direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Weidevenne 2012
Plannummer: BPWV2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPWV2012-va02

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden van de Ecologische Hoofdstructuur, alsmede de daarbij behorende wateren en peilscheidingen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "brug": een brug ten behoeve van een langzaamverkeerroute.
10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding "brug";
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' geldt ten aanzien van de bouwhoogte maximale bouwhoogte van 12 meter.
10.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijking verlenen van het bepaalde in lid 10.1 en 10.2 ten behoeve van nutsvoorzieningen.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de in het eerste lid bedoelde gronden strijdig gebruik als bedoeld in 30.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van het normale onderhoud;
  • b. het gebruik van de gronden als speel-, recreatie- en/of kampeerterrein.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Aanlegverbod zonder aanlegvergunning

Het is verboden op of in de in lid 10.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen en egaliseren van gronden;
  • b. het dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater;
  • c. het aanbrengen van opgaande beplantingen;
  • d. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplantingen;
  • e. het aanleggen van verharde en halfverharde wegen en fiets- en wandelpaden;
  • f. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies of apparatuur.
10.5.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het in lid 10.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering of aanwezig zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd op grond van een verleende omgevingsvergunning.
10.5.3 Toetsing

De in lid 10.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en/of landschapswaarden.