Plan: | Heusden Buitengebied, 3de herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0797.PHHBG3-VG02 |
Op 18 december 2012 heeft de gemeenteraad het Bestemmingsplan Heusden Buitengebied vastgesteld. Sinds die tijd zijn voor het buitengebied enkele (partiële) herzieningen vastgesteld waarin enerzijds de uitspraak van de Raad van State is verwerkt en anderzijds enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn gemaakt (zie ook paragraaf 1.2). Met de voorliggende partiële herziening worden verschillende doelen bereikt:
Inhoudelijk worden er, tenzij anders aangegeven, geen ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in de bestemmingsregelingen en/of verbeelding. In hoofdstuk 2 van deze toelichting worden de wijzigingen ten opzichte van het moederplan toegelicht. Deze toelichting dient ter verduidelijking van de gemaakte keuzen in dit bestemmingsplan en ter informatie over het van toepassing zijnde beleid.
Voor de niet in deze herziening opgenomen onderdelen blijft de bestemmingsregeling zoals opgenomen in de regels en op de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Heusden Buitengebied’ van kracht.
Bestemmingsplan Heusden Buitengebied
Zoals hiervoor is aangegeven geldt voor het buitengebied van de gemeente in de eerste plaats het Bestemmingplan Heusden Buitengebied zoals dat op 12 december 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld.
Reactieve aanwijzing
Naar aanleiding van het raadsbesluit hebben Gedeputeerde Staten op 22 januari 2013 een zogenaamde reactieve aanwijzing gegeven. Dat houdt in dat bepaalde delen van het bestemmingsplan niet in werking zijn getreden. Het betrof drie locaties en enkele passages in de regels. Op 19 maart 2013 hebben Gedeputeerde Staten de reactieve aanwijzing voor de locatie Duinweg 19 te Drunen weer ingetrokken.
Tegen de reactieve aanwijzing is door de gemeente beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder Raad van State) heeft op 22 oktober 2014 uitspraak gedaan. Daarbij is de reactieve aanwijzing voor het vergroten van een bouwvlak ter plaatse van de Oosterseweg 15 te Elshout vernietigd. Het bestemmingsplan is voor dit perceel alsnog in werking getreden en onherroepelijk geworden.
Het resultaat van de verschillende besluiten en uitspraken is voor het voorliggende plan het volgende:
artikel 3.7.8
artikel 44.2.d |
Twee passages in de regels zijn niet in werking zijn getreden. Omdat dit niet eerder in de regels is verwerkt en om misverstanden te voorkomen, worden deze twee passages door middel van het voorliggende plan uit de regels gehaald. Het gaat om twee passages in de wijzigingsbevoegdheden. Enerzijds gaat het om een wijzigingsbevoegdheid bij de beëindiging van een agrarisch bedrijf (3.7.8). Het plan biedt de mogelijkheid om de bestemming dan te wijzigen naar recreatieve voorzieningen. Anderzijds gaat het om de algemene wijzigingsbevoegdheid in artikel 44.2.d (wijzigingsgebied 4 aan de Hoge Schijf). Volgens beide bepalingen kunnen voorzieningen worden toegelaten met maximaal 250.000 bezoekers per jaar. Dat maximum aantal is niet in werking getreden. Daardoor is het aantal bezoekers maximaal 100.000 per jaar. |
Vendreef 3 Vlijmen | Voor de locatie Vendreef 3 te Vlijmen treedt de aanduiding 'paardenhouderij' niet in werking. In dit plan is voor dit perceel de begripsomschrijving 'agrarisch bedrijf' van toepassing, waarbinnen het fokken van paarden is toegestaan. Tevens is een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' opgenomen gelet op de vergunde situatie ter plaatse. |
Beroepszaak
Tegen het vastgestelde plan zijn in totaal 26 beroepen aangetekend. Op 22 oktober 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de ingestelde beroepen en is het bestemmingsplan grotendeels in stand gelaten, maar wat betreft het bepaalde omtrent een beperkt aantal percelen en planregels vernietigd (zie hierna).
De Raad van State droeg de gemeente op om binnen 4 weken 2 onderdelen te verwerken in het digitaal gepubliceerde bestemmingsplan, zie onderstaand. Dat is gedaan bij de publicatie van het bestemmingsplan.
Artikel 42, lid 3.3 | De Raad van State voorzag al in dit planonderdeel door het schrappen van de zinssnede "en er geen negatieve effecten optreden in aangrenzende Natura 2000-gebieden" uit dit artikel. |
Tuinbouwweg 49 te Haarsteeg | De aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geschrapt. |
Daarnaast droeg de Raad van State de gemeente op om binnen 26 weken opnieuw te besluiten over een tiental onderdelen. Dit is gebeurd in de vorm van twee reparatiebesluiten, te weten bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel A en bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel B.
Bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel A
Heusden Buitengebied Reparatieplan deel A is op 31 maart 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan zijn de regels van het Bestemmingsplan Buitengebied hersteld en is voor 4 locaties een nieuwe regeling op de verbeelding opgenomen. Het betreffen de volgende wijzigingen:
- een aanpassing van de regeling voor teeltondersteunende voorzieningen; - een aanpassing van de regeling voor seizoensarbeiders; - toekenning van een persoonsgebonden bestemming voor het perceel Groenewoud 22 in Drunen; - het bijstellen en het nader onderbouwen van de regeling voor nevenactiviteiten voor het perceel Voordijk 69 in Haarsteeg; - het toekennen van de bestemming "agrarisch" aan perceel sectie F, nummer 47 aan de Zeedijk bij Elshout. |
Reparatieplan Deel A is inmiddels onherroepelijk en vormt een samenhangend geheel met het bestemmingsplan Heusden Buitengebied.
Bestemmingsplan Heusden Buitengebied Reparatieplan Deel B
Heusden Buitengebied Reparatieplan deel B is op 12 mei 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan is voor 3 locaties een nieuwe regeling op de verbeelding opgenomen. Het betreft de volgende locaties:
Elshoutsestraat 3 in Elshout | Het toekennen van een bedrijfsbestemming. |
Zeedijk 2 in Elshout | Het vergroten van het bouwvlak. |
Giersbergen 19 in Drunen | Het toekennen van een bouwvlak voor een woning. |
Reparatieplan Deel B is als zelfstandig bestemmingsplan (inclusief planregels) vastgesteld en voldoet aan de Verordening Ruimte 2014 en is om die reden geen onderdeel van de voorliggende herziening.
Bestemmingsplan Vaartweg (1e herziening)
Een aantal agrarische percelen in de omgeving van de Vaartweg zijn in het bestemmingsplan Vaartweg opgenomen. Voor deze percelen is daarmee in een actuele regeling voorzien. Meenemen in deze herziening is dan ook niet nodig.
Bestemmingsplan Buitengebied, 2de herziening
Voor een aantal (particuliere) ontwikkelingen in het buitengebied is het bestemmingsplan Heusden Buitengebied, 2de herziening opgesteld. Dit bestemmingsplan volgt een eigen procedure en maakt daarom geen onderdeel uit van deze herziening,
De landelijke standaarden voor het opstellen van bestemmingsplannen voorzien in verschillende mogelijkheden voor het opstellen van herzieningen. Er is daarom voor gekozen om in hoofdstuk 2 eerst een toelichting te geven op het juridische gedeelte van de herziening, zodat duidelijk is op welke wijze de verbeelding en de regels moeten worden gelezen. De hoofdstukken 3, 4 en 5 geven een overzicht van alle wijzigingen ten opzichte van het moederplan. Tot slot komt in hoofdstuk 7 het aspect uitvoerbaarheid aan de orde.
Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.
De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.
De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijke herziening van de geldende bestemmingsplannen (Heusden Buitengebied en Reparatieplan A), ook wel het moederplan genoemd. Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking met een 'regulier' bestemmingsplan.
De herziening is opgesteld op basis van de landelijke standaard (SVBP2012), omdat terinzagelegging plaatsvindt na 1 juli 2013. Voor alle bestemmingsplannen die worden opgesteld na deze datum - ook voor partiële herzieningen - dient op basis van de Wet ruimtelijke ordening SVBP2012 te worden toegepast. De gebruikte terminologie van SVBP2012 verschilt op onderdelen van die van SVBP2008, de standaard die in het moederplan is toegepast.
Verbeelding
Alleen de percelen, bestemmingen en gebiedsaanduidingen waar naar aanleiding van deze herziening een aanpassing plaatsvindt worden op de verbeelding opgenomen, wat geregeld is in artikel 46 van de regels. De SVBP2012 biedt de mogelijkheid om uitsluitend die zaken in de herziening op te nemen die wijzigen. Uitgangspunt voor de weergave op de verbeelding is dat alleen het gewijzigde aspect in beeld gebracht wordt. Gebleken is dat niet alle wijzigingen op basis van deze systematiek in beeld gebracht kunnen worden. Hierbij gaat het voornamelijk om zaken die van de verbeelding verwijderd dienen te worden. Denk bijvoorbeeld aan het verwijderen van een functieaanduiding of het verwijderen van een gedeelte van het bouwvlak (dit is het geval wanneer het bouwvlak verkleind of van vorm veranderd dient te worden).
Om die reden wordt ten aanzien van de verbeelding gebruik gemaakt van 2 systematieken:
Om een compleet beeld te krijgen van de nieuwe situatie dient de 3de herziening derhalve in samenhang met het moederplan geraadpleegd te worden.
Regels
In verband met de leesbaarheid van het voorliggende plan is een complete set regels opgenomen. Deze moeten als volgt worden gelezen (zie ook artikel 46):
Alleen de toevoegingen of doorhalingen (vervallen tekst) maken juridisch-planologisch onderdeel uit van de 3de herziening. De niet gemarkeerde regels zijn ter informatie opgenomen, zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het moederplan.
Voor wat betreft de procedure van de 3de herziening en de mogelijkheid om zienswijzen kenbaar te maken kan het volgende worden opgemerkt. De niet gemarkeerde regels kunnen in principe niet opnieuw ter discussie gesteld worden, omdat deze enkel een informatieve rol in deze herziening vervullen en formeel geen onderdeel van de 3de herziening uitmaken. De raad neemt hierover geen nieuw besluit meer. Daarop bestaan twee uitzonderingen:
De provincie Noord-Brabant heeft op 7 februari 2014 de Verordening Ruimte 2014 vastgesteld. De Verordening Ruimte 2014 is met betrekking tot de volgende onderdelen van belang voor het buitengebied van Heusden:
In de volgende paragrafen worden deze onderdelen van de Verordening Ruimte beschreven.
In de Verordening Ruimte 2014 wordt het volgende onderscheid gemaakt in agrarische bedrijven:
De verordening maakt daarbij binnen veehouderijbedrijven geen onderscheid tussen grondgebonden veehouderij en intensieve veehouderij. Voor de toelaatbare ontwikkelingen bij agrarische bedrijven is verder van belang dat binnen de provincie gebieden zijn aangewezen als Groenblauwe mantel of Gemengd landelijk gebied en dat er gebieden zijn aangewezen met Beperkingen veehouderij.
Veehouderij
Voor het beleid voor veehouderijen is het onderscheid tussen Groenblauwe mantel en Gemengd landelijk gebied niet van belang: de toelaatbare ontwikkelingen zijn in beide gebieden identiek.
Uitbreiding van de bebouwing binnen een bouwvlak
Uitbreiding van de bestaande bebouwingsoppervlakte (door nieuwbouw ten behoeve van het uitoefenen van een veehouderij (zoals stallen, machinebergingen of mestopslag) dan wel door bestaande bebouwing in gebruik te nemen voor het huisvesten van dieren) op het bouwvlak is uitsluitend toegestaan indien aan de voorwaarden uit de verordening wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn:
Daarbij geldt als extra voorwaarde dat melkveebedrijven, gelegen in het gebied 'Beperkingen veehouderij' aan moeten tonen in voldoende mate grondgebonden te zijn. Op gemengde bedrijven (bijvoorbeeld veehouderij in combinatie met vollegrondsteeltbedrijven of paardenhouderijen) mag worden gebouwd ten behoeve van de nietveehouderijtak zonder dat aan de bovengenoemde voorwaarden behoeft te worden voldaan. Tot slot moet worden geborgd dat bij een gebruikswijziging van bestaande gebouwen, gericht op de uitbreiding van de veehouderij, ook aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.
De Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij is opgebouwd rond diverse thema's en om te voldoen aan het criterium 'zorgvuldig' moet een minimale score van 7 op de BZV worden gehaald. In de loop der tijd zal het aantal thema's worden uitgebreid en de scores worden bijgesteld.
Hoewel het in theorie mogelijk is dat ook intensieve veehouderijen in het gebied Beperkingen veehouderij voldoen aan de voorgeschreven grondgebondenheid, gaat de provincie ervan uit dat intensieve veehouderijen hier geen ontwikkelingsmogelijkheden meer hebben (voortzetting van het beleid zoals dat goldt voor de extensiveringsgebieden).
Vergroten van agrarische bouwvlakken en omschakeling
Het wijzigen en vergroten van agrarische bouwvlakken alsmede het wijzigen van de bedrijfsvoering naar veehouderij (omschakeling) is toegestaan, maar ook hier gelden de volgende voorwaarden:
Tot slot moet worden geborgd dat bij een gebruikswijziging van bestaande gebouwen, gericht op de uitbreiding van de veehouderij, ook aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan.
Voor uitbreiding boven 1,5 ha geldt tevens dat bedrijven blijvend moeten beschikken over voldoende gronden om een veebezetting van 2 GVE/ha of minder te garanderen. Deze voorwaarde met betrekking tot de veebezetting geldt niet voor uitbreidingen in combinatie met de sanering van een overbelaste situatie waarbij er elders feitelijk en juridisch een veehouderij wordt opgeheven en er per saldo geen groei plaatsvindt van het vergunde aantal dieren. De uitbreiding van bouwvlak tot een oppervlakte boven de 1,5 ha kan ook worden toegestaan voor een vernieuwend bedrijfsconcept.
Uitzonderingen
Een aantal uitbreidingen valt niet onder de BZV:
Nieuwe agrarische bouwvlakken
Nieuwvestiging (het opnemen van een agrarisch bouwvlak op een locatie waar voorheen geen agrarisch bouwvlak aanwezig was) is alleen toegestaan op een zogenaamde vestigingslocatie: een bestaand bestemmings- of bouwvlak waarbinnen het geldend bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 100 m2 toestaat. Ook voor deze nieuwvestiging gelden de voorwaarden zoals genoemd bij de vergroting van bouwvlakken.
Gebruikswijzigingen en aantal bouwlagen
Uitsluitend bij uitbreiding (van het bouwvlak), vestiging (nieuwvesting) en omschakeling gelden beperkingen ten aanzien van het aantal bouwlagen en gebruikswijzigingen van gebouwen die (nog) niet voor de veehouderij in gebruik zijn. Deze voorwaarden gelden ook voor (de uitbreiding van) bestaande bebouwing (de regeling met betrekking tot bouwlagen is overigens al in het moederplan opgenomen).
Verwevingsgebieden, landbouwontwikkelingsgebieden en extensiveringsgebieden
Het beleid zoals in voorheen geldende Verordeningen beschreven voor intensieve veehouderij in de verwevingsgebieden, landbouwontwikkelingsgebieden en extensiveringsgebieden komt te vervallen. In plaats daarvan wordt de gebiedscategorie 'Beperkingen veehouderij' geïntroduceerd, die in grote lijnen overeenkomt met de extensiveringsgebieden. In de gebieden met Beperkingen veehouderij worden extra eisen gesteld aan de grondgebondenheid van veehouderijen.
Onderscheid (grondgebonden) veehouderij en intensieve veehouderij
In het geldende bestemmingsplan Heusden Buitengebied is een onderscheid gemaakt tussen (grondgebonden) veehouderij en intensieve veehouderij vanwege de ruimtelijke relevantie:
In het bestemmingsplan Heusden Buitengebied waren de intensieve veehouderijen al aangeduid, dit is nu niet gewijzigd.
Uitbreiding agrarische bedrijven in bestemmingsplan Heusden Buitengebied.
In het gebied met Beperkingen veehouderij wordt voor de intensieve veehouderij bepaald dat uitbreiding van bebouwing voor het uitoefenen van intensieve veehouderij binnen het bouwvlak, omschakeling naar intensieve veehouderij of vergroting van bouwvlakken ten behoeve van de uitbreiding van de intensieve veehouderij niet is toegestaan. Dit komt overeen met het beleid zoals door de provincie in de verordening is beoogd.
Dialoog met de omgeving
In de Verordening ruimte 2014 geeft de toelichting op de artikelen 6.3 en 7.3 aan dat de toelichting van een bestemmingsplan een verantwoording dient te bevatten dat er een zorgvuldige dialoog is gevoerd.
Ondernemers en hun omgeving hebben beide een belang bij het onderhouden van een goede relatie. De dialoog is er specifiek op gericht om in een vroegtijdig stadium (nog voordat het concrete plan vastligt) kennis te nemen van eventuele bezwaren, wensen en belangen van omwonenden, zodat die bij de uitwerking betrokken kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld door samen met de omgeving te bespreken hoe vanuit ieders perspectief een goede invulling gegeven wordt aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij. De omgeving is daarbij geen vastomlijnd begrip. Dit is sterk afhankelijk van de gewenste ontwikkeling en de effecten op de omgeving. De gemeente kan dit het beste beoordelen. Het is overigens niet zo dat partijen het altijd met elkaar eens moeten worden. Het gaat er om dat inzicht bestaat in de wensen van de omgeving in relatie tot de mogelijkheden die de ondernemer heeft. De gemeente beslist of de dialoog op een (voldoende) zorgvuldige wijze is gevoerd.
(Vollegrond)teeltbedrijven
Voor (vollegrond)teeltbedrijven is het onderscheid tussen 'Gemengd landelijk gebied' en de 'Groenblauwe mantel' wel van belang. Het bestemmingsplan Heusden Buitengebied' voldoet reeds voor deze bedrijven aan de Verordening Ruimte 2014.
Glastuinbouwbedrijven
Voor glastuinbouwbedrijven geldt dat het bestemmingsplan Heusden Buitengebied reeds voldoet aan de Verordening ruimte 2014.
Overige agrarische bedrijven
Voor de overige agrarische bedrijven geldt dat het bestemmingsplan Heusden Buitengebied reeds voldoet aan de Verordening ruimte 2014; er zijn geen aanpassingen in de regeling noodzakelijk.
Mestbewerking en vergisting. Op basis van de Verordening mogen mestbewerking en -vergisting niet langer aangemerkt worden als agrarische hulp- en nevenbedrijven, maar gelden hiervoor de regels voor Bedrijf.
Begrippen en indeling van agrarische bedrijven
Op basis van de aangepaste begripsbepaling voor agrarisch bedrijf, de huidige plansystematiek en noodzakelijke aanpassingen aan de Verordening Ruimte 2014 zijn agrarisch bedrijven geïnventariseerd en voorzien van een relevante functieaanduiding:
De bestemmingsomschrijving in artikel 3.1 wordt hierop aangepast.
Gebiedsaanduidingen
De gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' op de verbeelding komt te vervallen. Waar in de regels wordt verwezen naar deze gebiedsaanduiding/reconstructiewetzone worden deze geschrapt.
De gebieden in de verordening aangeduid als Beperkingen veehouderij worden in het bestemmingsplan aangeduid met de gebiedsaanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij'. Het gebied Beperkingen veehouderij komt nagenoeg overeen met de 'oude' extensiveringsgebieden. De gebiedsaanduiding is in de regels opgenomen in artikel 42.15.
Veehouderijbedrijven die een aanduiding 'intensieve veehouderij' hebben gekregen, zijn tevens in het gebied Beperkingen veehouderij gelegen. Voor deze bedrijven is, conform de andere bedrijven met intensieve veehouderij in het gebied met Beperkingen veehouderij, de huidige oppervlakte in gebruik voor intensieve veehouderij vastgelegd in artikel 3.
Bouw- en ontwikkelingsmogelijkheden
Voor (grondgebonden) veehouderijen en intensieve veehouderijen (hoofd- en neventakken) worden de regels als volgt aangepast.
Voor alle wijzigingsbevoegdheden geldt dat de opgenomen voorwaarden afgestemd zijn op de Verordening Ruimte 2014. Na toepassing van de wijzigingsbevoegdheden gelden voor de aangepaste bouwvlakken de bouw- en gebruikregels en afwijkingsbevoegdheden met betrekking tot de bestaande bebouwing zoals hiervoor beschreven. Een nieuwe begripsbepaling wordt toegevoegd voor de zorgvuldige veehouderij.
Overig
Voor mestbewerking wordt een nieuwe begripsbepaling opgenomen. In de begripsbepaling wordt mestbewerking niet langer aangemerkt als een agrarisch hulp- en nevenbedrijf.
De inventarisatie en actualisering van gegevens over de agrarische bedrijven hebben er toe geleid dat voor een aantal bedrijven de functieaanduidingen zijn aangepast. Dit betreft de volgende bedrijven:
Locatie | Overweging | Aanpassing |
Oosterseweg 3-5 | Ter plaatse is sprake van een champignonkwekerij. | Dit bedrijf wordt in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch' expliciet genoemd. |
Bosscheweg 61 | Op deze locatie is sprake van een intensieve veehouderij, gelet op de vergunde situatie. | Een aanduiding 'intensieve veehouderij' is opgenomen. |
Heusdenseweg 17-19 - glastuinbouw | Op deze locatie is sprake van een glastuinbouwbedrijf. | Een aanduiding 'glastuinbouw' is opgenomen. |
Achterstraat 16 en Naulandseweg 53 | Op deze locaties is zowel een paardenhouderij aanwezig (reeds aangeduid) alsmede een veehouderij. | Voor deze locaties is aanvullend een aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' opgenomen. |
In de verordening zijn, binnen de plangrenzen van het Buitengebied besluitgebieden opgenomen voor de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingszones, het attentiegebied ecologische hoofdstructuur, het behoud en herstel van watersystemen en de Groenblauwe mantel. Voor deze besluitgebieden zijn in de verordening regels opgenomen. De genoemde gebieden zijn ook in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen. Ten behoeve van de herziening is de begrenzing van de gebieden geactualiseerd en bezien of de regels van het bestemmingsplan naar aanleiding van de verordening aanpassing behoeven.
Het moederplan Buitengebied bevat de nodige regels met betrekking tot landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteitswinst. In artikel 2.2 van de Verordening ruimte 2011 heeft de provincie de verplichting voor gemeenten opgenomen om een kwaliteitsbeleid voor het landschap te voeren. Dit principe omvat kort samengevat dat er ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden mogen worden geboden, mits deze gepaard gaan met maatregelen die de kwaliteit van landschap, bodem, water, natuur, of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied versterken.
Deze eisen zijn door de gemeente Heusden, in samenwerking met een aantal andere gemeenten in de regio en de provincie, verwerkt in de “Werkafspraken kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant".
De notitie betreft een afsprakenkader, waarin wordt geschetst op welke manieren met de eisen omtrent kwaliteitsverbetering uit de Verordening ruimte 2014 kan worden omgegaan en wat het verwachtingsniveau is ten aanzien van de verwachte inspanning.
Het besluit om medewerking te verlenen aan ontwikkelingen in het buitengebied is afhankelijk van het eigen ruimtelijk beleid dat door de gemeenten wordt gevoerd. Dat betekent dat initiatieven in de eerste plaats aan dit beleid zullen worden getoetst, voordat wordt toegekomen aan het bepalen van de bijdrage in de kwaliteit van de landschappelijke inpassing en de wijze waarop deze bijdrage kan worden ingezet.
Indien ontwikkelingen passen in het beleid en ook ruimtelijk/planologisch inpasbaar blijken, is de notitie het handvat om inhoud te geven aan de gevraagde investering in de kwaliteit van het landschap. Via drie categorieën van ruimtelijke ontwikkelingen met invloed op de omgeving is bepaald hoe invulling wordt gegeven aan artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2014:
Categorie 1: Ruimtelijke ontwikkelingen waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering niet van toepassing zijn of worden geacht te zijn (geen landschappelijke inpassing en evenmin ruimtelijke kwaliteitsverbetering vereist).
Categorie 2: Ruimtelijke ontwikkelingen waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering van toepassing zijn, maar waarbij het gaat om ontwikkelingen die een (zeer) beperkte invloed op het landschap hebben (alleen landschappelijke inpassing vereist).
Categorie 3: Ruimtelijke ontwikkelingen waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering van toepassing zijn en waarbij sprake is van een (substantiële) invloed op het landschap (zowel landschappelijke inpassing als ruimtelijke kwaliteitsverbetering vereist).
In de bijlage bij de notitie zijn de ontwikkelingen behorend bij deze categorieën concreet benoemd. Deze lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende ontwikkelingen. Deze lijst kan worden gewijzigd op basis van nieuwe ontwikkelingen.
In het moederplan is reeds bij deze ontwikkelingen opgenomen dat sprake moet zijn van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem en/ of water en/ of landschap en/ of cultuurhistorie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de versie Werkafspraken kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant op het moment ten tijde van het binnenkomen van de aanvraag.
Een aantal particulieren heeft aangegeven ontwikkelingsplannen te hebben. Hiervoor zijn ruimtelijke onderbouwingen aangeleverd. Indien uit de onderzoeken blijkt dat geen sprake is van ruimtelijke en/of milieutechnische belemmeringen en voldaan is aan de regeling kwaliteitsverbetering, zijn de gewenste ontwikkeling vertaald in de 3de herziening. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlagen bij de toelichting gevoegd. Het gaat daarbij om de volgende adressen.
Voor het perceel wordt de bestemming tuin vergroot met een oppervlakte van circa 750 m2 conform eerder gemaakt afspraken in het kader van de verkoop van het perceel. De bouwmogelijkheden nemen niet toe op het perceel.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. Een berekening is toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in het bestemmingsplan
De bestemming tuin is vergroot.
De initiatiefnemer verzorgt nu vanuit zijn woning aan de Haarsteegsestraat 8a te Haarsteeg hovenierswerkzaamheden. Vanwege de groei die het bedrijf heeft doorgemaakt is er behoefte aan een bedrijfsgebouw. Bij de woning van de initiatiefnemer zijn daarvoor geen mogelijkheden. De initiatiefnemer heeft het voornemen om een bedrijfsgebouw van maximaal 500 m2 op de locatie aan De Hoeven te realiseren. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 1 bij deze toelichting opgenomen.
Ligging perceel
Vertaling in het bestemmingsplan
Voor het perceel is een bestemming Bedrijf opgenomen. In de bestemmingsomschrijving zijn de toegestane bedrijfsactiviteiten nader verklaard. Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Het perceel heeft de bestemming 'Agrarisch', waarbij een groot deel is opgenomen in een bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij'. De oude boerderij heeft de aanduiding karakteristiek en is beschermd als gemeentelijk monument. Het agrarische bedrijf is reeds beëindigd. De eigenaar heeft het voornemen de karakteristieke boerderij te splitsen in twee woningen. Verder wil hij een deel van de voormalige bedrijfsbebouwing (aanbouw 146 m2, mestsilo 95 m2 en vloerplaat 113 m2) slopen en een deel van de gebouwen handhaven en in gebruik nemen als bedrijfsruimte voor ambachtelijke bedrijven en opslag (980 m2).
Geldend bestemmingsplan Heusden Buitengebied
De splitsing van de boerderij past in de wijzigingsbevoegdheden zoals die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Voor de combinatie met de functiewijziging van een deel van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen naar een bedrijfsbestemming is een herziening van het bestemmingsplan nodig. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 2 en 3. De voorgenomen functieverandering en splitsing van het voormalige monumentale boerderijgebouw, kan worden beschouwd als een categorie 2 ontwikkeling, waarvoor alleen landschappelijke inpassing is vereist. Het voorgenomen hergebruik van de bestaande opstallen ten behoeve van opslag en kleinschalige bedrijvigheid dient te worden beschouwd als een categorie 3 ontwikkeling, waarop de regels inzake kwaliteitsverbetering van toepassing zijn en waarbij zowel landschappelijke inpassing als een ruimtelijke kwaliteitsverbetering van het landschap noodzakelijk zijn. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in het bestemmingsplan
Voor het perceel is een woonbestemming opgenomen conform de gebruikelijke plansystematiek. De bedrijfsactiviteiten zijn door middel van aanduidingen nader verklaard. Een aanduiding voor de gezamenlijke oppervlakte aan-, uit- en bijgebouwen is opgenomen. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
Camping De Schaapskooi heeft de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', waarbij een kampeerterrein en een groepsaccommodatie zijn toegelaten. De groepsaccommodatie en andere gebouwde voorzieningen dienen in het bouwvlak gerealiseerd te worden.
Situering chalets
De initiatiefnemer wil graag twee bestaande kampeerplaatsen wijzigen in vaste kampeermiddelen in de vorm van chalets. Deze zullen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. De bouw van de chalets past niet in het bestemmingsplan. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 3 bij deze toelichting opgenomen.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 2. Er is sprake van een gebiedseigen ontwikkeling en er is weinig tot geen inbreuk op het landschap. In een dergelijk geval is een goede landschappelijke inpassing voldoende. Ten behoeve van de ontwikkeling is een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat 2 recreatiewoningen zijn toegestaan inclusief bijbehorende bouwregels. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
De eigenaar van de cultuurhistorisch waardevolle Kampeerboerderij De Maaihoeve, Giersbergen 2a in Giersbergen heeft het voornemen de bestaande activiteiten uit te breiden en de locatie geschikt te maken voor onder meer rondleidingen, vergaderingen, trainingen en workshops en kleinschalige detailhandel. Tevens wenst hij vijf gastenkamers met bed & breakfastvoorzieningen en ondergeschikte horeca te realiseren. De nieuwe activiteiten zijn kleinschalig van opzet en hebben als doel het bevorderen van natuur- en cultuurbeleving. De ontwikkelingen vinden plaats binnen de bestaande bouwmogelijkheden. Slechts een beperkte uitbreiding van het bestemmingsvlak Wonen is aan de orde (450 m2). Het parkeren vindt plaats in een deel van het weiland achter de kampeerboerderij. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 4 bij deze toelichting opgenomen.
Inrichtingsschets
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 2. Er is sprake van een gebiedseigen ontwikkeling, instandhouding van een cultuurhistorisch waardevol object en er is weinig tot geen inbreuk op het landschap. In een dergelijk geval is een goede landschappelijke inpassing voldoende. Ten behoeve van de ontwikkeling is daarom een landschapsplan opgesteld, rekening houdend met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bestemmingsvlak Wonen is vergroot. Bijlage 1 van de regels (Overzicht nevenactiviteiten) is aangepast in verband met de gewenste gebruiksmogelijkheden op het perceel. Het beoogde parkeerterrein is voorzien van een aanduiding in de bestemming Agrarisch. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
Op het perceel Giersbergen 11 te Drunen is circa 383 m2 aan bijgebouwen aanwezig. Deze gebouwen zijn reeds lange tijd aanwezig, maar niet allemaal vergund in het verleden.
Het bestemmingsplan Heusden Buitengebied staat binnenplans een vergroting van de bijgebouwen toe tot 150 m2 of 300m2 indien sprake is van hobbymatige agrarische nevenactiviteiten. Een deel van de bebouwing wordt gebruikt voor het stallen van paarden (hobbymatig) en daarbij behorende opslag.
Gelet op de aanwezige bebouwing (deels hobbymatig agrarisch in gebruik) in relatie tot de directe omgeving en omvang van het perceel, de aangetoonde kwaliteitsverbetering van het landschap en de binnenplanse mogelijkheden in het bestemmingsplan wordt voor dit perceel de mogelijkheid geboden om de bestaande bebouwing te kunnen vergunnen en in het bestemmingsplan op te nemen dat indien sprake is van sloop er een maximale oppervlakte gehanteerd wordt van 250 m2.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. Een berekening is toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is opgenomen dat de bestaande bijgebouwen zijn toegestaan en na eventuele sloop en herbouw maximaal 250 m2 mag bedragen.
De initiatiefnemers hebben het voornemen om het voormalige (cultuurhistorisch waardevolle) boerderijgebouw op het perceel Laagstraat 4 Oudheusden weer een woonfunctie te geven. Met dit hergebruik kan het gebouw en daarmee ook de cultuurhistorische waarden van het pand in stand gehouden worden. De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 5 bij deze toelichting opgenomen.
Inrichtingsschets
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 1. Landschappelijke inpassing is niet noodzakelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is een bouwvlak opgenomen in de bestemming Wonen voorzien van een aanduiding 'karakteristiek'.
De initiatiefnemer van de Laagstraat 8 verzoekt om het huidige agrarische bouwvlak (circa 3.500 m2) te vergroten. De huidige opslagruimte voor het opslaan van seizoensgebonden akkerbouwproducten is niet toereikend. Daarnaast is ruimte nodig voor de realisatie van een sanitaire voorziening voor de bestaande minicamping. Door een beperkte vergroting (circa 1550 m2) blijft er sprake van een compact bouwvlak.
Tevens is ter plaatse een minicamping aanwezig, bestaande uit 15 plaatsen en is een recentelijk een inrit ten behoeve van de minicamping vergund. De initiatiefnemer heeft de wens om het aantal kampeerplaatsen te vergroten tot 25 binnen het bestaande in gebruik zijnde perceel (intensiveren). Deze ontwikkeling is mogelijk op grond van de Ontwikkelingsvisie Buitengebied.
Laagstraat 8 met huidig bouwvlak (zwart) en toekomstig bouwvlak (blauw)
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling (vergroting bouwvlak tot 1,5 ha in agrarisch gebied en minicamping tot een maximum van 25 mobiele kampeermiddelen) passen binnen categorie 2. Landschappelijke inpassing is noodzakelijk.
Het perceel ligt binnen het beschermde stadsgezicht van Heusden. Ook ligt het gebied binnen de schootsvelden van de vesting Heusden. In de Ontwikkelingsvisie Buitengebied is het gebied getypeerd als open gebied. Het agrarisch bedrijf heeft een open landschappelijk karakter, nabij de schootsvelden van de vestingstad. De landschappelijke doelstelling, om het behoud van deze cultuurhistorische waarden te waarborgen is aan de orde. Bestaande grondgebonden agrarische bedrijven krijgen voldoende ruimte om zich de komende jaren verder te kunnen ontwikkelen. De landbouw is voor het plangebied van groot belang; enerzijds als voedselproducent, anderzijds als beheerder en beeldbepalende drager van het landschap. Het vergroten van agrarische bouwpercelen van grondgebonden agrarische bedrijven (niet meer passend binnen de bouwvlakken uit het bestemmingsplan) zijn mogelijk. Een vereiste is dat het perceel op een goede manier landschappelijk wordt ingepast.
Ten behoeve van de ontwikkeling is daarom een ruimtelijke onderbouwing, inclusief een landschapsplan, opgesteld. Daarbij is rekening gehouden met de Ontwikkelingsvisie Buitengebied. De ruimtelijke onderbouwing is als bijlage bij de toelichting opgenomen. Door het jaarlijkse onderhoud, zal met betrekking tot het op hoogte houden van de bestaande en nieuwe aanplant, de openheid van het landschap voor de toekomst verzekerd zijn. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bouwvlak is vergroot. Voor de minicamping is een aanduiding (specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit) opgenomen, zodat ter plaatse 25 kampeermiddelen zijn toegestaan. De bestaande parkeerplaatsen ten behoeve van de minicamping zijn voorzien van een aanduiding. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
Op het adres Luttelherpsteweg 6 ligt een bedrijfsbestemming waarbinnen een bedrijf in zonweringen is gevestigd. Grenzend aan de bestemming liggen de burgerwoningen Luttelherptseweg 5 en 4, ook in eigendom van initiatiefnemer. Rondom deze bestemmingen liggen de tevens in eigendom van initiatiefnemer zijnde weilanden met een agrarische bestemming. Binnen deze agrarische bestemming liggen een paardenbak van circa 780 m², een stapmolen, erfverhardingen van circa 1.220 m² en een kleine, paardenstal van circa 112 m². De paardenbak, stapmolen en paardenstal worden hobbymatig gebruikt door de initiatiefnemer. Zodoende kan ‘aan huis’ worden getraind. Op de erfverhardingen wordt geparkeerd, maar vinden ook tentoonstelling en opslag plaats van producten van het zonweringenbedrijf.
Initiatiefnemer heeft binnen zijn gronden enkele planvoornemens:
De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 7 bij deze toelichting opgenomen.
Inrichtingsschets
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. In de ruimtelijke onderbouwing is een berekening toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel is een bestemming Bedrijf opgenomen. In de bestemmingsomschrijving zijn de toegestane bedrijfsactiviteiten nader verklaard.
De initiatiefnemer aan de Vendreef 4 te Vlijmen heeft een rundveehouderij. Het plan is om een nieuwe loods van 1.000 m2 voor de opslag van mengvoeders, voertuigen en machines te realiseren in/aan de westzijde van het bouwvlak. De initiatiefnemer heeft daarom verzocht om het bouwvlak met 0,2 ha te vergroten tot in totaal 1,4 ha.
Aan de plannen kan medewerking worden verleend met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. zoals die is opgenomen in artikel 3.7.2 van de regels. De plannen voldoen aan de in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen criteria. Initiatiefnemer heeft verzocht de gevraagde vergroting van het bouwvlak mee te nemen in de voorliggende herziening.
De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als bijlage 8 bij deze toelichting opgenomen.
Landschappelijke inpassing
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 3. In de ruimtelijke onderbouwing is een berekening toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet bestaan. Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels. Het landschapsplan is als bijlage bij de regels opgenomen.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bouwvlak is vergroot overeenkomstig de ruimtelijke onderbouwing. Voor de uitvoering en instandhouding van het landschapsplan is een voorwaardelijke verplichting in de regels opgenomen.
Voor de wielerbaan in Nieuwkuijk is een bouwvlak opgenomen voor de bestaande bebouwing (circa 45 m2). De wens bestaat om dit gebouw beperkt te kunnen vergroten tot een maximale oppervlakte van 90 m2.
De oppervlakte van 90 m2 betreft volgens de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant een kleinschalige voorziening (artikel 6.14) en is derhalve toegestaan.
Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing
Op basis van het document 'Werkafspraken Kwaliteitsverbetering landschap Noordoost Brabant' past de ontwikkeling binnen categorie 1. Landschappelijke inpassing en/ of kwaliteitsverbetering is niet noodzakelijk.
Vertaling in bestemmingsplan
Het bouwvlak is vergroot en een bebouwingspercentage is toegevoegd zodanig dat maximaal 90 m2 bebouwing is toegestaan.
Het agrarisch bedrijf aan de Kerkstraat 17 zal beëindigd worden. De initiatiefnemer heeft het voornemen de bestaande bedrijfsgebouwen (1.550 m2) te slopen en te bestaande bedrijfswoning om te vormen tot burgerwoning. De beëindiging van het agrarische bedrijf biedt de mogelijkheid om op de locatie aan de Kerkstraat drie reguliere woningen te realiseren binnen het bestaand stedelijk gebied. Aan de Oude Schoolstraat en de Lambertusstraat zullen op drie locaties drie 'Ruimte voor ruimtewoningen’ gerealiseerd worden. De bouwrechten zijn afkomstig van een andere locatie en zijn door de initiatiefnemer aangekocht, zie bijlage 10.
Met de sanering van de veehouderij aan de Kerkstraat 17 kan een kwaliteitsverbetering gerealiseerd worden ten aanzien van het woon- en leefklimaat ter plaatse. Het saneren van het bedrijf biedt de initiatiefnemer de mogelijkheid om, naast de omzetting van de bedrijfswoning naar een burgerwoning, aan de Kerkstraat in Hedikhuizen drie woningen te realiseren. Daarnaast koopt de initiatiefnemer elders rechten op voor het realiseren van drie Ruimte voor Ruimtewoningen elders in Hedikhuizen aan de rand van het dorp.
Bouwlocaties Kerkstraat.
Bouwlocaties Lambertusstraat.
Bouwlocatie Oude Schoolstraat.
De ruimtelijke onderbouwing bij dit voornemen is als Bijlage 9 Zes burgerwoningen te
Hedikhuizen bij deze toelichting opgenomen.
Verordening Ruimte 2014
Bij het voorliggende initiatief is gedeeltelijk sprake van het realiseren van een nieuwe relatief kleinschalige stedelijke ontwikkeling buiten de zone 'bestaand stedelijk gebied'. Om het initiatief uit te kunnen voeren, dient de begrenzing van het stedelijk gebied te worden gewijzigd. Daarvoor dient gebruik gemaakt te worden van het Verzoek Herbegrenzing Provinciale Verordening. Het verzoek tot herbegrenzing is uitsluitend mogelijk in combinatie met een bestemmingsplan, dat op verzoek van gemeente Heusden vergezeld gaat van een deugdelijke ruimtelijke onderbouwing.
In de ruimtelijke onderbouwing (paragraaf 3.2) is de landschappelijke en stedenbouwkundige motivatie opgenomen voor de wijziging in de begrenzing van het stedelijk gebied van de kern Hedikhuizen.
Gedeputeerden Staten van Noord-Brabant hebben op 19 juli 2016 ingestemd met deze grenswijzigingen. Zij hebben deze wijzigingen opgenomen in het gebiedsgerichte besluit met identificatie NL.IMRO.9930.wijzvr14g0797Hdkhz-va01. De betreffende aanduidingen in het ontwerpbestemmingsplan zijn daarmee komen te vervallen.
Landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering
In de ruimtelijke onderbouwing is een berekening toegevoegd waaruit de kwaliteitsverbetering moet blijken (bouwlocaties Kerkstraat) en waar landschappelijke inpassing noodzakelijk is (overige locaties). Om dit juridisch te borgen is deze verplichting opgenomen in de planregels.
Vertaling in bestemmingsplan
De percelen waarop de woningen worden gerealiseerd hebben de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' gekregen. De gebiedsaanduidingen zijn gehandhaafd, met uitzondering van de gebiedsaanduiding 'openheid', omdat deze alleen voor de bestemming 'Agrarisch' van toepassing is. De bestaande bedrijfswoning is tevens omgezet in een burgerwoning / de bestemming wonen.
Initiatiefnemer wil het Rijksmonument aan de Fellenoord 4 (intern) verbouwen en men wil een bestemming burgerwoning hiervan maken. In het geldend bestemmingsplan is de bestemming Bedrijf met de functieaanduiding atelier workshops opgenomen. Hier is een bedrijfswoning mogelijk en aanwezig. Er is een vergunning in 2007 verleend voor het realiseren van deze bedrijfswoning met atelier en workshops. Met de omzetting van de bestemming blijven de bouwmogelijkheden gelijk en vanuit milieuoogpunt zijn er geen bezwaren.
Vertaling in bestemmingsplan
Een bestemming Wonen met bouwvlak wordt opgenomen voor het perceel.
In onderstaand overzicht worden de wijzigingen in de verbeelding toegelicht die nog niet aan de orde zijn geweest. Het gaat daarbij met name om enkele aanpassingen naar aanleiding van de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zie hoofdstuk 1).
Locatie | Toelichting | Aanpassing |
Bokhovenseweg 6 Hedikhuizen | Het perceel aan de Bokhovenseweg 6 te Hedikhuizen is ten onrechte niet positief bestemd. Deze voorzieningen van het Waterschap, waaronder een bedrijfswoning, worden alsnog bestemd. | Voor het perceel is een bestemming Bedrijf-Nutsvoorziening opgenomen inclusief een aanduiding 'bedrijfswoning'. De bouwmogelijkheden zijn afgestemd op het daarvoor geldende bestemmingsplan. |
De Gemeint 3 Vlijmen | De bestaande bedrijfswoning aan De Gemeint 3 is ten onrecht niet positief bestemd. | Een aanduiding 'bedrijfswoning' wordt opgenomen. |
Dekkerseweg 15 Elshout | Op het sportpark in Elshout is het gebouw van de schuttersvereniging ten onrechte onder het overgangsrecht gebracht (vergund 2008). | Een bouwvlak wordt opgenomen conform de systematiek van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied. |
Diverse locaties | Enkele locaties zijn nader aangeduid doormiddel van de aanduiding 'overige zone - landschapselement'. Het gaat om locaties die in het voorheen geldend bestemmingsplan ook voorzien zijn van een beschermende regeling, op de Cultuurhistorische waarden- en beleidskaart als lijn van hoge waarden zijn aangegeven en waarvoor in het bestemmingsplan nog geen beschermende regeling voor is opgenomen. Dit betreffen: - toegangsweg Kooiweg en deel van de houtwal van de Oude Eendenkooi te Drunen - Omgeving de Bosschen, ten zuiden van de Mariendonkstraat. |
Een aanduiding 'overige zone - landschapselement' is opgenomen. |
d'Oultremontweg 20 Elshout | Ter plaatse is sprake van een burgerwoning (bouwjaar 1966) en een stal voor het houden van varkens (bouwjaar 1966). Een Hinderwetvergunning voor het oprichten van een varkenshouderij annex mestopslag is op 30 november 1977 afgegeven, waar tevens de bedrijfswoning onderdeel van uitmaakt. In het voorheen geldende bestemmingsplan buitengebied Drunen (1988) is een woonbestemming opgenomen voor het gehele perceel. De stal voor het houden van varkens was daarmee destijds onterecht onder het overgangsrecht komen te vallen. In het bestemmingsplan Heusden Buitengebied is een agrarische bestemming met bouwvlak en een aanduiding 'intensieve veehouderij' opgenomen op het perceel d'Oultremontweg 20 Elshout. | Dit wordt gerepareerd door de woning te bestemmen als plattelandswoning.
|
Haarsteegsestraat 43. 47. 51, 51a en achterzijde De Hoeven 1a Haarsteeg | Enkele agrarische percelen zijn niet meegenomen in het bestemmingsplan Haarsteeg (vastgesteld 31 maart 2015). Deze percelen worden alsnog meegenomen in dit bestemmingsplan opgenomen en voorzien van een adequate regeling. De stalruimte van de paardenfokkerij aan de achterzijde van de Haarsteegsestraat 51a is ten onrechte onder het overgangsrecht gebracht door het bestemmingsplan Heusden Buitengebied. Deze legaal aanwezige bebouwing wordt alsnog voorzien van een positieve bestemming. |
Bestemmingen en bouwvlakken worden opgenomen conform het geldende plan, met inachtneming van de bepalingen uit de Verordening Ruimte 2014. |
Kapelstraat 47 Elshout | Het wijzigingsplan ten behoeve van de vergroting van het bouwvlak is aan de achterzijde van het perceel niet geheel overgenomen. | Het bouwvlak wordt aangepast aan de achterzijde conform de gevoerde wijzigingsprocedure. |
Kavelingweg 2 Haarsteeg | De locatie Kavelingweg 2 Haarsteeg is in eigendom van de gemeente en wordt door een particulier gebruikt voor opslagdoeleinden. In het bestemmingsplan Heusden Buitengebied is de met de particulier gesloten huurovereenkomst niet volledig verwerkt. Het bestemmingsplan laat de bouw van een bedrijfswoning en het gebruik van de gronden buiten de loods voor buitenopslag toe, terwijl dit niet is toegestaan overeenkomstig de huurovereenkomst. | Voor het perceel aan de Kavelingweg 2 Haarsteeg met de bestemming Bedrijf-Opslag wordt een aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' toegevoegd. In de regels wordt buitenopslag voor het betreffende perceel uitgesloten. |
Lambertus- straat 5a Hedikhuizen | Een gedeelte van het woonbestemming aan de Lambertusstraat 5a te Hedikhuizen is ten onrechte opgenomen in de maatschappelijke bestemming ten behoeve van de naastgelegen begraafplaats (kadastraal perceel 1549 en 1551). | De kadastrale percelen met de nummers 1549 en 1551 worden voorzien van een woon- en tuinbestemming. |
Meerdijk 18 Nieuwkuijk | Voor de schuttersvereniging aan de Meerdijk 18 Nieuwkuijk is een bestemming 'Sport' opgenomen met een bouwvlak en maximum bebouwingspercentage van 18%. Hierdoor is het oostelijk deel van het perceel onterecht onder het overgangsrecht gebracht. | De bestemming 'sport' wordt overeenkomstig de feitelijke situatie vergroot in oostelijke richting. Het aanwezige bouwvlak wordt tevens beperkt aangepast (verkleind en verschoven in oostelijke richting) zonder dat de bebouwingsmogelijkheden ten opzichte van het bestemmingsplan Heusden Buitengebied toenemen. |
Nassaulaan 107 Vlijmen |
De reeds vergunde bedrijfsactiviteiten zijn niet volledig opgenomen in het bestemmingsplan. | De aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bestaand' wordt opgenomen voor het perceel. De volgende bedrijfsactiviteiten worden ter plaatse toegestaan: groothandel in ijzer- en staalschroot en opslag (max. 10.000 kg.) en verkoop consumentenvuurwerk. |
Volkstuinencomplex Oudheusden | Het volkstuinencomplex in OudHeusden is opgenomen in twee bestemmingsplan. Een eenduidige regeling voor het hele complex is wenselijk. Het gehele perceel wordt daarom in dit bestemmingsplan opgenomen. | Het gedeelte van het volkstuinencomplex zoals opgenomen in het bestemmingsplan Oudheusden is meegenomen in dit bestemmingsplan. |
In onderstaand overzicht worden de wijzigingen in de regels toegelicht die nog niet aan de orde zijn geweest. Het gaat daarbij met name om enkele aanpassingen naar aanleiding van de ervaringen en algemene ontwikkelingen van de afgelopen jaren (zie hoofdstuk 1).
Artikel | Toelichting | Aanpassing |
Artikel 1
Begrippen |
In de begripsbepalingen dienen de naam en het identificatienummer van het plan vastgelegd te worden. | Zie artikel 1, lid a en b. |
Artikel 1
Begrippen |
De begripsbepaling voor extensief recreatief medegebruik was niet voldoende duidelijk. | De begripsbepaling is duidelijker omschreven. |
Hoofdstuk 2
Bestemmings- regels Hoofdstuk 3 Algemene regels |
Tot voor kort waren de regelingen met betrekking tot parkeren en parkeernomen geregeld via de Bouwverordening. Op 29 november 2014 is de Reparatiewet BZK 2014 in werking getreden. Daarin is geregeld dat in 2018 voor de hele gemeente de regelingen voor het parkeren in de bestemmingsplannen geregeld moeten zijn. Voor nieuwe bestemmingsplannen is dan al vanaf 29 november verplicht. | In verband daarmee zijn aan de relevante regels in het bestemmingsplan bepalingen met betrekking tot het parkeren toegevoegd. Daarbij is met name bepaald dat bij functiewijzingen of uitbreiding van functies in voldoende mate op eigen erf parkeervoorzieningen gerealiseerd moeten worden. |
Artikel 1
Begrippen en Artikel 26 Wonen |
Het begrip huishouden en wonen is toegevoegd overeenkomstig het gemeentelijk handboek voor bestemmingsplannen. Ter verduidelijking is in artikel 26.1 het begrip wooneenheden vervangen door woningen. | De begrippen huishouden en wonen zijn toegevoegd. In artikel 26.1 is het begrip wooneenheden vervangen door woningen. |
Artikel 3
Agrarisch |
Extensief recreatief medegebruik kan binnen de agrarische bestemming zonder verdere procedure worden toegelaten. | Extensief recreatief medegebruik is aan artikel 3.1 toegevoegd. |
Artikel 3
Agrarisch |
Het aantal bouwlagen van gebouwen ten behoeve van de intensieve veehouderij mag in principe niet meer bedragen dan 1. In de praktijk blijkt dat luchtwassers vaak meer dan 1 bouwlaag hebben. Om de bouw van dergelijke luchtwassers mogelijk te maken dienen te regels aangepast te worden. | Artikel 3.2.2 is aangepast, zodat luchtwassers uit meer dan 1 bouwlaag mogen bestaan. |
Artikel 3
Agrarisch |
In de bouwregels is bepaald dat gebouwen ten behoeve van de intensieve veehouderij in principe uit 1 bouwlaag bestaan. Daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor volière- en scharrelstallen voor legkippen en luchtwassers. Deze uitzonderingen zijn echter niet opgenomen in de gebruiksbepalingen. | Artikel 3.4.2 is aangevuld. |
Artikel 4
Agrarisch - Glastuinbouw |
Zie artikel 3. |
Zie artikel 3. |
Artikel 8 Bos | Extensief recreatief medegebruik kan binnen de bestemming Bos zonder verdere procedure worden toegelaten analoog aan de bestemming Natuur. | Extensief recreatief medegebruik is aan artikel 8.1 toegevoegd. |
Artikel 14 Natuur
|
Op het perceel Giersbergen 14 zijn diverse recreatieve gebouwen aanwezig. In het geldend plan is beoogd de bestaande gebouwen op te nemen in het bestemmingsplan. Er is echter geen rekening gehouden met de aanwezige bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde. De regeling is hierop aangepast. | Artikel 14.1, 14.2.1 en 14.2.2 zijn aangepast. |
Artikel 17
Recreatie - Verblijfs- recreatie |
Provincialeweg 6 ligt niet in Drunen, maar in Doeveren. | Artikel 17.1 is aangepast. |
Artikel 17
Recreatie - Verblijfs- recreatie |
Er zijn geen bouwregels opgenomen voor recreatiewoningen. Dit is alsnog opgenomen. | In artikel 17.2.2 is een nieuw lid d toegevoegd. |
Artikel 26
Wonen |
Het is niet duidelijk dat in bestemmings- vlakken met meerdere woningen bij iedere woning 100 m2 aan- en uitbouwen en bijgebouwen gerealiseerd mag worden. | Artikel 26.2.2 is verduidelijkt. |
Artikel 26
Wonen |
In de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is niet geheel juist geformuleerd. | Artikel 26.2.3 is verbeterd. |
Artikel 32
Waarde - Archeologie 2 |
Het is de bedoeling dat archeologisch onderzoek is vereist bij bouwplannen en bodemingrepen die èn groter zijn dan 100 m2 èn dieper dan 50 centimeter. Nu is bepaald dat al onderzoek nodig is als een van beide maten wordt overschreden. | Artikel 32.2 en 32.4.2 zijn aangepast. |
Artikel 33
Waarde - Archeologie 3 |
Zie artikel 32. |
Zie artikel 32. |
Artikel 34
Waarde - Archeologie 4 |
Zie artikel 32. |
Zie artikel 32. |
Artikel 41
Algemene gebruiksregels |
Bij het persoongebonden overgangsrecht kan de lijst met rechthebbenden worden ingekort, omdat 2 personen zijn overleden en 8 percelen zijn verkocht aan Natuurmonumenten. | De lijst onder 41.2, sub 2 is ingekort. |
Artikel 42.16 Overige zone - landschapselement | Aanvullende bescherming voor enkele landschapselementen is opgenomen. | Zie artikel 42.16. |
Artikel 44
Algemene wijzigingsregels |
Omdat de plannen voor de betreffende locaties inmiddels via een andere procedure worden gerealiseerd of buiten het plangebied liggen, is het niet langer nodig om daarvoor een wijzigingsbevoegdheid in het plan op te nemen. | Artikel 44.2, komt deels te vervallen. |
Artikel 44
Algemene wijzigingsregels |
Omdat de gasleiding inmiddels is verlegd, is het niet langer nodig om daarvoor een wijzigingsbevoegdheid in het plan op te nemen. | Artikel 44.3 komt te vervallen. |
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar is in relatie tot de planologische en milieuhygiënische aspecten.
De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigen niet inhoudelijk. De herziening van het bestemmingsplan is met name gericht op correcties naar aanleiding van de uitspraak van Raad van State en de reactieve aanwijzing. De correcties zien met name op de wijze waarop de bestaande situaties planologisch- juridisch zijn geregeld. Tevens is de Verordening ruimte 2014 verwerkt.
In het kader van het moederplan het bestemmingsplan Heusden Buitengebied is een plan-MER uitgevoerd. Met deze herziening van het moederplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die ruimer zijn dan zoals opgenomen in het moederplan, integendeel, met de doorvertaling van de Verordening ruimte 2014 worden de randvoorwaarden voor uitbreiding strenger.
Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd.
De nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, betreffen particuliere initiatieven op eigen gronden. Voor deze ontwikkelingen hoeft de gemeente Heusden geen maatregelen uit te voeren. Ook hoeft de gemeente geen aan- of verkopen te doen. Er is geen sprake van een bouwplan (artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening). Overige kosten zijn op grond van de legesverordening op de initiatiefnemers verhaald. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is nader ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van dat specifieke plan. De economische uitvoerbaarheid is hiermee voldoende gewaarborgd.
Vooroverleg
In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp voorgelegd aan de gebruikelijke partners, waaronder de provincie Noord Brabant en overige relevante organisaties.
Inspraak
Het voorontwerpbestemmingsplan is conform de gemeentelijke inspraakverordening ter inzage gelegd.
Resultaten zienswijzenprocedure
Het ontwerp van het bestemmingsplan 'Heusden Buitengebied, 3de herziening' lag vanaf 7 april 2016 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn zijn 9 zienswijzen ingediend. De resultaten zijn opgenomen in bijlage 12.