direct naar inhoud van Artikel 8 Leiding - Gas
Plan: Sluiskil-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BPKGP04-VG99

Artikel 8 Leiding - Gas

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-1' : een aardgasleiding met een maximale diameter van 21,9 cm en een maximale werkdruk van 40 bar.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-2' : een aardgasleiding met een maximale diameter van 30,5 cm en een maximale werkdruk van 36,5 bar.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-3' : een aardgasleiding met een maximale diameter van 40,6 cm en een maximale werkdruk van 67 bar.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-4' : een aardgasleiding met een maximale diameter van 45,7 cm en een maximale werkdruk van 40 bar.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-5': een etheen- en propeenleiding met een maximale diameter van 16,8 cm en een maximale werkdruk van 100 bar.
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-6': een zuurstof- en stikstofleiding met een maximale diameter van 27,3 cm en een maximale werkdruk van 100 bar.
  • g. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-7': een stikstofleiding met een maximale diameter van 32,4 cm en een maximale werkdruk van 30 bar.
  • h. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding-8': een kooldioxideleiding met een maximale diameter van 35,5 cm en een maximale werkdruk van 7 bar.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m.
  • b. Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het is niet toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor de opslag van brandbare, explosieve of giftige stoffen, alsmede gasflessen te bewaren waarvan de gezamenlijke inhoud meer dan 2.500 liter (waterinhoud) bedraagt.

8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding-Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. Het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.
  • b. Het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen.
  • c. Het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • d. Het indrijven van voorwerpen in de bodem.
  • e. Het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage.
  • f. Het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

8.5.2 Uitzondering op het uitvoeringverbod

Het verbod van lid 8.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. Noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 8.3 bedoeld.
  • b. Normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen.
  • c. Reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

8.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
  • a. De werken en werkzaamheden, zoals in lid 8.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
  • b. Alvorens te beslissen op de aanvraag voor een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 8.5.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.