Plan: | Westeinde, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0242EWesteindeII-50VA |
Met betrekking tot de huisvestingsvoorzieningen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs bestaan op hoofdlijnen twee gemeentelijke taken: bekostiging en regie. In Integrale Huisvestingsplannen Onderwijs (IHP) stemt de gemeente, in samenwerking met de schoolbesturen, voor elk stadsdeel zo optimaal mogelijk vraag en aanbod van onderwijshuisvesting af. In deze plannen worden voor elk stadsdeel huisvestingswensen, plannen en ontwikkelingen vertaald in een concrete behoefte aan en spreiding van gebouwen. Voor het stadsdeel Centrum is door de gemeenteraad in 2001 een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs vastgesteld waarmee de schoolbesturen hebben ingestemd. Volgens dit plan volstaat de bestaande huisvesting van de Sint Carolusschool (paragraaf 2.3.4) en kan de bestaande situatie worden gehandhaafd. Sinds de vaststelling van het IHP is deze situatie niet gewijzigd en zijn er in beginsel geen (concrete) plannen voor nieuwbouw. Hoewel een IHP een indicatief plan is dat inzicht geeft in de ontwikkeling van het gebouwenbestand op de korte en middellange termijn, kan in de jaren na vaststelling ervan niettemin aanleiding bestaan tot bijstelling of actualisering, eventueel ook voor één of voor beide scholen in het plangebied. De functionaliteit van het gebouw van de Sint Carolusschool is niet optimaal. Nieuwbouw in de toekomst is daarom niet uitgesloten. Eventuele nieuwbouw zal op termijn op de huidige locatie plaatsvinden, zodat de huidige bestemming kan worden gehandhaafd.
De gemeente Den Haag streeft in haar huisvestingsplannen naar de vestiging van voorscholen: een peuterspeelzaal en een (Gemeentelijk Onderwijs Achterstand of GOA-)basisschool die dezelfde voor- en vroegschoolse educatieve programma's gebruiken. Voor deze samenwerking is het wenselijk dat de peuterspeelzaal in of nabij de samenwerkende basisschool is gehuisvest. Afgezien van peuterspeelzaal Carlijn (paragraaf 2.3.4) zijn er in het plangebied geen GOA-basisscholen. Er zijn daarom in de komende jaren geen uitbreidingen van het peuterspeelzaalwerk in het gebied te verwachten.
De raad heeft op 19 april 2001 de beleidsnota 'Ruimtelijke implementatie kindercentra in Den Haag' vastgesteld (RIS 85329). Het doel van de nota is om ruimtelijke criteria op te stellen, waaraan locaties moeten voldoen willen zij in aanmerking komen voor de vestiging van een kindercentrum. Deze nota vormt het uitgangspunt voor de beoordeling van initiatieven voor kinderopvang.
Bij het beoordelen van nieuwe initiatieven voor kinderopvang zijn de volgende criteria van belang:
Gemeente Den Haag zet zich in voor een gevarieerd en breed cultureel aanbod, het ondersteunen van kwetsbare vormen van kunst en cultuur en het professioneel beheer van gemeentelijke collecties. Den Haag beschikt over een gevarieerd aanbod aan culturele voorzieningen, zoals podia en gezelschappen, filmtheaters, musea, instellingen voor beeldende kunst, instellingen gericht op kunst als vrijetijdsbeoefening en cultuureducatie en culturele festivals. Deze voorzieningen zijn grotendeels (boven)stedelijk georiënteerd en ruimtelijk vooral geconcentreerd in de stadsdelen Centrum en Scheveningen. Voor het publiek minder zichtbaar maar voor het kunstklimaat niet minder belangrijk, wordt daarnaast op tal van plaatsen, in tijdelijke en permanente ateliers, broed- en werkplaatsen in relatieve luwte kunst geproduceerd en getoond. In de periferie van de binnenstad bevindt zich een concentratie van dergelijke plekken.
Met het programma Creatieve Stad Den Haag stimuleert de gemeente de creatieve sector in de stad. Voor de creatieve industrie zijn gebieden met gemengde 'rommelige' milieus en voldoende betaalbare bedrijfsruimte in een binnenstedelijke omgeving favoriet als vestigingsplaats. In dit bestemmingsplangebied is een geschikt milieu voor de creatieve sector aanwezig. Dat moet gekoesterd worden. In Westeinde en omgeving kwamen al veel creatieve initiatieven tot stand (paragraaf 2.3.4): de Spanjaardshof, De Aap et cetera. Het gebied leent zich voor verdere versterking van het creatieve milieu en moet ruimte bieden voor de vestiging van creatieve initiatieven aan het Westeinde en haar zijstraten (zie paragraaf 5.2).
Met het raadsbesluit 'Welzijn in de wijk' (RIS158279) is in december 2008 de uitvoering vastgesteld van het gemeentelijke sociale beleid. De doelstellingen en uitgangspunten van het welzijnsbeleid zijn in het beleidsakkoord 'Meedoen' en het meerjarenbeleidsplan WMO 'Aandacht voor elkaar' geformuleerd. Het gaat hierbij om:
Het welzijnswerk omvat een breed scala aan functies, zoals signalering, sociale binding, opvang, hulpverlening, informatie, advies en participatie op wijk- en buurtniveau, en wordt in onze gemeente door verschillende instellingen en organisaties uitgevoerd. Hierbij gaat het om gesubsidieerde voorzieningen en activiteiten van vrijwilligers en professionals, waarbij het professionele welzijnswerk is ondergebracht bij vier decentrale welzijnsorganisaties en vier zelfstandige buurthuizen. Om adequaat tegemoet te kunnen komen aan de behoefte aan welzijnsactiviteiten werkt het welzijnswerk vraaggericht, waarbij gebruik wordt gemaakt van methodieken die gericht zijn op het achterhalen van de welzijnsbehoeften van burgers.
Het rijksbeleid inzake ziekenhuisvoorzieningen is richtinggevend voor de ontwikkelingen van het MCH Westeinde. (Er is geen gemeentelijk beleid inzake de ziekenhuisvoorzieningen in de stad.)
Het Medisch Centrum Haaglanden telt twee locaties: het MCH Westeinde in Den Haag en het MCH Antoniushove in Leidschendam. Het MCH is op 1 januari 1998 ontstaan door de fusie van het Westeinde Ziekenhuis en de St. Antoniushove.
Ten behoeve van het goed functioneren van het MCH Westeinde vinden er vanaf 2005 een aantal nieuwe ontwikkelingen op het ziekenhuisterrein plaats. Deze ontwikkelingen zijn gebaseerd op een toekomstvisie voor kinderdagbehandeling en andere behandelruimten ter grootte van in totaal circa 10.000 m² brutovloeroppervlakte op het binnenterrein en 'vernieuwbouw' aan het Westeinde. Verder is er een ondergrondse parkeergarage voorzien. Een groot deel van deze ontwikkelingen zijn recentelijk gerealiseerd. De verwachting is echter dat de overige onderdelen van de toekomstvisie niet binnen de planperiode worden voltooid.
In het verlengde van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) heeft de gemeente een taak in het realiseren van samenhang tussen diverse onderdelen van zorg- en dienstverlening, en moet zij zorgen voor voldoende toegankelijkheid van voorzieningen. Het is dus een taak van de gemeente om ervoor te zorgen dat in de stad voldoende aanbod van zorg aanwezig is en dat deze bereikbaar is voor bewoners. Het bestemmingsplan faciliteert de behoefte aan zorgvoorzieningen door in de ruimtelijke vormgeving van de wijk de 'fysieke kwaliteit' te bewaken en zo een gezonde leefomgeving voor burgers te bewerkstelligen.
Van gemeentewege wordt gestreefd naar multidisciplinaire samenwerking binnen de eerstelijnszorg. In iedere wijk is idealiter een kristallisatiepunt van zorg gesitueerd van waaruit naast zorg ook (zorg)informatie en (zorg)diensten kunnen worden geleverd.
Naast bovenstaande algemene (zorg)voorzieningen zijn er ook voorzieningen nodig voor burgers die minder bedeeld zijn. Niet alleen in economische zin maar vooral mensen die vanwege verstandelijke of fysieke beperkingen moeite hebben zelfstandig te wonen. Het is belangrijk om ook voor deze mensen woningen ter beschikking te hebben waar ze al dan niet met begeleiding kunnen wonen. Daarnaast is er ook behoefte aan voorzieningen waar deze mensen gezamenlijk onderdak kunnen vinden in de vorm van een opvang.
Den Haag is een internationale stad. Dit komt ook tot uitdrukking in de vele religies en levensbeschouwingen die de stad rijk is. De nota 'Gebedsruimte in Den Haag' (september 2005) van de gemeente Den Haag wees op basis van onderzoek uit dat in de komende vijf tot tien jaar de vraag naar gebedsruimte aanzienlijk toeneemt: voor 25 tot 60 religieuze organisaties moet circa 20.000 m² bvo aan religieuze voorzieningen beschikbaar komen. In het plangebied is al een groot aantal voorzieningen voor verschillende religies gevestigd. Dit plan maakt de vestiging van voorzieningen ten behoeve van levensovertuiging – met inbegrip van daarbij horende culturele en maatschappelijke activiteiten – mogelijk binnen de verschillende gemengde bestemmingen.