Plan: | Sluiskil-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0715.BPKGP04-VG99 |
In deze paragraaf worden deze bestemmingen in alfabetische volgorde toegelicht conform de voorgeschreven volgorde op het renvooi van de verbeelding.
Bedrijventerrein-Haven (artikel 3)
Voor het bestaande zeehaven- en industrieterrein Sluiskil-Oost en de uitbreiding daarvan door Yara Sluiskil B.V. in zuidelijke richting is gekozen voor de bestemming "Bedrijventerrein-Haven" (BT-HA). Binnen deze globale bestemming worden mogelijkheden geboden voor nagenoeg alle activiteiten en voorzieningen die met een zeehaven- en industrieterrein samenhangen, zoals bedrijfspercelen, droge en natte infrastructuur, energievoorzieningen en waterzuiveringen zonder dat de exacte positionering daarvan wordt vastgelegd.
Segmentering
In de "specifieke gebruiksregels" is de doelgroep van bedrijven aangegeven. Alleen kade- of havengebonden bedrijven zijn toegestaan en bedrijven die overwegend diensten verlenen voor in het plangebied aanwezige kade- en havengebonden bedrijven. Daarnaast is met SBI-codes21 uit de in dit plan opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' (zie hierna onder "Milieuzonering") een selectie van toelaatbare bedrijfssoorten gemaakt. Bedrijven die niet voldoen aan een van deze criteria zijn niet toelaatbaar. Hiermee wordt voorkomen dat de schaarse voorraad aan zeehaven- en industrieterrein verkeerd wordt gebruikt.
Concreet houdt de regeling in dat bijvoorbeeld metaalbedrijven, die geen directe relatie hebben met het zeehaven- en industrieterrein zijn uitgesloten. Voor deze bedrijven zijn of komen andere bedrijventerreinen in de Kanaalzone beschikbaar (bijvoorbeeld het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein Zuidpoort en het bedrijventerrein aan de Koegorsstraat). Het reeds aanwezige bedrijf Yara Sluiskil B.V. is volledig afhankelijk van de directe ligging aan het kanaal. Ook voor Heros Sluiskil B.V. is de directe bereikbaarheid voor (zee)schepen een zeer belangrijke vestigingsplaatsfactor. Beide bedrijven passen aldus in het segmenteringprofiel.
Binnen de bestemming zijn ook bepaalde bedrijven gericht op de productie en distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water mogelijk gemaakt.
Om te voorkomen dat de schaarse voorraad aan zeehaven- en industrieterrein wordt versnipperd door kleinschalige bedrijvigheid is de minimumoppervlakte voor bedrijfspercelen vastgelegd op 5.000 m².
In plangebied zijn verschillende windturbines gebouwd. Deze locaties zijn voorzien van aanduidingen 'windturbine' (wt). Daarbuiten zijn geen windturbines toegestaan. Om de windturbines met elkaar te verbinden en om de opgewekte energie te kunnen afvoeren naar het elektriciteitsnet zijn voorzieningen voor windturbines en nutsvoorzieningen mogelijk gemaakt
Milieuzonering
Om hinder van het zeehaven- en industriegebied ten opzichte van de kern Sluiskil en de woningen van Spui, Magrette en Schapenbout zoveel mogelijk te voorkomen, is de toelaatbaarheid van (nieuwe) bedrijven in de regels (de bestemmingsomschrijving) gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'. In deze staat, die deel uitmaakt van de regels, is het milieuaspect geluid niet opgenomen (dus ook geen richtafstanden) omdat dit aspect afdoende wordt geregeld in het zonebewakingssysteem (zie paragraaf 4.5.1). Voor het gehele zeehaven- en industrieterrein zijn bedrijven mogelijk gemaakt, die behoren tot categorie 2 tot en met 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Het grootste gedeelte van de bedrijven en bedrijfsactiviteiten in het plangebied passen binnen deze milieuzonering. Bepaalde bestaande activiteiten van Yara Sluiskil B.V. en Heros Sluiskil B.V. zijn vanwege de milieuaspecten geur en gevaar echter ingeschaald in categorie 5. Deze activiteiten zijn positief bestemd door middel van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 3' (Yara) en 'specifieke vorm van bedrijf - 4' (Heros, BFAP1). In paragraaf 4.3 wordt de milieuzonering nader toegelicht.
Omdat het indelen van bedrijven in categorieën niet zo genuanceerd kan gebeuren dat alle concrete vragen omtrent de toelaatbaarheid zijn opgelost, is in verband met de nodige flexibiliteit een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee bedrijven uit ten hoogste categorie 5 kunnen worden toegelaten of bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen. Als voorwaarde geldt dan wel dat deze bedrijven gelet op de aard en invloed op de omgeving gelijk kunnen worden gesteld aan een bedrijf uit een rechtstreeks toelaatbare categorie.
Geluidszone en beperkingen vanwege geluid
De grens van het gezoneerde terrein Sluiskil-Oost / Stroodorpe-Oost is weergegeven op figuur 4.5. Voorkomen dient te worden dat één bedrijf een meer dan evenredig deel van de beschikbare geluidruimte opsoupeert. Dit risico is met name aanwezig bij bedrijven uit de categorie 5. In de toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 2) is namelijk aangegeven dat voor bedrijven uit deze categorieën richtafstanden gelden van 500 tot 1.000 m. Het bewaken van de geluidzone geschiedt door de provincie in het kader van milieuwetgeving.
Regeling externe veiligheid
Voor Goes on Green, Yara Sluiskil B.V. en het spoorwegemplacement Axel-Aansluiting geldt dat dit risicovolle inrichtingen zijn. Echter voor alle gronden binnen deze bestemming geldt dat risicovolle inrichtingen zijn toegestaan. De risicocontouren zijn overigens niet op de verbeelding aangegeven aangezien deze binnen de planperiode (kunnen) worden herzien. In de regeling is uitgegaan van de huidige situatie, die wordt beschouwd als een "worst-case" scenario. In het geval van een verkleining van contouren, zijn in het bestemmingsplan afwijkingsbevoegdheden opgenomen waarmee de beperkingen voor de gebruiks- en bouwmogelijkheden binnen de bestemmingen kunnen worden versoepeld.
Rondom de voor risicovolle inrichtingen bestemde gronden gelden beperkingen voor de toelaatbaarheid van kwetsbare objecten. Gelet op de ligging van de plaatsgebonden risicocontouren is Yara het meest relevant voor de omgeving.
In het gehele plangebied is de bouw van kwetsbare objecten uitgesloten. De bouw van beperkt kwetsbare objecten is alleen mogelijk gemaakt indien deze deel uitmaken van de in het plangebied aanwezige risicovolle inrichtingen. Voor een klein deel van het plangebied, namelijk in een strook van 20 m langs de zuidzijde van het bestaande terrein van Yara Sluiskil B.V., wordt de bouw van nieuwe beperkt kwetsbare objecten niet mogelijk gemaakt. Aan deze gronden is de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 2' toegekend.
Bouwregels
Binnen de bestemming "Bedrijventerrein-Haven" geldt een zo ruim mogelijk bouwregime.
Op de verbeelding is de maximum bouwhoogte voor gebouwen met een aanduiding vastgelegd op 15 m, 25 m en 40 m. Omdat overkappingen vrijwel dezelfde ruimtelijke uitstraling hebben als gebouwen, wordt voor overkappingen aangesloten bij de hoogteregeling voor gebouwen.
Voor het grootste deel van de bedrijven Yara Sluiskil B.V. (inclusief de uitbreiding aan de zuidzijde) en voor (de bedrijven op het terrein van) Heros Sluiskil B.V. zijn gebouwen en overkappingen toegestaan tot een bouwhoogte van 40 m. Deze hoogte is afgestemd op de hoogte van enkele bestaande, centraal op de bedrijfspercelen gelegen bedrijfsgebouwen en op voorgenomen bouwplannen.
De bouwhoogte van 15 en 25 m is gelegd ten oosten van de goederenspoorlijn in het gebied. Hiermee wordt aangesloten op de (toekomstige) bouwhoogten op het naastgelegen bedrijventerrein Koegorsstraat.
In de toekomst kunnen nog hogere gebouwen en overkappingen noodzakelijk zijn. In verband hiermee is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om hogere gebouwen en overkappingen te kunnen realiseren (bouwhoogte tot ten hoogste 80 m.) Op het gedeelte van het terrein van Heros Sluiskil B.V. zijn enkele hogere gebouwen aanwezig (tot 72 m). Deze gebouwen vallen onder de werking van het artikel 14.2 (Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten.)
Een silo voldoet in het algemeen niet aan de begripsbepaling voor een gebouw (zie artikel 1 Woningwet en artikel 1 lid 1.24 van de regels). Eventuele silo's kunnen echter een zodanige omvang hebben dat discussie hierover mogelijk is. Om deze reden zijn silo's in de bouwregels op dezelfde wijze benaderd als gebouwen.
De maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 99 m. Op het terrein van Yara Sluiskil B.V. zijn reeds installatieonderdelen zoals absorptiekolommen en schoorstenen tot deze hoogte aanwezig. Van deze hoogte is afwijken niet mogelijk. Een overweging hierbij is dat bebouwing met een hoogte van 100 m of meer bij de Rijksluchtvaartdienst dient te worden gemeld, zodat een en ander op overzichtskaarten voor de luchtvaart wordt opgenomen.
Verder zijn in de bouwregels minimumafstanden opgenomen van gebouwen, silo's, al dan niet gebouwen zijnde, en overkappingen tot perceelsgrenzen, hoofdontsluitingswegen en goederenspoorlijnen. Alleen langs de Oostkade mogen dergelijke bouwwerken tegen de perceelsgrens tevens de bouwgrens en de bestemmingsgrens worden gebouwd.
Voor het bouwen op de kernzone van de waterkering (zie toelichting op artikel 12Waterstaat) is ontheffing nodig van de Keur Waterschap Zeeuws-Vlaanderen 2009. Deze zal door het waterschap worden verleend mits de waterkeringsbelangen niet in het geding komen.
Bedrijfswoningen zijn vanuit milieuoogpunt niet toegestaan. Daarnaast kunnen bedrijfswoningen om vorenstaande redenen beperkingen opleggen aan de bedrijfsuitoefening van bedrijven, omdat bedrijfswoningen in het kader van milieuwetgeving worden aangemerkt als milieugevoelige functies.
Specifieke gebruiksregels
Naast de hiervoor beschreven specifieke gebruiksregels zijn nog enkele andere specifieke gebruiksregels opgenomen. Een daarvan is het verbod om op onbebouwde gronden in het uitbreidingsgebied van Heros Sluiskil B.V. en de eerder vermelde strook van 20 m ten zuiden van Yara Sluiskil B.V. goederen, puin, bagger- en grondspecie, en AVI-bodemassen en bouwstoffen en daarmee vergelijkbare op te slaan materialen en substanties op te slaan met een hoogte van meer dan 12,5 m +N.A.P. Voor het terrein van Heros Sluiskil B.V. komt deze eis voort uit landschappelijke overwegingen en verwachtingen die eerder zijn gewekt bij de leefgemeenschap van de kern Sluiskil.
Tijdelijke natuur
Voor het perceel rondom de waterzuivering van Yara Sluiskil B.V. is een aanduiding 'natuur' opgenomen waarmee het tijdelijk gebruik van de gronden voor natuur wordt geregeld zolang de gronden niet door het bedrijf zelf nodig zijn.
Groen (artikel 4)
Groenvoorzieningen zijn binnen vrijwel alle bestemmingen mogelijk. Voor enkele gronden is het evenwel gewenst om de geen ander gebruik dan groenvoorzieningen toe te staan. Het betreft de cultuurhistorisch waardevolle binnendijk, de afschermende groenstrook aan de noord- en westzijde van Heros Sluiskil B.V. en de voormalige stortplaats. De bestemming Groen is een globale bestemming waarbinnen onder andere ook voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en voet- en fietspaden zijn toegestaan.
Voor de voormalige vuilstortplaats is een aanduiding opgenomen met daaraan in de planregels gekoppeld een verbod voor het afgraven of roeren van de grond.
Verkeer (artikel 5)
De bestaande openbare wegen in het plangebied (Industrieweg, Oostkade en de Koegorsstraat, zijn bestemd tot Verkeer. Het gedeelte van de Industrieweg dat aan de openbaarheid is onttrokken is opgenomen in de bestemming Bedrijventerrein-Haven". Binnen deze bestemming zijn wegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen mogelijk zonder dat de situering van genoemde elementen exact is vastgelegd.
Verkeer - Railverkeer (artikel 6)
De spoorlijn tussen Terneuzen en Axelse Vlakte is als zodanig bestemd (inclusief de aanduiding "risicovolle inrichting" voor het spoorwegemplacement 'Axel-Aansluiting'. De bestemming spreekt voor zich en behoeft daarom geen nadere toelichting.
Water (artikel 7)
De bestemming Water is toegekend aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen en aan Zijkanaal C. Bijzonderheid is dat binnen deze bestemming haven- en afmeervoorzieningen en waterstaatkundige voorzieningen mogen worden gebouwd.
Leiding - Gas (artikel 8), Leiding - Hoogspanning (artikel 9) en Leiding - Water (artikel 10 )
De planologisch relevante buisleidingen en (ondergrondse) hoogspanningsverbindingen zijn als zodanig bestemd. Leidingen die op de terreinen liggen en onlosmakelijk deel uitmaken van de inrichtingen ("eigen leidingen") zijn binnen de bestemming 'Bedrijventerrein-Haven' geregeld. Door deze leidingen niet op de verbeelding aan te geven, is de ligging ervan niet planologisch vastgelegd. De afweging of nieuwe functies en bebouwing binnen de bebouwings- en toetsingsafstanden uit de Circulaire aardgasleidingen 1984 en de Circulaire K1, K2 en K3-vloeistoffen (1991) aanvaardbaar zijn, vindt plaats in het kader van de milieuwetgeving die voor het bedrijf geldt.
De planologisch relevante leidingen binnen de inrichting met een doorgaande transportfunctie (leidingen van derde partijen) en de leidingen die buiten de inrichting liggen, zijn geregeld met een dubbelbestemming. Deze leidingen vallen in alle gevallen samen met andere bestemmingen. Ten behoeve van de dubbelbestemmingen mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Ten behoeve van de samenvallende bestemmingen dient het bouwen steeds aan het leidingenbelang te worden getoetst.
De breedte van de dubbelbestemmingen is opgebouwd uit het werkelijke ruimtebeslag (de breedte van de leiding) en de bijbehorende belaste stroken (of zakelijk rechtstroken). Deze stroken hebben in het plangebied een breedte van 4 en 5 m aan weerszijden van de leidingen (zie paragraaf 4.9).
Binnen de dubbelbestemming 'Leiding-Gas' is onderscheid gemaakt in drie soorten gasleidingen: de aardgasleidingen, de etheen- en propeenleidingen en de zuurstof- en stikstofleiding. Binnen de leidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen is verder onderscheid gemaakt naar de druk en diameter. Dit is van belang in verband met risicowetgeving en -beleid.
Waarde - Cultuurhistorie (artikel 11)
Voor het dijkrestant aan de zuidzijde (bij het Zijkanaal C) is de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie opgenomen. De bestemming heeft tot doel het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle dijk. De bescherming geschiedt door middel van een aanlegvergunningenstelsel.
Waterstaat (artikel 12)
De dijk langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen en Zijkanaal C heeft een waterkerende functie en daarom een dienovereenkomstige dubbelbestemming gekregen. Er is gekozen voor een dubbelbestemming omdat voor die gronden thans ook andere (bouw)bestemmingen aanwezig zijn of andere functies van belang zijn.
De breedte van de bestemming Waterstaat is afgestemd op de kernzone zoals aangegeven in de Keur van het Waterschap Zeeuws - Vlaanderen. De kernzone omvat dat deel van de waterkering dat feitelijk voor de huidige veiligheid zorgt. Bij een dijk is dat derhalve het dijklichaam (de kunstmatige verhoging boven het maaiveld) inclusief de bermen.
De bescherming van de waterkering is volgt uit de Keur van het waterschap. Omdat deze keur voldoende waarborgen biedt voor de bescherming van de waterkering wordt het opnemen van een aanlegvergunningstelsel voor het regelen van werken en werkzaamheden (geen bouwen) niet noodzakelijk geacht. Dubbele regelgeving wordt hiermee voorkomen.