direct naar inhoud van 6.3 Planopzet
Plan: Colmschate e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D117-OH01

6.3 Planopzet

6.3.1 Algemeen

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en planregels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen juridische betekenis, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

De planregels van het bestemmingsplan zijn ondergebracht in vier hoofdstukken:

Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels beogen een eenduidige interpretatie en toepassing van de overige, meer inhoudelijke regels en van de verbeelding te waarborgen.

Hoofdstuk 2 bevat de planregels in verband met de bestemmingsbepalingen. Per op de verbeelding aangegeven bestemming bevat dit hoofdstuk planregels, welke specifiek voor die bestemming gelden.

Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Hierbij gaat het om planregels die op nagenoeg alle bestemmingen betrekking hebben en die vooral om praktische redenen zijn ondergebracht in dit hoofdstuk, alsmede een aantal specifieke planregels, waaronder een anti-dubbeltelbepaling en procedureregels.

Ten slotte bevat hoofdstuk 4 de overgangs- en slotregels. Deze planregels bevatten onder meer het overgangsrecht en de titel.

6.3.2 Hoofdstuk 1: Inleidende regels

De artikelen 1 en 2 bevatten begripsomschrijvingen respectievelijk planregels omtrent de wijze van meten. Het voert te ver om hier uitgebreid bij alle begrippen stil te staan, maar wel verdienen enkele voor de dagelijkse gebruikspraktijk belangrijke begrippen aandacht. Het betreft hier met name de begrippen bestemmingsvlak, bouwvlak en bouwperceel. Tevens wordt ingegaan op de definitie van woning.

Bestemmingsvlak

Een bestemmingsvlak is een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming. De bij een bestemming behorende planregels gelden afzonderlijk voor elk bestemmingsvlak met die bestemming.

Bouwvlak

In een aantal bestemmingsvlakken is op de analoge en digitale verbeelding een bouwvlak aangegeven. Een bouwvlak is een op de analoge en digitale verbeelding aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegestaan. Hoofdregel is dat buiten het bouwvlak geen gebouwen mogen worden opgericht, doch uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Bouwperceel

Het bouwperceel is niet op de analoge en digitale verbeelding aangegeven. In artikel 1 van de planregels wordt bouwperceel omschreven als een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. In feite gaat het daarbij om het stuk grond dat bij de beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning moet worden aangemerkt als behorende bij het gevraagde bouwwerk. De visuele uitstraling van dat ene bouwperceel en het als één eenheid functioneren van dat bouwperceel is dan van belang. Een bouwperceel is altijd gelegen binnen een of meer bestemmingsvlakken, maar de begrenzing van een bouwperceel hoeft niet samen te vallen met de begrenzing van een bestemmingsvlak. Bouwvlakken geven aan waar binnen een bouwperceel gebouwen mogen worden gebouwd. Op het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak, mogen echter ook worden gebouwd, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en vergunningvrije bouwwerken.

Hiervoor is aangegeven dat de begrenzing van een bouwperceel niet hoeft samen te vallen met de begrenzing van een bestemmingsvlak. Met name in de woonbestemmingen komen meerdere bouwpercelen binnen één of meer bestemmingsvlakken voor. De grenzen van de bouwpercelen worden in de regel gevormd door de begrenzing van het erf. Waar die begrenzing tevens de eigendomsgrens is - en dit is vrijwel altijd het geval - vallen de grenzen van het bouwperceel samen met die van het kadastrale perceel. De loop van kadastrale grenzen kan veranderen door, bijvoorbeeld, aan- of verkoop van grond. Dan verandert ook de grens van het bouwperceel. Een stuk grond kan nu nog niet bij een bouwperceel horen en over een tijdje wel. Via de anti-dubbeltelbepaling in dit bestemmingsplan wordt voorkomen dat één stuk grond tweemaal meegeteld wordt bij de behandeling van omgevingsvergunningaanvragen.

Woning

Een woning is gedefinieerd als 'een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van personen'. Deze definitie wordt gehanteerd omdat steeds meer verschillende vormen van samenleven in een woning plaatsvinden die niet behoren tot het traditionele (al dan niet één persoons-) huishouden. Hierbij kan gedacht worden aan woongroepen, begeleid zelfstandig wonen, kamerbewoning e.d..

6.3.3 Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels

Algemeen

De planregels komen, voor een groot deel van het plangebied, overeen met het huidig gebruik van de grond en van de bebouwing. Ook sluiten de bouwregels grotendeels aan bij de bestaande bebouwing. Dit impliceert dat er voor een groot deel van het plangebied het behoud van de huidige situatie als uitgangspunt geldt.

De planregels bij de bestemmingen hebben voor elke bestemming dezelfde opbouw met achtereenvolgens, voor zover van toepassing, de volgende leden:

  • Bestemmingsomschrijving;
  • Bouwregels;
  • Nadere eisen;
  • Afwijken van de bouwregels;
  • Specifieke gebruiksregels;
  • Afwijken van de gebruiksregels;
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
  • Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk;
  • Wijzigingsbevoegdheid.

Enkelbestemmingen

Hierna volgt een korte toelichting en beschrijving van de verschillende bestemmingen in dit bestemmingsplan per hoofdgroep.

Artikel 3: Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden

Het landgoed De Achterhoek is deels bestemd als Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden. Het verschil met een normale agrarische bestemming is dat in deze bestemming is bepaald dat er een omgevingsvergunning nodig is voor 'het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden'. Dit is opgenomen ter bescherming van de daar voorkomende natuurlijke en landschappelijke waarden.

Artikel 4: Bedrijf

Binnen deze bestemming zijn bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan. Het betreft met name solitaire bedrijven, niet gelegen op een bedrijventerrein. Per bedrijf is een bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Op de verbeelding is aangeduid op welke locatie en welk aantal bedrijfswoningen zijn toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van bedrijf - verkoop van bouw- en tuinbenodigdheden' is detailhandel in bouw- en tuinbenodigdheden toegestaan.

Artikel 5: Bedrijf - Nutsvoorziening

In het plangebied komen een aantal nutsvoorzieningen voor. Deze zijn specifiek bestemd als Bedrijf - Nutsvoorziening.

Artikel 6: Bedrijventerrein

In de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn, net als in de bestemming 'Bedrijf' bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan. Ten opzichte van de bestemming 'Bedrijf' zit het verschil in de toegelaten overige functies en in de bouwregels van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen. Het gaat om een complex van bedrijven op een bedrijventerrein, niet om solitair gelegen bedrijven.

Artikel 7: Bos

Het bosgebied aan de Holterweg rond nummer 103 is bestemd als 'Bos'.

Artikel 8: Centrum

Het winkelcentrum Colmschate en een aantal locaties aan de Oostriklaan zijn bestemd als 'Centrum'. Binnen deze bestemming zijn functies toegestaan als wonen, detailhandel, dienstverlening, horecabedrijven (in de categorieën 2a, 2b, 3a en 3b), praktijken ten behoeve van medische en/of therapeutische doeleinden, kantoren, bedrijven in de milieu-categorieën 1 of 2, maatschappelijke doeleinden. Ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum' is ook een sportcentrum zoals een fitnesscentrum toegestaan.

Alle functies, uitgezonderd wonen, dienen in beginsel op de begane grond plaats te vinden. Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' mag deze functie ook op de verdieping plaatsvinden.

Ook is de functie wonen binnen deze bestemming opgenomen. Het betreft hier de woningen boven de winkels. Deze woningen kunnen gecombineerd worden met een beroep op of bedrijf aan huis indien voldaan wordt aan de daartoe gestelde voorwaarden. Op enkele locaties zijn geen woningen toegestaan, dit is met de aanduiding 'wonen uitgesloten' opgenomen.

Warenmarkten en standplaatsen zijn binnen de bestemming 'Centrum' eveneens toegestaan.

Artikel 9: Detailhandel

In het plangebied is één detailhandelsvestiging als zodanig bestemd. Het gaat om de rijwielhandel aan het Titus Brandsmaplein 1.

Artikel 10: Gemengd

Binnen de bestemming Gemengd zijn diverse functies toegestaan die gelijkwaardig naast elkaar zijn toegestaan. Het gaat hierbij om functies zoals wonen, zorgwoningen, dienstverlening, bedrijven in de milieu-categorieën 1 of 2, maatschappelijke doeleinden, en kantoren. Detailhandel is uitsluitend toegestaan waar op de verbeelding de aanduiding 'detailhandel' is opgenomen. Alle functies, uitgezonderd het wonen, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond. Ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum', is een sportcentrum toegestaan.

Artikel 11: Groen

Het in het plangebied voorkomende (openbaar) groen dat behoort tot de groenhoofdstructuur is als zodanig bestemd. Binnen deze bestemming zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Binnen deze bestemming zijn speelvoorzieningen toegestaan, waaronder (jeugd- en jongeren)ontmoetingsplaatsen zijn begrepen. Om snel in te kunnen spelen op de behoefte om dergelijke voorzieningen te realiseren zijn ze bij recht binnen deze bestemming toegestaan. Hierbij geldt een maximale hoogte van 4 m en maximale oppervlakte per bouwwerk van 15 m2. Tevens is via een afwijking de mogelijkheid opgenomen dat ondergeschikte gebouwen mogen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals trafohuisje, abri's, telefooncellen, kabelkasten en gemaalgebouwtjes. Ten slotte mogen parkeerplaatsen worden gerealiseerd, mits via een omgevingsvergunning is afgeweken van de gebruiksregels.

Artikel 12: Horeca

Aan de Holterweg zijn twee horecavestigingen. Deze zijn bestemd als 'Horeca'. Het betreft een snackbar/eetcafé en een chinees (afhaal)restaurant. Door de horeca-categorieën 2b, 3a en 3b toe te staan, zijn de bestaande functies mogelijk, maar zijn ook andere horeca-functies uitwisselbaar toegestaan. Categorie 2a betreft onder andere cafés en bars. Deze zwaardere categorie is binnen de solitaire horecavestigingen niet wenselijk, wegens de uitstraling naar de omgeving.

Binnen de bestemming is het mogelijk een bedrijfswoning op te richten. Bebouwing ten behoeve van een bedrijfswoning moet voldoen aan de bouwregels voor hoofdgebouwen. Voor de bedrijfswoning is geen aparte bijgebouwenregeling opgenomen; ook hier wordt aansluiting gezocht bij de bijgebouwenregeling behorend bij hoofdgebouwen. De reden hiervan is dat de bedrijfswoningen ook op de verdieping van het bedrijf gevestigd kunnen worden, dit is in de feitelijke situatie al het geval.

Artikel 13: Maatschappelijk

Het wijkcentrum en de kinderopvang en peuterspeelzaal ten zuiden van het winkelcentrum zijn bestemd met een brede maatschappelijke bestemming. De verschillende functies binnen de bestemming zijn inwisselbaar toegestaan.

Artikel 14: Overig - Landhuis

Binnen deze bestemming is de instandhouding van landgoederen met landhuizen en bijbehorende gebouwen en terreinen geregeld.
In het landhuis mag gewoond worden, de rest van de gronden zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van landschapselementen, buitenplaatsen en parkinrichting, vijver en waterpartijen en het lanenstelsel.

De bouwmogelijkheden geven aan dat alle bouwwerken in principe binnen het bouwvlak gebouwd dienen te worden. Bij een omgevingsvergunning kan van deze bepaling worden afgeweken om bijgebouwen buiten het bouwvlak op te richten. De reden dat hiervoor een omgevingsvergunning met afwijking nodig is, is dat op deze manier eisen gesteld kunnen worden aan de plaatsing van de gebouwen op het terrein. Hiermee kan worden voorkomen dat de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden worden aangetast.

Artikel 15: Sport

Het sportterrein De Achterhoek en De Scheg zijn bestemd als 'Sport'. Het betreft een sportterrein en een gebouwde sportvoorziening. In de regels wordt echter aangegeven dat gebouwen binnen het bouwvlak moeten worden opgericht. Ook is er een bebouwingspercentage opgenomen. Op het sportterrein mag slechts 5% van het bouwvlak worden bebouwd, bij De Scheg is dit 100%. Van de regel dat gebouwen binnen het bouwvlak moeten worden opgericht kan worden afgeweken met een omgevingsvergunning. Vanzelfsprekend kan hierbij het bestemmingsvlak niet overschreden worden. Bij recht is het ook mogelijk om buiten het bouwvlak tot een totale oppervlakte van 50 m2 gebouwtjes op te richten, zoals dug-outs en dergelijke.

Binnen deze bestemming is naast sportvoorzieningen ook de vestiging van voorzieningen als kinderopvang en medische en/of therapeutische praktijken mogelijk. Hiervoor kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de genoemde regels. Ondersteunende horeca, zoals een kantine, is binnen deze bestemming bij recht toegestaan.

Artikel 16: Verkeer en Artikel 18: Verkeer - Verblijfsgebied

De in het plangebied voorkomende wegen, straten en paden zijn als zodanig bestemd. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen doorgaande c.q. ontsluitende wegen en woonstraten. De eerste categorie kent de bestemming Verkeer en de tweede categorie de bestemming Verkeer - Verkeer en verblijfsgebied. Binnen de bestemming Verkeer vallen naast de hoofdwegen ook groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, verblijfsvoorzieningen, kunstwerken en water. Binnen de bestemming Verkeer - Verkeer en verblijfsgebied vallen naast de woonstraten ook groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, verblijfsvoorzieningen (waaronder pleinen), kunstwerken en water. Net als in de bestemming Groen zijn speelvoorzieningen toegestaan, waaronder (jeugd- en jongeren)ontmoetingsplaatsen. Tevens is via een afwijking van de bouwregels de mogelijkheid opgenomen dat ondergeschikte gebouwen mogen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals trafohuisje, abri's, telefooncellen, kabelkasten en gemaalgebouwtjes.

Ter plaatse van het station Colmschate is de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - voorzieningen openbaar vervoerstation' opgenomen. Binnen deze aanduiding zijn voorzieningen ten behoeve van het station toegestaan, zoals spoorweggebouwen, wachtruimten, overkappingen, fietsenstallingen, telefooncellen, verkooppunten voor vervoersbewijzen, seinhuizen, relaishuizen, onder-stations en dergelijke.

Artikel 17: Verkeer - Railverkeer

De in het plangebied voorkomende spoorwegen zijn als zodanig bestemd. Binnen de bestemming Verkeer - Railverkeer vallen ook spoorwegovergangen en de bij de bestemming behorende groenvoorzieningen, watergangen, kunstwerken, tunnels en nutsvoorzieningen. Tevens is de mogelijkheid opgenomen dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het (rail)verkeer, wegverlichting, etc.

Artikel 19: Water

Ten westen van De Scheg is een vijver die onder andere bedoeld is voor het opvangen en bergen van hemelwater. Deze vijver is bestemd als Water.

Artikel 20: Wonen

De grondgebonden woningen in het plangebied behoren tot de bestemming Wonen.

Voor het gehele plangebied zijn in principe dezelfde bouwregels opgenomen. Voor een aan percelen is het maximaal te bouwen woningen per perceel opgenomen, om de ter plaatse aanwezige stedenbouwkundige en landschappelijke waarden te behouden.

De planregels bieden de mogelijkheid tot het uitoefenen van een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis. Dit is een beroeps- of bedrijfsactiviteit die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.

Tevens is de mogelijkheid opgenomen om af te wijken ten behoeve van het vestigen van een zorgwoning. Deze mogelijkheid is opgenomen om woonvormen mogelijk te maken die door de mate van zorg en ondersteuning die wordt geboden aan de bewoners niet meer kunnen worden geschaad onder zelfstandige bewoning, maar gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en hun geringe ruimtelijke impact wel aanvaardbaar zijn in de woonomgeving. Te denken valt aan gezinsvervangende tehuizen, vormen van begeleid wonen e.d. Van belang is dat de bestemming in hoofdzaak is en blijft gericht op het wonen, waarbij de bewoners ondersteuning en begeleiding krijgen, omdat ze gezien hun beperking en/of jonge leeftijd niet geheel zelfstandig kunnen wonen.

Artikel 21: Wonen - Gestapeld

De in het plangebied voorkomende woningen die in meerdere lagen zijn gebouwd, zijn bestemd als Wonen - Gestapeld. De maatvoering van een hoofdgebouw dient te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in de betreffende planregels.

Ook binnen deze bestemming is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan en is de mogelijkheid opgenomen om af te wijken ten behoeve van het vestigen van een zorgwoning (zie de bestemming Wonen).

Dubbelbestemmingen

Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die over een of meerdere onderliggende bestemmingen 'heen vallen' en een heel specifiek (ruimtelijk) belang beogen te regelen. De regels van een dubbelbestemming gaan vóór die van de onderliggende bestemming(en). Reden voor deze voorrangsregel is, dat de toegekende dubbelbestemming een bijzonder belang vertegenwoordigt dat zo zwaarwegend is, dat andere ruimtelijke belangen daarvoor moeten wijken.

Artikel 22: Leiding - Gas

De hoofdtransportgasleiding met de daarbij behorende bebouwingsvrije/risico- zones heeft deze dubbelbestemmingen gekregen. Voor de andere bestemmingen van deze gronden gelden bijzondere bepalingen met het oog op de bescherming van en de veiligheidssituatie rond deze leiding. Door de regel dat voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd, kan controle worden uitgeoefend op met name grondroeringen (bijv. graafactiviteiten in het kader van bouw- en andere activiteiten).

Artikel 23: Leiding - Hoogspanningsverbinding

De hoogspanningslijn met de daarbij behorende bebouwingsvrije/risico- zones heeft de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding gekregen. Het oprichten van hoogspanningsmasten is binnen deze bestemming mogelijk. In het plangebied 'Colmschate e.o.' zijn feitelijk geen masten aanwezig. De buiten het plangebied aanwezig hoogspanningsmasten hebben een hoogte van 35 en 38 meter. Deze hoogte wijkt af van de standaard hoogte van 25 meter. Dit heeft ermee te maken de hoogspanningsleiding de dubbele spoorlijn kruist. Om in de toekomst eventueel herbouw van een mast binnen dit plangebied mogelijk te maken, is de maximale hoogte van 38 opgenomen.

Voor de andere bestemmingen van deze gronden gelden bijzondere bepalingen met het oog op de bescherming van en de veiligheidssituatie rond deze leiding. Door de regel dat voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd, kan controle worden uitgeoefend op met name grondroeringen (bijv. graafactiviteiten in het kader van bouw- en andere activiteiten).

Artikel 24: Leiding - Water

De in het plangebied aanwezige hoofdwatertransportleidingen worden in de regels beschermd middels een dubbelbestemming waarin is geregeld dat voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd. Deze verplichting moet de leidingen beschermen tegen werken en werkzaamheden die de leidingen zouden kunnen beschadigen.

Artikel 25: Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied

Zoals reeds in paragraaf 5.2.1 van deze toelichting is opgemerkt, hebben enkele delen van het plangebied een hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Ter bescherming van deze archeologische waarden is de dubbelbestemming Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied opgenomen.

In deze bestemming worden regels gesteld, gericht op het beschermen van de in de bodem aanwezige archeologische waarden. Indien een aanvraag om omgevingsvergunning ziet op een bouwproject met een omvang van 100 m² en ten behoeve van het bouwproject graafwerkzaamheden, dieper dan 0,5 m onder maaiveld, moeten worden verricht, dan kunnen burgemeester en wethouders voordat zij een omgevingsvergunning verlenen, de aanvrager bij zijn aanvraag om omgevingsvergunning verplichten om een rapport te overleggen. In de rapportage moeten de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, zijn vastgelegd. Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden door het verlenen van de omgevingsvergunning worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden.

Het archeologie beleid van de gemeente Deventer is er opgebaseerd dat bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor locaties met een dubbelbestemming archeologie door de gemeente Deventer kosteloos een archeologisch advies wordt opgesteld. Dit advies dient als rapport.

Het advies wordt opgesteld als een bureaustudie. In deze bureaustudie wordt de archeologische verwachting van de locatie in detail bekeken. Op basis van historische bronnen en eerder archeologisch onderzoek wordt beschreven welke resten op de locatie worden verwacht, dit is de gespecificeerde verwachting van de locatie. Daarna wordt gekeken of op de locatie in het verleden al diep gebouwd of gegraven is, waardoor het archeologisch bodemarchief verstoord is. In de bureaustudie wordt verder uitgewerkt in hoeverre de nieuwe plannen het bodemarchief zullen verstoren. Op basis van deze gegevens wordt geadviseerd of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. In de bureaustudie wordt uitgewerkt welke voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning.

Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden. Daarnaast kan de verplichting om archeologisch onderzoek te laten uitvoeren door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg, als voorwaarde aan de omgevingsvergunning worden verbonden.

Ter voorkoming van de aantasting van waardevolle informatie in de bodem, is een verplichting opgenomen om een omgevingsvergunning aan te vragen voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden die een verstorend effect op de archeologische waarden kunnen hebben. Aan deze omgevingsvergunning kunnen dezelfde verplichtingen worden verbonden als de verplichtingen die aan een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk kunnen worden verbonden en hiervoor beschreven zijn.

Voordat ten behoeve van de onderliggende bestemming kan worden gebouwd of gebruikt, zal moeten worden getoetst aan de op de gronden gelegen dubbelbestemming. Hieruit kan volgen dat een archeologische rapportage of omgevingsvergunning noodzakelijk is.

Artikel 26: Waterstaat - Waterkering

In deze dubbelbestemming is de waterkering langs het Overijssels Kanaal begrepen. Het gaat hier zowel om de kernzone van de waterkering als om de bijbehorende beschermingszone. Voor de waterkeringen zijn in de Keuren van de betrokken waterschappen beschermingszones en bijbehorende bepalingen aangegeven. Binnen deze dubbelbestemming kunnen de andere bestemmingen van deze gronden, met name "Groen" en "Verkeer", eveneens worden gerealiseerd, zij het dat de waterkeringbeheerder, zijnde het desbetreffende waterschap, daarmee kan instemmen. Het waterschap zal in dat geval ontheffing verlenen van de verbodsbepalingen opgenomen in de betreffende Keur. Op deze manier wordt een verantwoord 'waterkerings'-besluit genomen en zullen alleen functies combineerbaar zijn die zich verdragen met de functie waterkering.

6.3.4 Hoofdstuk 3: Algemene regels

De algemene regels omvatten een aantal algemene en aanvullende regels die van toepassing zijn op de gronden behorende bij het onderhavige plangebied. Vanwege het algemene karakter van deze planregels zijn deze opgenomen in dit algemene hoofdstuk.

Artikel 27: Anti-dubbeltelregel

Door wijziging in de begrenzing van het bouwperceel zouden regelingen die aan het bouwperceel zijn verbonden, kunnen worden ontdoken. De anti-dubbeltelregel verhindert dat.

Artikel 28: Algemene bouwregels

Het is wenselijk om de aanvullende werking van de gemeentelijke Bouwverordening te beperken tot een aantal specifieke onderwerpen.

Artikel 29: Algemene gebruiksregels

Deze bepaling bepaalt dat het verboden is de gronden te gebruiken in strijd met de gegeven bestemming. Deze bepaling is rechtstreeks overgenomen uit artikel 7.10 Wro. In de specifieke bestemmingen zijn als aanvulling hierop in bepaalde gevallen specifieke gebruiksregels opgenomen.

Tevens is in dit artikel de algemene bepaling opgenomen voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis. Dit is een beroeps- of bedrijfsactiviteit die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.

Artikel 30: Algemene aanduidingsregels

Binnen deze bepaling zijn regels met betrekking tot de aanduiding geluidzone - industrie opgenomen. Het plangebied valt binnen de invloedszone van geluid vanuit het bedrijventerrein Bergweide. Nieuwvestiging van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen is binnen deze zone niet toegestaan, mits er een hogere waarde is vastgesteld.

Artikel 31: Algemene afwijkingsregels

Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid af te wijken van de in het plan genoemde maten met maximaal 10% en om het profiel van wegen in geringe mate aan te passen.

Artikel 32: Algemene wijzigingsregels

Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid om overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de situering en de vorm van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlakken en bouwvlakken te wijzingen dan wel nieuwe bouwvlakken aan te geven.

6.3.5 Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels

Ten slotte zijn in het laatste hoofdstuk van de planregels de overgangs- en slotregels opgenomen. Ook deze regels hebben een algemeen karakter en zijn op het gehele plangebied van toepassing.

Artikel 33: Overgangsrecht

Deze bepaling regelt het regime van bebouwing en van gebruik van de grond dat strijdig is met het plan. Strijdigheid met het plan wordt voor zowel bebouwing als gebruik beoordeeld naar het moment waarop het plan in werking treedt.

Artikel 34: Slotregel

Hier staat de benaming van dit bestemmingsplan vermeld.