Plan: | IJsseloord 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.752-0301 |
Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk worden gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.
Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht, functiewijziging veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen.
Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht.
In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.
Parkeernormen
Gelet op de aard van de bedrijven die op dit terrein zijn gevestigd en gelet op parkeernorm die in het nu nog geldende bestemmingsplan is opgenomen is besloten om voor deze bedrijven deze parkeernorm als uitgangspunt te nemen en deze norm te handhaven. Er moet voldaan worden aan een norm van minimaal 1 parkeerplaats per 50 m2 bedrijfsvloeroppervlak. Ook voor de garagebedrijven geldt dat wordt vastgehouden aan de parkeernorm die in het geldende bestemmingsplan voor deze bedrijven geldt namelijk minimaal 1 parkeerplaats per 30 m2.b.v.o.
In de regels is wel een afwijking opgenomen ten aanzien van deze parkeernorm indien het betreffende bedrijf op basis van zijn bedrijfsvoering kan aantonen met een beperkter aantal parkeerplaatsen te kunnen volstaan dan volgens bovengenoemde norm verplicht is en dit niet leidt tot een toename van de parkeerdruk in de omgeving.
In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken. Er kan worden gekozen om bepaalde bestemmingen in één subparagraaf te behandelen zoals Groen en de Verkeerbestemmingen.
Per bestemming wordt ingegaan op:
Bestemmingsbeschrijving
Binnen de bestemming "Bedrijventerrein" zijn bedrijven toegestaan zoals genoemd in de bedrijvenlijst die als bijlage 1 van de regels is opgenomen. Bedrijven op deze lijst zijn ingedeeld in categorieën op basis van de hinder die zij kunnen veroorzaken. Op de plankaart is de maximum categorie aangegeven die is toegestaan. Bedrijven die niet op de lijst voorkomen maar kunnen aantonen dat zij een vergelijkbare hinder (of minder) veroorzaken kunnen eveneens via een afwijking worden toegestaan.
De categorieen in de bedrijvenlijst (1 tot en met 3) zijn afkomstig uit de categorale bedrijfsindeling uit de herziene uitgave van de publicatie Bedrijven en milieuzonering (Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2007). Het betreft een selectie uit de volledige opsomming van bedrijven, die is gebaseerd op de SBI (Standaardbedrijfsindeling) van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Om tot een bepaalde categorie te komen is elk bedrijfstype beoordeeld aan de hand van een aantal milieucriteria, die betrekking hebben op onder meer de aspecten geur, stof, geluid, gevaar en verkeer. Daarbij is per bedrijfstype voor elk milieucriterium een afstand bepaald; deze afstand is zodanig groot dat wanneer op die afstand van een gemiddeld modern bedrijf van dat type (in een rustige woonwijk) wordt gewoond, geen aanmerkelijke hinder meer wordt ondervonden van het betrokken soort milieubelasting. Op grond van deze afstanden is een indeling opgesteld van bedrijfstypen in milieucategorieën.
Het bedrijventerrein IJsseloord 1 ligt tegen de wijken Presikhaaf 3 en Over het Lange Water. Op basis van de Integrale milieuvisie worden deze wijken getypeerd als stadswijk. De na te streven milieukwaliteit in het gebied is goed en de toegestane milieubelasting overwegend laag. De afstand van de bedrijven op IJsseloord tot de woningen binnen Presikhaaf en Over het Lange Water ligt tussen de 50 en 100 meter.
Uitgaande van de richtafstanden uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering komt dit overeen met de afstand voor milieucategorie 3 bedrijven. Dit betekent dat binnen het bestemmingsplan IJsseloord 1 bedrijven tot en met milieucategorie 3 mogelijk zijn. De bedrijvenlijst is hierop afgestemd.
De in de bedrijvenlijst genoemde afstanden moeten als indicaties worden gehanteerd. Dit betekent dat de bedrijvenlijst wel het middel is om te toetsen of een bedrijf van een bepaald bedrijfstype op grond van het bestemmingsplan toelaatbaar is, maar dat de werkelijk optredende hinder van een bepaald bedrijf sterk kan worden beïnvloed door de ruimtelijke opzet en de feitelijke bedrijfsvoering. Dit moet worden bezien in het kader van de verlening van de benodigde vergunningen.
In de algemene omschrijving van bedrijven in de lijst komen koffiebranderijen voor die, volgens genoemde VNG brochure, als een milieucategorie 5.1. bedrijf zouden moeten worden aangemerkt. Daarentegen komt op het bedrijventerrein IJsseloord een koffiebranderij (Peeze) voor die in deze bedrijvenlijst als een milieucategorie 2 (groothandel in koffie) is aangemerkt. De reden hiervoor is dat het hier inderdaad voornamelijk gaat om groothandel in koffie. Het betreft hier een kleinschalige koffiebranderij voor de out-of-home-markt (hotels, café's, bedrijven en instellingen). Er wordt niet rechtstreeks aan de consument geleverd. Omdat de activiteit voornamelijk groothandel is in koffie komt het bedrijf ook, voor wat betreft de milieubelastende activiteiten, met deze functie overeen.
De volgende bedrijven hebben een aparte bestemming en zijn binnen de bestemming Bedrijventerrein niet toegestaan; detailhandel, horeca-activiteiten, agrarische bedrijven, recreatiebedrijven, kantoren en seksinrichtingen.
Bouwregels
Binnen de bestemming Bedrijventerein zijn twee zones te onderscheiden: de bouwzone, en de onbebouwbare zone. De bouwzone is bedoeld voor de (bedrijfs)gebouwen met daar waar mogelijk en/of gewenst extra mogelijkheden tot uitbreiding. Op de plankaart zijn de toegestane maximale bebouwingspercentages en bouwhoogten aangegeven. In de onbebouwbare zone zijn de voorerven opgenomen.
Binnen deze bestemming is het tevens mogelijk wegen, fiets- en wandelpaden, trottoirs en parkeervoorzieningen te realiseren.
Functieaanduidingen
Op de kaart zijn verschillende functieaanduidingen opgenomen. Deze functieaanduidingen geven aan welke functies naast de bedrijven zijn toegestaan in het aangegeven gebied. Er zijn de volgende aanduidingen opgenomen:
Afwijken van de gebruiksregels
In dit artikel zijn de afwijkingsmogelijkheden van het college van b&w van de gebruiksregels opgenomen. Het betreft de volgende afwijkingsregels:
Wijzigingsbevoegdheden
Met betrekking tot de bestemming Bedrijventerrein zijn de volgende wijzigingsbevoegdheden in het bestemmingsplan opgenomen. Zij gelden voor de gronden die daartoe op de plankaart zijn aangegeven.
Vergelijking vigerend bestemmingsplan
De gebieden met de bestemming bedrijventerrein zijn in het vigerende bestemmingsplan bestemd als bedrijf (handel en nijverheid). De bestemming zelf wordt dus niet veranderd. Wel zijn de hierboven omschreven wijzigingsbevoegdheden een aanpassing van de bestemming.
Verder staat het nieuwe bestemmingsplan bedrijven toe tot maximaal categorie 3 terwijl het vigerende bestemmingsplan (volgens een indeling onder een oud regime) bedrijven toestaat tot en met milieucategorie 6. De categorie is naar beneden toe bijgesteld om de volgende reden:
Uitgaande van de richtafstanden uit de VNG brochure bedrijven en milieuzonering kunnen binnen het bestemmingsplan IJsseloord geen bedrijven in categorie 4 en hoger worden gevestigd. De huidige bedrijven op het bedrijventerrein zijn dan ook allemaal bedrijven tot maximaal milieucategorie 3.
Milieucategorie 4 en 5 bedrijven zijn o.a. grote chemische productiebedrijven. Milieucategorie 6 bedrijven zijn grote milieubelastende bedrijven zoals aardolieraffinaderijen, kerncentrales, luchthavens, ruwijzer en staalfabrieken (Hoogovens) en splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven. Deze bedrijven horen niet nabij een directe woonomgeving thuis.
Doordat er sprake is van een geactualiseerde lijst, kan het zijn dat categorieën een andere naam of plek hebben gekregen.
In het plangebied hebben zich in het verleden diverse functies gevestigd die niet passen binnen het geldende bestemmingsplan. Er is echter nooit tegen deze functie opgetreden en deze functies zijn ook passend op het bedrijventerrein. Het gaat dan vooral om vormen van volumineuze detailhandel (Nama, Carpetland, Prominent en Sportrader) en kantoren (Vlamoven 34, 36 en 40). Voorgesteld wordt om deze functies met een functieaanduiding positief te bestemmen. Dit geldt ook voor de drie bedrijfswoningen die in het bestemmingsplan zijn gelegen.
In het plangebied is groen aanwezig en dat is bestemd als 'Groen'.
In het Groenplan (zie paragraaf 3.5.5) is voor de groenvoorzieningen een onderscheid gemaakt tussen structureel groen en snippergroen. De groenstroken die structuurbepalend zijn op wijkniveau, zijn bestemd als 'Groen'. Binnen deze bestemming is het toegestaan om groen in de breedste zin (grasvelden, struiken, speelvelden) aan te leggen en in stand te houden. Daarnaast zijn de belangrijkste waterlopen en waterpartijen opgenomen in deze bestemming. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer en parkeren zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Bij snippergroen wordt afhankelijk van de locatie gekozen voor de groenbestemming of de bestemming Verkeer-verblijfsgebied. Dit hangt af van de grootte van de groenzone en de ligging.
Bebouwing binnen de groenbestemming is uitsluitend toegestaan indien dit binnen de bestemming past zoals speeltoestellen en verlichting met een maximumbouwhoogte van 4 meter.
Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan
De gebieden met de bestemming Groen zijn in het vigerende bestemmingsplan eveneens bestemd als groen (openbaar groen). De bestemming wordt dus niet veranderd.
De bestemming verkeer is opgedeeld in een twee 'sub-bestemmingen' te weten:
Hieronder wordt ingegaan op deze twee sub-bestemmingen
Verkeer-Verblijfsgebied (Artikel 5)
De bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' geldt voor woonerven, woonstraten, parkeerplaatsen, voet- en fietspaden, speelplaatsen en buurtgroen. Dit zijn dus voornamelijk wijken (30 km/uur zones) waar de verblijfsfunctie belangrijker is dan de verkeersfunctie. De inrichting van de wegen is hierop afgestemd.
Verkeer-Wegverkeer (Artikel 6)
De bestemming "Verkeer–Wegverkeer" is bedoeld voor wegen die een doorgaand karakter hebben. Vaak zijn dit wegen waar maximaal 50 km/uur gereden mag worden. Onder andere wegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, bushaltes met wachtruimten, trottoirs en groenaanleg zijn mogelijk in deze bestemming.
Op de plankaart is het aantal rijstroken per weg aangegeven. Omdat bij deze wegen de plangrens over het hart van de weg loopt, zijn buiten de plangrens ook nog rijstroken gelegen die deel uit maken van de weg.
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
De gebieden met de bestemming Verkeer-verblijfsgebied en verkeer-wegverkeer zijn in het vigerende bestemmingsplan eveneens als zodanig bestemd (verkeersdoeleinden). De bestemming wordt dus niet veranderd.
In het plangebied ligt langs het Lange Water een hoofdwatergangen, ook wel A-watergang genoemd. Deze watergang is specifiek als 'water' bestemd.
Vergelijking met het vigerend bestemmingsplan
Het gebied met de bestemming Water is in het vigerende bestemmingsplan bestemd als verkeersdoeleinden. Binnen deze bestemming waren ook watergangen toegestaan. Deze waren niet expliciet bestemd.
Functie
De drie woningen aan de Schaapdijk die in het plangebied zijn gelegen, zijn bestemd als wonen (artikel 8). Binnen deze bestemming passen verscheidene woonvormen zoals gezinsbewoning, bejaardenhuizen, kamerbewoning (tot maximaal 4 personen), serviceflats, etc. Bijzondere woonvormen, zonder therapeutische behandeling, passen ook binnen deze bestemming.
Binnen de bestemming 'Wonen' zijn in principe beroepsmatige activiteiten toegestaan. Om hinder voor de directe omgeving te voorkomen is hieraan wel een aantal voorwaarden verbonden. In de eerste plaats mag slechts een gedeelte van de woning, inclusief de bijgebouwen (maximaal 1/3 van de totale vloeroppervlakte van de woning) worden gebruikt als praktijkruimte door de bewoner. Is er meer dan 1/3 van de woning in gebruik voor het uitoefenen van een beroep, dan is er geen sprake meer van een 'beroep aan huis' en derhalve strijd met het bestemmingsplan. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld beperkte reclamemogelijkheden) noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan. Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken).
In de bestemming "Wonen" zijn woonwagens, woonschepen en bijvoorbeeld gevangenissen en asielzoekerscentra niet inbegrepen. Deze vormen van wonen zijn, indien van toepassing, in een specifieke vorm van de woonbestemming opgenomen.
Bebouwingsmogelijkheden/bouwaanduidingen
Door middel van bouwaanduidingen wordt aangegeven dat een bepaalde wijze van bouwen of een bepaalde verschijningsvorm gewenst of ongewenst wordt verklaard. Ook hier geldt dat de bouwaanduidingen alleen gelden voor de op de plankaart aangegeven plek.
De volgende bouwaanduiding wordt op de plankaart aangeduid:
Bijgebouwen
Deze bouwaanduiding houdt in dat bij woningen en met name in de onbebouwbare zone toch in beperkte mate enige bebouwing kan worden gerealiseerd.
Binnen de bestemming 'wonen' zijn twee zones te onderscheiden: de bouwzone en de onbebouwbare zone. De bouwzone omvat het eigenlijke woongebouw met, daar waar mogelijk en gewenst, uitbreidingsmogelijkheden. Als geen bebouwingspercentage is vermeld, mag deze gehele zone worden bebouwd in de aangegeven bouwhoogte, mits aan andere vereisten (bijvoorbeeld welstand) is voldaan.
De onbebouwbare zone is bedoeld voor tuinen, buurtgroen, speelplekken, woonstraten, trottoirs en parkeerplaatsen ten behoeve van de woonfunctie.
Voor een groot deel van de onbebouwbare zone geldt een bouwaanduiding 'bijgebouwen'. Dit betekent dat hier in afwijking van het bepaalde in artikel 12.1 hier buiten het bouwvlak mag worden gebouwd. Deze gronden met deze aanduiding zijn bedoeld voor garages, schuren en beperkte uitbreidingen aan het woonhuis, zoals serres. De maximale bouwhoogte van de bijgebouwen is 3 meter, exclusief kap. De maximale bouwhoogte voor uitbreidingen aan het woonhuis is gelijk aan de hoogte van de begane-grondbouwlaag.
Wijzigingsbevoegdheid
Voor het gebied waar de ontwikkeling van een ecozone wordt beoogd is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Wonen te wijzigen in Groen-park (op de kaart wijzigingsgebied 1).
Nadere informatie hierover is opgenomen in paragraaf 5.3 (ontwikkelingen-ecozone met recreatief medegebruik).
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
De woning Schaapdijk 5 is in in het vigerende bestemmingsplan eveneens bestemd als zodanig bestemd (eengezinshuizen in vrijstaande bebouwing). De woningen Schaapdijk 4 en 6 waren in het vigerende bestemmingsplan bestemd als 'agrarisch'. Omdat de gebouwen als jaren als woning in gebruik zijn, is gekozen om de woningen positief te bestemmen.
Wel is zoals gezegd in verband met de ontwikkeling van een ecozone een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Wonen te wijzigen in Groen-park.
De SVBP 2008 geeft ook de mogelijkheid dubbelbestemmingen op te nemen. Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die liggen over meerdere enkelbestemmingen en daar iets over zeggen.
In dit bestemmingsplan zijn twee dubbelbestemmingen opgenomen:
De aardgasleidingen liggen in het zuidwestelijk deel van het plangebied. De aardgasleidingen zijn primair bestemd als gasleiding. De onderliggende bestemmingen zijn hieraan ondergeschikt. Voor de zone van deze leidingen, waarvan de maat in dit artikel is opgenomen, zijn beperkingen van de bouwmogelijkheden opgenomen. Bouwen ten behoeve van de secundaire bestemmingen is slechts door een afwijking mogelijk. Daarnaast is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen, ten aanzien van werken en werkzaamheden in en aan de grond.
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
In het vigerende bestemmingsplan is deze bestemming ook opgenomen en worden de leiding op dezelfde wijze beschermd.
Artikel 10 Waarde - Archeologie
Deze dubbelbestemming geldt voor de zone in het gebied waarvoor een hoge archeologische verwachtingskans geldt. Dit artikel bevat een aantal naast de andere bestemmingsbepalingen geldende beschermende bouwvoorschriften en nadere eisen. De zone waarbinnen sprake is van een hoge archeologische verwachtingskans is op de plankaart nader aangeduid. Daarnaast is in de regels geregeld dat ter plaatse van de op de plankaart aangegeven zone aanlegvergunningen alleen mogen worden afgegeven wanneer blijkt dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd. Daartoe geldt een onderzoeksplicht. De uitkomst van dit onderzoek is dat, voordat aanlegvergunningen worden afgegeven, het inzichtelijk moet zijn dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd.
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
In het vigerende bestemmingsplan is deze bestemming niet opgenomen en worden de archeologische waarden ook niet op een andere wijze beschermd.