direct naar inhoud van Artikel 5 Agrarisch - Grondgebonden
Plan: Buitengebied Sint Anthonis 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.8BPbuitengebied-VA02

Artikel 5 Agrarisch - Grondgebonden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch bedrijfsmatig gebruik, in de vorm van een overwegend grondgebonden bedrijf;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast', tevens een bed & breakfast;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', tevens een intensieve veehouderijtak;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden veehouderij', tevens een overige grondgebonden veehouderij;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij', tevens een kampeerboerderij;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenfokkerij', tevens een paardenfokkerij, al dan niet met als ondergeschikte nevenactiviteit een gebruiksgerichte paardenhouderij;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 3', uitsluitend een paardrijbak;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 4', uitsluitend een mestbassin;
  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 5', tevens een niet grondgebonden bedrijfstak in de vorm van een maden- en wormenkwekerij;
  • j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 6', tevens een grondgebonden melkrundveehouderij;
  • k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 8', tevens een overige niet grondgebonden bedrijfstak;
  • l. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 10', tevens een biomassavergistingsinstallatie;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 14', teeltondersteunende kassen;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 16', uitsluitend sleufsilo's;
  • o. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 20', tevens stalling van caravans;
  • p. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 22', tevens opslag van caravans, geschorste auto's, boten en aanhangers in de bestaande bebouwing;
  • q. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5', tevens detailhandel in boerderij- en streekproducten;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 6', uitsluitend een kleinschalig kampeerterrein;
  • s. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 7', tevens een kinderboerderij met terras met een maximale oppervlakte van 80 m²;
  • t. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 11', tevens verblijfsrecreatie in de vorm van een groepsaccommodatie';
  • u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 15', tevens een kleinschalig kampeerterrein;
  • v. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2', tevens wonen in een plattelandswoning;
  • w. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 3', tevens inwoning en/of rustende boer;
  • x. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij', tevens een zorgboerderij;
  • y. wonen in een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • z. bedrijfsgebonden mestbe- en verwerking;
  • aa. bestaande legale nevenactiviteiten;
  • ab. extensief recreatief medegebruik;
  • ac. verkoop van zelfvoortgebrachte producten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.5.2;
  • ad. tuinen, erven en terreinen;
  • ae. ter plaatse van de aanduiding 'tuin', tuin bij de bedrijfswoning en bestaande erfverhardingen;
  • af. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - erfverharding', uitsluitend erfverharding;
  • ag. groenvoorzieningen;
  • ah. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • ai. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
  • aj. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de voor 'Agrarisch - Grondgebonden' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 5.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. een bedrijfswoning;
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
5.2.2 Bouwen binnen bestemmings- en/of bouwvlak

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één grondgebonden bedrijf toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. indien in de bestaande situatie sprake is van meerdere bedrijven, maximaal het aantal bestaande bedrijven is toegestaan;
    • 2. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één grondgebonden agrarisch bedrijf, danwel ten behoeve van één bestaand gemengd bedrijf;
    • 3. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5.2.3, 5.2.4, 5.2.5 en 5.2.6
  • b. gebouwen, de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5.2.5 onder b;
  • c. bedrijfsgebouwen voor dierenverblijven ten behoeve van een intensieve veehouderijtak mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  • d. bedrijfsgebouwen voor dierenverblijven ten behoeve van een intensieve veehouderijtak in de vorm van een geiten- of schapenhouderij mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1';
  • e. bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals waterbassins, teeltondersteunende voorzieningen, sleuf- en mestsilos, verhardingen en parkeervoorzieningen mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gerealiseerd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.2.5 en 5.3;
  • f. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. geen bebouwing is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - erfverharding', behoudens een weegbrug;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'tuin' uitsluitend zijn toegestaan:
      • bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de bedrijfswoning;
      • uitbreiding van de bedrijfswoning;
      • bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bedrijfswoning;
      • bestaande aanwezige erfverharding (inritten) ten behoeve van het agrarisch bedrijf;
  • g. indien op de verbeelding het bouwvlak gelijk is aan het bestemmingsvlak gelden de regels onder a. tot en met d. voor het gehele bestemmingsvlak, tevens bouwvlak zijnde.
5.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 6 meter;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 11 meter;
  • c. de voorgevel van de bedrijfsgebouwen dient te worden gebouwd op minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • d. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter, dan wel minimaal de bestaande afstand.
  • e. het plaatsen van woonunits ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten is uitsluitend toegestaan indien daarvoor een omgevingsvergunning is verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 40.12;
  • f. de bouw van teeltondersteunende kassen is toegestaan binnen het bouwvlak tot een maximale oppervlakte van 5.000m² en uitsluitend indien het bouwvlak is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch gebied', met dien verstande dat de oppervlakte van de teeltondersteunende kassen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 14' maximaal 1.500 m2 bedraagt.
5.2.4 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken
  • a. Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
    • 1. per bouwvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat:
      • uitsluitend legale bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedrijfswoningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid op de verbeelding;
    • 2. de voorgevel van de bedrijfswoning wordt gebouwd in de bestaande voorgevelrooilijn;
    • 3. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m³;
    • 4. de goothoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 6 meter;
    • 5. de bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 9 meter;
    • 6. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 100 m2, met dien verstande dat het bestemmingsvlak voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
    • 7. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter;
    • 8. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 5,5 meter;
    • 9. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
    • 10. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van minimaal 3 meter achter de bestaande voorgevelrooilijn gebouwd;
    • 11. de afstand tussen de woning en daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 20 meter;
  • b. De onder a. genoemde regels gelden ook voor bedrijfswoningen:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2'
    • 2. ter plaatse van de bedrijfswoningen waarvan het gebruik als plattelandswoning wordt toegestaan na verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 40.10.
5.2.5 Teeltondersteunende voorzieningen

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.2.3 en artikel  5.2.6 mogen binnen het bestemmingsvlak hoge en lage permanente en hoge en lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen worden gerealiseerd, met dien verstande dat geen teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'tuin' en 'specifieke vorm van agrarisch - erfverharding'.

5.2.6 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 6 meter, behoudens het bepaalde in artikel 5.3 en met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
  • b. omheiningen rond een paardrijbak zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 1,70 meter bedraagt;
    • 2. de omheiningen qua kleur en materiaalgebruik passen in de omgeving;
  • c. lichtmasten rond een paardrijbak zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 6 meter bedraagt;
    • 2. de afstand van lichtmasten tot woningen van derden minimaal 75 meter dient te bedragen;
    • 3. de afstand van lichtpunten tot wegen minimaal 15 meter dient te bedragen;
    • 4. er maximaal 4 lichtpunten worden geplaatst;
    • 5. de lichtmasten zodanig worden geplaatst dat deze afschijnen van woningen van derden en van de openbare weg;
  • d. zonnecollectoren en –panelen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de zonnecollectoren en/of – panelen worden geplaatst binnen het bestemmingsvlak op de grond;
    • 2. de zonnecollectoren en/of – panelen worden geplaatst op een afstand van 3 meter achter de voorgevelrooilijn;
    • 3. de zonnecollectoren en/of – panelen ten dienste staan van de (bedrijfs)woning;
    • 4. de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 5. de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak dat gebruikt wordt voor de plaatsing van zonnecollectoren en/of –panelen maximaal 250 m² bedraagt, waarbij het bestemmingsvlak na plaatsing voor niet meer dan 50% bebouwd mag zijn;
    • 6. de zonnecollectoren en/of – panelen landschappelijk worden ingepast;
  • e. het oprichten van kunstmestsilo's ten behoeve van de niet-veehouderijtak is toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 9 meter.
5.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van veehouderij(tak)
  • a. Ten behoeve van grondgebonden bedrijven die tevens een intensieve veehouderijtak hebben, danwel van grondgebonden bedrijven waarbij sprake is van een grondgebonden (melkrundvee)veehouderij, zijn de hierna genoemde bouwwerken, geen gebouwen toegestaan binnen het bouwvlak, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand tot de niet naar de weg gekeerde bestemmingsvlakgrens minimaal 5 meter bedraagt;
    • 2. de afstand tot de bestemming 'Verkeer' minimaal 10 meter bedraagt;
    • 3. voor de hierna genoemde bouwwerken de daarbij genoemde regels gelden:
      Kunstmest- en voedersilo's   De maximale bouwhoogte bedraagt 12 meter.  
        De kunstmest- en voedersilo wordt gebouwd achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning.  
      Mestsilo's   De maximale bouwhoogte bedraagt11 meter.  
        De mestsilo wordt gebouwd achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning.  
      Sleufsilo's   De maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter.  
        De sleufsilo wordt gebouwd achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning  
      Vergistingssilo's   De maximale bouwhoogte bedraagt 11 meter.  
        De vergistingssilo wordt gebouwd achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning  
      Luchtwassers en luchtkanalen   De bouwhoogte wordt afgestemd op de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw en mag maximaal 12 meter bedragen.  
      Mestbassins incusief mestzakken   De maximale bouwhoogte bedraagt 2 meter.  
        Het mestbassin wordt gebouwd achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning  
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een intensieve veehouderijtak toegestaan binnen het gehele bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
    • 1. binnen het bouwvlak de aanduiding 'intensieve veehouderij' of de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' is opgenomen;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1. geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' bebouwing voor een intensieve veehouderijtak ten hoogste een zodanige omvang heeft dat deze overeenkomt met de bebouwing ten behoeve van een intensieve veehouderij welke:
      • op 1 oktober 2010 aanwezig of in uitvoering was;
      • gebouwd mag worden krachtens een verleende vergunning;
      • gebaseerd is op een vóór 1 oktober 2010 ingediende volledige en ontvankelijke bouwaanvraag in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan per 1 oktober 2010.
5.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de
bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek;
  • d. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. kamperen;
  • b. detailhandel, behoudens toegestaan krachtens artikel 5.5.2;
  • c. een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  • d. horeca;
  • e. intensieve veehouderij op de verdieping, behoudens volière- en scharrelstalen voor legkippen, waar ten hoogste twee bouwlagen mogen worden gebruikt voor het houden van legkippen
  • f. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • g. tijdelijke lage teeltondersteunende voorzieningen, behoudens gedurende de teeltperiode waarvoor deze nodig zijn en met dien verstande dat deze uitsluitend zijn toegestaan indien de voorzieningen na afloop van de teeltperiode waarvoor deze worden gebruikt, worden opgeruimd/verwijderd;
  • h. kamerverhuur;
  • i. inwoning/mantelzorg;
  • j. huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten;
  • k. woningsplitsing;
  • l. verblijfsrecreatie;
  • m. evenementen;
  • n. seksinrichtingen;
  • o. huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten, behoudens toegestaan krachtens artikel 5.1;
  • p. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en gebouwen, geen (bedrijfs)woning zijnde;
  • q. het gebruik van de bedrijfswoning als burgerwoning, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2';
  • r. het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'tuin' ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, bijvoorbeeld in de vorm van voederplaten of opslag, met uitzondering van bestaande inritten;
  • s. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • t. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn;
  • u. het splitsen van een bestemmings-/bouwvlak en/of het vestigen van meerdere bedrijven in hetzelfde bestemmings-/bouwvlak.
5.5.2 Detailhandel
  • a. Verkoop van zelfvoortgebrachte producten als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan tot maximaal 50 m² verkoopvloeroppervlakte;
  • b. Detailhandel in boerderij- en streekproducten is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5' tot maximaal 25% van het bouwvlak tot maximaal 50 m².
5.5.3 Bed & Breakfast

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' is het gebruik van gebouwen voor bed & breakfast toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. het gebruik uitsluitend plaatsvindt in de bedrijfswoning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken die op maximaal 20 meter van de bedrijfswoning zijn gelegen;
  • b. de exploitant van het bed en breakfast de hoofdbewoner is van de bedrijfswoning;
  • c. maximaal 25% van de bedrijfswoning en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken mag worden ingericht als bed en breakfast, met dien verstande dat de oppervlakte voor bed & breakfast maximaal 200 m² mag bedragen;
  • d. per perceel maximaal 4 slaapplaatsen in maximaal 4 slaapkamers worden toegestaan;
  • e. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering de bed en breakfast-voorziening niet mag functioneren als een zelfstandige woning;
  • f. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte op eigen terrein.
5.5.4 Situering functies

Een intensieve veehouderij is uitsluitend toegestaan op de begane grond, behoudens volière- en scharrelstallen voor legkippen, waar ten hoogste twee bouwlagen mogen worden gebruikt.

5.5.5 Stalling van caravans

Het stallen van caravans is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 20', met dien verstande dat:

  • a. maximaal 25% van het bouwvlak mag worden gebruikt voor de stalling van caravans, met dien verstande dat de totale oppervlakte van de hiervoor benodigde gebouwen maximaal 3.500 m² bedraagt;
  • b. stalling uitsluitend is toegestaan in bestaande bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen.
5.5.6 Stalling van caravans, geschorste auto's, boten en aanhangers

Het stallen van caravans, geschorste auto's, boten en aanhangers is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 22', met dien verstande dat:

  • a. maximaal 25% van het bouwvlak mag worden gebruikt voor de stalling van caravans, geschorste auto's, boten en aanhangers, met dien verstande dat de totale oppervlakte van de hiervoor benodigde gebouwen maximaal 3.500 m² bedraagt;
  • b. stalling uitsluitend is toegestaan in bestaande bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen.
5.5.7 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 10'

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 10' gelden de volgende regels:

  • a. biomassavergisting is uitsluitend toegestaan als nevenfunctie bij een bestaand agrarisch bedrijf;
  • b. maximaal 25.000 ton mest en/of co-producten per jaar mag worden vergist, tenzij in de bestaande situatie reeds sprake is van een grotere verwerkingscapaciteit;
  • c. het dient te gaan om een bedrijfseigen activiteit, waarbij:
    • 1. het digistaat (de vergiste mest) geheel kan worden afgezet op eigen grond;
    • 2. of de mest die gebruikt wordt voor het vergisten voor 95% procent afkomstig is van het eigen bedrijf. De co-producten mogen wel afkomstig zijn van andere bedrijven;
  • d. onder 'eigen bedrijf', zoals genoemd onder c. wordt mede verstaan, bedrijven die via een besloten vennootschap of vennootschap onder firma aan elkaar gekoppeld zijn en/of bedrijven die via gekoppelde bestemmingsvlakken aan elkaar verbonden zijn;
  • e. onder 'eigen grond' wordt verstaan alle gronden in eigendom, erfpacht of reguliere pacht.
5.5.8 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 6'

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 6' gelden de volgende regels:

  • a. het totaal aantal kampeermiddelen op het kampeerterrein bedraagt maximaal 25, met dien verstande dat stacaravans en chalets niet zijn toegestaan;
  • b. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt minimaal 5 meter;
  • c. er dient in voldoende mate te worden voorzien in de parkeerbehoefte op eigen terrein;
  • d. het kampeerterrein dient voldoende landschappelijk te worden ingepast;
  • e. (sanitaire) voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan binnen bestaande gebouwen.
5.5.9 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 15'

ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 15' gelden de volgende regels:

  • a. het totaal aantal kampeermiddelen op het kampeerterrein bedraagt maximaal 14, met dien verstande dat stacaravans en chalets niet zijn toegestaan;
  • b. in aanvulling op de 14 kampeermiddelen is maximaal 1 seizoensstandplaats toegestaan;
  • c. de onderlinge afstand tussen kampeermiddelen bedraagt minimaal 5 meter;
  • d. er dient in voldoende mate te worden voorzien in de parkeerbehoefte op eigen terrein;
  • e. het kampeerterrein dient voldoende landschappelijk te worden ingepast;
  • f. er is één gebouw ten behoeve van (sanitaire) voorzieningen toegestaan.