direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Schellingwoude
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0805BPSTD-OH01

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie

De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) schrijft voor waaraan de gemeentelijke bestemmingsplannen, omgevingsvergunningen en beheersverordeningen moeten voldoen. De regels komen voort uit de ruimtelijke hoofddoelstelling uit de provinciale Structuurvisie. De PRVS stelt regels voor de begrenzing van bestaand stedelijk gebied en zeer restrictieve regels voor verstedelijkingsbeleid in het landelijk gebied. De regels gaan onder andere over (on)mogelijkheden voor:

  • 1. stedelijke ontwikkeling in het buitengebied;
  • 2. de daaraan te stellen ruimtelijke kwaliteitseisen;
  • 3. de Ruimte voor Ruimte-regeling;
  • 4. de mogelijkheden voor verbrede landbouw.

Voor de Ecologische Hoofdstructuur, de nationale landschappen en de Rijksbufferzones zijn regels opgesteld ter behoud van de kernkwaliteiten van het landschap, de openheid, de weidevogelleefgebieden en het vastleggen van de landbouwhoofdstructuur. Uitwerking van de regels vindt deels plaats in de Beleidsnota Landschap en Cultuurhistorie. De verordening biedt Gedeputeerde Staten ten aanzien van deze regels ontheffingsbevoegdheden.

Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de PRVS opgesteld.

3.3.2 Beleid Externe Veiligheid

In het Provinciaal Milieubeleidsplan 2009 - 2013 heeft de provincie Noord-Holland beleid beschreven over externe veiligheid. Aan de productie, het gebruik, de opslag en het transport (over weg, water, spoor en door buisleidingen) van gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld chloor, ammoniak, benzine, kerosine, LPG/autogas) zijn risico's verbonden. Er bestaat een kleine kans dat deze stoffen vrij kunnen komen waardoor bijvoorbeeld giftige gaswolken of een explosie ontstaat. Ook de risico's vanwege vliegtuigen vallen onder het externe veiligheidsbeleid. Al deze potentiële risicobronnen worden ook wel risicovolle activiteiten genoemd.

Het doel van het beleid is: het beheersen, maar ook minimaliseren voor aanwezigen in de omgeving van risicovolle activiteiten met gevaarlijke stoffen en risico's rond luchthavens en het voorkomen van nieuwe knelpuntsituaties.

De mogelijkheden voor het beperken van risico's bestaat uit twee soorten beleid: brongericht of omgevingsgericht. Brongericht beleid is gericht op maatregelen bij de bron en het verminderen van de kans van optreden en het effect van een incident. Omgevingsgericht beleid is gericht op terughoudendheid van het bouwen van kwetsbare bestemmingen in de omgeving van risicovolle activiteiten en transportassen van gevaarlijke stoffen. Om effectief omgevingsbeleid te kunnen voeren is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de locaties waar risicovolle objecten zijn en risicovolle activiteiten plaatsvinden. Daartoe heeft de provincie een risicokaart opgesteld. De risicokaart geeft inzicht in de risico's in woon- en werkomgevingen. Op de kaart staan meerdere typen rampen, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. Deze gegevens zijn afkomstig van gemeenten, waterschappen, provincie en de Rijksoverheid. In paragraaf 5.4 wordt meer concreet ingegaan op de externe veiligheidsaspecten.

3.3.3 Provinciaal Waterplan 2010-2015

Provinciale Staten hebben op 16 november 2009 unaniem het provinciaal Waterplan 2010-2015 vastgesteld. Het opstellen van een waterplan is een wettelijke taak van de provincie. Noord-Holland is een waterrijke provincie omringd door Noordzee, Waddenzee en IJsselmeer. Het garanderen van veiligheid tegen overstromingen vanuit zee en het klimaatbestendig vormgeven van het ruimtegebruik vraagt om een goed waterbeheer. Wonen in Noord-Holland betekent wonen met water. Een goed waterbeheer is dus onmisbaar. Provinciale Staten hebben in het Waterplan twee speerpunten geformuleerd, namelijk de versterking van de Noord-Hollandse Noordzeekust en de economische kant van water.

3.3.4 Provinciale monumentenverordening - Waterlandse Zeedijk

De Waterlandse Zeedijk, waarvan de Schellingwouderdijk een onderdeel is, is in 2002 vanwege de grote cultuurhistorische waarde aangewezen als provinciaal monument. De aanwijzing is geschied op basis van de Provinciale Monumentenverordening. De Provinciale Monumentenverordening is geschreven voor gebouwde objecten. De dijk is een gebouwd object in de betekenis van een vervaardigd, een opgeworpen werk.

De aanwijzing houdt in dat het dijklichaam wordt beschermd. Het dijklichaam is het grondlichaam, uitwendig gevormd door de kruin van de dijk en het binnendijks- en buitendijks talud. Ook het buitendijks talud onder de waterlijn behoort tot het provinciaal monument. Karakteristiek, en daarmee zeer beschermingswaardig, is het grillige verloop van de dijk. Uit dit grillige verloop is de geschiedenis van de dijk, de strijd tegen het water, af te lezen. Het grillige verloop van de dijk is een gevolg van de vele dijkdoorbraken en de aanleg van inlaagdijken achter zwakke plekken in de, te slecht onderhouden dijkdelen. Aantasting van deze grillige structuur van de dijk is daarom onaanvaardbaar. De sluizen in de dijk zijn in cultuurhistorisch opzicht een belangrijk onderdeel van de dijk, maar de sluizen vallen niet onder de bescherming van het provinciaal monument. De Noorder IJdijk, zijnde de dijk tussen de Oranjesluizen en de Schellingwouderdijk, behoort niet tot het provinciaal monument. De bestaande bebouwing aan/op de dijk valt eveneens niet onder de bescherming.

De status van provinciaal monument betekent dat voor activiteiten op of aan de dijk een vergunning van de provincie vereist is. In hoofdstuk 2 (paragraaf 2.2.3) is een overzicht opgenomen van de in het plangebied aanwezige Rijks-, provinciale en gemeentelijke monumenten.