Plan: | Nutrihage |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00025-0004 |
Een goede ruimtelijke ordening beoogt het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen.
Deze milieuzonering dient aldus twee doelen:
Uitgave Bedrijven en milieuzonering
Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan het waar nodig zorgen voor een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds bedrijven of overige milieubelastende functies en anderzijds milieugevoelige functies zoals woningen. Bij de planontwikkeling dient rekening gehouden te worden met milieuzonering om zodoende de kwaliteit van het woon- en leefmilieu te handhaven en te bevorderen en daarnaast bedrijven voldoende zekerheid te bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitvoeren. Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde brochure Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
Scheiding van functies versus functiemenging
Scheiding van milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering is in de omgeving van sterk milieubelastende activiteiten zonder meer noodzakelijk. Een vergaande scheiding van functies kan echter ook leiden tot inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Een gemengd gebied met een mix van wonen en werken, winkels en horeca stimuleert een levendig straatbeeld, een hogere sociale veiligheid en extra draagvlak voor voorzieningen. Vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik verdient het de voorkeur om functiescheiding binnen een gemengd gebied niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is.
Richtafstandenlijsten
De twee belangrijkste bouwstenen voor milieuzonering zijn de twee richtafstandenlijsten in bijlage 1 van de VNG-brochure. Voor een scala aan milieubelastende activiteiten (lijst 1) en opslagen en installaties (lijst 2) zijn richtafstanden aangegeven ten opzichte van een rustige woonwijk. In de lijsten wordt onderscheid gemaakt naar richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Daarbij omvat categorie 1 de lichtste en categorie 6 de zwaarste vormen van bedrijvigheid. De richtafstanden gaan uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd of aanwezig zijn, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden).
Twee omgevingstypen: rustige woonwijk en gemengd gebied
De richtafstanden in bijlage 1 van de VNG-brochure zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype (zoals een rustig buitengebied, een stiltegebied of een natuurgebied). Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor.
Indien de aard van de omgeving dit rechtvaardigt, kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden bij het omgevingstype gemengd gebied, dat gezien de aanwezige functiemenging of ligging nabij drukke wegen al een hogere milieubelasting kent. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. De richtafstanden uit bijlage 1 van de VNG-brochure gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. De afstanden kunnen, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is van omgevingstype gemengd gebied.
Milieucategorie | Richtafstand tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied | Richtafstand tot omgevingstype gemengd gebied | |
1 | 10 m | 0 m | |
2 | 30 m | 10 m | |
3.1 | 50 m | 30 m | |
3.2 | 100 m | 50 m | |
4.1 | 200 m | 100 m | |
4.2 | 300 m | 200 m | |
5.1 | 500 m | 300 m | |
5.2 | 700 m | 500 m | |
5.3 | 1.000 m | 700 m | |
6 | 1.500 m | 1.000 m |
Tabel 5.3: Overzicht milieucategorieën en bijbehorende richtafstanden
Vigerende bestemmingsplan
In het vigerende bestemmingsplan "Dorp II" heeft het bedrijventerrein Nutricia en de daaraangrenzende gronden de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden I, II' gekregen. Op grond van het geldende bestemmingsplan zijn deze gronden bestemd voor industriële doeleinden ten behoeve van de bereiding en de verwerking van en de handel - met uitzondering van detailhandel - in voedings- en genotsmiddelen, met daartoe nodige bedrijfsgebouwen, bijgebouwen, andere bouwwerken en andere werken, zoals bedrijfsontsluitingswegen, opslag-, los- en laadplaatsen, parkeerterreinen, erf en tuin. Op grond van het geldende bestemmingsplan geldt voor deze gronden geen milieuzonering.
Plangebied rustige woonwijk of gemengd gebied?
Het plangebied en de nabijgelegen woonwijk Dorp kan gerekend worden tot gemengd gebied. De woonwijk Dorp en het plangebied liggen in de invloedsfeer van de A12. De A12 is dermate dominant dat er geen sprake is van een rustige woonwijk maar van gemengd gebied.
Gekozen milieuzonering voor het plangebied
Omdat de bestemming 'Bedrijventerrein' in het plangebied volledig bestaat uit het bedrijventerrein van Nutricia, is in het plan geen milieuzonering opgesteld en is er geen algemene toelaatbaarheid voor bedrijfsactiviteiten opgenomen. In het voorliggende plan is dan ook geen Lijst van Bedrijfsactiviteiten opgenomen. Met het bestemmingsplan wordt beoogd de bedrijfsactiviteiten van Nutricia positief te bestemmen. Op deze wijze draagt het bestemmingsplan bij aan het behoud van het bedrijf voor Zoetermeer. Binnen de bestemming Bedrijventerrein is daarom een specifieke functieaanduiding voor Nutrica opgenomen (zie voor een toelichting op de juridische regeling Hoofdstuk 6).
Aangezien voor het bedrijventerrein geen milieuzonering is opgesteld, dient op een andere wijze te worden onderbouwd dat er in de omgeving van het bedrijventerrein, ter plaatse van milieugevoelige functies, geen onaanvaardbare hinder optreedt.
De activiteiten van Nutrica vallen op basis van SBI-code 1051 (2008) “melkprodukten fabrieken v.c. > 55.000 t/j” in milieucategorie 4.2. Bij elke milieubelastende inrichting behoren diverse richtafstanden ingedeeld per milieuaspect (geur, stof, geluid en gevaar). Voor Nutricia geldt een minimale richtafstand van 300 m ten opzichte van de milieugevoelige functies. Vanwege de gebiedstypering gemengd geldt een stap minder, zodat 200 m richtinggevend is.
De richtafstand van 300 meter (= 200 meter voor gemengd gebied) wordt bepaald door het aspect geluid. Voor de aspecten geur en gevaar geldt een richtafstand van 50 meter (= 30 meter voor gemengd gebied) en voor het asprect stof geldt een richtafstand van 0 meter.
De dichtstbijzijnde milieugevoelige functies liggen ten westen, noorden en noordoosten van het plangebied. Deze liggen op een minimale afstand van 15 m. Voor drie milieuaspecten, te weten geluid, geur en gevaar, wordt er dus niet voldaan aan de richtafstand van de VNG-brochure die geldt voor gemengd gebied. Er is sprake van een bestaand bedrijf en een bestaande situatie. De richtafstanden uit de VNG-brochure gelden niet voor bestaande situaties. Daarnaast mag Nutricia erop vertrouwen dat het bedrijf in dit bestemmingsplan wordt meegenomen en positief wordt bestemd. Voor de veranderingen van de bedrijfsvoering is een aanpassing van de milieuvergunning noodzakelijk.
Voor het aspect geluid (het maatgevende aspect voor het bepalen van de milieucategorie waartoe Nutricia behoort) geldt verder dat voldaan moet worden aan de reeds vastgestelde geluidzone. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat ook in de toekomstige situatie de geluidbelasting vanwege Nutricia geen overschrijding geeft van de vastgestelde geluidzone en de reeds verleende hogere waarden. Aangezien er reeds een milieuvergunning is verleend voor Nutricia en de geluidcontour ongewijzigd blijft, hebben de mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt geen onaanvaardbare gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden. Op het aspect geluid wordt uitgebreid ingegaan in paragraaf 5.3.
Voor het aspect geur blijkt uit onderzoek dat de geurbelasting op de beoordelingspunten na realisatie van de voorgenomen aanpassingen aan de afvalwaterzuivering nagenoeg gelijk blijft aan de huidige situatie (zie paragraaf 5.5).
Voor het aspect gevaar geldt dat de koelinstallatie van Nuticia wordt vervangen door een een nieuw ammoniak koelinstallatie. De locatie van deze koelinstallatie is zo gekozen dat binnen de veiligheidscontouren niet buiten de inrichting liggen. De locatie van de installatie is ook vastgelegd op de digitale verbeelding door middel van de aanduiding 'risicovolle inrichting'. Op dit punt wordt nader ingegaan in paragraaf 5.8.
Gelet op het voorgaande is voor Nutricia dan ook een maatbestemming opgenomen. Op grond van deze maatbestemming kan Nutricia haar bedrijfsvoering voortzetten.
Het plan is grotendeels consoliderend van aard. Het voorliggende bestemmingsplan maakt de bedrijfsactiviteiten mogelijk die overeenkomen met de bedrijfsactiviteiten die in de huidige situatie plaatsvinden. Verder voorziet dit bestemmingsplan in de transformatie van de bedrijfsprocessen van Nutricia. Gelet op de aard van deze bedrijfsactiviteiten is geluid het maatgevende milieuaspect. Uit het akoestisch onderzoek (zie Bijlage 3 van de plantoelichting) blijkt dat de geluidruimte in de toekomstige situatie past binnen de geluidzone van het industrieterrein.
Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van milieugevoelige functies in de omgeving van het bedrijventerrein sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Het aspect bedrijven en milieuzonering staat de uitvoering van het plan niet in de weg.