in 2011 in werking getreden en sindsdien een aantal keer gewijzigd, de laatste actualisatie is in 2020 doorgevoerd. Met het Barro maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen, inpassingsplannen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij het besluit kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit.
Gemeente Zaanstad ligt binnen de regio Noordwest-Nederland. Voor deze regio gelden onder meer de volgende opgaven van nationaal belang:
Toetsing
Het plangebied ligt buiten de invloedsfeer van de mainport Schiphol. De ontwikkeling heeft geen invloed op het 380 kV netwerk en de bescherming van de EHS en Natura 2000-gebieden. Een natuurtoets is opgenomen in paragraaf 4.17 van de toelichting. Het Barro staat de planontwikkeling niet in de weg.
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de Ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen, in artikel 3.1.6. De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet een beschrijving bevatten van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) uit 2010, waarin de Wro nader is uitgewerkt, is opgenomen dat per 1 januari 2012 bij het maken van bestemmingsplannen een beschrijving moet worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. In de toelichting van de Bro staat dat dit betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden en daar conclusies aan verbinden die in een bestemmingsplan verankerd worden. Dit vermindert de noodzaak tot het aanwijzen van nieuwe beschermde monumenten omdat aan het belang van de cultuurhistorie dan waarde wordt toegekend via het proces van de ruimtelijke ordening. Jurisprudentie heeft uitgewezen dat in het bestemmingsplan een paragraaf moet worden gewijd aan de cultuurhistorische waarden. Dit moet opgebouwd zijn door eerst het aangeven van cultuurhistorische waarden en aanbevelingen en vervolgens hoe die waarden en aanbevelingen verwerkt zijn in bestemmingsplan. Wanneer de cultuurhistorische waarden en aanbevelingen niet zijn verwerkt in het bestemmingsplan moet worden onderbouwd waarom dit niet zo is.
Toetsing
De toets aan deze Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in paragraaf 4.9 van de toelichting. Het bestemmingsplan maakt onder andere extra woningen mogelijk waarvoor het doorlopen van de Laddertoets een vereiste is. De ontwikkeling voorziet in een (woon)behoefte en bevindt zich in bestaand stedelijk gebied. Met het plan wordt de Laddertoets succesvol doorlopen.
Sinds 1 juli 2016 is de Wet op de archeologische monumentenzorg vervangen door de Erfgoedwet. In de Erfgoedwet is een bepaling opgenomen dat in elk bestemmingsplan rekening moet worden gehouden met de in de grond aanwezige, dan wel te verwachten archeologische waarden. De uitgangspunten uit het 'Verdrag van Malta' blijven in de Erfgoedwet de basis van de Nederlandse
omgang met archeologie. De Erfgoedwet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
De Erfgoedwet bevat tevens een verplichting om toevalsvondsten temelden (de zogenoemde meldingsplicht).
Rijksmonumenten en van rijkswege beschermde stads- en dorpsgezichten zijn beschermd via de Erfgoedwet.
Toetsing
De voor het plangebied relevante cultuurhistorische waarden zijn benoemd in § 4.1 van de toelichting. Er zijn cultuurhistorische waarden aanwezig. Het plan voorziet in de sloop van enkele hoog gewaardeerde gebouwen. De onderbouwing hiervan is opgenomen in § 4.1. van de toelichting en in de bijlage 'Verkenning alternatieven (sloop) Beatrixtoren'. Andere cultuurhistorische waarden, zoals het lint aan de Oostzijde worden juist door het plan in ere hersteld
De Europese Dienstenrichtlijn zorgt ervoor dat ondernemers makkelijker in andere EU-landen hun diensten kunnen aanbieden. Nederland heeft de Dienstenrichtlijn vastgelegd in de Dienstenwet.
Dienstenrichtlijn
Uit het arrest van het Europese Hof van Justitie van 30 januari 2018 in de zaak Visser Vastgoed (HvJ 30 januari 2018, ECLI:EU:C:2018:44) en de Appingedam-uitspraak (ABvR, 24 juni 2019; ECLI:NL:RVS:2019:2569) volgt dat een bestemmings-regeling moet voldoen aan de Dienstenrichtlijn. De Dienstenrichtlijn bepaalt – kort gezegd – dat een bestemmingsplan alleen vestigingsbeperkingen ten aanzien van een dienst mag bevatten als deze vestigingsbeperkingen:
In het bestemmingsplan zijn specifieke regels opgenomen voor de locatie en omvang van een supermarkt binnen de mogelijkheden voor detailhandel. Daarnaast is voor de horecabedrijven ook een maximum oppervlakte vastgelegd en ook gebruikgemaakt van de staat van horeca-activiteiten om het type horeca vast te leggen.
Aangezien de regels vastgelegd zijn in een voor eenieder geldend bestemmingsplan zijn deze niet discriminerend. Daarnaast zijn de aangeven beperkingen noodzakelijk voor het goed, duurzaam functioneren van het centrumgebied en in lijn met het daarvoor vastgestelde beleid. Meer specifiek geldt dat:
De beperking in omvang van zowel de detailhandel als de horeca levert een zinvolle bijdrage aan het bereiken van de door gemeente gestelde beleidsdoelen, door actief te sturen op de detailhandelsstructuur gericht op concentratie en versterking van het aanbod in het stadshart en daarmee bescherming van de leefbaarheid van de binnenstad.
Het vastleggen van de locatie en maximale omvang van de supermarkt is daarbij ingegeven door de ruimtelijke mogelijkheden en effecten van deze relatief grootschalige winkelvoorziening en het bestaande aanbod in deze branche. Daarbij kan binnen de maximaal toegelaten omvang uitstekend een supermarkt worden geëxploiteerd.
Met het vastleggen van de maximaal toegestane categorie van horeca-activiteiten wordt in algemene zin de leefbaarheid van het plangebied gewaarborgd en worden specifiek de direct aangrenzende woningen beschermd tegen mogelijke overlast.
Toepassing van de hierboven aangegeven regelingen is gebruikelijk in Zaanstad én noodzakelijk om te voorzien in een goede ruimtelijke ordening. De regelingen zijn (bewezen) geschikt en gaan niet verder dan nodig om de bovenstaande doelen te bereiken, die ook niet met andere minder beperkende maatregelen kunnen worden bereikt. Daarom worden deze regels ook als evenredig beoordeeld.
Uitgaande van hiervan wordt geconcludeerd dat het bestemmingsplan voldoet aan het gestelde in de Dienstenrichtlijn.
In de Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft een bestuurlijke denktank van vertegenwoordigers van provincie Noord-Holland en betrokken regio's en regiogemeenten, opdracht gegeven om een toekomstperspectief op te stellen voor de landschappen in en rond de MRA.
Door de toenemende dynamiek en ruimtevraag in de MRA neemt de urgentie toe om zorgvuldig en met aandacht voor kwaliteit het landschap te ontwikkelen. De genoemde opdracht heeft in maart 2014 geresulteerd in de publicatie 'Kwaliteitsbeeld en nieuwe opgaven voor het MRA-landschap'.
Het 'Kwaliteitsbeeld en nieuwe opgaven voor het MRA-landschap' biedt een vijftal principes om het landschap aan vitaliteit te laten winnen en voor te bereiden op de toekomst. Het is een instrument dat door alle betrokken partijen kan worden gebruikt bij het werken aan plannen en projecten in het metropolitane landschap.
De vijf principes zijn achtereenvolgens:
Toetsing
De ontwikkeling van het plangebied betreft de toevoeging van woningen en commercieel programma en de opwaardering van de openbare ruimte waardoor de Peperstraat beter aansluit bij het centrummilieu aan de westzijde van de Zaan. Het plan is in overeenstemming met de geformuleerde principes.
De Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 (vastgesteld november 2018) zet nadrukkelijk in op het stimuleren van knooppuntontwikkeling in de stationsgebieden. De woningbouwbehoefte wordt vooral in en aansluitend op de bestaande verstedelijkte gebieden gepland, in overeenstemming met de kwalitatieve behoeftes en trends. Nabijheid van functies is een belangrijk duurzaamheidsprincipe. Daarbij wordt in het ontwerp rekening gehouden met voldoende afvoermogelijkheden van (regen)water, voldoende groen in en om de stad, en optimale verkeersontsluiting met multimodale knooppunten.
De Metropoolregio Amsterdam ontwikkelt zich snel. De vraag naar woningen en ruimte voor bedrijven houdt aan, evenals de ruimtevraag voor recreatie en andere functies. Tegelijkertijd wil de provincie de landschappen in de groeiende metropool sparen. De bebouwingsopgave moet dan ook zoveel mogelijk binnen de bestaande kernen plaatsvinden, met een voorkeur voor knooppunten van openbaar vervoer. Verdichting vraagt steeds meer inventiviteit en bestuurskracht. De bebouwde omgeving wordt steeds intensiever gebruikt, de plancapaciteit binnenstedelijk blijkt door een andere kijk op stad en stedelijkheid een stuk groter te zijn dan lang is gedacht. En zowel bij bestaande bouw als nieuwbouw moet worden ingezet op besparing van energie, een klimaatadaptieve ruimtelijke inrichting en bij nieuwbouw ook op circulair bouwen. Dit alles moet samen gaan met de verdere verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Daarbij onderkent de provincie dat verdichting in de kernen leidt tot toenemende druk op het landschap.
Wonen en werken wordt binnenstedelijk geconcentreerd (transformeren, bundelen, verdichten). Hierbij houdt de provincie oog voor behoud en versterking van de leefbaarheid in bestaande en nieuwe gebieden. De provincie houdt ook een vinger aan de pols voor wat betreft de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de vraag. Regionale afspraken over stedelijke ontwikkelingen moeten bij de vraag blijven aansluiten.
Uitgangspunt is dat men zich effectief, veilig en efficiënt kan verplaatsen, waarbij de negatieve gevolgen van de mobiliteit op klimaat, gezondheid, natuur en landschap steeds nadrukkelijk meegewogen worden. Het verkeers- en vervoersnetwerk zal daarop worden geoptimaliseerd. Daarbij heeft men zo veel mogelijk keuzevrijheid in het bepalen van zijn of haar vervoerswijze.
Toetsing
Zaanstad is onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam. In het provinciale beleid heeft binnenstedelijke verdichting hoge prioriteit. De locatie ligt binnen bestaand stedelijk gebied en voorziet in de verdichting van het programma en opwaardering van de verblijfskwaliteit. De locatie geeft daarmee invulling aan het provinciale beleid.
In de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020 (vastgesteld november 2020) zijn de provinciale regels op het gebied van natuur, milieu, mobiliteit, erfgoed, ruimte en water samengebracht. Met het samenvoegen van 21 provinciale verordeningen is voorgesorteerd op de komst van de Omgevingswet. De provincie wil met de Omgevingsverordening ontwikkelingen, zoals woningbouw en de energietransitie, mogelijk maken. Tegelijkertijd zet de provincie in op het beschermen van mooie en bijzondere gebieden in Noord-Holland. De ambities voor Noord-Holland, zoals omschreven in de Omgevingsvisie NH2050, zijn verankerd in de Omgevingsverordening NH2020. De Omgevingsverordening is voorzien van een kaart waarop is aangegeven welke gebiedswaarden en normen voor de gekozen locatie gelden.
Toetsing
De beoogde ontwikkeling sluit goed aan op de uitgangspunten van de provinciale Omgevingsverordening. Met dit plan wordt voorzien in de toevoeging van woningbouw, zonder negatieve effecten te veroorzaken op beschermde natuurgebieden.
De aanwezigheid van Natura 2000-gebieden in de omgeving vormt geen belemmering voor het plan, zoals in deze toelichting nader wordt besproken in de paragraaf over Natuur (paragraaf 4.17).
Ook is in de kaart opgenomen dat in het plangebied rekening gehouden moet worden met Gebiedswaarden wateroverlast. Het plangebied ligt net buiten de in de kaart aangeduide regionale waterkeringen. De voor dit gebied geldende normen voor waterkwantiteit, voortvloeiende uit de Gebiedswaarde wateroverlast, worden meegenomen in de waterparagraaf behorende bij dit bestemmingsplan (paragraaf 4.7).
De ontwikkelingen zoals met voorliggend plan mogelijk wordt gemaakt, worden volgens de omgevingsverordening aangemerkt als 'nieuwe stedelijke ontwikkeling'. Deze ontwikkeling moet - gelet op artikel 6.3 in overeenstemming zijn met binnen de regio gemaakte afspraken. Dit is beschreven in paragraaf 1.3. Van belang is dat geen sprake is van nieuwe stedelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied, dat de woningbouw regionaal is afgestemd en wordt gemonitord.
Binnen MAAK.Zaanstad is de gemeente Zaanstad met inwoners, ondernemers en organisaties in gesprek gegaan over de toekomst van Zaanstad. MAAK.Zaanstad is een toekomstbeeld en agenda en is eigendom van de stad. Het heeft tot doel met een investerings- en uitvoeringsagenda te komen die er voor zorgt dat Zaanstad ook op de lange termijn een sociaal duurzame stad is, waar mensen zich thuis voelen en met plezier wonen en werken. Met MAAK.Zaanstad wordt ook gekeken naar wat er tussen nu (2016) en 2025 kan en moet gebeuren om de doelen voor 2040 te kunnen bereiken.
MAAK.Zaanstad is een uitwerking van bestaande visies, zoals Zaans Evenwicht en de Economische- en Ruimtelijke Structuurvisie. Deze visies zijn verrijkt met het gesprek met de stad en majeure ontwikkelingen, waaruit opgaven, richting en ambitie zijn gedestilleerd. De agenda van MAAK.Zaanstad loopt tot 2040, maar kijkt ook op korte termijn: wat moet er nu al gebeuren? Met MAAK.Zaanstad heeft de gemeenteraad een aantal maatregelen vastgesteld.
Voor het plangebied relevante maatregelen zijn:
Toetsing
Zaanstad wil het groene buitengebied sparen en de groei (zo'n 15.000 - 20.000 woningen) zal in de komende decennia binnenstedelijk worden gerealiseerd, door verdichting en transformatie van locaties die leegstaan of onderbenut worden.
De herontwikkeling van de Peperstraat geeft uitvoering aan de uitganspunten zoals zijn vastgesteld in het gebiedsperspectief MAAK Zaanstad Centrum Oost, mede door het feit het een autoluwer gebied zal worden, omdat er geen doorgaand verkeer meer is, waarbij er meer ruimte wordt gecreëerd voor ontmoeting, gezelligheid, spelen en bewegen. De auto’s worden geplaatst in de parkeergarage en het gebied zal in beperkte mate toegankelijk zijn voor autoverkeer. Hierbij is het van belang in te zetten op een goede OV-verbinding, om de toegankelijkheid van het gebied te waarborgen. Doordat in deze garage een groot deel van het bezoekersparkeren in Centrum-Oost kan worden gevestigd, worden andere gebieden, zoals de Burcht, vrijgespeeld voor kwalitatief hoogstaande toekomstige ontwikkelingen. De herontwikkeling van de Peperstraat is daarmee dus de katalysator voor meer ontwikkelingen in het gebied en hiermee een sterke kwaliteitsimpuls. De bebouwing die wordt toegevoegd gaat ook bijdragen aan een hogere (verblijfs)kwaliteit van een gebied. Tevens wordt door het toevoegen van woningen in een divers huur- en koopaanbod het draagvlak voor voorzieningen vergroot.
In de omgeving van de Peperstraat is behoefte aan verschillende maatschappelijke voorzieningen, plekken om elkaar te ontmoeten, te kunnen spelen en een groene openbare ruimte. Deze herontwikkeling biedt de kans om in deze behoefte te voorzien en waar mogelijk wordt hier ruimte aan geboden. Naast het toevoegen van deze maatschappelijke voorzieningen wordt de leefbaarheid ook verhoogd door het toevoegen aantrekkelijk functies in de plint.
In de stadsvisie MAAK.Zaanstad kiest Zaanstad nadrukkelijk voor verdichting in combinatie met het aantrekkelijker maken van langzaamverkeersroutes. Het plan beoogt een kwalitatieve herontwikkeling van het plangebied. Het bestemmingsplan draagt daarmee bij aan de doelstellingen van MAAK.Zaanstad.
Dit bestemmingsplan maakt de transformatie van de Peperstraat mogelijk. In Hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de onderbouwing van het plan. Thema's zoals duurzaamheid, cultuurhistorie, stedenbouwkundige uitgangspunten en omgevingsaspecten komen hier uitgebreid aan bod.
De Visie Noordzeekanaalgebied 2040 'Duurzame ontwikkeling van een economische motor' is door de gemeenteraden grenzend aan het kanaal vastgesteld op 27 juni 2013.
De visie richt zich op de keuzes die nodig zijn om de belangrijke waarden in het gebied te versterken. De uitdaging is om de schaarse ruimte in het Noordzeekanaalgebied optimaal in te zetten voor het creëren van de juiste vestigingsvoorwaarden voor bedrijvigheid die economische waarde en werkgelegenheid toevoegt en voor het huisvesten van talent (vanwege het aantrekken van internationaal concurrerend kwalitatief arbeidsaanbod). Daarbij hoort een leefbare omgeving met voldoende groen en recreatieruimte.
In de visie worden verschillende gebieden aangewezen die zich kunnen lenen voor transformatie naar hoog stedelijk woonwerkgebied. De precieze begrenzingen en de invulling staan niet precies vast. Voor Zaanstad gaat het om de Zaanoevers, Achtersluispolder en het Hembrugterrein. De opgaven en uitdagingen zijn per gebied beschreven.
Toetsing
In de Visie Noordzeekanaalgebied wordt het volgende genoemd over de locaties aan de Zaanoevers: “De ingezette verstedelijking langs de Zaanoevers zet zich geleidelijk voort op die plekken, waar mogelijkheden zich voordoen op de ontwikkeling van hoogstedelijke werk- en woonmilieus en hergebruik van industrieel erfgoed. Mogelijke transformaties vinden plaats na een zorgvuldige procesgang, inclusief overleg met betrokkenen.”
De herontwikkeling van de Peperstraat is als een transformatie naar een hoogstedelijk woonmilieu in lijn met de visie Noordzeekanaalgebied.
Het uitgangspunt voor de Welstandsnota Zaanstad 2013 is een gedifferentieerde aanpak met minder en eenvoudigere regels waar het kan en nauwkeurige welstandssturing waar het moet.
Voor het plangebied geldt het welstandsniveau 'Gewogen - bijzonder'. Zaanstad maakt voor het aansturen van (her)ontwikkelingen in een aantal gebieden gebruik van ontwikkelingskaders, beeldkwaliteitplannen en welstandsparagrafen. Deze vormen een aanvulling op de welstandsnota en worden als zodanig vastgesteld. Voor de Peperstraat is de beeldkwaliteit opgenomen in het vastgestelde Stedenbouwkundige kader Peperstraat.
Toetsing
Alle ontwerpen van de nieuwe gebouwen, die als onderdeel van de herontwikkeling van de Peperstraat, door de ontwikkelaar bij de gemeente worden ingediend worden eerst beoordeeld door het Supervisieteam van MAAK.Centrum, mede aan de hand van de uitgangspunten voor beeldkwaliteit, zoals vastgesteld in het Stedenbouwkundig kader Peperstraat. Na de goedkeuring van het supervisieteam worden de ontwerpen ook beoordeel door de adviescommissie Welstand en Monumenten Zaanstad (welstand), waarbij de welstandsnota als belangrijkste kader geldt. Daarmee voldoet het plan aan het gemeentelijke welstandsbeleid.
In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan de uitvoering van de Erfgoedvisie 2011-2018 ‘Erfgoed in ontwikkeling’. Erfgoed staat daardoor nu goed op de kaart, zowel in de gemeente als daarbuiten. Erfgoed krijgt meer prioriteit bij het maken van keuzes. Het erfgoedbeleid in de gemeentelijke organisatie is als vanzelfsprekend ingebed in het werk. Team Erfgoed zit aan het begin van het proces aan tafel. Deze inhaalslag is een belangrijke stap geweest voor het realiseren van het doel ‘de basis van het Zaanse Erfgoed op orde brengen’. Wat goed gaat en nodig is, blijft vanzelfsprekend onderdeel van ons beleid. De veranderingen en trends in de samenleving van dit moment vragen om een actualisatie van het erfgoedbeleid.
Rekening houden met archeologische en cultuurhistorische waarden zal, net als in het bestemmingsplan, ook in het omgevingsplan verplicht zijn. Bij de ontwikkelopgave in de MAAK.gebieden is dit vaak het geval. De archeologische (voor)onderzoeken en cultuurhistorische verkenningen moeten verankerd blijven in de processen van MAAK.Zaanstad. Door deze onderzoeken komt het karakter van het gebied meer naar boven en er zal meer begrip voor de geschiedenis en structuur van een plek ontstaan voor het ontwerpproces. Dit is belangrijk voor de supervisie. Voor nieuw te maken keuzes van een gebied is het van belang om goed en tijdig contact te onderhouden met supervisor van het desbetreffende MAAK.gebied.
Toetsing
Het hiervoor beschreven proces is ook voor de ontwikkeling van Zaanstad Centrum Oost doorlopen. Dit wordt beschreven in paragraaf 4.1 van de Toelichting en archeologie is in de Verbeelding en de Regels van het bestemmingsplan verwerkt. Hiermee is bij de totstandkoming van het Bestemmingplan voldaan aan de uitgangspunten van de Erfgoedstrategie.
Het Zaans afwegingskader hoogbouw is door de gemeenteraad vastgesteld op 10 januari 2008. Het is een instrument waarin vastligt hoe de gemeente procesmatig en inhoudelijk omgaat met hoogbouwinitiatieven. Initiatieven van vier of gestapelde bouwlagen (met een minimale hoogte van 12 meter). De beoordelingscriteria richten zich op stads-buurt en gebouwniveau.
Hoogbouw is geen doel op zich, Zaanstad wil zich niet profileren als hoogbouwstad. Dit betekent niet dat er geen hoogbouw is of kan komen, het betekent dat de afweging voor wel of geen hoogbouw gemaakt wordt binnen de bestaande beleidskaders. In dit afwegingskader worden deze kaders benoemd.
Het startpunt is de ruimtelijke structuurschets ‘Dansen op het Veen’. Hieruit zijn drie motto’s gedestilleerd die het omgaan met hoogbouw richting geven:
1. Beschermen wat goed is
2. Ruimte bieden waar het kan
3. Maatwerk leveren waar het nodig is
Deze drie motto’s hebben ieder een kaartbeeld wat samen het gehele grondgebied van Zaanstad beslaat. Bij elk motto hoort een uitspraak over hoe wordt omgegaan met hoogbouw in dat gebied.
Op de kaarten in het afwegingskader van de motto's (zie hieronder) is er voor de Peperstraat het motto 'Ruimte bieden waar het kan' geldt. Over bebouwing langs de Zaan zegt het afwegingskader: “ De centra zijn een intensivering in bestaand stedelijk gebied met een eigen historie en karakter dat samen op moet gaan met de vernieuwing. Het uitgangspunt voor deze gebieden, waar het motto 'ruimte bieden waar het kan is dat hoogbouw mogelijk is, zodanig dat het passend is binnen het programma en de stad én positieve advisering heeft van het Adviesteam Hoogbouw. Voor gebieden, waar er supervisie en een kwaliteitskader aanwezig is, adviseert het supervisieteam over het initiatief tot hoogbouw.
Toetsing
Binnen het plangebied worden gebouwen mogelijk gemaakt met hoogte accenten tot 34,5 en 64 meter. De Peperstraat ligt in op basis van het Zaans Afwegingskader Hoogbouw binnen een gebied waar ruimte voor hoogbouw wordt geboden. Alle ontwerpen binnen de herontwikkeling van de Peperstraat worden voorgelegd aan het supervisieteam van MAAK.Centrum en getoetst aan het beeldkwaliteitskader, dat als onderdeel van het Stedenbouwkundig kader Peperstraat is vastgesteld. Hiermee wordt voldaan aan het afwegingskader.
De gemeenteraad heeft op 11 juli 2019 de geactualiseerde versie van de Woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' vastgesteld. Met 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' slaat Zaanstad een nieuwe koers in waarbij de focus is veranderd van uitbreiding naar transformatie en van kwantiteit naar kwaliteit. Dat betekent gedifferentieerde woonmilieus, keuzevrijheid in woningaanbod, kwalitatief goede woningen en een goede leefbaarheid in alle Zaanse wijken. De afgelopen jaren heeft de gemeente samen met woonpartners hard gewerkt om het wonen in Zaanstad te verbeteren. De woonvisie en de bijbehorende Uitvoeringsagenda Wonen 2019-2024 geven richting aan deze activiteiten. De gemeente zet in op gedifferentieerde woonmilieus, kwalitatief goede woningen en goede leefbaarheid in alle Zaanse wijken.
De gemeenteraad heeft zes belangrijke opgaven benoemd die doorslaggevend zijn voor de verdere groei en ontwikkeling van Zaanstad: verstedelijking, economische ontwikkeling, kansengelijkheid, gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Dit wordt in de woonvisie vertaald naar de volgende opgaven:
Verstedelijking
Eén van de opgaven in de geactualiseerde woonvisie is verstedelijking. Steden met een goed woon- en leefklimaat en aantrekkelijke voorzieningen doen het goed. Gemeenten, steden en regio's gaan elkaar steeds sterker strategisch beconcurreren op de kwaliteit, variatie, duurzaamheid, nabijheid van groen, natuur en water van hun woon- en leefomgevingen, bereikbaarheid én stedelijke voorzieningen (scholen, ziekenhuizen, cultuur, hoogwaardige horeca en winkels, historische binnenstad). Vanuit wonen wordt ingezet op groei, een groei die ook de kwaliteit van het wonen vergroot. De grote bouwopgave wordt binnenstedelijk ingevuld, wat kan conflicteren met andere ruimteclaims zoals parkeren, voorzieningen en ruimte voor bedrijven.
Toetsing
Het plan sluit aan op de behoefte om meer woningen te realiseren binnen de stedelijke contouren. Daarnaast wordt de openbare ruimte opgewaardeerd waardoor het aantrekkelijk voetgangersgebied met een goed kwalitatief woonklimaat wordt. Het plan draagt bij aan de doelstellingen van de woonvisie.
In het verlengde van de geactualiseerde Woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' heeft de gemeente de Uitvoeringsagenda Wonen 2019 - 2024 vastgesteld. Deze agenda geeft een extra impuls aan het Zaans woonbeleid. De uitvoeringsagenda is samengesteld op basis van een programmatische aanpak rond vijf deelthema's (actieprogramma's):
Deze actieprogramma's gaan over concrete en zichtbare stappen die de gemeente zet om de ambities uit de woonvisie dichterbij te brengen. De uitvoeringsagenda richt het vizier vooral op de korte en middellange termijn. Met dit uitvoeringsprogramma zet de gemeente in op onder andere duurzaamheid en (betere) doorstroming door middel van een gedifferentieerd woningaanbod.
Het woningtekort in Zaanstad (5%) is opgelopen tot één van de hoogste in de regio. De consensus is dat een tekort van 1,5-2% acceptabel is. Een hoger tekort leidt tot een gespannen woningmarkt, waarbij huishoudens te lang op een woning moeten wachten. Zaanstad heeft na Amsterdam het hoogste woningtekort in de MRA (bron: monitor woningbouw provincie Noord-Holland).
Uit een analyse van de Zaanse woningmarkt blijkt dat er tot 2030 behoefte is aan 10.000 extra woningen in alle prijssegmenten, zowel in huur als in koop. Vooral in het sociale segment (huur en koop) is sturing op groei nodig. Voor het middensegment gaat het meer om sturing op kwaliteit/oppervlakte, prijsontwikkeling en instandhouding. Er is sprake van groei van het aantal één- en tweepersoonshuishoudens als gevolg van de toenemende vergrijzing. Ook zien we meer behoefte aan bijzondere en innovatieve woonvormen en –producten en vormen van beschut of beschermd wonen voor kwetsbare groepen.
Toetsing
Met dit plan worden maximaal 571 wooneenheden toegevoegd aan de woningvoorraad. Het voorgenomen woningprogramma voor dit bouwplan bestaat uit huurappartementen in de prijsklassen sociaal, midden en duur (zie paragraaf 4.3). Met dit diverse woningaanbod draagt het plan bij aan de ambities uit de Uitvoeringsagenda om meer woningen te bouwen in het huursegment en met name voor één- en tweepersoonshuishoudens.
Zie voor meer informatie over het beoogde woningprogramma paragraaf 4.3 van de toelichting.
De zes Zaanse woningcorporaties, het Huurdersoverleg Zaanstreek (HoZ) en de gemeente werken samen aan een stad waar mensen prettig wonen in leefbare wijken, mensen met een laag inkomen een dak boven het hoofd hebben en waar iedereen zich thuis voelt. De gezamenlijke ambities en afspraken zijn voor de periode 2020 tot 2024 vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst 2020-2024 om lange termijn ambities waar te maken. De samenwerkingsafspraken richten zich op verschillende deelthema's met ieder zijn eigen ambities:
Deze deelthema's gaan over concrete en zichtbare stappen die de Zaanse corporaties, het HoZ en de gemeente zetten om de ambities op deze thema's dichterbij te brengen en richt het vizier vooral op de korte en middellange termijn. Met deze samenwerkingsafspraken wordt ingezet op onder andere het realiseren van meer sociale huurwoningen, een betere benutting van de bestaande sociale huurwoning, investeringen in de bestaande wijken en samen werken aan de leefbaarheid voor en kwetsbaarheid van bewoners.
Toetsing
Met dit plan komt Zaanstad een stap dichter bij het invullen van de regionaal geformuleerde ambities. Er wordt zo voorzien in een aanvulling van de voorraad sociale huurwoningen.
De colleges van de 8 gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam (per 6 juli), Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad) en de provincie Noord-Holland zijn op 29 juni 2021 het Woonakkoord 2021-2025 met elkaar aangegaan. Met dit akkoord geven de partijen samen invulling en uitvoering aan het regio specifieke woonbeleid voor de komende vijf jaar.
De gezamenlijke missie is: een aantrekkelijke en gevarieerde woonregio blijven, toekomstbestendig en met plek voor alle inwoners. Gezamenlijk hebben de gemeenten onderstaande ambities en opgaven geformuleerd.
1. Identiteit door diversiteit versterken:
Koesteren van de verscheidenheid verschillende woonmilieus die dicht bij elkaar liggen: van hoog stedelijk tot uitermate landelijk. De toenemende woningvraag biedt kansen om de dynamiek te vergroten.
2 Ruimte bieden aan de eigen én regionale woningvraag:
Elke gemeente zal tegemoetkomen bij de regionale woningbehoefte door haar eigen kwaliteiten te versterken en aan te vullen, binnen de mogelijkheden die ze heeft. Zo kunnen we ook goede vervoersverbindingen met de werkgelegenheidscentra waarborgen en een open landschap voor de recreatie.
3. Verdere differentiatie van de woningvoorraad voor alle doelgroepen:
Het behouden van aanzienlijke betaalbare huur- en koop-woningvoorraad en de kansen benutten voor het toevoegen of uitbreiden van woonmilieus en woningtypen.
4. Naar een toekomstbestendige woningvoorraad:
Het meer levensloopbestendig maken en verduurzamen van de woningvoorraad. Door in te zetten op doorstroming werken we aan een optimaal gebruik van de sociale voorraad.
Toetsing
Met de herontwikkeling van de Peperstraat wordt een hoogstedelijk woonmilieu gecreëerd, dat aansluit op de woningbehoefte. De helft van de woningen zal in het sociale- en middensegment vallen. Het plan draagt dus ook bij aan het realiseren van betaalbare huurwoningen. Daarnaast worden de woningen en de openbare ruimte toekomst bestendig, vanwege de hoge mate van duurzaamheid en klimaatadaptie. Zodoende sluit het plan aan op het woonakkoord.
Het Groen- en waterplan Zaanstad (2017) is door de gemeente vastgesteld in februari 2018. Dit plan vormt een beoordelingskader voor de inpassing van groen en water bij ontwikkelingen in stedelijk gebied. Vooral door de grote woningbouwopgave waarmee Zaanstad wil groeien tot 200.000 inwoners en waarbij de woningen binnenstedelijk moeten worden ingepast, neemt de druk op de stad, het ruimtegebruik, het groen en het water toe. Daarom is het belangrijk om het groen en water op een dusdanige manier in te passen, zodat de waarden behouden blijven, passend binnen de eisen en wensen van ecologie, recreatie en klimaat.
Toetsing
Bij het Groen- en waterplan is een handreiking met een stappenplan (6 stappen) voor ontwikkeling in het stedelijk gebied gevoegd. Bij de totstandkoming van het plan is (stap 1) de hogere wetgeving toegepast. In de plantoelichting is dit nader onderbouwd. Het plan ligt (stap 2) niet in de ecologische verbindingszone en (stap 3) er ligt ook geen recreatieve route of vaarverbinding door het plangebied. In de huidige situatie is er binnen het plangebied geen groen of water van enige areaal, waarmee het areaal hiervan (stap 4 en 5) niet afnemen.
Daarmee is aangekomen bij stap 6, namelijk onderzoeken of kwaliteit kan worden toegevoegd, bijvoorbeeld door de extra waterberging en groen kan worden toegevoegd. Of dat de aanwezige water- en groenwaarden en ecologische waarden verbeterd kunnen worden. Tot slot moeten de gevolgen voor beheer geregeld worden.
Bij nieuwbouw streeft de gemeente naar het inbedden van klimaatadaptieve maatregelen in het ontwerp, het toevoegen van groen in de wijk en in ontwikkelgebieden waar geen stadspark aanwezig is, het creëren van kleine parken of groene pleinen die als ontmoetingsplek kunnen fungeren. Het ontwerp voor de herontwikkeling van de Peperstraat voorziet in een groot groengebied op het dak van de ondergrondse parkeergarage. De openbare ruimte krijgt hiermee een opwaardering met meer groen en er wordt direct invulling gegeven aan het groen- en waterplan.
Zaanstad wil de komende jaren gezonder, groener en duurzamer worden. De rol van bomen hierin is belangrijk. Onder andere op het gebied van de biodiversiteit, reduceren van hittestress, bijdrage aan een CO-2 neutrale gemeente en een aantrekkelijke stad. De gemeenteraad heeft daarom het bomenbeleidsplan geactualiseerd (2021). Dit bomenbeleidsplan geldt voor de periode 2020-2050 en geeft uitgangspunten voor de Omgevingsvisie 2050. Het doel van het bomenbeleidsplan is om Zaanstad te laten groeien tot een gezonde, leefbare stad in 2050, door te streven naar een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand, het behouden van waardevolle bomen en het versterken van structuren. In het bomenbeleidsplan geeft Zaanstad invulling aan het bomenbeheer in de stad en eisen voor bomen bij vervangingsprojecten en gebiedsontwikkelingen.
Toetsing
Binnen het plangebied Peperstraat zijn op dit moment 79 bomen aanwezig. Voor de ontwikkeling van de Peperstraat is het noodzakelijk 66 bomen te kappen. 13 bomen zullen worden gehandhaafd. In de nabije omgeving zijn geen beschermde bomen aanwezig, zoals blijkt uit bijlage E (beschermde bomen) van het bomenbeleidsplan. Op de boomstructuurkaart (bijlage C van het bomenbeleidsplan) is de Peperstraat aangeduid als 'toekomstige bomenstructuur'.
In het plangebied Peperstraat is ook in de toekomstige situatie behoefte aan groen en zal dit dan ook worden gerealiseerd. Gestreefd wordt 66 nieuwe bomen toe te voegen binnen het plangebied. De bomen die hier worden gerealiseerd gaan bijdragen aan een klimaatadaptieve omgeving. In de nieuwe situatie krijgt de Peperstraat een plantsoen met 30% kroonbedekking, ze dragen bij aan een aantrekkelijke verblijfsomgeving, de aanloopstraten krijgen tenminste 20% kroonbedekking.
In een volgende fase zal een ontwerp van de openbare ruimte worden uitgewerkt, wanneer verdere toetsing aan dit bomenbeleidsplan plaatsvindt. Het bestemmingsplan sluit aan op het bomenbeleidsplan.
Het beleidsplan Speelruimte is in 2017 vastgesteld door de gemeenteraad. Speelplekken in de openbare ruimte zijn belangrijk. Ze bieden niet alleen de mogelijkheid van spelen en bewegen de openbare ruimte maar vervullen ook een belangrijke sociale functie. Met het plan wil Zaanstad inzetten op:
1. het bieden van voldoende aantrekkelijke speelplaatsen in de wijken;
2. het realiseren van meer aantrekkelijke (natuur- en water-) speelplaatsen in de stad die een
buurtoverstijgend karakter krijgen;
3. het stimuleren van het bewegen van de ouderen in de samenleving;
4. het vergroten van bewonersbetrokkenheid (adoptie van speelplaatsen);
5. inspelen op klimaatverandering zodat in de toekomst op warme zomerdagen ook op
aangename wijze op speelplaatsen verbleven kan worden.
Het beleid richt zich op een aantal doelgroepen. Daarbij is ook aangegeven met welke maatregelen en concrete richtlijnen de doelstellingen gerealiseerd worden.
Toetsing
Voor alle doelgroepen, vermeld in het beleidsplan is er vanaf de Peperstraat speelruimte binnen de gewenste loopafstand. Daarmee wordt voldaan aan het beleidsplan.
Met het Zaans Mobiliteitsplan zet de gemeente Zaanstad de beleidskaders uit voor het mobiliteitsbeleid in de periode 2020 – 2040. Een belangrijke periode, omdat de gemeente voor grote opgaven staat. Hoe gaat de gemeente de extra mobiliteit opvangen die samenhangt met de groei naar 200.000 inwoners en bouw van 20.000 nieuwe woningen? Hoe zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen? Hoe versterken we en behouden we de unieke kwaliteiten van Zaanstad en hoe zorgen we voor een transitie naar meer duurzame mobiliteit om invulling te geven aan de klimaatopgave.
Om al deze opgaven in balans te houden is tussen nu en 2040 een mobiliteitstransitie nodig
naar meer gebruik van fiets en openbaar vervoer, efficiënte logistiek en elektrificatie van het wagenpark. Deze mobiliteitstransitie vindt overal plaats maar is niet voor alle delen van Zaanstad hetzelfde. Daarom is het noodzakelijk gebiedstypen te definiëren met een specifiek eigen mobiliteitsprofiel. Het Zaans Mobiliteitsplan is opgehangen aan 12 hoofdkeuzen die feitelijk universeel zijn. Ze zijn ook bij de nadere uitwerking van onderdelen in de gebiedsuitwerkingen van kracht:
Aan de oostkant van het centrum van Zaandam speelt de transformatie van de Peperstraat en
de herinrichting van de Burcht. Hiermee wordt een eerste stap gezet om de oostkant van Zaanstad meer aan te sluiten op het centrum. Door de ontwikkelplannen groeit het centrum ook over de Zaan heen en wordt het gebied rond de Zaan echt een centrale plek.
Wat betreft inrichting gaat de gemeente voor minder asfalt en vaker voor bijvoorbeeld klinkers om de beleving te vergroten. En door het verbeterde verblijfsklimaat rond de Zaan wordt het ook logischer de fiets al ten oosten van de Zaan te willen stallen en te voet verder te gaan het kernwinkelgebied in. Daarom is het wenselijk om ook aan de oostkant van het centrum een goede fietsvoorziening te maken bij de Peperstraat, maar niet te ver van de sluis.
Een van de nieuwe maatregelen is een OV-knoop bij de Peperstraat. De vele bussen door het centrum zorgen voor bereikbaarheid, maar leggen ook druk op de ruimte. Daarom wil de gemeente in de toekomst niet alle R-netlijnen meer door het centrum leiden, maar in plaats daarvan de OV-bereikbaarheid verzorgen met stadsbuslijnen én via HOV-knopen aan de randen, zoals ook de nieuwe knoop op het oostelijke einde van de Peperstraat. Dit komt ten goede aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving en het past beter bij de vervoersbehoefte op deze route.
Toetsing
De Peperstraat is aangemerkt als hoogstedelijke centrumzone (A+). Centraal in deze zone staat de ruimtelijke kwaliteit en de belevingswaarde. Hier wordt benadrukt dat de voetganger en fietsers centraal staan. De auto is welkom, maar wordt in de A-plus zone zo veel mogelijk aan de randen opgevangen. Het gebied is goed bereikbaar met OV, maar doorgaand OV (Rnet) wordt er omheen geleid. Deelmobiliteit wordt in deze zone volop aangeboden en is op korte afstand beschikbaar. Parkeren is gereguleerd. Schone en slimme stadslogistiek, met hubs in de omgeving, vergroot de leefbaarheid.
In de A-plus zone hanteert de gemeente een maximum norm; minder parkeerplaatsen realiseren mag, meer parkeerplaatsen niet. Dit is nader uitgewerkt in paragraaf 4.6.
De Beleidsnota Ruimte voor parkeren is uitgewerkt in de Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016. Deze uitvoeringsnota beschrijft in detail hoe de gemeente bouwplannen toetst op het parkeren van auto's en fietsen enzovoorts. De uitvoeringsnota is het document waarnaar verwezen wordt in de bouwverordening, bestemmingsplannen en het omgevingsplan en is daarmee onderdeel van het toetsingskader.
Toetsing
Dit bestemmingsplan verwijst voor de te hanteren parkeernormen naar de mogelijkheden voor maatwerk in de Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016. Op basis daarvan worden er voor het autoparkeren andere normen gehanteerd dan die vastgelegd in de uitvoeringsnota.
De Zaanse beleidsregels zijn niet beperkt tot autoparkeren, maar hebben ook betrekking op fietsparkeren, laden en lossen en Kiss & Ride. Deze beleidsregels worden regelmatig bijgesteld. In de regels van het bestemmingsplan is een dynamische verwijzing opgenomen, zodat ruimte wordt geboden in flexibiliteit in het parkeerbeleid zonder dat het bestemmingsplan gewijzigd moet worden.
Op 22 september 2021 heeft het regionaal portefeuillehoudersoverleg. Bereikbaarheid van de metropoolregio Amsterdam (MRA) de Strategische agenda bereikbaarheid Zaanstreek-Waterland 2021-2040 vastgesteld. Op 9 november 2021 heeft het Zaans college tevens ingestemd met de strategische agenda.
Om invulling te geven aan de mobiliteits- en bereikbaarheidsopgave, zijn in de Strategische Agenda de volgende opgaven en ambities benoemd:
1. Inzet op wonen, werken én recreëren in Zaanstreek-Waterland;
2. Zaanstreek-Waterland omarmt de mobiliteitstransitie;
3. Gezamenlijke lobby voor goede noord-zuid OV-verbindingen;
4. Samenwerken aan een beter oost-west fietsnetwerk;
5. Toerisme vraagt om een goede samenwerking in de regio;
6. Gezamenlijk ruimte geven aan Smart Mobility;
7. Hand in hand met onze werkgevers en ondernemers.
Toetsing
Het plan voor de herontwikkeling van de Peperstraat zal een goede mix van wonen, werk- en recreatieve functies creëren. Gelet op de doelgroep van veel van de toekomstige woningen en de ligging van de Peperstraat zijn er volwaardige alternatieven voor de auto voorhanden en is het aannemelijk dat die ook gebruikt zullen worden. Ook wordt de openbare ruimte van de Peperstraat aantrekkelijker voor fietsers en daarmee wordt een bijdrage geleverd aan een beter oost-west fietsnetwerk. Het plan voor de Peperstraat sluit aan op de strategische agenda bereikbaarheid Zaanstreek-Waterland.
In de Zaanse Visie op Gezondheid zoals deze door de gemeenteraad in 2019 is vastgesteld, stippelt de gemeente Zaanstad de belangrijkste uitgangspunten voor haar gezondheidsbeleid tot 2040 uit. Hierin wordt gezondheid voortaan niet langer benaderd als 'niet ziek' zijn maar wordt het begrip 'positieve gezondheid' geïntroduceerd:
het vermogen van mensen om met fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en daarbij zoveel mogelijk eigen regie voeren.
Dat is een combinatie van een gezonde omgeving en gezond gedrag. De gemeente wil die wisselwerking aanmoedigen zodat heel veel Zaankanters zich in 2040 gezond voelen in een omgeving die uitnodigt tot gezond gedrag.
Toetsing
Dit plan voorziet in de herontwikkeling van de Peperstraat. Er worden moderne appartementen gerealiseerd, op loopafstand van voorzieningen en de Zaan. Binnen het plangebied worden daktuinen aangelegd waar alle bewoners gebruik van mogen maken. Het plan sluit daarmee goed aan bij de uitgangspunten van de Zaanse Visie op Gezondheid.
Versterking van winkelgebieden die sterk of kansrijk zijn, dat is waar de gemeente Zaanstad op inzet. Er zijn voldoende kansen voor ontwikkeling, maar om die te kunnen benutten moeten er goed afgewogen keuzes gemaakt worden. Daarom heeft de gemeente, op verzoek van politiek én ondernemers, en gebaseerd op huidige ontwikkelingen en veranderend winkelgedrag, een nieuwe visie op detailhandel opgesteld. De basis is een zogeheten hoofdstructuur voor de detailhandel, een kader voor het toetsen van nieuwe vestigingsaanvragen en ondersteuning voor het midden- en kleinbedrijf.
In de Detailhandelsvisie Zaanstad zijn drie hoofdwinkelgebieden aangewezen: Stadshart Zaandam, Krommenie-centrum en Wormerveer-centrum.
Dit zijn de grootste en belangrijkste winkelgebieden van een woonplaats. Hier komt een duidelijk onderscheid tussen de kern en het aanloopgebied. In een aantal ondersteunende winkelcentra in de wijk worden de dagelijkse boodschappen gedaan. Eén of twee supermarkten zijn de dragers van deze centra.
De begrenzing van het kernwinkelgebied stadshart Zaandam is als volgt: Gedempte Gracht, Westzijde vanaf Gedempte Gracht tot Stationsstraat en Rozenhof. Aanloopstraten: Rozengracht, Westzijde vanaf Klokbaai tot Stationsstraat en Beatrixbrug. Peperstraat en Zuiddijk maken geen onderdeel uit van het winkelgebied.
Toetsing
In de detailhandelsvisie wordt gestuurd op een afname van winkelmeters aan de oostzijde van de Zaan.
Met dit bestemmingsplan wordt hier invulling aan gegeven door een aanzienlijke afname van mogelijkheden/vierkante meters aan centrumvoorzieningen/winkels in het plangebied. Waar er in het gebied op basis van de geldende beheersverordeningen “Inverdan” en ”Van Spoorbrug tot Sluis” planologisch en ruimtelijk mogelijkheden waren voor circa 13.000 m2 aan centrumvoorzieningen/winkels/horeca, waarvan het grootste deel op de begane grond (circa 8000 m2), wordt nu maximaal 3.000 m2 aan detailhandel toegelaten, waaronder de mogelijkheid voor een supermarkt van maximaal 2.000 m2.
Het bestemmingsplan is hiermee in lijn met de Detailhandelsvisie Zaanstad.
De Horeca visie Zaanstad is in september 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. De visie maakt deel uit van een drieluik, samen met een nieuwe Visie Verblijfsaccommodaties (waaronder hotels) en de nieuwe Toeristische Visie. De Horeca visie Zaanstad is gericht op alle horeca behalve de hotels (zie daarvoor de Visie Verblijfsaccommodaties).
Het doel van de Horeca visie Zaanstad is om samen met de ondernemers uit de stad te werken aan een divers en duurzaam horeca aanbod van goede kwaliteit. Een aanbod dat aansluit op de behoeften van de bewoners van Zaanstad, dat aantrekkingskracht heeft op bezoekers en past bij de ontwikkeling van stad en maatschappij.
Er is onderscheid gemaakt tussen de onderstaande sectoren.
Per focusgebied en per horecasegment is in kaart gebracht hoe groot de ruimte is voor verdere ontwikkeling. Deze focusgebieden zijn in kaart gebracht binnen de Maak.gebieden: Noord, Midden, Centrum en Zuid.
Om te laten zien waar de kansen liggen voor ondernemers die een nieuwe markt willen openleggen en daarmee een belangrijke rol willen spelen in de ontwikkeling van de stad, bijvoorbeeld in de gebieden die de komende jaren gaan transformeren. Er is onderscheid gemaakt in de volgende focusgebieden:
Mogelijkheden voor toevoeging wanneer de horeca haar aanbod diverser en aantrekkelijker weet te maken
Er blijkt onder bewoners en bezoekers behoefte aan meer diversiteit onder het horeca aanbod. Denk aan restaurants in het hogere segment, terrassen aan het water, vegetarische eetgelegenheden en restaurants gespecialiseerd in de oosterse keuken. Gezien het toenemend aantal toeristen met een culturele interesse liggen er ook kansen voor ondernemers die de combinatie van horeca met cultuur kunnen aanbieden.
Horecaondernemers die met nieuwe concepten willen inspelen op de ontwikkelingen in de markt kunnen rekenen op een luisterend oor bij de gemeente. De sector moet immers blijven vernieuwen. Daarbij is kwaliteit en diversiteit naar de mening van de gemeente belangrijker dan kwantiteit. Niet nog meer vierkante meters horeca erbij, liever concepten die een beter gebruik maken van de bestaande ruimte.
Toetsing
Binnen Zaanstad en de Peperstraat is beperkt nieuwe horeca binnen categorie 1a, 1b en 1c uit de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan.
Voor het plangebied geldt dat er sprake is van een afname van het aantal mogelijke vierkante meters voor horeca. In de Horecavisie is uiteengezet in hoeverre er groeimogelijkheden zijn voor de komende jaren. De conclusie is dat de komende 5 jaar slechts beperkte groeimogelijkheden zijn wanneer het geen vernieuwend concept betreft of anders is dan wat reeds aanwezig is. Daarom wordt terughoudend omgegaan met het toevoegen van nieuwe meters voor centrumvoorzieningen/winkels/horeca. Waar er in het gebied op basis van de geldende beheersverordeningen “Inverdan” en ”Van Spoorbrug tot Sluis” planologisch en ruimtelijk mogelijkheden waren voor circa 13.000 m2 aan centrumvoorzieningen/winkels/horeca. Voor het bestemmingsplan Peperstraat geldt voor centrumvoorzieningen waaronder horeca dat er sprake is van een afname in planologische mogelijkheden, totaal mag aan centrumvoorzieningen inclusief detailhandel en horeca 4.500 m2 worden gerealiseerd. Het bestemmingsplan is hiermee in lijn met de Horecavisie Zaanstad.
Op 10 maart 2022 heeft de gemeenteraad de Toeristische visie Zaanstad 2021-2025 vastgesteld. Hoofddoel van het toerismebeleid is dat Zaanstad zich op gepaste wijze toeristisch-recreatief door wil ontwikkelen, met aandacht voor de inwoners als bezoeker en vanuit de eigen identiteit. Het hoofddoel is uitgewerkt in de volgende subdoelen:
1. De waarden en beleving van de Zaan, het erfgoed en de Zaanse landschappen verzilveren.
2. Positiever imago van de stad en streek onder eigen inwoners en bezoekers.
3. Zorgen dat toeristen langer verblijven in de stad, met een betere spreiding in plaats en tijd.
4. Toerisme heeft een toegevoegde waarde voor inwoners (zoals meer werkgelegenheid, betere voorzieningen).
5. Kwaliteit huidige aanbod waarborgen en nieuw (cultureel) aanbod toevoegen.
6. Aantrekken (inter-)nationale cultuurtoerist.
7. Versterken gebruik water en watersport.
8. Aanhaken op regionale samenwerkingsverbanden.
9. Werken aan een duurzame sector.
Dat wil Zaanstad langs de volgende vier strategielijnen bereiken:
1. Door uit te gaan van de eigen kracht en DNA en een eigen bijdrage te leveren aan de toeristische mogelijkheden die de MRA te bieden heeft.
2. Door focus aan te brengen op bepaalde doelgroepen en aanbod.
3. Door te streven naar een goede balans tussen economie, leefbaarheid en duurzaamheid.
4. Door de wisselwerking met andere sectoren en beleidsvelden te versterken.
De visie benoemt vijf toeristische focusgebieden: Stadshart Zaandam, Zaanse Schans, Zaanbocht, Hembrugterrein en Buitengebied. In de visie zijn per focusgebied concrete acties uitgewerkt (zie pagina 31 tot en met 37 van de visie). De acties kunnen, afhankelijk van het project en de uitvoering, gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving.
Toetsing
De Peperstraat ligt net buiten het focusgebied Stadshart Zaandam, maar sluit daar na de herontwikkeling wel beter op aan. De herontwikkeling draagt op een positieve manier bij aan de beleving van de Zaan. Het gebied nabij het water wordt opgewaardeerd en aantrekkelijker gemaakt om te verblijven en te recreëren. Daarmee voldoet de herontwikkeling aan de visie.
Het Zaans Klimaatakkoord 2.0 is in maart 2021 vastgesteld. Het laat zien waar Zaanstad staat en wat de laatste ontwikkelingen zijn. Het doel is om uiterlijk in 2040 klimaatneutraal te zijn. Ook wil Zaanstad in 2050 circulair zijn en aangepast aan een veranderend klimaat. Het akkoord is een groeidocument, waarin elk jaar wordt beschreven wat is gedaan en wat er nog meer nodig is op weg naar een klimaatneutraal, circulair en groen Zaanstad. Verder is beschreven hoe Zaanstad werkt aan o.a.: een duurzame stad, het slim omgaan met grondstoffen, steeds minder afval en opwekken van lokaal duurzame energie. Met een gezonde leefomgeving voor mens en dier en aangepast aan extremer weer juicht Zaanstad nieuwe ontwikkelingen en samenwerking toe.
Toetsing
In het bestemmingsplan Peperstraat Zaandam zijn diverse regels opgenomen om een klimaatadaptieve ontwikkeling te realiseren. Daarnaast is in bijlage 13 een klimaatstress rapportage opgenomen waarin inzichtelijk is gemaakt op welke manier binnen het plan wordt omgegaan met de risico's van klimaatverandering (wateroverlast, overstromingsrisico's, droogtestress en hittestress). Het bestemmingsplan is hiermee in lijn met het Zaans Klimaatakoord 2.0.
Zaanstad wil haar inwoners een gezonde en leefbare woonomgeving bieden. Het verminderen van de geluidbelasting is daar onderdeel van. In het Actieplan omgevingslawaai 2019-2023 (vastgesteld college 2020) zijn maatregelen benoemd om de geluidhinder terug te dringen. Het plan heeft vooral betrekking op gemeentelijke wegen en (in mindere mate) op industrieterreinen.
De maatregelen waarop wordt ingezet zijn het toepassen van stil wegdek bij toekomstige (her)inrichting en onderhoud. Ook het stimuleren en faciliteren van elektrisch vervoer. Om stil wegdek structureel onderdeel te maken van de toepassingskaders bij (groot)onderhoud is in het Actieplan een toepassingskader voor stil wegdek opgenomen. Op omgevingslawaai afkomstig van provinciale en rijkswegen, railverkeer en luchtvaart heeft de gemeente geen directe invloed. Hierbij wordt ingezet op lobby en overleg.
Het Actieplan omgevingslawaai is samengevoegd met de beleidsregel hogere waarde tot één document. De beleidsregel hogere waarde biedt een praktisch kader voor de verlening van hogere waarden bij hoge geluidsbelastingen. Aandacht voor de leefbaarheid staat hierbij centraal. Daarom gelden er voorwaarden aan het verlenen van hogere waarden. De voorwaarde legt de initiatiefnemer van plannen een inspanning op voor een leefbare woonomgeving als compensatie voor het bouwen in een lawaaiige situatie. Het gaat om:
Ook zijn er aandachtspunten opgenomen die bij ontwikkelingen in acht genomen moeten worden. Voor het Hembrugterrein en Zaanstad Midden -De Hemmes zijn afwijkende mogelijkheden opgenomen.
Toetsing
In paragraaf 4.13 van de toelichting is beschreven dat hogere waarden dienen te worden vastgesteld. Met de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is ook het ontwerpbesluit hogere waarde ter inzage gelegd. In de regels in het bestemmingsplan zijn de voorwaarden vanuit het gemeentelijk beleid opgenomen. Bij de beoordeling van aanvragen voor een omgevingsvergunning wordt daarop getoetst. Zodoende sluit het plan aan bij het actieplan geluid en de beleidsregel hogere waarde.
Mede naar aanleiding van het Schone Lucht Akkoord heeft Zaanstad in oktober 2021 het Actieplan Luchtkwaliteit opgesteld. Hierin worden 30 maatregelen genoemd, die de gemeente gaat nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Naast de maatregelen uit het SLA zijn hier ook lokale maatregelen aan toegevoegd. Deze maatregelen staan niet op zichzelf, maar hebben een relatie met het mobiliteitsbeleid, het klimaatbeleid en het stikstofbeleid.
Verkeer is in Zaanstad de belangrijkste bron van luchtverontreiniging, gevolgd door industrie.
Toetsing
Luchtkwaliteit vormt geen belemmeringen voor de plannen in het kader van de herontwikkeling van de Peperstraat. Bovendien voorziet het plan in meer ruimte en veiligheid voor voetgangers en fietsers en meer laadpalen voor elektrische auto's in de straat (in de ondergrondse parkeergarage), waarmee maatregel 1 en 4 uit het actieplan in de plannen zijn meegenomen. Daarnaast is ten behoeve van de herontwikkeling besloten om de maximumsnelheid in de Peperstraat terug te brengen naar 30 km/u. Daarmee wordt voldaan aan maatregel 9. Het plan voor de Peperstraat voldoet hiermee aan het Actieplan Luchtkwaliteit 2021-2030.