Plan: | Westeinde, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0242EWesteindeII-50VA |
Inleiding
Het bestemmingsplan bestaat uit een analoge en digitale plankaart (verbeelding), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels.
De regels zijn als volgt ingedeeld:
Inleidende regels
In artikel 1 worden belangrijke begrippen die in het plan voorkomen, nader gedefinieerd. In artikel 2 is aangegeven hoe afstanden en maten die in de regels worden voorgeschreven, moeten worden gemeten. Het definiëren van begrippen en de aanwijzingen voor het meten vergroten de duidelijkheid en de rechtszekerheid.
Bestemmingen
De functionele opzet van de bestemmingen Gemengd-1 tot en met Gemengd-4 is tevens beschreven in paragraaf 5.2.
Deze bestemming is toegekend aan de bebouwing aan de Jan Hendrikstraat en de Torenstraat. De bestemmingsomschrijving is beperkt tot hoofdzakelijk detailhandel, dienstverlening en wonen. Tevens zijn bedrijven en horeca (onder voorwaarden) toegestaan. Het Westeinde loopt hier over in de winkelstraten van het centrum. De bebouwingsregeling is dezelfde als in artikel 4, met dien verstande dat het erf bij de hoofdbebouwing volledig mag worden bebouwd. Het bevoegd gezag kan een afwijking toestaan voor de vestiging van een horecabedrijf. Zo kan telkens opnieuw worden beoordeeld of zo'n vestiging op zijn plaats is tussen de winkels en woningen op deze plek, aan de rand van het centrum. Zie paragraaf 5.2.1
Deze bestemming ziet op de veelal historische bebouwing aan het Westeinde en een deel van de zijstraten ervan. De bestemmingsomschrijving is breed: er zijn op de begane grond (ambachtelijke) bedrijven, detailhandel, dienstverlening, horeca en maatschappelijke voorzieningen toegestaan. In deze en andere gemengde bestemmingen is de toegestane bedrijvigheid beperkt tot de categorieën A en B van de staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging. De toegestane horeca-inrichtingen zijn beperkt tot de categorieën licht en middelzwaar van de staat van horeca-categoriën, categorie zwaar is onder voorwaarden na het verlenen van een afwijkingsbesluit mogelijk. Wonen is zowel op de beganegrondlaag als op de verdiepingen toegestaan. Het Westeinde is een broedplaats van kunstenaars, ambachtelijke bedrijfjes en winkeltjes met heel specifiek assortiment te midden van woningen en horeca. Ten behoeve van dit 'rommelmilieu' (paragraaf 3.8.4) schept dit plan ruimte voor creatieve bedrijvigheid. Zie paragraaf 5.2.2
De bestemming Gemengd-3 staat dezelfde functies toe als de bestemming Gemengd - 2 met uitzondering van (ambachtelijke) bedrijven en detailhandel. De bebouwing aan de Prinsegracht, overwegend statige historische patriciërshuizen, is voor een groot deel in gebruik door advocatenkantoren, makelaarskantoren en maatschappelijke voorzieningen als het Leger des Heils. De bebouwingsregeling is dezelfde als in artikel 4. Zie paragraaf 5.2.3
Deze bestemming is toegekend aan de zijstraten van het Westeinde (de Assendelfstraat en Korte en Lange Lombardstraat). In dit gemengde gebied wordt wonen gemengd met bedrijven behorend tot categorieën A en B van bijgevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging, culturele voorzieningen, dienstverlening en welzijnsvoorzieningen. Zie paragraaf 5.2.4
Eén perceel aan de Jan Hendrikstraat is specifiek bestemd voor kantoren en de bijbehorende parkeervoorzieningen. Omdat het pand specifiek is gebouwd ten behoeve van dienstverlening is de bestemming in eerste instantie daartoe beperkt. Middels een afwijkingsbesluit kan de vestiging van een welzijnsvoorziening als die naar haar aard en verschijningsvorm met een kantoor kan worden gelijkgesteld.
Deze bestemming ziet op een aantal maatschappelijke voorzieningen in het plangebied. Het gaat onder meer om basisschool de Sint Carolusschool, peuterspeelzaal Carlijn, cultureel centrum Het Koorenhuis, het politiebureau aan de Jan Hendrikstraat en de monumentale kerk in Waterstaatstijl aan het Westeinde. De bestemmingsomschrijving is zo breed mogelijk omwille van de uitwisselbaarheid van functies.
Artikel 9 Maatschappelijk - Gezondheidszorg
Deze bestemming ziet op het ziekenhuis Medisch Centrum Haaglanden – locatie Westeinde. Het areaal van het ziekenhuis beslaat een groot deel van het plangebied. Op het terrein staat oudbouw en grootschalige nieuwbouw. De bouwregels zijn globaal: op de plankaart zijn de bouwvlakken aangeduid waarbinnen gebouwen mogen worden gerealiseerd tot een hoogte die ook op de plankaart is aangegeven. In de gebouwen is in de eerste plaats een ziekenhuis toegestaan, in de tweede plaats (andere) welzijnsvoorzieningen zoals de GGD. Van alle bijkomende activiteiten worden in het bijzonder genoemd: apotheek, kinderdagverblijf, ondergeschikte horeca, dienstverlening en parkeervoorzieningen. De onlangs gerealiseerde nieuwbouw op het binneterrein is positief bestemd (zie paragraaf 5.3.).
In het plangebied ligt een aantal tuinen dat beschermingswaardig is: het Hofje van Nieuwkoop, 't Hooftshofje, de tuin van het Spaanse Hof en enkele percelen rondom de de monumentale kerk in Waterstaatstijl. Er zijn hier geen aanbouwen en bijgebouwen toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen niet hoger zijn dan 2 m.
Artikel 11 Verkeer - Hoofdverkeersweg
De Lijnbaan is aangewezen als hoofdverkeersweg. Een klein gedeelte van de Lijnbaan ligt binnen het plangebied. Hoofdverkeerswegen zijn in de begripsbepalingen gedefinieerd als rijbanen voor het gemotoriseerde verkeer op doorgaande hoofdroutes in hoofdzaak ten behoeve van de algemene ontsluiting van wijken en grote delen van de stad en de verbinding met rijks- en andere invalswegen. Naast rijbanen voor gemotoriseerd verkeer zijn bus- en trambanen en voet- en fietspaden, gescheiden van het gemotoriseerd verkeer, toegestaan.
Deze bestemming ziet op de Jan Hendrikstraat en de Torenstraat (de buurtontsluitingswegen). Dit zijn straten met doorgaande rijbanen voor (gemotoriseerd en niet-gemotoriseerd) verkeer die in hoofdzaak dienen voor de ontsluiting van wijken en buurten en het verkeer tussen deze wijken en buurten.
Artikel 13 Verkeer - Verblijfsstraat
Met uitzondering van de gebieden waar autoverkeer niet is toegestaan, is de openbare ruimte die niet voor doorgaand verkeer is aangewezen bestemd voor verblijfs- en woonstraten. Verblijfs- en woonstraten bestaan uit rijbanen voor alle lokaal, gebiedsgebonden verkeer, ten behoeve van de ontsluiting van buurten en direct aangelegen bestemmingen.
Artikel 14 Verkeer - Verblijfsgebied
Delen van de openbare ruimte die in principe niet toegankelijk zijn voor autoverkeer, zijn bestemd als verblijfsgebied. Het gaat om aaneengesloten ruimtelijk samenhangende gebieden waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie, dat wil zeggen bestemd voor het verblijf van voetgangers (en fietsers). Het gaat binnen het plangebied om de Amicitiahof. Omdat de gronden die voor verblijfsgebied zijn bestemd, ook – zij het in beperkte mate – voor parkeerplaatsen mogen worden gebruikt, is op de (toegangs)wegen ernaartoe vanzelfsprekend wel autoverkeer toegestaan. In hoofdzaak zijn de verblijfsgebieden bestemd voor recreatief verblijf, speelvoorzieningen et cetera.
De Westsingelgracht en de Noordwestsingelgracht zijn in de bestemming Water opgenomen. Deze bestemming is ook van toepassing op het water dat onder de bruggen in de voorgaande bestemmingen stroomt. Gebouwen zijn niet toegestaan; bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn alleen toegestaan voor zover ze bij de bestemming horen (kade, kunstwerken en bruggen voor fietsers en voetgangers) maar zijn niet in hoogte begrensd.
Alle gronden in het plangebied waarop uitsluitend wordt gewoond, zijn bestemd voor Wonen. In deze bestemming zijn daarom alle woningtypen vervat die in het plangebied voorkomen (voornamelijk boven- en benedenwoningen). De bebouwingsregeling is dezelfde als die voor de verschillende gemengde bestemmingen (artikel 4 tot en met 6). Middels aanduidingen worden van wonen afwijkende functies gereguleerd.
Dubbelbestemmingen
Artikel 17 Waarde - Archeologie
Op de plankaart zijn de grenzen van het archeologisch waardevol gebied aangeduid (zie paragraaf 2.2.5). Gronden die tegelijk zijn aangewezen voor, bijvoorbeeld, Wonen en 17, zijn bestemd voor wonen én het behoud van archeologische waarden. Als men binnen dit gebied de grond wil roeren en men daarbij mogelijk het terrein verstoort, bijvoorbeeld door de aanleg van een fundering, is een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders nodig. Deze dubbelbestemming stelt voorwaarden aan de verlening ervan.
Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorie
De juridisch-planologische bescherming van de beschermde stadsgezichten - het rijksbeschermd stadsgezicht Centrum en het gemeentelijk beschermd stadsgezicht Zeeheldenkwartier dat voor een klein deel binnen het plangebied valt (zie paragraaf 2.2.3) - vindt plaats langs twee wegen. In de eerste plaats worden bijvoorbeeld de goot- en nokhoogte bij de karakteristieke bebouwing zo nauwgezet mogelijk per pand aangegeven, om de verscheidenheid in goot- en nokhoogte te waarborgen. In de tabel 'beschermd stadsgezicht' in paragraaf 5.4 is aangegeven hoe het beschermd stadsgezicht voor het overige is vertaald in dit bestemmingsplan.
In de tweede plaats zijn de beschermd stadsgezichten zelf op de verbeelding opgenomen. Op de gronden die als zodanig zijn aangeduid is de dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie van toepassing. Centraal staat de regel dat slechts mag worden gebouwd met inachtneming van de cultuurhistorische waarden. Deze waarden worden beschreven in bijlagen bij de regels: de toelichting op de aanwijzing van een deel van het plangebied tot Rijksbeschermd stadsgezicht Centrum en de bijbehorende historisch-ruimtelijke waarderingskaart respectievelijk de toelichting op de aanwijzing van het Gemeentelijk beschermd stadsgezicht Zeeheldenkwartier. Als de algemene bouwregels of bouwregels in andere bestemmingen een bebouwing toestaan die in strijd is met de cultuurhistorische waarden die een van beide aanwijzingen beschrijven, moeten de cultuurhistorische waarden in acht worden genomen en geven deze de doorslag. Alleen indien de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden onrevenredig worden beperkt én indien in zo'n geval de welstands- en monumentencommssie is geraadpleegd, kan daarop een uitzondering worden gemaakt.
Algemene regels
De artikelen 19 t/m 22 bevatten de algemene regels van het bestemmingsplan. Zo zijn in deze artikelen de algemene bouw- en gebruiksmogelijkheden opgenomen. Deze regels gelden voor het hele plangebied.
Overgangs- en slotregels
Het overgangsrecht heeft als doel de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden, dat wil zeggen waarvoor omgevingsvergunning is verleend of nog te verlenen is en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.
De slotregel bevat de formele titel waaronder dit bestemmingsplan kan worden geciteerd ('Regels van het bestemmingsplan Westeinde, 1e herziening) alsmede de vaststellingsregel.