direct naar inhoud van 3.6 Wonen
Plan: Rustenburg - Oostbroek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0169BRustenburg-50VA

3.6 Wonen

3.6.1 Haagse Woonvisie 2020

Op 12 februari 2004 werd door de gemeenteraad van Den Haag de Haagse Woonvisie 2020 vastgesteld. In deze nota wordt het woonbeleid uiteengezet tot aan 2020. De Haag Woonvisie 2020 stelt dat Den Haag extra woonkwaliteit en extra woonoppervlakte moet bieden in het belang van een goede economische, sociale en culturele ontwikkeling. De woonvisie zet daarom in op steeds meer gevarieerde en toegespitste woonwensen. Er moet ruimte zijn voor variatie en verscheidenheid: gemengde stedelijke milieus, maatwerk bij nieuwbouw en een eigen identiteit voor wijken.

De woonvisie gaat uit van uitbreiding en transformatie van gebieden met een centrumstedelijk woonmilieu, groenstedelijk woonmilieu of een suburbaan woonmilieu: 'stadsrand modern'. Sturend voor de uitbreiding en transformatie van woonmilieus is het beleid om selectieve migratie uit de stad van midden- en hogere inkomens om te buigen om deze groepen aan de stad te binden en zo mogelijk van elders aan te trekken. Bij de herstructurering van de goedkope sociale voorraad in bestaande gebieden wordt getracht een woonmilieu te bieden dat inspeelt op woonwensen van bepaalde groepen midden- en hogere inkomens mede om segregatie, concentratie van kansarme bewoners en cumulatie van achterstandssituaties tegen te gaan. Een goed 'schoon, heel en veilig' leef- en woonklimaat is een belangrijke voorwaarde voor alle stedelijke woongebieden. Daarnaast moeten voldoende, goede en betaalbare woningen voor de lage inkomensgroepen blijven bestaan.

De Haagse Woonvisie streeft naar een stabiel inwonertal als draagvlak voor grootstedelijke voorzieningen: 500.000 inwoners vanaf 2010 en tot 2020. Daarvoor zijn 30.000 extra woningen nodig, naast de 20.000 woningen die vanwege herstructurering nodig zijn. De Structuurvisie Den Haag 2020scherpt de woonambitie aan en wil ruimte bieden aan doorgroei van de stad naar 505.000, mogelijk 515.000 inwoners in 2020. Vanwege de nog iets afnemende woningbezetting (er wonen gemiddeld steeds minder personen in één woning) is het noodzakelijk meer centrumstedelijk te bouwen. Dit betekent een aanzienlijk groter bouwprogramma en een duidelijke keuze voor met name centrumstedelijke milieus. Deze verdichtingsopgave spitst zich toe op de kansenzones, waarbij deels sprake is van functieverandering en functiemenging en waarbij vooral veel appartementen zullen worden gebouwd.

Het plangebied Rustenburg-Oostbroek maakt geen onderdeel uit van deze kansenzones.

3.6.1.1 Programma de Eeuwige Jeugd

De kwaliteit van de woningen in Rustenburg - Oostbroek is een aandachtspunt van het beleid. Veel woningen hebben niet de woonkwaliteit die mensen zoeken. De woningen zijn klein en voldoen niet aan de woonwensen van de huidige tijd. In het programma de eeuwige jeugd (2005) is al een programma ingezet om tot woningverbetering van de oudere particuliere woonwijken te komen. Dit programma houdt in dat ingezet wordt op woningdifferentiatie, woningverbetering en borging van het onderhoud van woningen. Diverse subsidiemogelijkheden zijn ingezet om dit te bereiken. Het programma eeuwige jeugd wordt uitgebreid. Hiertoe zal een programma worden gepresenteerd dat aanvullende maatregelen presenteert om tot wijken met betere woningmarktposities te komen in de particuliere wijken, zoals Rustenburg en Oostbroek. Binnen dit programma worden maatregelen met betrekking tot de kwaliteitsverbetering van de wijk uitgewerkt. Hiertoe behoren maatregelen zoals het opkopen, verbeteren en verkopen van woningen, maar ook sloop-nieuwbouwprojecten kunnen tot de opties behoren.

Hiertoe worden op strategische locaties ontwikkelingen in gang te zetten die een uitstraling hebben op de gehele wijk. Gehoopt wordt dat deze maatregelen anderen prikkelen om ook investeringen te doen, zodat de wijk in een opwaartse spiraal komt. Hiertoe worden allerlei samenwerkingsverbanden aangegaan. Een belangrijke rol zal toebedeeld zijn aan investeerders uit de markt.

3.6.1.2 Kadebeleid Woon- en bedrijfsboten

Water is aantrekkelijk om naar te kijken, langs te wandelen, op te varen, maar ook om op te wonen. In Den Haag zijn er 17 locaties waar woon- en/of bedrijfsschepen blijvend zijn afgemeerd. In de wijk Rustenburg-Oostbroek liggen aan de Soestdijksekade circa 30 woonschepen. In de loop der tijd zijn de woonschepenbewoners de kade meer en meer als hun 'tuin' gaan gebruiken. Om het gebruik van de kade in de gewenste richting te leiden, uitwassen een halt toe te roepen en om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren is door de diensten Stadsbeheer en Stedelijke Ontwikkeling gezamenlijk beleid en regelgeving voor het gebruik van de kades opgesteld. Dit beleid en bijbehorende voorwaarden zijn vastgelegd in de notitie 'Bij het wonen op het water'.'' In de 'Verordening op de binnenwateren' zijn eisen ten aanzien van situering, maatvoering en wijze van verankering aan de kade vastgelegd.

Notitie 'Bij het wonen op het water'

Bij de beleidsformulering is naar een balans gezocht tussen wat wenselijk is, wat gebruikers beogen en wat gezien de gegroeide situatie praktisch is. In eerste instantie is er voor gekozen om, vooruitlopend op een goede inpassing in de bestemmingsplannen, nadere regels op te stellen op basis van de bouwvoorschriften en de APV. Het beleid geeft de maximaal beschikbaar te stellen ruimte op de kade aan en stelt voorwaarden aan het gebruik van de kade:

  • Het kadedeel dat gebruikt mag worden ten behoeve van woon- en bedrijfsschepen bedraagt maximaal de lengte van het woon- en bedrijfsschip en is maximaal 3 meter breed 1 (gemeten vanaf de kaderand) en wordt bestemd tot openbare ruimte waarop in zeer beperkte mate bergruimte en afscheidingen ten behoeve van woonschepen zullen worden toegestaan;
  • Op de kade mogen uitsluitend voor bewoning relevante voorwerpen worden geplaatst (zoals fietsen, bloembakken, bloempotten en parasols). Daarnaast zijn hier noodzakelijke kadevoorzieningen toegestaan zoals een loopplank, afmeervoorzieningen en de benodigde nutsvoorzieningen;
  • Gebruik als statische opslagplaats is niet toegestaan;
  • Per woonschip is 1 berging toegestaan met een maximaal bebouwde oppervlakte van 6 m² en een maximale hoogte van 2,50 meter;
  • Op de niet aan het water gelegen bestemmingsgrens van de aangeduide kades mag een gesloten afscheiding van maximaal 1 meter hoogte geplaatst worden. Deze afscheiding mag worden verhoogd met een open constructie tot maximaal 1,50 meter;
  • Er wordt slechts bebouwing toegestaan die naar zijn aard in zijn geheel of in delen binnen 24 uur verplaatsbaar is. Dit betekent dat de bergingen niet uit steen mogen zijn opgetrokken en dat uit oogpunt van de veiligheid funderingen met een diepte van meer dan 0,50 meter onder maaiveld niet zijn toegestaan.

Verordening op de binnenwateren

In de 'Verordening op de binnenwateren' zijn maximale afmetingen voor de woonschepen zelf vastgelegd:

  • De maximale lengte van een woonschip bedraagt 20 meter en de maximale breedte 5 meter;
  • De maximale hoogte van een woonschip bedraagt 2,80 meter (gemeten vanaf de waterlijn).
3.6.2 Nota Kamerbewoning

In december 2008 is nieuw beleid rondom kamerbewoning vastgesteld door de Raad. Dit nieuwe beleid biedt meer mogelijkheden aan onzelfstandige woonvormen. Daarnaast wordt zelfstandige kamerbewoning, dat wil zeggen kamerbewoning waarbij de bewoner zelf beschikt over alle wezenlijke voorzieningen (toegang, keuken en sanitair), in de hele stad mogelijk gemaakt. Wel gelden er wel eisen waar de kamerbewoning aan moet voldoen. Deze informatie is beschikbaar op de stadsdelen.

In paragraaf 5.2 is uitgewerkt hoe het beleid met betrekking tot kamerbewoning in het bestemmingsplan is geregeld.