direct naar inhoud van 6.2 Bestemmingsregeling
Plan: Weidevenne 2012
Plannummer: BPWV2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPWV2012-va02

6.2 Bestemmingsregeling

De verschillende in het plangebied aanwezige functies zijn in overwegende mate overeenkomstig de vigerende planologische regeling en/of hun huidige gebruik bestemd. Hieronder worden de hoofdbestemmingen toegelicht.

Algemeen

Uitbreidingen/kleine bouwwerken

Bij verschillende bestemmingen is het toegestaan om - na het afwijken door burgemeester en wethouders - in de nabijheid van het hoofdgebouw een uitbreiding te plegen dan wel een bouwwerk of een losstaand gebouw te plaatsen. In de regels wordt een maximale oppervlaktemaat van 100 m2 en een maximale bouwhoogte van 5 meter gegeven. Er is voor gekozen om de gebouwen pas na het afwijken mogelijk te maken. Omdat op dit moment niet duidelijk is waar bedrijven of instellingen een uitbreiding zouden willen plaatsen, kan geen bouwgrens worden neergelegd. Door middel van het afwijken kan het college altijd nog zicht houden op de grootte van de uitbreiding en op de locatie waar deze uitbreiding komt te staan. Zo kan er voor gezorgd worden dat deze niet wordt geplaatst op onwenselijke locaties waar zij een hinder voor het verkeer of anderszins opleveren.

Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

De bestemming 'Bedrijf' komt in onderhavig bestemmingsplan slechts een enkele keer voor. De bestemming 'Bedrijf' bevat twee functieaanduidingen. De functieaanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' staat alleen een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg met een maximale jaarlijkse doorzet van 999 m3 toe. Bij het tankstation behorende detailhandel en autowasvoorzieningen zijn toegestaan binnen het bebouwingspercentage en de toegestane bouwhoogte. De functieaanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is opgenomen ten behoeve van de aanwezige zendmastinstallatie aan de Laan der Continenten 15. De toegestane maximale bouwhoogte van deze zendmast is 45 meter.

Tevens heeft een nutsvoorzieningengebouw deze bestemming gekregen.

Artikel 4 Gemengd - 1

De bestemming 'Gemengd - 1' is opgenomen voor het Winkelcentrum Weidevenne. Binnen deze bestemming is toegestaan detailhandel, horeca uit ten hoogste categorie 1c uit de Staat van Horeca-activiteiten, parkeerplaatsen op het dak van het winkelcentrum. Wonen en maatschappelijke functies zijn binnen deze bestemming niet toegestaan.

Artikel 5 Gemengd - 2

De bestemming 'Gemengd - 2' wordt toegekend aan gronden waar verschillende, overwegend maatschappelijke functies veelal in combinatie met wonen voorkomen. Ook maakt deze bestemming praktijkruimten, horeca, kantoren, (para)medische doeleinden, sociale en culturele doeleinden, maatschappelijke en zakelijke dienstverlening mogelijk. Detailhandel is binnen de bestemming 'Gemengd-2' echter uitgesloten.

Artikel 6 Gemengd - 3

De bestemming 'Gemengd - 3' is specifiek opgenomen voor het wooncomplex Heel Europa aan Genuahaven. Dit wooncomplex is juridisch mogelijk gemaakt door middel van een postzegelbestemmingsplan welke in 2011 onherroepelijk is geworden. Gezien de recente totstandkoming en vaststelling van het postzegelbestemmingsplan is ervoor gekozen de regelgeving voor dit wooncomplex in onderhavig bestemmingsplan één-op-één over te nemen uit het postzegelbestemmingsplan.

Artikel 7 Groen

De grote eenheden groen met een structurerende functie en kleinere op zichzelf staande groeneenheden die belangrijk zijn voor de woonkwaliteit en waar flexibiliteit bij de inrichting van de openbare ruimte minder noodzakelijk is, zijn bestemd als 'Groen'. Kleine stukjes siergroen vallen onder de bestemming 'Verkeer-2'. Binnen de bestemming 'Groen' is een beperkt aantal gebruiksvormen toegestaan, zoals groen, voet- en fietspaden, water, speelvoorzieningen, afvalverzamelplaatsen, nutsvoorzieningen en kunstobjecten. Er mogen binnen deze bestemming in principe slechts bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

Objecten van beeldende kunst zijn toegestaan tot een hoogte van zes meter. Burgemeester en wethouders kunnen binnenplans afwijken om objecten tot een hoogte van maximaal vijftien meter toe te staan.

Op/onder de gronden in de openbare ruimte is het plaatsen van ondergrondse containers toegestaan.

Artikel 8 Kantoor

In kwadrant Europa, in de zone langs de A7, is de bestemming 'Kantoor' op verscheidene plaatsen toegekend. De bestemming 'Kantoor' omvat in totaal 8 kavels voor kleinschalige kantoren/bedrijven. Deze functies mogen de nabij gelegen woonfunctie niet belemmeren. Vanwege de geluidszone van de Rijksweg A7 zijn voorts geen geluidsgevoelige functies toegestaan. Per gebouw is het maximum bruto bedrijfsvloeroppervlakte in m2 opgenomen. De maximale omvang van het bruto bedrijfsvloeroppervlak van de bouwpercelen in het plangebied is mede bepaald op basis van de beschikbare parkeercapaciteit op de parkeerterreinen in de zone direct ten oosten van het plangebied en deels gelegen tussen de kavels. Voor elk bouwperceel is het toegestane bruto bedrijfsvloeroppervlakte bepaald. Afwijking is mogelijk voor overschrijding van deze maat op voorwaarde dat op het betreffende bouwperceel zelf voldoende aanvullende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd.

Artikel 9 Maatschappelijk

De in het plangebied aanwezige maatschappelijke voorzieningen zijn als zodanig bestemd met de bestemming 'Maatschappelijk'. Voor deze bestemming wordt m.b.t. de verbeelding de bestaande maatvoering en systematiek uit het vigerende plan overgenomen en/of aangesloten bij de feitelijke bestaande situatie Onder maatschappelijke voorzieningen wordt verstaan (overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.

Het college van burgemeester en wethouders kan bij schoolgebouwen en kinderopvangverblijven door middel van een binnenplanse afwijking extra bebouwing mogelijk maken, zowel in de vorm van één extra bouwlaag als in de vorm van de overschrijding van het toegestane maximale bebouwingspercentage tot ten hoogste 60% van de bij de school of opvang behorende gronden.

Artikel 10 Natuur

De zone van de Ecologische Hoofdstructuur in het westen van het bestemmingsplangebied heeft de bestemming 'Natuur' gekregen. Tevens geldt voor dit gebied de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologische Hoofdstructuur'. Deze bestemming heeft als doel de bescherming, instandhouding, ontwikkeling en waarborging van de landschaps- en natuurwaarden van de Ecologische Hoofdstructuur. Recreatief medegebruik van deze gronden is niet toegestaan. Om deze reden zijn op deze gronden ook geen fiets- en voetpaden toegestaan.

Artikel 11 Recreatie

De bestemming 'Recreatie' geeft aan wat binnen deze stadsrandzone als overgang van het verstedelijkt gebied naar het rurale landschap mogelijk is. Daarbij is sprake van een aantal expliciet uitgesloten activiteiten. Het accent ligt in dit gebied op extensieve recreatie. Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is een horecagelegenheid toegestaan. Hierbij heeft het de voorkeur dat deze horecagelegenheid aansluit bij het landelijke en recreatieve karakter van dit gebied.

Artikel 12 Sport

Voor de sportvelden aan de noordrand van Kwadrant II is de bestemming sport opgenomen. Het accent ligt hierbij op buitensportactiviteiten met de daarbij behorende gebouwen zoals kleedruimten en een sportkantine.

Artikel 13 Tuin - 1

De bestemming Tuin-1 betreft de bij een woning behorende gronden waarop geen bebouwing is toegestaan met uitzondering van een erker aan het hoofdgebouw alsmede lage erf- en terreinafscheidingen. Het zal hier vrijwel altijd gaan om de voortuinen. De erkers mogen over maximaal de bestaande pui van de woonkamer worden gebouwd. De diepte van een erker mag ten hoogste 60% van de diepte van de voortuin bedragen tot een maximale maat van 1,2 meter en niet hoger zijn dan de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw.

Tevens is voor de bij de woning behorende gronden op de percelen in de Baaienbuurt in het zuiden van kwadrant IV, geheel de bestemming Tuin-1 opgenomen. Dit sluit aan bij de ontwerpgedachte die ten grondslag ligt aan de Baaienbuurt.

Voor de voormalige agrarische percelen aan Purmerland is voor een gedeelte van het achtererf eveneens de bestemming Tuin-1 opgenomen. Hiermee wordt aangesloten bij de regeling uit het uitwerkingsplan dat destijds voor deze percelen is gemaakt.

Artikel 14 Tuin - 2

De bestemming Tuin-2 betreft in principe de achtertuinen en de zijtuinen bij woningen. De Tuin-2 bestemming begint in principe op één meter achter de voorgevel.

Binnen de bestemming Tuin-2 wordt de mogelijkheid geboden om de gronden achter en naast het hoofdgebouw van de woning te gebruiken voor uitbreiding van de woning door aan- of uitbouwen of voor de bouw van bijgebouwen. Op deze gronden mag het gezamenlijk oppervlak aan aanbouwen en bijgebouwen ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf bedragen tot een maximum van 50 m². Bij erven, groter dan 150 m2, worden meer erfbebouwingsmogelijkheden toegestaan, hier mag tot 75 m2 worden gebouwd.

Achter de woning mag over een diepte van ten hoogste 3 meter achter de achtergevel, of het verlengde daarvan, worden gebouwd. Ook naast het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit de zijgevel of het verlengde daarvan, over een breedte van ten hoogste 3 meter worden aangebouwd. Als ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan al een meer dan drie meter brede dan wel diepe aan- of uitbouw aanwezig is, mag de nieuwe aanbouw net zo diep zijn als de bestaande uitbouw. Op deze manier kunnen de gevels van aanbouwen gelijk getrokken worden en ontstaan er geen verspringingen. Voorwaarde hierbij is wel dat voor deze extra diepe uitbouw een omgevingsvergunning voor het bouwen is afgegeven.

De bouwhoogte van aanbouwen mag de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter tot een maximum van 4,5 meter.

Dakterrassen zijn op het gehele oppervlak van aanbouwen toegestaan, ten minste voor zover deze aanbouw recht achter het hoofdgebouw is gelegen, met een hekhoogte van 1 meter. De hekhoogte voldoet aan het bepaalde in het Bouwbesluit. Dakterrassen op aanbouwen die zich niet recht achter de woning bevinden, bijvoorbeeld bij een hoekwoning, worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt ongewenst bevonden.

Voor een aantal achtertuinen bij woningen langs de Laan der Continenten is binnen de bestemming Tuin-2 een specifieke bouwaanduiding (specifieke bouwaanduiding - 6) opgenomen, waardoor geluidsgevoelige ruimten in de achtertuin niet mogelijk worden gemaakt. De reden hiervoor is dat deze achtertuinen zich bevinden binnen de 53 dB-contour van de Laan der Continenten.

Mantelzorg

Het is toegestaan om - na afwijking - binnen de bestemming Tuin-2 in het kader van het geven van mantelzorg afhankelijke woonruimte bij een woning te plaatsen, een zogenaamde 'kangoeroewoning'. Mantelzorg wordt omschreven als het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband. Kenmerkend voor mantelzorg is de reeds bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om langdurige zorg die onbetaald is. Afwijken wordt per woning slechts één keer gedaan, om te voorkomen dat er verschillende afhankelijke woonruimtes bij een woning geplaatst kunnen worden. Zodra de mantelzorg beëindigd is trekken burgemeester en wethouders de afwijking in.

Artikel 15 Tuin - 3

In Weidevenne is een aantal woningen bijzonder gelegen ten opzichte van de directe omgeving, bijvoorbeeld aan het water of aan de ecologische hoofdstructuur. Gezien de bijzondere situering van deze woningen is voor (een gedeelte van) de bij de woning behorende gronden de bestemming Tuin-3 opgenomen. Binnen deze tuinbestemming is een beperkte bebouwingsmogelijkheid (6 m2), ten behoeve van bijvoorbeeld een (losstaande) berging of tuinhuisjes, opgenomen. Op deze manier wordt aangesloten bij de ontwerpgedachte achter deze delen van Weidevenne en wordt recht gedaan aan de kwaliteit van de woonomgeving.

Artikel 16 Tuin - 4

De vaak grote erven die zijn gelegen op voormalige agrarische percelen zijn binnen de bestemming Tuin-4 geregeld. Binnen deze bestemming zijn aanbouwen en bijgebouwen toegestaan.

De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen mag ten hoogste 50% van het oppervlak van het erf bedragen met een maximum van 75 m². Op een aantal van deze percelen zijn echter nog grote voormalige agrarische gebouwen aanwezig. Wanneer het gezamenlijk oppervlak groter is dan 75 m² mag het oppervlak ten hoogste het, ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan, aanwezige oppervlak bedragen, met dien verstande dat per gebouw het oppervlak ten hoogste 400 m² mag bedragen.

Achter de woning mag over een diepte van ten hoogste 3 meter achter de achtergevel, of het verlengde daarvan, worden gebouwd. Ook naast het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit de zijgevel of het verlengde daarvan, over een breedte van ten hoogste 3 meter worden aangebouwd. Als ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan al een meer dan drie meter brede dan wel diepe aan- of uitbouw aanwezig is, mag de nieuwe aanbouw net zo diep zijn als de bestaande uitbouw. Op deze manier kunnen de gevels van aanbouwen gelijk getrokken worden en ontstaan er geen verspringingen. Voorwaarde hierbij is wel dat voor deze extra diepe uitbouw een omgevingsvergunning voor het bouwen is afgegeven.

De bouwhoogte van aanbouwen mag de hoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0,3 meter tot een maximum van 4,5 meter.

Dakterrassen zijn op het gehele oppervlak van aanbouwen toegestaan, ten minste voor zover deze aanbouw recht achter het hoofdgebouw is gelegen, met een hekhoogte van 1 meter. De hekhoogte voldoet aan het bepaalde in het Bouwbesluit. Dakterrassen op aanbouwen die zich niet recht achter de woning bevinden, bijvoorbeeld bij een hoekwoning, worden vanuit stedenbouwkundig oogpunt ongewenst bevonden.

Artikel 17 Verkeer - 1

De bestemming Verkeer-1 wordt toegekend aan die wegen die door hun doorstroomfunctie een structuurbepalend karakter hebben.

Tevens valt de spoorverbinding met bijbehorend treinstation Purmerend Weidevenne binnen deze bestemming. Hiervoor is de functieaanduiding 'railverkeer' opgenomen.

Artikel 18 Verkeer - 2

De bestemming Verkeer-2 wordt toegekend aan wegen met een verkeers- of verblijfsfunctie. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan, zoals parkeren, het verzamelen van huisvuil, groen- en waterpartijen en kleine nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen en dergelijke.

Tevens wordt binnen deze bestemming de Melkwegbrug, de fiets- en voetgangersbrug over het Noordhollandsch Kanaal, mogelijk gemaakt.

Ambulante handel op gronden met de bestemming Verkeer-2 is toegestaan bij georganiseerde markten en binnen de regelgeving van de Marktverordening Purmerend. Om een standplaats in te nemen zal wel altijd een standplaatsvergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening nodig zijn.

Artikel 19 Water

De in het plangebied aanwezige gronden die zijn aangewezen voor water zijn bestemd voor de waterhuishouding, met de daarbij behorende oevers. Dit water mag in principe niet worden gedempt of vergraven. Voor bouwwerken of werkzaamheden langs, in, of op het water dient een watervergunning bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier aangevraagd te worden. Voor de maximale afmetingen van steigers (max. 6 meter breed, max. 1 meter het water in) is aansluiting gezocht bij de regels die de Keur van het Hoogheemraadschap daarover stelt. Op deze wijze ontstaan er geen verschillen in regelgeving.

Artikel 20 Wonen

Op gronden met de bestemming Wonen mogen in principe hoofdgebouwen, bedoeld voor de bewoning door personen, worden gebouwd. Daar waar echter voor de voorgevelrooilijn een aanbouw of bijgebouw is gesitueerd, is eveneens gekozen voor de bestemming Wonen, al dan niet met de aanduiding garage. Daarmee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt dat op de bestemming Tuin-1 in principe niet mag worden gebouwd. Voor wat betreft de ligging van de voorgevelrooilijn, zoals bedoeld in Bijlage II van het besluit omgevingsrecht (Bor), is de gevel van het hoofdgebouw relevant en niet die van een in de voortuin gelegen aanbouw of bijgebouw.

In principe gaat het bestemmingsplan uit van de regeling dat de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw met een kap ten hoogste de oorspronkelijke nokhoogte mag bedragen. Dit is de nokhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan. Deze nokhoogte is door de gemeente geïnventariseerd. Voor deze gebouwen is op de kaart een goothoogte aangegeven. Voor een aantal woningen of woonblokken is echter zowel een maximale goot- als bouwhoogte opgenomen. Dit is bij woningen waarbij de werkelijke bouwhoogte lager ligt dan de toegestane maximale bouwhoogte uit het daarvoor geldende uitwerkingsplan. Door ook een maximale bouwhoogte op te nemen blijft het voor deze woningen mogelijk om dakopbouwen of kapverhogingen te realiseren die ook al op basis van het uitwerkingsplan werden mogelijk gemaakt. Ingeval van hoofdgebouwen met een platte afdekking is op de kaart de bouwhoogte aangegeven.

Aan de achterzijde van een woning mogen dakkappellen vergunningsvrij worden geplaatst to 0,5 meter uit de zijgevel. Hierbij zijn de voorwaarden zoals genoemd in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing. Een dakkapel aan de voorzijde van de woning mag overeenkomstig de welstandsnota maximaal 50% van de breedte van de woning bedragen met een maximum van 3 meter.

Ingeval van een hoofdgebouw met een asymmetrische kapvorm mag aan de achterzijde een dakopbouw over de gehele breedte van de woning worden gebouwd tot de maximaal toegestane goothoogte mits deze uitbreiding wordt voorzien van een geheel platte afdekking.

Vrijstaande woningen

Voor vrijstaande woningen is een systematiek gekozen waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de regels uit de daarvoor opgestelde uitwerkingsplannen. Dit houdt in dat het gedeelte van de woning dat valt binnen het bouwvlak zoals opgenomen in de uitwerkingsplannen (de bouwenveloppe) de bestemming Wonen heeft gekregen. Het bouwvlak komt hier direct om de bestaande woning te liggen. De aan- en bijgebouwen die niet binnen dit bouwvlak vallen worden opgenomen in de bestemming Tuin-2.

Uitbreidingsmogelijkheden woningen met twee bouwlagen

Woningen bestaande uit 2 bouwlagen met een platte afdekking zijn zodanig bestemd dat het mogelijk is (gedeeltelijk) een derde bouwlaag op de woning te realiseren. Hiermee wordt voor dit woningtype aangesloten bij de bouwmogelijkheden voor een extra woonlaag die diverse woningen van dit bouwtype reeds hadden op basis van het uitwerkingsplan of een vrijstelling ex artikel 19 WRO. Hiermee is voor dit woningtype in heel Weidevenne een uniforme regeling ontstaan.

Voor woningen met een (a-symmetrische) kap is in dit bestemmingsplannen de bestaande situatie vastgelegd. De mogelijkheid voor een kapverhoging of het realiseren van een extra bouwlaag voor deze woningen is ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan nog onderwerp van studie. Derhalve worden dakopouwen c.q kapverhogingen voor deze woningen niet mogelijk gemaakt in onderhavig bestemmingsplan, maar zal hiervoor separaat gemeentebreed beleid worden opgesteld.

Aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijven

Om een gewenste menging van wonen en werken in de woongebieden toe te kunnen staan, is binnen de bestemming Wonen het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit mogelijk. Hierbij geldt uiteraard dat de woonfunctie blijft prevaleren en geen hinder optreedt voor de woonomgeving. Met het oog op een gemeentebrede eenduidige regeling van deze activiteiten zijn beleidsregels vastgesteld voor het uitoefenen van aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijven binnen de bestemming Wonen. Het betreft de 'Beleidsregels aan-huis-verbonden beroepen en (kleinschalige) bedrijven'. De regels in het bestemmingsplan omtrent dit onderwerp zijn hieruit overgenomen.

Artikel 21 Gemengd - Uit te werken

In kwadrant Europa bevindt zich langs het Noordhollandsch kanaal een gebied dat nog niet in ontwikkeling is gebracht en waarvoor nog geen uitwerkingsplan is gemaakt op basis van het moederplan "West 1990". Omdat voor dit gebied nog geen concrete ontwikkeling in beeld is, heeft het de bestemming "Gemengd - Uit te werken" gekregen. Binnen deze bestemming zijn de functies Wonen, Maatschappelijke voorzieningen en culturele voorzieningen toegestaan. In de regels voor deze bestemming zijn de bouwmogelijkheden overgenomen uit het thans geldende bestemmingsplan "West 1990". Daar waar nodig zijn de regels aangepast aan de huidige feitelijke situatie. De bestemming "Gemengd - Uit te werken" is een bestemming met een uitwerkingsplicht. Dit betekent dat voor deze gronden een bouwverbod geldt en een uitwerkingsplicht.

Artikel 22 Leiding - Gas - 2 en Artikel 23 Leiding - Gas - 3

De aanwezige leidingen in het hele plangebied worden beschermd via de dubbelbestemmingen

Leiding - Gas - 2 en Leiding - Gas - 3. Op grond van deze dubbelbestemming is het voor het bouwen op deze gronden mogelijk om af te wijken, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingen (Gasunie).

Artikel 24 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Voor de hoogspanningsleiding in het het zuiden van Weidevenne is de dubbelbestemming

Leiding - Hoogspanningsverbinding opgenomen. Binnen deze dubbelbestemming vallen naast de hoogspanningslijnen zelf, ook een zakelijke rechtstrook van 27,5 meter aan weerszijden van het hart van de lijn.

Artikel 25 Waarde - Archeologie - 1

Gebieden die op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart, bijlagen van de Beleidsnota Archeologie in Purmerend (2009), zijn aangewezen als gebieden met een middelhoge of hoge archelogische verwachtingswaarde, worden beschermd via de dubbelbestemming

Waarde - archeologie - 1.

Artikel 26 Waarde - Archeologie - 2

Gebieden die op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart, bijlagen van de Beleidsnota Archeologie in Purmerend (2009) zijn aangewezen als AMK-terrein, worden beschermd via de dubbelbestemming Waarde - archeologie - 2.

Artikel 27 Waterstaat - Waterkering

De in het plangebied aanwezige gronden die zijn aangewezen voor waterstaatkundige doeleinden worden beschermd via de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering. Voor bouwwerken of bouwwerkzaamheden binnen de grenzen van het waterstaatswerk is een waterverguuning van het Hoogheemraadschap vereist.

Algemene regels

Artikel 28 Anti-dubbeltelregel

Het doel van deze bepaling is te voorkomen dat grond die al in aanmerking is genomen of betrokken is bij het verlenen van een vergunning niet nog een keer wordt betrokken bij een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen. Hierdoor wordt voorkomen dat met gebruikmaking van privaatrechtelijke overeenkomsten, de publiekrechtelijke regels worden ondergraven.

Artikel 29 Algemene bouwregels

In dit artikel worden regels gegeven voor bouwwerken die op twee of meer bestemmingen van toepassing zijn.

Ondergrondse bouw

De regels die van toepassing zijn op bovengrondse bouw zijn ook van toepassing zijn op ondergrondse bouw. Het onderhavige bestemmingsplan verbindt daar de regel aan dat qua diepte ondergrondse bouw beperkt moet blijven tot ten hoogste één bouwlaag. Mag bovengronds de helft van een perceel worden bebouwd met gebouwen, dan mag ondergronds ook over de helft van het oppervlakte van het perceel een kelder worden gebouwd. Indien bovengronds reeds bebouwing is gepleegd, en de voorschriften bepalen dat slechts een bepaald percentage van de grond mag worden bebouwd, dan dient bij de berekening hoeveel oppervlakte aan ondergrondse bebouwing dan nog toegelaten is, gekeken te worden naar de vraag hoeveel het grondoppervlak van de kelder en de bovengrondse bouw in totaal is. Als een kelder recht onder een bovengronds gebouw is gelegen, worden beide gebouwen niet als aparte gebouwen gezien, maar als de bouwlagen van één en hetzelfde gebouw. Ligt een gedeelte van de kelder niet onder het bovengrondse gebouw, dan moet het stuk wat als het ware ondergronds buiten het gebouw uitsteekt opgeteld worden bij de oppervlakte van het bijgebouw. Samen mogen deze twee oppervlakten niet meer bedragen dan wat aan bebouwing is toegestaan. Het bouwen van een kelder recht onder het bovengrondse gebouw is altijd toegestaan.

Artikel 30 Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksbepaling is opgenomen dat gronden niet mogen worden gebruikt in strijd met de daaraan gegeven bestemming.

Artikel 31 Algemene aanduidingsregels

In de algemene aanduidingsregels zijn de regels voor gebiedsaanduidingen opgenomen voor het straalpad van KPN en de veiligheidszone van het LPG-vulpunt.

Artikel 32 Algemene afwijkingsregels

Dit artikel geeft een regeling voor het geval dit voor een betere technische realisering van bouwwerken dan wel in verband met de werkelijke toestand van het terrein noodzakelijk is. Deze afwijkingsregel dient bij uitzondering te worden toegepast. De noodzaak om van de bestemmingsregeling af te wijken dient te worden aangetoond.

Artikel 33 Algemene wijzigingsregels

Wro-zone-wijzigingsgebied

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het perceel Purmerland 23. In 2008 is door burgemeester en wethouders besloten medewerking te verlenen aan het verzoek tot verschuiving van het bouwvlak. Er is besloten deze verschuiving mee te nemen bij de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan voor Weidevenne. In onderhavig bestemmingsplan zal een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen waarin mogelijk wordt gemaakt het bouwvlak voor een woning in noordelijke richting te verschuiven. Voorwaarde van de wijzigingsbevoegdheid is dat binnen de zone van de wijzigingsbevoegdheid slechts 1 bouwvlak, dus 1 woning mag bestaan. Hiermee wordt de mogelijkheid uitgesloten dat er een extra (tweede) woning op het perceel wordt gerealiseerd. In de regels staat duidelijk omschreven welke functies en onder welke voorwaarden de wijzigingen mogen plaatsvinden. Op grond van artikel 3:6 Wro kunnen B&W een wijzigingsplan opstellen zodra de ontwikkelingen concreet zijn. Het wijzigingsplan moet opgesteld worden binnen de kaders die het moederplan stelt. Hier staat te zijner tijd inspraak tegen open.

Artikel 34 Overgangsrecht

Dit artikel betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit in werking treedt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor wordt verkleind. Daarnaast zijn overgangsregels opgenomen ten aanzien van het bouwen. Een bouwwerk dat afwijkt van de bouwregels van het bestemmingsplan op het moment dat dit in werking treedt, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, of na een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd. De afwijking mag daarbij naar aard en omvang niet worden vergroot. Daarvan mag eenmalig worden afgeweken tot maximaal 10% van de inhoud van het bouwwerk. Het overgangsrecht is niet van toepassing op bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorgaande geldende bestemmingsplan.