direct naar inhoud van Artikel 33 Algemene gebruiksregels
Plan: Westpolder/Bolwerk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0104-VAST

Artikel 33 Algemene gebruiksregels

33.1 Gebruik van onbebouwde gronden
33.1.1 Algemeen verbod

Het is verboden de in het plan begrepen gronden, voor zover en zolang zij onbebouwd blijven, te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemmingen.

33.1.2 Specifiek verbod

Onverminderd het bepaalde in lid 33.1.1 is het in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor/als:

  • a. het verkopen van motorbrandstoffen;
  • b. het gebruiken van openbare parkeervoorzieningen en overige gronden voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
  • c. het storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  • d. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  • e. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan;
  • f. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • g. prostitutie;
  • h. een seksinrichting;
  • i. opslag van vuurwerk.
33.1.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 33.1.2 is niet van toepassing op:

  • a. vormen van gebruik als bedoeld in 33.1.2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de bestemmingsomschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt;
  • b. het (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
  • c. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming, mits dit gebeurt achter de voorgevel.
33.2 Gebruik van bouwwerken
33.2.1 Algemeen verbod

Het is verboden de in het plan begrepen bouwwerken te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemmingen.

33.2.2 Specifiek verbod

Onverminderd het bepaalde in lid 33.2.1 is het in ieder geval verboden:

  • a. het bewonen van niet voor bewoning bestemde gebouwen;
  • b. woningen te gebruiken voor/als beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte, zulks met uitzondering van het bepaalde in lid 1 van artikelen 8, 20, 21, 22 en 23 aangaande het (mede)gebruik van woningen als beroepsmatige werkruimte;
  • c. de in het plan toegestane bouwwerken te gebruiken ten behoeve van prostitutie;
  • d. de in het plan toegestane bouwwerken te gebruiken voor/als seksinrichting;
  • e. de in het plan toegestane bouwwerken te gebruiken voor/als een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • f. de in het plan toegestane bouwwerken te gebruiken voor de opslag van vuurwerk.
  • g. de bouwwerken, welke zijn gebouwd na een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor de omgevingsvergunning werd verleend;
  • h. de bouwwerken waarvan het gebruik slechts mogelijk was na een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor de omgevingsvergunning werd verleend.
33.2.3 Uitzonderingen
  • a. De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bestemmingsgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen zoals bedoeld in lid 32.1.2.
  • b. Het bepaalde in lid 33.2.1 is niet van toepassing op het gebruik van balkons ten behoeve van de aangrenzende bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 2.
33.3 Afwijken van de algemene gebruiksregels
33.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de algemene gebruiksregels voor:

  • a. het gebruik van een deel van de bedrijfswoningen, vrijstaande en / of aangebouwde bijgebouwen voor / als bedrijfsmatige werkruimten, mits:
    • 1. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd;
    • 2. de effecten van het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, zoals:
      • ambachtelijke en/of verzorgende bedrijven genoemd in milieucategorie 1 van de in als bijlage 2 bij deze planregels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten (wonen), voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee naar de aard (qua milieuplanologische hinder) gelijk te stellen bedrijven/bedrijfsactiviteiten;
      • mits geen bedrijven/bedrijfsactiviteiten worden toegestaan die, op basis van de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, meldingplichtig of vergunningplichtig zijn;
    • 3. de totale bedrijfsvloeroppervlakte per woning niet meer dan 25% bedraagt met een maximum van 50 m²;
    • 4. de bedrijfsactiviteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
    • 5. het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen verkeersaantrekkende werking hebben;
    • 6. op eigen terrein wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie;
    • 7. er detailhandelsactiviteiten mogen plaatsvinden op voorwaarde dat:
      • er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd;
      • het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering;
      • de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente;
  • b. het medegebruik van bedrijfswoningen voor detailhandel in beroepsmatige werkruimten, op voorwaarde, dat:
    • 1. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd;
    • 2. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet-zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering;
    • 3. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan de distributiestructuur binnen de gemeente waarmee met name dient te worden gelet op het kernwinkelgebied.
33.4 Bestaand gebruik

Het gebruik van gronden dat niet voldoet aan het bepaalde in de leden 33.1.1 t/m 33.1.3, zijn toegestaan en mogen worden voortgezet voor zover deze rechtsgeldig zijn gestart voor het tijdstip van ter inzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.