direct naar inhoud van Artikel 22 Leiding - Gas
Plan: Colmschate e.o.
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D117-OH01

Artikel 22 Leiding - Gas

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aanwezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor:

  • a. een gasleiding;

met de daarbij behorende

  • b. voorzieningen.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

22.3 Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken worden van het bepaalde in artikel 22.2.1en worden toegestaan dat de in de desbetreffende andere bestemming genoemde bouwwerken mogen worden gebouwd.

22.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in artikel 22.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding;
  • b. ter zake daarvan vooraf advies van de betreffende leidingbeheerder is ingewonnen.
22.4 Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van onbebouwde gronden als opslag-, stort- of bergplaats, voor zover dit tot gevolg heeft dat de betreffende leiding niet eenvoudig bereikbaar is voor de leidingbeheerder.
22.5 Afwijken van de gebruiksregels
22.5.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken worden van het bepaalde in artikel 22.4.1onder a en toestaan dat onbebouwde gronden worden gebruikt ten behoeve van opslag-, stort- of bergplaats, voor zover dit tot gevolg heeft dat de betreffende leiding niet eenvoudig bereikbaar is voor de leidingbeheerder.

22.5.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:

  • a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding;
  • b. ter zake daarvan vooraf advies van de betreffende leidingbeheerder is ingewonnen.
22.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.6.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in 22.6.2 is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en in deze gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • c. het verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;
  • d. het aanleggen van geluid- en andere wallen;
  • e. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen.
22.6.2 Uitzonderingen

Het in artikel 22.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee op grond van een omgevingsvergunning is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden, waarmee is begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, indien daarvoor geen omgevingsvergunning vereist was.
22.6.3 Toepassingsvoorwaarden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in 22.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding, en
  • b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.