direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Colmschate e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D117-OH01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als milieu-categorie 1 of 2;
  • b. dienstverlenende en verzorgende bedrijven;
  • c. detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen;
  • d. uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg';
  • e. alsmede voor de verkoop van bouw- en tuinbenodigdheden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkoop van bouw- en tuinbenodigdheden';
  • f. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 29.2;
  • g. het behoud, herstel en de versterking van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schoorsteen';

met de daarbij behorende

  • h. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken en speelvoorzieningen, e.d.;
  • i. watergangen en waterpartijen;
  • j. verkeersvoorzieningen in de vorm van wegen, inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d..
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. op de tot 'Bedrijf' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
  • b. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangeduid, met dien verstande dat als er geen bebouwingspercentage is aangegeven het 100% mag bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangeduid.
4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. voornoemde gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • b. voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
    • 1. een bedrijfswoning mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
    • 2. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • c. voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
    • 1. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning worden gebouwd;
    • 2. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
    • 4. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
    • 6. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen , bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
      • op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2, niet meer dan 75 m2 bedragen;
      • op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m2 tot 1000 m2, niet meer dan 100 m2 bedragen;
      • op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 1000 m2, niet meer dan 150 m2 bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van licht- en andere masten en technische installaties mag niet meer dan 8 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van antennes niet meer dan 15 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen buiten de aanduiding 'bouwvlak' niet meer dan 1 m mag bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. detailhandel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan;
  • b. bedrijven, die inrichtingen zijn genoemd als vermeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit Milieubeheer, in de van deze regels deel uitmakende bijlage Inrichtingen Wet Geluidhinder;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 4.1 onder a ten behoeve van het (be)bouwen en gebruiken van gronden en bouwwerken voor andere bedrijven, mits het betreft bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de plaats ten aanzien waarvan de omgevingsvergunning wordt aangevraagd, zijn toegestaan krachtens artikel 4.1 onder a.

4.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • g. de parkeersituatie.