direct naar inhoud van Artikel 10 Gemengd
Plan: Colmschate e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D117-OH01

Artikel 10 Gemengd

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 29.2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' het wonen niet is toegestaan;
  • b. zorgwoningen, uitsluitend conform het bepaalde in artikel 10.4.1;
  • c. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • d. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • e. maatschappelijke doeleinden, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • f. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteitenzijn aangeduid als milieu-categorie 1 of 2, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • g. kantoren, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  • h. in afwijking van het bepaalde in artikel 10.1 onder g zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - verdieping' kantoren ook op de verdieping toegestaan;
  • i. alsmede voor een sportcentrum ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;

en de daarbij behorende

  • j. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken, e.d.;
  • k. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerkendie ten dienste staan van deze bestemming.
  • b. De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen , bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
    • 1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2, niet meer dan 75 m2 bedragen;
    • 2. op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m2 tot 1000 m2, niet meer dan 100 m2bedragen;
    • 3. op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 1000 m2, niet meer dan 150 m2bedragen.
10.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in de voorgevel-bouwgrens te worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
10.2.3 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

10.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 10.2.3 onder a en worden toegestaan dat een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon aan een op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw mag worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer dan 1,5 m bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning, bedraagt;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt;
    • 4. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouwbedraagt;
    • 5. de afstand tot de openbare ruimte niet minder dan 2,5 m bedraagt.
  • b. artikel 10.2.4 onder a en worden toegestaan dat een overkapping mag worden gebouwd op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt;
  • c. artikel 10.2.3 onder f en worden toegestaan dat de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag worden verkleind tot 0 m;
  • d. artikel 10.2.4 onder b en worden toegestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak mag worden verhoogd tot 2 m.
10.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
10.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken worden van het bepaalde in artikel 10.1onder b en worden toegestaan dat gronden worden gebruikt ten behoeve van zorgwoningen.

10.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.