direct naar inhoud van Artikel 31 Algemene aanduidingsregels
Plan: Weidevenne 2012
Plannummer: BPWV2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPWV2012-va02

Artikel 31 Algemene aanduidingsregels

31.1 Veiligheidszone - lpg

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding Veiligheidszone - lpg de volgende regels:

  • a. binnen de gebiedsaanduiding Veiligheidszone - lpg mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
    • 1. de gebiedsaanduiding Veiligheidszone - lpg opgeheven wordt, indien de aanwezige risicovolle inrichting buiten werking is gesteld;
    • 2. de gebiedsaanduiding Veiligheidszone - lpg verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de PR 10-6/jaar contour als gevolg van een wijziging in een risicovolle inrichting kleiner is geworden;
    • 3. de gebiedsaanduiding Veiligheidszone - lpg verkleind wordt, door een wijziging van de Regeling externe veiligheid inrichtingen;
    • 4. de gebiedsaanduiding Veiligheidszone - lpg verlegd wordt, indien het vulpunt, reservoir of de afleverinstallatie wordt aangepast.
31.2 Vrijwaringszone - straalpad
31.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding Vrijwaringszone - straalpad geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van het straalpad.

31.2.2 Bouwregels

Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding Vrijwaringszone - straalpad geldt dat de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, op die gronden niet meer mag bedragen dan 25 m, tenzij uit overleg met de straalpadbeheerder blijkt dat daartegen uit hoofde van de straalverbinding geen bezwaar bestaat.

31.2.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen en de aanduiding Vrijwaringszone - straalpad wijzigen of doen vervallen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat. Alvorens tot wijziging over te gaan vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies aan de leidingbeheerder.