Plan: | Lichtenvoordsestraatweg 91 Aalten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | omgevingsvergunning |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0197.OV00022-VG01 |
Voor de locatie Lichtenvoordsestraatweg 91 te Aalten is een omgevingsvergunning aangevraagd, onder meer voor het bouwen van een werktuigenberging met bijbehorende voorzieningen. Deze berging wordt voor rekening en risico van de Coöperatieve Werktuigenvereniging Barlo gebouwd.
Het gaat in dit geval om de bouw van een bedrijfsgebouw dat strijdig is met het geldende bestemmingsplan, mede omdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna te noemen: de Afdeling) bij uitspraak van 10 januari 2018, nr. 201603579/1/R1, het betreffende plandeel van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2015' heeft vernietigd. De Uitspraak Raad van State 10 januari 2018 is als bijlage bij dit project opgenomen.
Een belangrijk punt van kritiek van de Afdeling is dat de locatie van de bedrijfsloods niet exact is vastgelegd in het bestemmingsplan. De loods kan immers ook elders op het terrein worden gebouwd waardoor van een afschermende werking geen sprake is. Dit kan bovendien tot gevolg hebben dat de bedrijfsactiviteiten op kortere afstand van de naastgelegen burgerwoning van plaats zullen vinden.
Verder heeft de Afdeling overwogen dat de gemeenteraad over de geluidbelasting op een nabij gelegen burgerwoning geen ruimtelijke afweging heeft gemaakt.
Via deze procedure wordt tegemoet gekomen aan de kritiekpunten. Daarbij wordt verwezen naar de aanvraag en de bijbehorende bijlagen.
Op deze procedure is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat betekent dat het ontwerp-besluit van de omgevingsvergunning ter inzage wordt gelegd en dat gedurende een termijn van zes weken zienswijzen kunnen worden ingediend. Als voorwaarde geldt dat het project niet in strijd mag zijn met een goede ruimtelijke ordening.
Het gemeentebestuur heeft besloten onder voorwaarden medewerking te verlenen. De gemeenteraad heeft deze randvoorwaarden op 15 oktober 2019 in een zgn. Verklaring van
geen bedenkingen vastgelegd.
Deze aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden.
Op 19 december 2018 hebben Provinciale Staten van Gelderland ingestemd met de nieuwe Omgevingsvisie Gaaf Gelderland.
In de Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland. Het gaat in dit geval om een werklocatie in het landelijk gebied.
In de omgevingsvisie is daarover het volgende opgenomen;
'Een aantrekkelijk vestigingsklimaat vraagt om voldoende en geschikte ruimte voor de vestiging van nieuwe bedrijven en voor de ontwikkeling van bestaande bedrijven. Als provincie zorgen we er, samen met gemeenten, voor dat het juiste bedrijf zich op de juiste plek kan vestigen. Dit vraagt om kwalitatief goede locaties die aansluiten bij de vraag van bedrijven en de gewenste, ruimtelijk-economische ontwikkeling van de regio. Die behoefte verschilt per bedrijf en per regio. Voor een goed vestigingsklimaat werken we daarom per regio aan een divers aanbod van verschillende type werklocaties. Waar de opgave er om vraagt, maken we hierover in regionaal verband afspraken in het Regionaal programma werklocaties'.
Deze ontwikkelingen moeten volgens de omgevingsvisie duurzaam vorm krijgen. Bedrijven die voldoen aan maatschappelijke eisen op het vlak van dier- en volksgezondheid, milieu, dierwelzijn en ruimtelijke kwaliteit kunnen rekenen op maatschappelijk draagvlak en verdienen ruimte. De mogelijkheden voor ontwikkelingen van individuele bedrijven worden vooral bepaald door de ligging van het bedrijf en de aanwezige kwaliteiten en opgaven in dat gebied.
De Afdeling heeft de omvang van de bedrijfsbebouwing in het bestemmingsplan in tact gelaten. Deze bedrijfsomvang wordt als een onherroepelijk recht gezien. Dit bouwplan respecteert de bedrijfsomvang. Verdere uitbreidingen worden in dit plan niet voorzien.
Dit type bedrijvigheid hoort naar het oordeel van het gemeentebestuur van oudsher thuis in het landelijk gebied.
Het perceel is gelegen op gronden binnen een Nationaal Landschap, maar buiten de Groene ontwikkelingszone, het Gelders natuurnetwerk en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ten opzichte van het op 17 oktober 2014 geldende bestemmingsplan zijn alleen bestemmingen mogelijk die de kernkwaliteiten van een Nationaal Landschap niet aantasten.
Het betreffende plandeel kende op 17 oktober 2014 reeds een bedrijfsbestemming, zij het dat ter plekke een dienstwoning (aanduiding Dw) met bijbehorende bouwwerk is toegestaan. Ook kent het perceel formeel gezien nog een woonbestemming. Een klein deel heeft nog een agrarische bestemming. Een uitsnede van het bestemmingsplan is hieronder opgenomen.
Gelet op deze versnipperde bestemmingen, met bijbehorende bouwmogelijkheden, zijn wij van oordeel dat de kernkwaliteiten niet worden aangetast.
Conclusie: Het project is gelet op voorgaande in overeenstemming met de omgevingsvisie.
In de Omgevingsverordening Gelderland (hierna: de omgevingsverordening) vindt de juridische verankering plaats van de omgevingsvisie. De omgevingsverordening bevat planologische regels van de provincie Gelderland waarmee bestemmingsplannen in overeenstemming moeten zijn.
In de omgevingsverordening is ten aanzien van de solitaire bedrijvigheid in het landelijk gebied de volgende regeling opgenomen:
Het gaat in dit geval om een reeds bestaand bedrijf in het landelijk gebied van de gemeente Aalten en dus van een nieuwvestiging is geen sprake. Ten opzichte van in het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2015' neergelegde maatvoering van het bedrijf, te weten 5.588 m2, vindt geen uitbreiding plaats. Dit bouwplan past daarbinnen en derhalve dient voor dit project geen onderbouwing te worden opgenomen als bedoeld onder 3. van de provinciale regeling.
Conclusie: het bedrijf voldoet aan de provinciale omgevingsverordening Gelderland.
Gemeentelijk beleid.
De bouw van de werktuigenberging vindt plaats in de nabijheid van enkele burgerwoningen. Op basis van de VNG Brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' wordt voor dit type bedrijf (een loonbedrijf met bedrijfsvloeroppervlakte van méér dan 500 m²) een richtafstand van tenminste 50 m. ten opzichte van geluidgevoelige bestemmingen, waaronder woningen, aangehouden. Deze grootste afstand is gebaseerd op het aspect 'geluid'.
De loods is echter op een kortere afstand van geluidsgevoelige bestemmingen geprojecteerd.
Deze brochure is een hulpmiddel bij het opstellen van een bestemmingsplan en/of de beoordeling van een omgevingsvergunning. Van de brochure kan overigens gemotiveerd worden afgeweken.
Bij de aanvraag is o.a. een akoestische rapportage gevoegd. Daarin worden de representatieve (met separaat de stationaire bronnen) en de incidentele bedrijfssituaties onderscheiden. Dit zijn namelijk de bedrijfssituaties die voor de toetsing aan de milieuregels onderscheidenlijk worden beoordeeld. Voor de ruimtelijke toets geldt echter dat het geluid vanwege het bedrijf als geheel beoordeeld dient te worden. Dat betekent dat de gegevens die hierna vermeld staan, het gecumuleerde resultaat zijn van deze beide bedrijfssituaties.
Uit de akoestische rapportage komt naar voren dat – na realisatie van loods en geluidsscherm- de geluidsbelasting op de woning Lichtenvoordsestraatweg 93 met ruim 7 dBA afneemt. Dat betekent dat het woon- en leefklimaat in/bij de woning Lichtenvoordsestraatweg 93 ten opzichte van de bestaande situatie verbetert.
Wel is het een gegeven dat de bedrijfsbebouwing in de directe nabijheid van de woning Lichtenvoordsestraatweg 93 wordt gebouwd, waardoor op het achtererf van de woning mogelijk wat visuele hinder wordt ervaren. Het plan voorziet echter in een landschappelijke inpassing, waardoor de ruimtelijke ingreep wordt verzacht. Het meeste woongenot in deze woning wordt, gelet op de indeling, de situering van het bijgebouw en erfopzet, ervaren aan de noord- en westzijde. In die situatie doet zich geen wijziging voor, ook al wordt de bedrijfsbebouwing uitgebreid.
Aangezien de geluidbelasting op de woning Lichtenvoordsestraatweg 93 ten opzichte van de huidige (bestaande) situatie afneemt, is de ontwikkeling bij CWV Barlo niet in strijd met het gemeentelijk geluidbeleid
Bij twee andere woningen in de directe omgeving treedt eveneens een (zij het lichte) verbetering van de akoestische situatie op. Bij nog eens twee woningen neemt de geluidbelasting weliswaar iets toe (maximaal met 0,7 dB), maar blijft de geluidbelasting op dat punt onder de grenswaarde van het gemeentelijk geluidbeleid. Van een wezenlijke verslechtering van het woon- en leefklimaat in de omgeving van het bedrijf van de CWV Barlo is dan ook geen sprake
Naar het oordeel van het gemeentebestuur zijn alle ruimtelijke aspecten voldoende uitgewerk in de aanvraag, inclusief de daarbij behorende ruimtelijke onderbouwing met bijbehorende stukken.
De aanvragen met bijbehorende stukken zijn opgenomen in de bijlagen.
Verwezen wordt naar de volgende bijlagen:
4 Aanvraag omgevingsvergunning
11 Amendement gemeenteraad 2016
16 Aerius berekening - bouwperiode
Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is voor deze omgevingsvergunning (artikel 2.12. eerste lid a, onder 3) artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) van overeenkomstige toepassing.
Op grond van artikel 3.1.1 Bro dient bij de voorbereiding van een plan overleg te worden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het tweede lid van artikel 3.1.1 Bro is aangegeven dat in bepaalde gevallen van het vooroverleg kan worden afgezien.
De ontwikkeling op deze lokatie wordt in dit geval als een lokaal belang gezien. Indien een dergelijke ontwikkeling aan de orde is, heeft de provincie aangegeven geen vooroverleg te willen voeren.
Het waterschap Rijn en IJssel heeft belang bij een goede behandeling van het afval- en hemelwater. Dit is in dit plan gewaarborgd. Het hemelwater wordt in de bodem geïnfiltreerd door middel van een aan te leggen wadi. Een en ander is uitgewerkt in bijlage 17
Hemelwaterinfiltratie
Vooroverleg in het kader van artikel 3.1.1. Bro is dan ook niet noodzakelijk.
Beide diensten kunnen overigens nog wel reageren op het ontwerpplan.
In het kader van het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2015' is het gewijzigde agrarisch bouwperceel ten behoeve van de verdere ontwikkeling van dit bedrijf aan de inspraak onderworpen.
Het plan heeft in de periode van 15 september tot en met 31 oktober 2014 ter inzage gelegen.
Er is op dit punt in verschillende stadia van het planproces gereageerd en dit heeft uiteindelijk geleid tot Uitspraak Raad van State 10 januari 2018.
Het wordt niet nodig geacht dit project opnieuw aan de inspraak te onderwerpen, omdat dit naar verwachting geen nieuwe gezichtspunten zal opleveren. De standpunten van belanghebbende partijen zijn bij het gemeentebestuur voldoende bekend.
Laatstelijk is tijdens de openbare bijeenkomst van de RTG Ruimte van 1 oktober 2019 ingesproken ten aanzien van dit project.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten is van plan de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.
De vergunning geldt voor de Lichtenvoordsestraatweg 91 te Aalten en geldt voor de volgende activiteit(en):
De aanvraag is getoetst aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht.
Er zijn geen weigeringsgronden zoals genoemd in de artikelen 2.10 en 2.18 van de Wabo.
De aanvraag voldoet ook aan de overige voorschriften en daarom verlenen wij de gevraagde vergunning.
De overwegingen zijn verder toegelicht in de bijlagen bij het Ontwerpbesluit.
Het ontwerp van het besluit heeft met ingang van 30 oktober 2019 gedurende een termijn van zes weken ter visie gelegen.
Gedurende deze termijn is één zienswijze ingekomen. In de Zienswijzennota wordt hierop nader ingegaan.
De zienswijze is met de overige stukken ter beoordeling voorgelegd aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 16 juni 2020 besloten voor dit project een definitieve verklaring van geen bedenkingen af te geven.
Dit raadsbesluit is als bijlage Verklaring van geen bedenkingen 16juni2020 aan dit plan toegevoegd.
Burgemeester en wethouders hebben op 30 juni 2020 besloten de omgevingsvergunning voor de bouw van een werktuigenberging te verlenen.
Dit Besluit omgevingsvergunning is in de bijlagen opgenomen.