direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke opbouw
Plan: Schellingwoude
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N0805BPSTD-OH01

2.2 Ruimtelijke opbouw

2.2.1 Algemeen

Het dorp Schellingwoude is één van de Waterlandse dorpen en speelt een belangrijke rol in de beleving van de overgang van stad naar Waterland. Het aantrekkelijke beeld wordt gevormd door de combinatie van dijk(bebouwing), groen binnendijks land en waterfront met groene oeverzone, woonschepen en watersport. De aantrekkelijkheid is niet beperkt tot het belang van de bewoners van Noord, maar geldt ook voor de gehele stad Amsterdam.

In tegenstelling tot de dorpen Nieuwendam en Oostzaan hebben alle (infrastructurele) ontwikkelingen niet geleid tot de bouw van nieuwe woonwijken direct tegen het dorp aan. Hierdoor is het typische dijkdorpkarakter van Schellingwoude goed behouden gebleven. Door de aanleg van de ringweg A10 is echter wel het weidse uitzicht naar Waterland verloren gegaan. Niettemin is Schellingwoude binnen de ringweg het enige dijkdorp waar - ten oosten van de Oranjesluizen - nog een directe relatie met het open IJ bestaat.

2.2.2 Deelgebieden

Het plangebied 'Schellingwoude' is op te delen in een drietal deelgebieden. De indeling van deze gebieden is gebaseerd op historische, functionele en ruimtelijke kenmerken van de diverse gebieden, waaronder functies, ontwerp, wegenstructuur en bebouwingsdichtheid.

De deelgebieden die onderscheiden kunnen worden zijn de volgende:

  • 1. de Schellingwouderdijk;
  • 2. het buitendijks gebied;
  • 3. het binnendijks gebied.
2.2.2.1 Deelgebied 1: Schellingwouderdijk

De dijk is het oudste element in Schellingwoude en stamt waarschijnlijk uit de 12de of 13de eeuw. Het tracé is historisch ontstaan door de strijd tegen het water en bepaalt het ruimtelijk beeld. De bochten en hoeken duiden op doorbraken uit vervlogen tijden, zoals de Schellingwouderbreek.

De continuïteit van het dijkverloop is doorbroken door de aanleg van de Zuiderzeeweg met de Schellingwouderbrug aan de oostzijde en bij de aansluiting op de Nieuwendammerdijk en de Monnikendammerweg aan de westzijde. De bebouwing aan de dijk is zeer divers en in een ruim tijdbestek gerealiseerd. Overwegend betreft het woningen in laagbouw van 1 à 2 lagen met een kap. Naast woningen zijn er enkele bedrijfspanden in het plangebied aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.N0805BPSTD-OH01_0005.png"     afbeelding "i_NL.IMRO.0363.N0805BPSTD-OH01_0006.png"  
zicht op dijkwoningen Schellingwoude     Schellingwouderdijk  

2.2.2.2 Deelgebied 2: buitendijks gebied

Het buitendijks gebied is het waterfront van Schellingwoude. De westgrens van het buitendijks gebied wordt gevormd door het bedrijventerrein van de Oranjewerf. Direct aan de dijk ligt het sportpark Schellingwoude en de oostgrens bij de Durgerdammerdijk en de Zuiderzeeweg.
Tussen de dijk, het sportpark en het IJ ligt een groengebied, dat deels braak ligt en deels wordt gebruikt voor het weiden van dieren. Het groengebied maakt met het Vliegenbos en het Rietland de groene scheg tussen het Noordhollandsch Kanaal en Waterland. Watersportactiviteiten zijn allen te vinden bij de Noorder IJdijk.

In het water voor de dijk liggen in de kom van Schellingwoude veel woonschepen die grotendeels zijn afgemeerd aan steigers haaks op de oever. Aan de oever tussen de Schellingwouderbrug en de Zeeburgertunnel liggen enkele woonschepen haaks op de oever aan eigen steigers. Het sluizencomplex met de Oranjesluizen behoort deels tot het grondgebied van het stadsdeel Noord en deels tot dat van het stadsdeel Oost. Aan de Noorder IJdijk staat een kleine groep (eengezins)woningen. Deels vrijstaand en deels in een tweetal rijen.

2.2.2.3 Deelgebied 3: binnendijks gebied

In dit gebied zijn nog restanten te vinden van het veenweidegebied van Waterland met weitjes en drassig rietland. Met de aanleg van de Zuiderzeeweg en later de ringweg A10, is de directe verbinding met Waterland goeddeels verbroken. De Weersloot waarover vroeger de boeren hun melk naar de stad vervoerden, is nagenoeg de enige zichtbare overgebleven relatie. Het centrale open gebied rond de Weersloot is de drager van die relatie.

De bestaande inrichting met twee volkstuinparken, woningen aan de Liergouw en Wijkergouw, weitjes, waterlopen en enkele bedrijven, toont een goede samenhang. De open ruimten geven structuur aan het binnendijkse gebied en vervullen, met hun overwegend gebruik als dierenweide, een grote rol in de groen- en natuurwaarde van Schellingwoude en het in stand houden van de relatie met Waterland. Het groengebied rond de aanlanding van de Schellingwouderbrug kent een hoge groen- en natuurwaarde en is in 2005 ingericht als ecologisch leefgebied voor de bijzondere flora en fauna.

Het direct achter de dijk gelegen kerkgebouw fungeert samen met het wijkgebouw en de muziekkoepel enigszins als de kern van Schellingwoude. Dit beeld is versterkt door de bouw van een klein aantal woningen.

2.2.3 Cultuurhistorie
2.2.3.1 Algemeen

Cultuurhistorie omvat vele aspecten zoals het archeologisch erfgoed, (archeologische) monumenten, landschappelijke elementen en structuren, stedenbouwkundige structuren en delen van de infrastructuur.

Van belang zijnde aspecten zijn: (archeologische) Rijksmonumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwings(stroken), gebouwen en onderdelen van dorpskernen evenals bekende en te verwachten archeologische waarden.

2.2.3.2 Archeologie

Binnen het plangebied komen volgens de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) twee archeologische aandachtsgebieden met een hoge waardering, namelijk:

  • a. de historische kern van het dorp Schellingwoude

Dit deel van de 13de eeuwse Waterlandse Zeedijk, die tevens een belangrijke verkeersweg was, ligt nog op zijn oorspronkelijke plaats. Onder latere ophogingen zijn sporen van de middeleeuwse dijk- en wegstructuur te verwachten evenals losse vondsten en afval. Vanwege de lange gebruiksperiode en geringe verstoring hebben de archeologische sporen een hoge dichtheid en sterke onderlinge samenhang.

  • b. de Schellingwouderdijk

Ter plaatse van de huidige bebouwing te Schellingwoude en langs de Schellingwouderdijk en Wijkergouw kunnen sporen verwacht worden van de oorspronkelijke 14de-17de eeuwse bewoning, evenals losse vondsten en afval. Vanwege de lange gebruiksperiode en geringe verstoring hebben de archeologische sporen een hoge dichtheid en sterke onderlinge samenhang.

In het kader van het bestemmingsplan heeft Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) van de gemeente Amsterdam een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naast de AMK ook gebruik gemaakt van de onderzoeksgegevens die reeds bij de gemeente bekend zijn. Uit het bureauonderzoek komen zes verschillende te beschermen archeologische waarden naar voren die ook op de verbeelding zullen worden aangeduid:

  • 1. Schellingwouderdijk en de bewoning langs de Schellingwouderdijk en Wijkergouw;
  • 2. gedeelte onder de Zuiderzeeweg (noordkant van het plangebied);
  • 3. Liergouw, Weersloot en Schellingwouder Ban;
  • 4. het IJ, vanaf de Schellingwouderbrug in oostelijke richting (voor ingrepen kleiner dan 2.500 m²);
  • 5. het IJ, vanaf de Schellingwouderbrug in westelijke richting (voor ingrepen kleiner dan 10.000 m²);
  • 6. betreft buitendijks gebied met bagger aangeplempt land en het IJ.

Voor de gedeelten onder het tracé van de ringweg A10 geldt in alle gevallen een vrijstelling van archeologisch veldonderzoek.

Het bureauonderzoek van BMA is als bijlage 3 van deze toelichting gevoegd.

2.2.3.3 Monumenten

In het plangebied bevinden zich de volgende monumenten:

  • a. Rijksmonumenten

- Wijkergouw 3, stolpboerderij met kaakberg;
- Wijkergouw 6, kerkgebouw.

  • b. Provinciaal monument

- Schellingwouderdijk, onderdeel van de Waterlandse Zeedijk.

  • c. Gemeentelijk monument

- Wijkergouw bij nummer 6, muziektent.

2.2.3.4 Aanwijzing beschermd stadsgezicht Amsterdam-Noord

In Schellingwoude zijn nog geen gebieden aangewezen als beschermd stads- en dorpsgezicht van rijkswege, zoals bedoeld in de Monumentenwet. Het Rijk heeft in een eerder stadium geadviseerd om de gehele Waterlandse Zeedijk, inclusief de tuindorpen aan te wijzen als beschermd gebied. Gezien het besluit van de provincie Noord-Holland om het dijklichaam van de Waterlandse Zeedijk aan te wijzen als provinciaal monument en gezien het feit dat andere delen van de Zeedijk met aanliggende bebouwing wel een beschermde status hebben, ligt een toekomstige bescherming van de Schellingwouderdijk met aanliggende bebouwing in de rede.

Als onderdeel van de aanwijzing is door Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam, in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een gebiedsbeschrijving gemaakt. Deze beschrijving wordt met een voorstel voor aanwijzing aan de deelraad van stadsdeel Noord ter besluitvorming voorgelegd. Bij een positief besluit wijst de minister uiteindelijk het gebied aan. De aanwijzing heeft tot gevolg dat een beschermend bestemmingsplan voor het aangewezen gebied dient te worden opgesteld (artikel 36 Monumentenwet 1988). Dit bestemmingsplan beoogt de aanwezige cultuurhistorische, stedenbouwkundige en landschappelijke waarden (van een deel) van het aan te wijzen/aangewezen gebied te beschermen.

Het is nog onduidelijk wanneer het voorstel voor de aanwijzing ingediend wordt. Vooruitlopend op de aanwijzing is in dit bestemmingsplan een regeling opgenomen die rekening houdt met het toekomstige beschermd stads- en dorpsgezicht van rijkswege, zodat er na de aanwijzing geen nieuw bestemmingsplan hoeft te worden gemaakt. De opgenomen regeling is in overleg met Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam opgemaakt.

Zoals al eerder vermeldt heeft Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam een waardestelling opgesteld van de gebieden in stadsdeel Noord die in aanmerking komen voor een beschermd stads- en dorpsgezicht van rijkswege. Deze waardestelling gaat in op de cultuurhistorische betekenis en de verschillende karakteristieken. Voor dit plangebied betreft het de Schellingwouderdijk en de Oranjesluizen.

Hieronder wordt een beschrijving gegeven van het toekomstig stads- en dorpsgezicht van rijkswege. Als eerste wordt ingegaan op de ontwikkelingen, daarna de bebouwing, vervolgens het profiel en openbare ruimte en tot slot de te beschermen waarden.

2.2.3.4.1 Ontwikkeling

De landstrook ten zuiden van Schellingwoude en Nieuwendam is in de loop van de 19de eeuw ontstaan als slibdepot. Ook bij de aanleg van het Noordzeekanaal (1863-1876) werd dit depot benut. Aan de oostzijde wordt de landstrook afgesloten door de Noorder IJdijk, die de verbinding vormt met de Oranjesluizen, die het IJ aan de oostelijke kant afsluiten. Aan de voet van de Noorder IJdijk ligt een buurtje met dienstwoningen.

Tot het begin van de 20de eeuw leefden de Schellingwouders van veeteelt en visserij. Dat laatste nam echter af toen het parlement in juni 1918 de Zuiderzeewet (ter inpoldering van de Zuiderzee) aannam. Mede hierom maakten de Schellingwouders, die veel schade hadden ondervonden van de overstroming in 1916, weinig bezwaar tegen de annexatie van de gemeente Amsterdam in 1921. De Oranjesluizen brachten wel een economische impuls, maar de groei van het dorp vond vooral na de jaren twintig plaats, toen de lintbebouwing vanaf de kern bij de kerk richting Nieuwendam groeide.

Met de aanleg van de eerste vaste oeververbinding over het IJ (Schellingwouderbrug, 1957) kwam het dorp relatief dicht bij de stad te liggen. Daarmee verviel wel de eeuwenoude veerverbinding, die het dijkdorp direct met het centrum van Amsterdam verbond. Deze ontwikkelingen hebben in Schellingwoude echter niet geleid tot de bouw van nieuwe woonwijken direct tegen het dorp (zoals bij Buiksloot, Nieuwendam en Oostzaan het geval is). Hierdoor is het typische dijkdorpkarakter van Schellingwoude goed behouden gebleven. Het weidse uitzicht naar Waterland ging wel verloren met de aanleg van de ringweg A10. Niettemin is Schellingwoude binnen de ringweg het enige dijkdorp waar - ten oosten van de Oranjesluizen - nog een directe relatie met het open IJ bestaat.

2.2.3.4.2 Stedenbouwkundige structuur

De Schellingwouderdijk maakt deel uit van de Waterlandse Zeedijk en betreft hier een gekromde dijk, die globaal van zuidoost naar noordwest loopt. Aan de westzijde sluit de Schellingwouderdijk aan de Nieuwendammerdijk en aan de oostzijde op de Durgerdammerdijk.
Ten zuiden van het dijkdorp ligt het IJ waarin ongeveer halverwege het dorp de Oranjesluizen gelegen zijn.
Ten westen van de sluizen is een strook van oorsprong buitendijks slibland, dat tegenwoordig deels in gebruik is als sportpark en weiland.
Ten noorden van de Oranjesluizen bevindt zich op een soort schiereiland een 19de eeuws cluster met dienstwoningen. Meer naar de dijk toe liggen op een veel lager niveau enkele karakteristieke villa's.
Ten oosten van de Oranjesluizen ligt Schellingwoude nog direct aan het open IJ (het Buiten-IJ). Hier is een aantal steigers met woonschepen. Haaks op de dijk leiden twee verbindingen naar het benedendijkse land: de Liergouw en de Wijkergouw. Kenmerkend voor Schellingwoude is dat de bebouwing zich grotendeels beperkt tot een lintbebouwing aan de noordzijde van de dijk, langs een licht verspringende rooilijn. Een kleine bebouwingskern is gelegen in het benedendijkse land rond de Wijkergouw en Paterslaan (net ten oosten van het sluiscomplex). In dit benedendijkse gebied is de oude veenontginningsstructuur met verscheidene ontwateringssloten nog herkenbaar. Het benedendijkse land wordt begrensd door de verhoogd aangelegde ringweg A10 en de Zuiderzeeweg S114 (de aansluiting op de Schellingwouderbrug). Dit achterland is voor een deel nog in gebruik als weiland en voor een deel in gebruik door volkstuincomplexen. Hierdoor is het kleinschalige en groene karakter van het achterland bewaard gebleven, hoewel het weidse uitzicht over Waterland verloren is gegaan. Van de oorspronkelijke verbindingswegen en -sloten resteren de Liergouw, Wijkergouw, Paterslaan en Weersloot.

2.2.3.4.3 Bebouwing

De bebouwing van Schellingwoude wordt gekenmerkt door overwegend vrijstaande dijkwoningen (en enkele kleine blokjes zoals twee-onder-één-kapwoningen), geheel in steen opgetrokken of met alleen een stenen voorgevel voor een houten woning. De nokrichting van de zadeldaken is afwisselend haaks of evenwijdig aan de dijk. De panden staan dicht bij elkaar, maar met enige tussenliggende ruimte, die doorzicht biedt op het achterliggende, benedendijkse land, wat de belevingswaarde van de dijk mede bepaalt. Typerend voor de dijkwoningen is dat de voorgevel op de dijk staat en de achtergevel in het lager gelegen binnendijkse land. Het pand verdiept zich daardoor aan de voet van het dijklichaam met één verdieping. Tot ver in de 19de eeuw waren dijkwoningen in Noord, op een stenen voet na, van hout. Stenen woningen waren niet mogelijk, omdat de noodzakelijke paalfundering de dijk zou ondermijnen. De verstening van Schellingwoude werd mogelijk gemaakt na de afdamming van het IJ en duidt ook op de bloei die het dorp doorgemaakt heeft sinds de aanleg van de Oranjesluizen. De diversiteit en het individuele karakter van de panden zijn, ondanks de overeenkomstige kenmerken, beeldbepalend en dragen bij aan het levendige en dorpsachtige karakter.

2.2.3.4.4 Profiel en openbare ruimte

De dijkwoningen verspringen enigszins ten opzichte van de rooilijn. Soms is er een ondiep voortuintje, maar meestal grenst de voorgevel direct aan de smalle stoep. Het karakter van de dijk verschilt ten oosten en ten westen van de Noorder IJdijk. Ten oosten ervan is het authentieke dijkdorpkarakter nog het beste intact. Hier staan vrijwel geen bomen, wat niet toegestaan is omdat de wortels de dijk ondermijnen. Het tamelijk steile dijktalud gaat direct over in het IJ, waardoor er een directe relatie met het water is. De steigers met woonschepen en zeiljachten versterken het watergebonden karakter. Ten westen van de Noorder IJdijk staan wel diverse bomen op de zuidkant van de dijk. Het sportcomplex in het 'buitendijkse' land verstoort de open relatie met het IJ enigszins.

Het karakter van het benedendijkse gebied, rond de Liergouw, Paterslaan en Wijkergouw, wordt bepaald door enkele agrarische gebouwen en wat rijtjes begin 20ste eeuwse twee-onder-één-kapwoningen. Tussen de Schellingwouderdijk en Paterslaan staat de oudste bebouwing, met de kerk en een muziektent. De verschillende bebouwingsvormen verlenen extra waarde aan het gebied, omdat het een indicatie is van de ontwikkelingsgeschiedenis. De voortuingrens van de woningen aan de Wijkergouw bestaat uit een oude ontginningssloot, zodat hier karakteristieke, individuele houten bruggetjes aanwezig zijn. Het gebied heeft een landelijk en groen karakter met enkele solitaire bomen, dat verder wordt gekenmerkt door een vrij zicht op de weilandenstrook met op sommige plekken knotwilgen. Op enkele plaatsen wordt de openheid onderbroken door opslag en bebouwing. De volkstuinen en de lage bebouwing langs de Liergouw vormen door hun groene en kleinschalige karakter een goede afgrenzing van de verhoogde ringweg A10.

Het toekomstig beschermde stads- en dorpsgezicht van rijkswege, voor zover het betreft de Waterlandse Zeedijk met zijn bebouwing, is van bijzonder algemeen historische, cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde vanwege:

  • de manier waarop dijk en dijkdorpen de historisch ruimtelijke ontwikkeling van het gebied zichtbaar maken, en vooral het watergebonden karakter van die ontwikkeling;
  • de typerende lintbebouwingstructuur met enkele verbindingen naar en in het benedendijkse land en de resterende oorspronkelijke gouw- en ontginningssloten, met op sommige plaatsen karakteristieke individuele bruggetjes;
  • de karakteristieke bebouwing van de dijkdorpen, vooral de talrijke huizen met houten gevels, die niet alleen visueel een bijzondere uitstraling hebben, maar ook gerelateerd zijn aan de historische fysisch-geografische omstandigheden;
  • het individuele, diverse bebouwingskarakter, en het onderscheid van herkenbare bebouwingsperiodes, die de organische groei van de dijkdorpen weerspiegelt;
  • de historische, kleinschalige (soms agrarische) bebouwing langs de achterpaden, waarbij het ruimtelijke karakter mede wordt bepaald door de wisselende rooilijnen;
  • het algemene groene en waterrijke karakter dat gedragen wordt door het zicht op de water- en groenpartijen, rietland en weilandenstrook in het benedendijkse land;
  • het karakteristieke silhouet van kleinschalige, lage dijkwoningen met de kerktorens;
  • de beeldbepalende havens, met woonschepen en zeilboten, en havengebonden bedrijvigheid, die het watergebonden karakter van de voormalige dorpen illustreert;
  • de herkenbaarheid van het dijkprofiel, dankzij de hoogteverschillen met het omringende land, met de typerende doorkijkjes tussen de dijkpanden naar het benedendijkse land;
  • de nog ongerepte ligging aan en visuele relatie met het IJ van Schellingwoude ten oosten van de Oranjesluizen en het daarmee samenhangende cluster dienstwoningen nabij de Oranjesluizen;
  • de herkenbaarheid van het dijklichaam.

Wat betreft het 19de eeuwse uitbreidingsgebied in en rond de Volewijk is van groot algemeen historisch, cultuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:

  • de karakteristieke omgeving, bepaald door de aanwezigheid van de havens, sluiscomplexen en waterwegen uit de 19de en begin 20ste eeuw en de daaraan gelieerde, historische bebouwing;
  • de nog steeds aanwezige sterke relatie tussen dit gebied en het water, zowel visueel, als functioneel, zij het tegenwoordig steeds minder door de beroepsvaart en steeds meer door plezierjachten en woonboten, maar ook door de pont op Amsterdam;
  • de losse, kleinschalige bebouwing, en het groen en de bomen langs het water geven het gebied - op het IJ-tunneltracé na - een open, groen en vriendelijk karakter, dat nauw aansluit bij het oorspronkelijk landelijke karakter van Noord en de omliggende tuindorpen.
2.2.4 Wegenstructuur

In het plangebied loopt een aantal belangrijke wegen. Aan de noord- en oostzijde van het plangebied loopt de Zuiderzeeweg en vormt daarmee een begrenzing van het plangebied. De Schellingwouderdijk (2x1 rijstroken) vormt een belangrijke structuurverbinding in oost/westrichting voor het (bestemmings-)verkeer naar respectievelijk Nieuwendam en Durgerdam en verder.

Hoewel de Liergouw en de Schellingwouderdijk de aansluiting verzorgen van Schellingwoude op het hoofdwegennet, hebben ze toch de status van erftoegangsweg en verblijfsgebied, net als de Paterslaan en Wijkergouw. De buslijn 30 die over de dijk rijdt, mag dus ook slechts maximaal 30 km/uur rijden. De Zuiderzeeweg heeft de status van een gebiedsontsluitingsweg A.

2.2.5 Groen & waterstructuur

Het netwerk van openbaar groen, natuur- en ecologische elementen, water en waterkeringen wordt als een onmisbaar en integrerend bestanddeel beschouwd van de stedenbouwkundige structuur, van zowel de stad als van het stadsdeel. Binnen Schellingwoude liggen belangrijke onderdelen van die structuur zoals het IJ, de groenzone aan het IJ en het groene binnendijks gebied met volkstuinen, weitjes en waterlopen die aansluiten op Waterland. De functie van het water en de waterkeringen worden steeds
belangrijker voor het goed functioneren en beschermen van die structuur. Voor waterberging is meer
ruimte nodig zodat de grondwaterstand beter kan worden beheerd.

Het buitendijkse groengebied rond het sportpark en het gebied rond de Schellingwouderbrug maken deel uit van de Hoofdgroenstructuur, zoals aangeven in de Structuurvisie. Schellingwoude heeft een jachthaven aan het Buiten-IJ.