direct naar inhoud van 5.2 Keuze van bestemmingen
Plan: Rustenburg - Oostbroek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0169BRustenburg-50VA

5.2 Keuze van bestemmingen

Zoals al werd aangegeven heeft het bestemmingsplan als eerste doel om de bestaande ruimtelijke structuur juridisch-planologisch zodanig te regelen, dat deze wat betreft functie, bouwvorm, ligging, afmetingen in een goede ruimtelijke ordening worden ondergebracht.

In eerste instantie worden aan de hand van de bestaande situatie worden de bestemmingen afgewogen. Als leidraad of als toetsingskader dienen het beleidskader en de milieukwaliteitseisen.

Beleidskader   Vertaling in het bestemmingsplan  
Ruimtelijk beleid  
De Structuurvisie Den Haag 2020 bepaalt dat langs doorgaande wegen en groen bij herstructurering in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen.   De Zuiderparklaan, Soestdijksekade, Loosduinsekade en De la Reyweg komen, op basis van de Structuurvisie, in aanmerking voor bouwvolumes in vijf lagen. Langs deze wegen mag de bebouwing tot vijf lagen worden verhoogd, voor zover deze nog niet zo hoog is.  
Kantoren, bedrijven, beroep- en bedrijf aan huis, detailhandel  
In het gemeentelijk beleid ten aanzien van functiemenging wordt aangegeven dat praktijk- en bedrijfsruimte kleiner dan 100 m2 bruto vloeroppervlak (bvo) langs de woonstraten in de wijk en kantoorruimte tot aan 500 m2 bvo langs de doorgaande wegen een plaats kunnen krijgen. In bestemmingsplannen dient hieraan de ruimte gegeven te worden.   In het gebied Rustenburg-Oostbroek komen op diverse plekken kleinere praktijk- en bedrijfsruimten voor. Deze zijn specifiek aangeduid met een functieaanduiding op de plankaart of bestemd binnen de bestemming Gemengd-1.  
In de Nota woonwerkwoningen worden potentiële ontwikkelingslocaties genoemd voor woonwerkwoningen. Genoemd worden overgangsgebieden tussen woonwijken en bedrijfsterreinen, doorgaande wegen en langs spoorwegen.   Langs de doorgaande wegen in het plangebied wordt in hoekpanden de ruimte geboden aan nieuwvestiging van praktijk- en bedrijfsruimten. Daarmee wordt de ombouw van deze panden tot woonwerkunits mogelijk gemaakt. Waar woonwerkwoningen mogelijk zijn gemaakt, is een functieaanduiding op de plankaart opgenomen. Langs de Dierenselaan en deels langs de Apeldoornselaan zijn woonwerkwoningen ook mogelijk binnen de bestemming Gemengd-1.  
In de detailhandelsnota is als uitgangspunt gesteld dat detailhandel op bestaande locaties geconcentreerd moet blijven, er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd.   Het stadsdeelcentrum aan de Dierenselaan-Apeldoornselaan vormt het boodschappen- en winkelcentrum voor de wijk (en deels ook voor omliggende wijken). Om deze functie te bevorderen is aan dit gebied een gemengde bestemming toegekend waarbinnen de bestaande detailhandel kan uitbreiden en nieuwe zich kan vestigen. Om leegstand en uitwaaiering van de detailhandelfunctie te voorkomen is alleen aan het gedeelte tussen de kruising Zuiderparklaan/Apeldoornselaan en de kruising De la Reyweg/Dierenselaan deze gemengde bestemming toegekend. Naast deze geconcentreerde detailhandel is met name in hoekpanden langs doorgaande straten detailhandel gevestigd. Deze detailhandel is in het bestemmingsplan opgenomen met een aanduiding op de plankaart. In de woongebieden is nieuwvestiging van detailhandel uitgesloten. Daar waar detailhandelsvestigingen reeds in deze gebieden gevestigd zijn, worden de rechten gerespecteerd en de vestiging positief bestemd middels een aanduiding op de plankaart.  
De Horeca Structuurvisie heeft als doel de
horeca meer ruimte te geven voor nieuwe
initiatieven en nieuwe formules. Centrale
doelstelling is concentratie en optimalisatie
van horeca. Het plangebied kent geen
concentratiegebieden.  
De horecavestigingen worden overeenkomstig het gebruik en de ligging bestemd. Horeca is
opgenomen als doeleind in de bestemmingen Bedrijf en Gemengd-1. Binnen de bestemming Bedrijf is alleen horeca toegestaan die naar aard en mate ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie. Hierbij moet gedacht worden aan een bedrijfskantine. Binnen de bestemming Gemengd-1 zijn alleen horeca-inrichtingen die vallen binnen categorie I en II van de Staat van horeca-inrichtingen als opgenomen in 2Staat van horeca-inrichtingen van de regels toegestaan. Daarnaast zijn horeca-inrichtingen in de categorieën I en II van de Staat van
horeca-inrichtingen mogelijk gemaakt binnen de
bestemming Wonen door middel van een functieaanduiding op de plankaart.  
Het belang van de leefbaarheid maakt het noodzakelijk om in het bestemmingsplan de opslag en verkoop van vuurwerk te reguleren. Dit was tot nu toe geregeld in de Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk. Door de digitalisering in het kader van de Wro is het niet langer mogelijk in bestemmingsplannen die na 1 juli 2009 als ontwerp ter inzage worden gelegd, te verwijzen naar de Parapluherziening.   Vooruitlopend hierop is in dit bestemmingsplan al een regeling voor de verkoop en opslag van vuurwerk opgenomen. Alle reeds gevestigde opslag- en verkooppunten worden onder het overgangsrecht gebracht. Bij beëindiging van de bedrijfsvoering kan op de desbetreffende locatie niet zomaar opnieuw een opslag- of verkooppunt van vuurwerk worden gerealiseerd, maar burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor de vestiging van een opslag- of verkooppunt van vuurwerk. Hierbij dient te worden voldaan aan een aantal regels. Zo mag het aantal vestigingen in Den Haag niet meer bedragen dan 68 en in het stadsdeel Escamp niet meer dan 12. Deze regeling is opgenomen in artikel 20.2.  
Wonen  
Milieuzonering (paragraaf 3.7.4.2) zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven worden gesitueerd.   Solitaire bedrijfsvestigingen zijn onder de bestemming Bedrijf geschaard. Hier zijn bedrijfsactiviteiten in categorieën A en B van de staat van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in Staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging van de regels toegestaan, zowel activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd als activiteiten met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies moeten plaatsvinden.
Bedrijfsvestigingen op de begane grond, waarboven wonen op verdieping mogelijk is, zijn bestemd in de bestemming Gemengd-1 en – met een aanduiding – in de bestemming Wonen. Hier zijn bedrijven in de categoriëen A en B van de staat van bedrijfsactiviteiten toegestaan.  
Rustenburg-Oostbroek wordt getypeerd als bestaand stads- en dorpsgebied. Het behoort daarmee niet tot de ontwikkelingsgebieden binnen Haaglanden. In het plangebied is 'beheer en behoud van woongebieden' het uitgangspunt.   In het belang van het woonklimaat zijn de woningen in de woonwijk in de bestemming Wonen ondergebracht. De hoofdgebouwen in de bestemming zijn in bouwvlakken ondergebracht. De maximale hoogte is deels aangeduid met een maximale bouwhoogte en eventueel goothoogte en deels aangeduid met een maximaal aantal bouwlagen.  
Het belang van de leefbaarheid maakt het noodzakelijk om in het bestemmingsplan de uitsluiting van hennepkwekerijen en drugsdealpanden op te nemen. Dit was tot nu toe in een leefmilieuverordening geregeld.   De Opiumwet verbiedt de vestiging van hennepkwekerijen en drugsdealpanden. Daarom is afgezien van het opnemen van een regeling ten aanzien van hennepkwekerijen en drugsdealpanden in het bestemmingsplan.  
In de Nota Kamerbewoning is het beleid inzake kamerbewoning opgenomen.   Kamerbewoning is mogelijk gemaakt in de bestemmingen Bedrijf, Gemengd-1 en Wonen.
Kamerbewoning in de vorm van zelfstandige woonruimte is toegestaan tot maximaal vier personen. Vanaf vijf personen gelden brandveiligheidseisen.  
In de Verordening op de Binnenwateren wordt aan woonboten als voorschrift gesteld dat het
schip in zijn geheel afmetingen dient te
hebben waardoor het mogelijk is om varend de betreffende binnenwateren te verlaten. Dit
impliceert dat de woonboot zelf geen
bouwvergunningsplichtig bouwwerk mag zijn of mag gaan vormen. Het kadegebruik vanwege een woonboot wordt in de nota 'Bij het wonen op het water' behandeld. De daarin opgenomeninrichtingbepaling betreft de maximaal beschikbaar te stellen ruimte op de kade en het gebruik van de kade.  
De regelingen die zijn opgenomen in de Verordening op de Binnenwateren en de nota Bij het wonen op het water zijn overgenomen in de regels van dit bestemmingsplan in de bestemmingen Verkeer - Verblijfsstraat (Verkeer - 3) (artikel 11) en Water (artikel 12). Zo wordt onder meer gesteld dat het kadedeel dat gebruikt mag worden, de lengte van de woonboot
bedraagt met een van diepte 3 meter, gemeten
vanaf de kaderand. Dit kadedeel mag voor een
bergruimte en afscheidingen benut worden en voor de bewoning van de woonboot benodigde
nutsvoorzieningen. Op het deel mogen verder
alleen voor bewoning relevante voorwerpen en
kadevoorzieningen worden geplaatst. Per
woonboot is één berging toegestaan met een
maximaal bebouwde oppervlakte van 6 m2 en een maximale hoogte van 2,50 meter. Op de niet aan het water gelegen grens van het kadedeel mag een gesloten afzetting van maximaal 1 meter hoog geplaatst worden.  
Verkeer  
Het Verkeersplan (zie paragraaf 3.5) hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfs- en woonstraten). Verblijfsgebied tenslotte is openbare ruimte waar geen autoverkeer is toegestaan en waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie   De rangorde die in het beleid is verwoord is bij de aanwijzing van de bestemmingen gehanteerd. Zo zijn de Loosduinsekade, Zuiderparklaan en de Soestdijksekade bestemd als Verkeer - hoofdverkeersweg (Verkeer - 1), de Apeldoornselaan, Escamplaan en Dienrenselaan zijn aangewezen als Verkeer - Straat (Verkeer - 2) en de wegen die erven ontsluiten voor het autoverkeer zijn aangewezen als Verkeer - Verblijfsstraat (Verkeer - 3)  
Het beleid streeft naar stelsel van verbindende en ontsluitende openbaar vervoerlijnen.   Het in de bestemmingen Verkeer - hoofdverkeersweg (Verkeer - 1) en Verkeer - Straat (Verkeer - 2) opgenomen bestaande wegennet biedt de gelegenheid om verbindende en ontsluitende openbaar vervoerlijnen te leggen.  
Het beleid streeft naar een hoofdroutenetwerk voor de fiets   Het in de bestemmingen Verkeer - hoofdverkeersweg (Verkeer - 1) en Verkeer - Verblijfsstraat (Verkeer - 3) bestaande wegen- en padennet biedt de gelegenheid om een hoofdroutenetwerk voor de fiets te leggen. De Loosduinsekade, Escamplaan, Apeldoornselaan, Soestdijksekade, Dierenselaan, Zuiderparklaan en De la Reyweg maken deel uit van het hoofdroutenetwerk.  
Het beleid gaat uit van het stellen van parkeereisen.   Met de komst van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is het niet langer mogelijk te verwijzen naar parkeereisen in de bouwverordening, maar dienen deze rechtstreeks opgenomen te worden in het bestemmingsplan. In de algemene bouwregels (artikel 18) is een regeling opgenomen over de afmetingen van parkeerplaatsen, in de algemene gebruiksregels (artikel 19) over de verplichting tot het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren.  
Onderwijs, cultuur, welzijn, maatschappelijke voorzieningen en sport  
De handhaving van de bestaande schoollocaties in het plangebied is het uitgangspunt. Vervangende nieuwbouw of uitbreiding op eigen terrein dient daarbij mogelijk te worden gemaakt.   Om de schoolgebouwen in het plangebied de nodige ruimte tot uitbreiding te geven, zijn ruime bouwvlakken opgenomen. Scholen zijn toegestaan binnen de bestemmingen Gemengd-2 en Maatschappelijk.  
Ten aanzien van het plangebied is de inzet gericht op handhaving van bestaande welzijnsvoorzieningen en, waar dat inpasbaar is, potenties te bieden voor nieuwe voorzieningen.   De wijk Rustenburg-Oostbroek kent een aantal welzijnsvoorzieningen zoals peuterspeelzalen, buurthuizen en levensbeschouwelijke ontmoetingscentra. Daar waar deze voorzieningen zich bevinden, zijn zij positief bestemd en is uitwisseling met andere maatschappelijke voorzieningen mogelijk.  
Sinds de invoering van de Wet Kinderopvang in juni 2005 zijn de sturingsmogelijkheden van de gemeente ten aanzien van de spreiding en huisvesting van de kinderopvang beperkt.   Door kinderopvang in de bestemmingen Gemengd-2 en Maatschappelijk uitdrukkelijk mogelijk te maken, ondersteunt de gemeente de realisatiemogelijkheden van kinderopvang.  
De gemeente streeft ernaar voldoende goede sportaccommodaties te realiseren die betaalbaar, toegankelijk, bereikbaar en voor sportdoeleinden geschikt zijn.   De sportterreinen in het bestemmingsplangebied zijn beiden positief bestemd in de bestemming Gemengd-2. Er is een regeling opgenomen om bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de diverse sporten, zoals tribunes, scoreborden, ballenvangers en lichtmasten op de sportterreinen mogelijk te maken. Zodoende is het mogelijk dat de sportvelden voor verschillende sporten gebruikt worden. Grotere gebouwen die een ondersteunende functie hebben aan de sport, zoals kleedruimten en kantines, mogen alleen binnen de bouwvlakken worden gebouwd om de sportterreinen te vrijwaren van overmatige bebouwing.  
Een deel van de religieuze organisaties heeft te maken met huisvestingproblematiek. Voor de periode van 5 tot 10 jaar bestaat een behoefte van uitbreiding van de huisvesting voor religieuze organisaties met circa 20.000 m2.   Binnen het plangebied worden voorzieningen voor verschillende religies conform het gebruik bestemd in de bestemming Maatschappelijk. Vestiging van voorzieningen ten behoeve van levensovertuiging – met inbegrip van daarbij
horende culturele en maatschappelijke activiteiten – mogelijk is mogelijk door de brede doeleindenomschrijving van de bestemming Maatschappelijk.  
Nota Samen Spelen   Binnen de bestemming Gemengd-2, Groen, Verkeer - Straat (Verkeer - 2) en Verkeer - Verblijfsstraat (Verkeer - 3) zijn speelvoorzieningen toegestaan.  
Archeologie  
De Wet op de Archeologische
Monumentenzorg legt de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen en bij wijziging
van bestaande bestemmingsplannen met de
archeologische waarden rekening te houden
(zie paragraaf 3.4). Bestemmingsplannen
moeten een juridische regeling bevatten die
voldoende bescherming biedt tegen
werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden.  
De archeologische waarden worden in dit
bestemmingsplan beschermd: de bestemming Waarde-archeologie is gericht op behoud en bescherming van deze waarden. Voor bouwwerkzaamheden die de grond roeren zijn aanvullende bouwregels gesteld; voor werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, die de grond roeren is een aanlegvergunning verplicht gesteld.  
Groenvoorzieningen  
Beleidsplan “Groen kleurt de stad”   Het aanwezige groen in de wijk alsmede de zogenaamde 'groene pareltjes' zoals benoemd in het wijkplan voor Rustenburg-Oostbroek en waaraan een duidelijke groene toekomstwaarde is toegekend, zijn ondergebracht in de bestemming Groen.  
In het Wijkplan is aangegeven dat een impuls wordt gegeven aan de openbare ruimte en dan met name aan de groenstroken en –gebiedjes in de wijk. De (gedachte) inrichting hiervan is wisselend: soms gaat het om speelvoorzieningen voor kleine kinderen en soms wordt een invulling met laanbeplanting, kijkgroen of een combinatie van groen met parkeren voorgestaan. Altijd is de zogenaamde 'residentiekwaliteit' uitgangspunt voor het inrichtingskwaliteitsniveau.   De groenstroken en - gebiedjes worden bestemd als Groen.  
Flora- en Faunawet   Aangezien het hier een conserverend bestemmingsplan betreft, gericht op het beschermen van bestaande kwaliteiten en kenmerken, wordt verwacht dat de voorschriften uit de Flora- en Faunawet niet worden overtreden. Er is dan ook geen aanleiding voor nader onderzoek. Indien toch ruimtelijke ontwikkelingen gepland worden, dient onderzoek plaats te vinden naar de effecten op beschermde soorten en dient zonodig ontheffing aangevraagd te worden.  
Water  
Beleidsplan “Groen kleurt de stad”   Het Laakkanaal aan de rand van het plangebied is opgenomen als onderdeel van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur en bestemd als Water.