direct naar inhoud van 4.2 Planuitgangspunten
Plan: Schellingwoude
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0805BPSTD-OH01

4.2 Planuitgangspunten

Aan de orde komen:

4.2.1 Archeologie & monumenten

Het binnen een plangebied aanwezige cultuurhistorische erfgoed (archeologische en monumentale waarden c.q. objecten) moet worden behouden en vormt de basis voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het gaat niet alleen om de erkende monumenten. De wijze van bescherming via het bestemmingsplan is afhankelijk van de karakteristiek van de cultuurhistorische elementen of gebieden, maar ook van de strategieën: instandhouding, aanpassing en vernieuwing. Het gaat om maatwerk.

4.2.1.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor archeologie & monumenten zijn:

4.2.2 Cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit

De ruimtelijke kwaliteit van Schellingwoude is hoog en bestaat uit de bijzondere samenhang tussen de kleinschalige bebouwing op en achter de Schellingwouderdijk. De afwisseling van de dijk met het deels open buitendijkse en binnendijkse gebied en de bijzondere plek met de kerk is attractief en bepaalt de sfeer in het voormalige dorp. Als dorp aan de Noorder IJ- en Zeedijken heeft Schellingwoude een beschermenswaardige meerwaarde ten aanzien van de stedenbouwkundige structuur en architectuur.

Tevens zal een gedeelte van het plangebied naar alle waarschijnlijkheid worden aangewezen als beschermd stads- en dorpsgezicht van rijkswege. Bescherming van het stads- en dorpsgezicht dient op grond van de Monumentenwet plaats te vinden door middel van een bestemmingsplan. De in paragraaf 2.2.3.4 beschreven te beschermen waarden ten aanzien van het toekomstig beschermde stads- en dorpsgezicht Amsterdam-Noord van rijkswege worden niet één op één vertaald in de planregels (artikel 33 Waarde - Cultuurhistorie). De reden hiervoor is dat de Welstandsnota Amsterdam-Noord en de verbeelding reeds de nodige bescherming bieden.

4.2.2.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit zijn:

  • 1. het nieuwe bestemmingplan moet, vooruitlopend op de eventuele aanwijzing van een gedeelte van het plangebied als beschermd stads- en dorpsgezicht van rijkswege, de benodigde bescherming bieden. Dit houdt in:
    • a. verandering van het bestaande verloop van voor- en zijgevels wordt, voor zover zichtbaar vanuit de openbare ruimte, niet toegestaan;
    • b. de vorm van de bestaande kap en de bestaande goothoogte aan de voor- en zijkant behouden moet blijven;
    • c. de typerende lintbebouwingsstructuur met enkele verbindingen naar het benedendijkse land niet verloren mag gaan;
    • d. er zicht op water- en groenpartijen mogelijk moet blijven;
    • e. de hoogteverschillen met het omringende land, met typerende doorkijkjes tussen paden gewaarborgd dient te worden;
  • 2. herstel van de continuïteit van de Zeedijk wordt nagestreefd;
  • 3. plannen tot verbouwing of sloop/nieuwbouw en tot onderhoud/herinrichting van de openbare ruimte zullen worden beoordeeld op de gevolgen van deze plannen voor de cultuurhistorische kwaliteit van de openbare ruimte.

4.2.3 Groen & water

Het netwerk van openbaar groen, natuur- en ecologische elementen, water en waterkeringen wordt als een onmisbaar en integrerend bestanddeel beschouwd van de stedenbouwkundige structuur, van zowel de stad als van het stadsdeel. Binnen Schellingwoude liggen belangrijke onderdelen van die structuur zoals het IJ, de groenzone aan het IJ en het groene binnendijks gebied met volkstuinen, weitjes en waterlopen die aansluiten op Waterland. De functie van het water en de waterkeringen worden steeds belangrijker voor het goed functioneren en beschermen van die structuur. Voor waterberging is meer ruimte nodig, zodat de grondwaterstand beter kan worden beheerd.

Het buitendijkse groengebied rond het sportpark en het gebied rond de Schellingwouderbrug maken deel uit van de Hoofdgroenstructuur, zoals aangegeven in het Structuurvisie Amsterdam 2040 'Economisch Sterk en Duurzaam'. In het kader van het project van IJ tot Gouw worden in Waterland en binnen het plangebied Schellingwoude langs de Weersloot, maatregelen ontwikkeld die de ecologische structuur kunnen verbeteren. Deze maatregelen worden zowel genomen als natuurcompensatie voor de bebouwing op IJburg als ter ondersteuning van de provinciale ecologische hoofdstructuur en de ecologische verbindingszone van de Oranjesluizen naar Waterland.
De maatregelen langs de Weersloot zijn vooral gericht op de gidsroute voor watergebonden dieren zoals de ringslang en sluiten aan de noordzijde aan op de maatregelen in Waterland en in het zuiden en westen op de groene oeverzone langs het IJ en de Schellingwouderbreek.

De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) geeft regels (artikelen 29 en 30) voor zowel de waterkeringen zelf als voor het aanliggende gebied. Beide zijn nodig om de waterkerende functie van dijklichamen zelf te beschermen (waterveiligheidsbelang) als wel om bestaande of toekomstige reconstructies van regionale en primaire waterkeringen (dijkverhogingen, dijkverleggingen of anderszins) of andere ruimtelijke ontwikkelingen niet onmogelijk te maken. Het is aan het Dagelijks Bestuur om te bepalen welke functies aan weerzijden van de dijk mogelijk zijn.

Overeenkomstig de eisen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft de toelichting bij een bestemmingsplan uitsluitsel over het overleg met de waterschappen en het resultaat daarvan (de zogenaamde watertoets). De mening van de waterbeheerder is hierbij doorslaggevend. Het opnemen van de vrijwaringszone (deze zone wordt in het navolgende het waterstaatswerk genoemd en dit dus breder dan het fysiek waterstaatwerk als zodanig) heeft de provincie vooral bedoeld om het overleg tussen waterbeheerder en gemeenten te faciliteren, zodat deze gezamenlijk afspraken maken over de te hanteren vrije zone langs waterkeringen. Beiden kunnen de resultaten van deze gesprekken vastleggen in geactualiseerde bestemmingplannen en de leggers. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan.

De waterbeheerders hebben hun regels vervat in een Keur. In de Keur staan regels over hoe er met het water en alles er omheen omgegaan moet worden. Bijvoorbeeld over leidingen in of onder dijken, het bouwen van steigers en het schonen van sloten. De Keur geeft met verboden aan welke activiteiten in de buurt van water en waterkeringen (dijken) niet zijn toegestaan. Daarnaast geeft de Keur met geboden aan welke onderhoudsverplichtingen eigenaren en gebruikers van wateren en waterkeringen hebben.

Binnen het waterstaatswerk gelden verschillende beperkingen voor onder andere bouwactiviteiten en ontgravingen, die in de Keur van het desbetreffende hoogheemraadschap zijn vastgelegd. Om deze reden is het waterstaatswerk op de verbeelding aangeduid met een dubbelbestemming waaraan alleen een bestemmingsomschrijving is gekoppeld. Door deze opname in het bestemmingsplan wordt voldaan aan het provinciale beleid en is de regelgeving hieromtrent van de waterbeheerder van toepassing waardoor er dus geen regels aan deze dubbelbestemming in dit bestemmingsplan worden opgenomen wat niet betekent dat er geen regels gelden maar dat deze niet in het bestemmingsplan zijn opgenomen.

4.2.3.1 Uitgangspunten groen

De uitgangspunten voor groen zijn:

  • 1. de groene IJ-oeverzone wordt bestemd als 'Natuur - 2';
  • 2. in de bestemming 'Groen' is een fietspad toegestaan naar Ransdorp vanaf de Wijkergouw, in aansluiting op het fietspad langs de Weersloot en het nemen van maatregelen voor een ecologische inrichting;
  • 3. de ecologische zone rond de Schellingwouderbrug wordt bestemd als 'Natuur - 1'.
4.2.3.2 Uitgangspunten water

De uitgangspunten voor water zijn:

  • 1. de woonschepen worden opgenomen in het bestemmingsplan;
  • 2. het bestaande wateroppervlak wordt behouden;
  • 3. bestaande waterlopen worden opgenomen en water krijgt een specifieke bestemming;
  • 4. het waterstaatswerk, dit is breder dat het fysieke waterstaatswerk als zodanig, wordt op de verbeelding aangeduid.

4.2.4 Verkeer & parkeren

Voor de ontwikkeling van een Landmarkt ter plaatse van het voormalig tuincentrum Bert Pols zijn diverse onderzoeken uitgevoerd. Eén van deze onderzoeken is een verkeersonderzoek. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat deze ontwikkeling niet meer verkeersbewegingen (bezoekers) oplevert dan ten tijde van het gebruik van de gronden voor een tuincentrum. Tevens voorziet de Landmarkt in voldoende parkeerplaatsen waardoor de openbare ruimte niet (extra) belast wordt. Het gehele verkeersonderzoek is als bijlage 10 bij deze toelichting opgenomen.

De problemen in de huidige verkeerssituatie worden opgelost door inrichting- en beheermaatregelen.

Herprofilering van de openbare ruimte zal geschieden met handhaving van de ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit.

4.2.4.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor verkeer & parkeren zijn:

  • 1. binnen de bestemming 'Groen' zijn voet- en fietspaden toegestaan. Dit zijn de bestaande maar ook toekomstige voet- en fietspaden zijn binnen deze bestemming mogelijk;
  • 2. bestaande openbare parkeerplaatsen worden opgenomen als onderdeel van de bestemming 'Verkeer';
  • 3. incidentele parkeervakken en voorzieningen voor het stallen van fietsen langs de Schellingwouderdijk.

4.2.5 Voorzieningen
4.2.5.1 Detailhandel

Binnen dit bestemmingsplan is detailhandel in agrarische producten alleen toegestaan op het terrein van het voormalig tuincentrum Bert Pols.

4.2.5.1.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten bij de herontwikkeling van het terrein van het voormalig tuincentrum Bert Pols zijn:

  • 1. toegestaan zijn een fietsenwinkel met daarbij verhuur en reparatie van fietsen;
  • 2. een overdekte markt waarbij de verkoop is gericht op verse streekproducten/agrarische producten, ruimte voor opslag voor zowel de overdekte markt als de fietsenwinkel met verhuur en reparatie, kantoor waarbij deze ondergeschikt is aan zowel de overdekte markt als de fietsenwinkel met verhuur en reparatie;
  • 3. ondergeschikte horeca gekoppeld aan de hoofdfunctie als zijnde overdekte markt;
  • 4. het geheel dient qua vorm bij het dorp aan te sluiten;
  • 5. de voorzieningen dienen een meerwaarde te hebben voor het dorp Schellingwoude.

Een supermarkt of daarmee vergelijkbare detailhandel niet zijnde detailhandel in agrarische producten is niet toegestaan. Voorgaande is conform de vergunning die ten behoeve van de Landmarkt reeds is verleend (zie bijlage 7).

4.2.5.2 Horeca

De aanwezige horeca maakt deel uit van het clubhuis van het sportpark en de volkstuinparken. Verder worden nog twee horecagelegenheden mogelijk gemaakt op de Schellingwouderdijk en één horecagelegenheid (in ondergeschikte vorm ten dienste van de hoofdbestemming) op het terrein van het voormalig tuincentrum.

4.2.5.2.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor horeca zijn:

  • 1. in de regels wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen dat de vestiging van twee nieuwe horecavestigingen (horeca IV) op de Schellingwouderdijk als functie mogelijk zijn. Aan deze vestiging zijn voorwaarden verbonden, namelijk:
  • a. per bouwperceel één horecavestiging is toegestaan;
  • b. maximaal twee horecavestigingen binnen zowel de bestemming 'Wonen - 1' als de bestemming 'Wonen - 2' samen zijn toegestaan;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en
  • d. dit voor de omliggende woningen niet tot een onevenredige milieuhinder leidt;
  • 2. de horeca ter plaatse van voormalig tuincentrum Bert Pols betreft een horecafunctie bij de overdekte markt op het terrein van het voormalig tuincentrum Bert Pols conform verleende vergunning (zie bijlage 7);
  • 3. vestiging van nachtzaken, coffeeshops en seksinrichtingen zijn in geheel Schellingwoude niet toegestaan;
  • 4. alleen ter plaatse van de aanduiding 'terras' is een terras - onbebouwd ten behoeve van horeca welke categorie nader is aangeduid toegestaan. De maximale oppervlakte van dit terras is aangegeven in de regels. Als een terras van ondergeschikte betekenis wordt aangemerkt een terras van 20 m² aangemerkt waarbij deze qua oppervlakte in ondergeschikte betekenis staat ten opzichte van de totale oppervlakte van een perceel.
4.2.5.3 Medische, onderwijs- en welzijnsvoorzieningen

Het plangebied kent enkele maatschappelijke voorzieningen: een huisartsenpraktijk, een wijkgebouw en Stichting Spirit-begeleid wonen.

4.2.5.3.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor medische, onderwijs- en welzijnsvoorzieningen zijn:

  • 1. er zijn en er komen geen onderwijsvoorzieningen;
  • 2. de bestaande maatschappelijke voorzieningen worden opgenomen;
  • 3. de bestaande huisartsenpraktijk wordt opgenomen evenals de uitbreiding van de huisartsenpraktijk.
4.2.5.4 Sport- en recreatievoorzieningen

De volgende sport- en recreatie-activiteiten vinden plaats in Schellingwoude:

Sportpark Schellingwoude   4 voetbalvelden en clubhuis   Schellingwouderdijk  
Volkstuinpark 'Wijkergouw'   circa 225 tuinen met huisjes en verenigingsgebouw   Wijkergouw  
Volkstuinpark 'Rust & Vreugd'   circa 115 tuinen met huisjes en verenigingsgebouw   Paterslaan  
Watersportvereniging 'De Zuiderzee'   watersportvereniging   Noorder IJdijk  
IJsclub Schellingwoude   ruimte voor ijsbaan in het water   Noorder IJdijk/Schellingwouderdijk  
Scouting Wartburg (waterpadvinders)   clubgebouwschip   Lozingskanaal  

4.2.5.4.1 Uitgangspunt

Het uitgangspunt voor sport- en reactievoorzieningen is:

  • 1. De bestaande legale sport- en recreatievoorzieningen worden in het bestemmingsplan opgenomen.

4.2.6 Werken

Een aan-huis-gebonden-beroep   of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten  aan huis is toegestaan, indien er geen overlast wordt verwacht. Daarom wordt dit in de bestemmingsregeling voor wonen positief geregeld. Bij samenvoeging van woningen kan worden gedacht aan de ontwikkeling van woon/werk- en praktijkwoningen. In een woongebied als Schellingwoude kunnen alleen bedrijven worden gesitueerd die geen of weinig hinder veroorzaken. In woonschepen is het, net als in woningen, mogelijk om 'aan huis te werken', maar de hoofdfunctie moet daarbij het wonen blijven.

Schellingwoude telt enkele zelfstandige bedrijven, waarbij bedrijven binnen de categorieën A en B zondermeer zijn toegestaan.

Er is ook een bijzondere werkfunctie binnen Schellingwoude. Namelijk het complex van de Oranjesluizen, dat voor het noordelijk deel valt binnen het bestemmingsplangebied. De grens tussen de stadsdelen Noord en Oost doorsnijdt het complex.

4.2.6.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor werken zijn:

  • 1. een lichte menging van de woonfunctie met een kantoor- en/of bedrijfsfunctie wordt toegestaan, met dien verstande dat de woonfunctie moet overheersen (een niet-woonfunctie wordt beperkt tot maximaal 40% van het brutovloeroppervlakte van de woning);
  • 2. ook in woonschepen wordt het mogelijk om 'aan huis te werken' met behoud van de hoofdfunctie wonen. Ook hier geldt dat de niet-woonfunctie wordt beperkt tot maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw);
  • 3. de bestaande bedrijven worden positief bestemd;
  • 4. aangezien de bestaande woonfunctie in Schellingwoude behouden moet blijven en de overhand moet houden, worden alleen bedrijven in categorie A en B toegestaan, waarbij echter geldt dat bedrijven in de categorie C eventueel kunnen worden gehandhaafd indien hun werkelijke hinder niet meer is dan die van een bedrijf in de categorie A of B (zie ook paragraaf 5.9 van deze toelichting).

4.2.7 Wonen

De woningen in Schellingwoude bieden een goede verscheidenheid in het woningaanbod.

4.2.7.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor wonen zijn:

  • 1. bestaande doorzichten naar het achtergelegen gebied blijven gehandhaafd. Bebouwing in de doorzichten wordt niet toegestaan;
  • 2. de bestemmingsregeling wordt in beginsel gebaseerd op de huidige regeling die toegesneden is op het specifieke karakter van de dijkwoningen;
  • 3. de architectuur van de voorgevel en kap blijft in beginsel ongewijzigd;
  • 4. de achteruitbouw van een dijkwoning kan over de volle achtergevelhoogte van het pand plaatsvinden, maar wordt beperkt tot een bouwdiepte, vanaf de gevellijn, van 12-15 meter waarbij voor de woningen aan de Schellingwouderdijk met huisnummers 185 tot en met 203 een bouwdiepte van 10 meter geldt;
  • 5. de woningen gelegen aan de Schellingwouderdijk nrs. 195, 199, 203, 205, 209, 295 en 323 t/m 331 betreffen dijkwoningen waarbij de nokrichting van de kap evenwijdig/parallel aan de dijk loopt, de zogenaamde 'langskappers'. Voor deze woningen geldt dat de bouwdiepte per woning binnen de bestemming 'Wonen - 1' of 'Wonen - 2' gemeten van de gevellijn niet meer dan 70% van de bestaande breedte van het hoofdgebouw mag bedragen ook binnen de 'bestemming 'Tuin - 2';
  • 6. achteruitbouw van een kap die dwars op de weg staat, kan slechts door de bestaande kap in de zelfde vorm uit te breiden. Achteruitbouw van een kap die parallel aan de weg loopt, is ook toegestaan in de vorm van een kap die dwars op de weg staat;
  • 7. verbouw van bestaande garages tot een deel van de woning wordt slechts toegestaan op voorwaarde dat er geen parkeerruimte op eigen terrein verloren gaat, zodat de openbare ruimte niet extra wordt belast;
  • 8. er kan dus alleen naar achter worden uitgebouwd: bestaande voorgevel en doorzichten handhaven;
  • 9. in het voorliggende plan is in bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2' is tevens 'short stay' toegestaan. In de begripsbepalingen van de planregels is opgenomen wat precies onder 'short stay' verstaan moet worden;
  • 10. binnen de bestemmingen 'Wonen - 1', 'Wonen - 2' en 'Wonen - 3' geldt dat de zogenaamde 15%-regeling wat betekent dat de op de verbeelding aangeduide maximale goot- en bouwhoogte van ten aanzien van hoofdgebouwen met maximaal 15% mag worden overschreden. Deze 15% regeling is opgenomen om verruiming/flexibiliteit te bieden van de vigerende bouwmogelijkheden met in achtneming van de te beschermen waarde in het kader van het (ontwerp) beschermde dorpsgezicht van rijkswege. Met nadruk wordt gesteld dat deze regeling alleen geldt voor hoofdgebouwen en dus niet voor bijbehorende bouwwerken. De 15% regeling is niet van toepassing op aangewezen gemeentelijke, provinciale of rijksmonumenten.
  • 11. binnen het plangebied is woningsplitsing niet toegestaan. Het aantal (legale) woningen ten tijde van het ter visie leggen van het plan is leidend.

4.2.8 Woonschepen

Binnen het plangebied bevinden zich een groot aantal woonschepen, die voor het merendeel een functie als wonen heeft. In de loop der tijd is er het één en ander veranderd in de situatie van de woonschepen. Inmiddels heeft het stadsdeel ligplaatsen aangewezen die als basis dient voor het verlenen van een ligplaatsvergunning. In de ligplaatsvergunning worden de lengte, breedte, hoogte en eventueel diepte (wel of geen kelder/souterrain) bepaald.

De woonschepen in het plangebied zijn gelegen in 2 kommen, namelijk:

  • de kom tussen de Oranjesluizen en de Schellingwouderbrug en
  • de kom tussen de Schellingwouderbrug en de Zeeburgertunnel.

De 3de kom, tussen de Zeeburgertunnel en Blauwe Hoofd ligt niet in het plangebied.

Aan de Schellingwouderdijk aan de passantensteigers van Rijkswaterstaat, haaks op de dijk, liggen de meeste woonschepen. Over het algemeen zijn dit voormalige bedrijfsvaartuigen die als zodanig ook herkenbaar zijn, die geschikt gemaakt zijn voor bewoning. Door de hoeveelheid woonschepen die aanwezig zijn, is er geen onbelemmerd zicht meer op het Buiten-IJ vanaf de Schellingwouderdijk. Ondanks dit verlies aan zicht op het Buiten-IJ geeft de aanwezigheid van de woonschepen ook de verbondenheid van het dorp Schellingwoude met het water met al zijn karakteristieken weer.

Door de ligplaatsen voor woonschepen aan te wijzen, en dus te reguleren wordt het mogelijk het zicht vanaf de Schellingwouderdijk op het water van het Buiten-IJ dat er nog wel is te behouden. Daarom is het van belang dat naast de aangewezen ligplaatsen, het aantal ligplaatsen niet verder toeneemt. Met andere woorden wanneer een bestaande (vergunde ligplaats voor een) woonboot weggaat dan mag deze vervangen worden. Echter er worden geen nieuwe ligplaatsen meer aangewezen c.q. toegevoegd aan hetgeen nu is opgenomen.

Ten aanzien van categorieën woonboten worden, in aansluiting op de 'gereedschapskist' van BBA (Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam die onderdeel uitmaakt van Waternet),
de volgende categorieën gehanteerd:

In de kom tussen de Oranjesluizen en de Schellingwouderbrug is een ligplaats toegestaan voor een pleziervaartuig, zaaknummer 382K. Dit pleziervaartuig wordt momenteel bewoond hetgeen niet gewenst is voor de toekomst maar dit gebruik mag worden voortgezet. Het vaartuig als zodanig is onder het objectgebonden overgangsrecht gebracht. Dat betekent dat de ligplaats voor het vaartuig (met inbegrip het gebruik voor bewoning) mag worden gebruikt tot het moment dat deze vervangen wordt dan wel weggehaald wordt.

Aan de Noorder IJdijk liggen ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan een drietal woonarken. Deze woonarken vormen een uitzondering op de overige ligplaatsen die worden ingenomen door woonboten. Om maximale synergie in het gebied te bereiken is het de wens van het stadsdeel dat wanneer de woonarken weg gaan de ligplaatsen ingenomen moeten worden voor woonboten. Daarom vallen de ligplaatsen aan de Noorder IJdijk (nr. 54, 62 en 64) die momenteel zijn ingenomen door woonarken onder het objectgebonden overgangsrecht. Dit betekent dat deze woonarken ter plaatse mogen blijven liggen tot het moment dat deze vervangen dan wel weggehaald worden. Op dat moment mogen de ligplaatsen enkel en alleen gebruikt worden voor woonboten.
Ter plaatse van de ligplaatsen aan de Noorder IJdijk (nr. 54, 62 en 64) is binnen de bestemming 'Groen' en ter plaatse van het aanduidingsvlak met de aanduiding 'tuin' het gebruik van gronden ten behoeve van tuin en erven toegestaan. De tuinen lopen vanaf de walkant tot aan het begin van de dijk, wat het einde is van de tuin. De maximale breedte- en lengtematen van de tuinen en erven is als volgt:

      • Noorder IJdijk nummer 54: lengte 25 meter en breedte = breedte van de woonboot c.q. woonark;
      • Noorder IJdijk nummer 62: lengte 20 meter en breedte = breedte van de woonboot c.q. woonark;
      • Noorder IJdijk nummer 64: lengte 22 meter en breedte = breedte van de woonboot c.q. woonark.

In het Lozingskanaal bevindt zich een clubgebouwboot voor de scouting. Deze ligplaats is noch aangewezen en noch vergund. Daarom wordt ook deze clubgebouwboot onder het persoonsgebonden overgangsrecht gebracht. Dit betekent dat de huidige gebruikers deze clubgebouwboot mogen gebruiken maar dat wanneer dit gebruik wordt beëindigd, deze niet meer gebruikt mag worden en weggehaald moet worden.

In het Lozingskanaal zijn aanduidingsvlakken met de aanduiding 'steigers' opgenomen waar het aanleggen van pleziervaartuigen is toegestaan. Daarnaast bevindt zich in het Lozingskanaal ook een woonark die nader is aangeduid. Hier bedraagt de maximale breedte- en lengtematen van de tuin en erf binnen de aanduiding 'tuin': lengte 10 meter en breedte = breedte van de woonboot c.q. woonark.

Ten aanzien van de maximaal toegestane maatvoeringen van de woonschepen is in principe de 'Nadere Regeling Woonboten' die op 7 juli 1998 door het Dagelijks Bestuur vastgesteld leidend. In de 'Nadere Regeling Woonboten' is opgenomen dat het verboden is, zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur, een ligplaats in te nemen, een woonboot te vervangen of te verbouwen. Daarnaast zijn er maximale afmetingen (lxbxh = 30x5x4,5), vrijstellingsmogelijkheden en een weigeringsgrond opgenomen. Een uitzondering hierop vormen de woonboten in het Buiten IJ als ook de woonboten, woonvaartuigen en buiten-categorie woonboten tussen de Schellingwouderbrug en Zeeburgertunnel. De maten voor deze woonboten zijn opgenomen in een aparte bijlage. De reden voor deze uitzondering is gelegen in het gegeven dat nu reeds geen onbelemmerd zicht meer op het Buiten-IJ vanaf de Schellingwouderdijk aanwezig is. Ondanks dit verlies aan zicht op het Buiten-IJ geeft de aanwezigheid van de woonschepen ook de verbondenheid van het dorp Schellingwoude met het water met al zijn karakteristieken weer. Daarom zijn de eisen voor de maatvoering zoals neergelegd in de ligplaatsvergunning leidend. Door het reguleren van de maatvoeringseisen wordt voorkomen dat het nog aanwezig zicht op het Buiten-IJ vanaf de Schellingwouderdijk wordt behouden.

Objecten
De Verordening op de Haven en het Binnenwater geeft een definitie van een object. Deze definitie is in dit bestemmingsplan over- en opgenomen. Objecten zijn alleen in de kom tussen de Schellingwouderbrug en de Zeeburgertunnel toegestaan.

Er is maximaal één object per woonschip toestaan, maar nadere regels ten aanzien van omvang en gebruik moeten worden gesteld. Hiermee kan woonkwaliteit worden toegevoegd, zonder dat de kwaliteit van het gebied wordt aangetast. Het tegemoetkomen aan de nu al veel voorkomende situatie vergroot bovendien de handhaafbaarheid van de regels. De regels betreffen het volume van de objecten (grootte ten opzichte van het woonschip, beslag op vrije ruimte tussen oever en woonschip) en het gebruik. De regels luiden als volgt:

  • 1. het object behoort bij een woonschip waarvoor vergunning is verleend en dient zich direct langszij deze woonboot te bevinden;
  • 2. de huidige ligplaats dient fysiek voldoende ruimte voor het object te bieden (ten opzichte van de naastliggende woonschepen, de steiger enzovoort);
  • 3. het object mag maximaal 30 % van de ruimte tussen wal en woonschip in beslag nemen, waarbij tenminste 3 meter vrij water vanaf de oever dient te bestaan;
  • 4. de oppervlakte van het object mag maximaal 70% zijn van de oppervlakte van het woonschip waar het bij hoort, met een maximum van 80 m²;
  • 5. de hoogte van het object mag maximaal 1,5 meter zijn;
  • 6. het object mag voor niet meer dan 10 m² van het oppervlak worden bebouwd tot de hoogte van het woonschip, met een maximum van 3 meter;
  • 7. het object dient voor toegang naar het woonschip en mag niet worden gebruikt voor enige vorm van opslag.

4.2.8.1 Uitgangspunten

De uitgangspunten voor woonschepen zijn: