direct naar inhoud van 5.1 Ruimtelijke en functionele uitgangspunten
Plan: Lelystad - Luchthaven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00030-VG02

5.1 Ruimtelijke en functionele uitgangspunten

De bestaande situatie is een belangrijk uitgangssituatie voor dit bestemmingsplan. Daarbij gaat het om de bestaande ruimtelijke en functionele structuur voor bebouwing, infrastructuur, groen en water. Zoals in verschillende beleidsstukken opgenomen kan Lelystad Airport zich, met de ontwikkeling naar een luchthaven voor zakenvluchten, bedrijfsmatig ook verder ontwikkelen. Hiervoor is een verkenning gedaan naar de gewenste invulling en beeldkwaliteit (zie onderstaande figuur). In deze paragraaf worden zowel de huidige als gewenste situatie beschreven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00030-VG02_0018.png"

Overzicht verkenning ontwikkeling Lelystad Airport

5.1.1 Bebouwing

De bestaande bebouwing is gerealiseerd in bebouwingsstrips, op een vaste afstand van de start- en landingsbaan. De bebouwing staat als het ware in een vaste rooilijn vanaf de baan. In verband met veiligheid, de toetsingsvlakken LVNL en vliegfunnel is het van belang deze afstand minimaal te behouden. De verkeerstoren steekt door deze lijn heen, zodat vanaf de toren voldoende zicht is op de gehele start- en landingsbaan en taxibaan.

 

De maximale bouwhoogte van de bebouwing in het gehele plangebied wordt hoofdzakelijk bepaald door wat de vliegfunnel toestaat. Daar waar dit mogelijk is (buiten de belemmeringszones), bedraagt de maximale bouwhoogte 15,00 meter. De (bestaande) verkeerstoren is echter hoger dan ter plaatse toegestaan in de vliegfunnel.

In het bebouwingsgebied is gesteld dat maximaal 60% van de bouwpercelen bebouwd mogen worden. Hierdoor blijft voldoende ruimte op de bouwpercelen voor bijvoorbeeld parkeren en opslag.

In de toekomst is het gewenst om, naast een verlenging van de start- en landingsbaan, ook het bedrijventerrein zuidelijk en noordelijk in het plangebied uit te breiden en een nieuwe terminal te bouwen aan de noordzijde van het plangebied. Daarnaast zijn uitbreidingen van de bestaande hotel- en museumfunctie gewenst. Tot slot wordt ook de nieuwbouw van de zogenaamde Airport Academy (in zuidelijk deel) verwacht. De hoofdfunctie van het plangebied is en blijft luchthaven.

Het doel is de bestaande bebouwingsstrips in de nieuwe delen door te zetten. Daarbij gaat het om nieuwe bedrijvigheid die platformgebonden (strip direct langs start- en landingsbaan), of luchthavengebonden is. De nieuwe bedrijfsgebouwen in zowel de strip langs de start- en landingsbaan (noord- en zuidzijde) als in de strip er achter, komt in een vaste rooilijn te staan (zie onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00030-VG02_0019.png"

Rooilijnen in de zuidelijk bebouwingsstrip

De massa van de nieuwe bebouwing kan variëren. De hoogte is in sterke mate afhankelijk van de mogelijkheden die de vliegfunnel geeft, maar is in ieder geval maximaal 15,00 meter hoog. Door deze hoogtebeperking op te nemen, blijft het zicht vanuit de verkeerstoren goed en wordt de bebouwing ruimtelijk beter ingepast.

Een hogere verkeerstoren is wenselijk, in verband met zicht op de gehele baan. Dit omdat de baan in de gewenste situatie veel langer wordt dan in de huidige situatie. Voor de verkeerstoren gaat om een hoogte tot maximaal 25,00 meter (mogelijk via een omgevingsvergunning voor afwijking). De toren kan met die hoogte door de hoogtebeperking van de vliegfunnel heen steken. De toetsing aan de vliegfunnel vindt plaats bij de afweging voor de omgevingsvergunning.

Ook voor het Aviodrome en het hotel wordt rekening gehouden met uitbreiding. De uitbreiding vindt plaats aan de bestaande bebouwing. In ruimtelijk opzicht wordt dan ook aangesloten bij die bebouwing.

Een hele nieuwe functie in het plangebied is de Airport Academy. De wens is deze te realiseren in het deel van het plangebied ten westen van het Aviodrome. In dit bestemmingsplan wordt de mogelijkheid geboden om, na nadere afweging, de Airport Academy te realiseren. Bij de Academy wordt studentenhuisvesting mogelijk gemaakt.

De inrichting van het gebied rond de nieuwe terminal is nog niet zeker. De locatie en massa van de gewenste nieuwe terminal zijn al wel bekend. Voor de bouwhoogte geldt dezelfde regeling als voor de overige bedrijven die in het plangebied aanwezig zijn of mogelijk worden gemaakt. Onderstaande figuren geven twee inrichtingsopties voor het gebied rond de gewenste nieuwe terminal aan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00030-VG02_0020.png"  afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00030-VG02_0021.png"

Inrichtingsopties voor de nieuwe terminal en omgeving

Bij de regeling voor de nieuwe bedrijven wordt aangesloten op de planologische mogelijkheden voor de bestaande bedrijven. De terminal kan pas mogelijk worden gemaakt op het moment dat sprake is van de baanverlenging. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarbij de inwerkingtreding van een nieuw luchthavenbesluit een vereiste is.

Zoals eerder aangegeven is op de luchthaven alleen sprake van platform- en/of luchthavengebonden bedrijven, dit is vastgelegd in dit bestemmingsplan. De bedrijven en bestaande terminal krijgen een specifieke regeling in het bestemmingsplan. Andere functies, zoals het hotel, het Aviodrome en de Airport Academy, hebben een functie die aan de luchthavenfunctie gekoppeld is. In verband met de bezoekers en de interne veiligheid krijgen deze functies een eigen planologische regeling. Daarbij is uitbreiding van bebouwing niet uitgesloten, mits voldaan wordt aan specifieke voorwaarden. Een van die voorwaarden is dat de bebouwing in principe niet binnen de plaatsgebonden risicocontour 10-6 mag komen.

De regeling van de verschillende functies is flexibel en biedt uitbreidingsmogelijkheden waar mogelijk. De uitgangspunten vanuit de milieu- en omgevingsaspecten zijn hierbij in ogenschouw gehouden.

5.1.2 Infrastructuur

De bestaande infrastructuur heeft een functie voor de luchthavenfunctie van het plangebied. De infrastructuur is ruimtelijk en functioneel niet dusdanig van belang dat dit een specifieke regeling behoeft.

De wens bestaat om tussen de zuidelijke bebouwingsstrip en de Eendenweg een parallelweg met parkeermogelijkheden aan te leggen. Onderstaande figuur geeft hiervoor een impressie. Hier wordt op het maaiveld geparkeerd, gebouwde voorzieningen zijn hier niet wenselijk, in verband met de te hanteren rooilijnen in de zuidelijke bebouwingsstrip.

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00030-VG02_0022.png"

Impressie parallelweg met parkeren bij de zuidelijke bebouwingsstrip

De ontsluiting van het plangebied blijft gehandhaafd, wel zijn enkele nieuwe aansluitingen van de nieuwe parallelweg op de Eendenweg gewenst, dit wordt mogelijk gemaakt. Ook de bestaande parkeermogelijkheden blijven gehandhaafd. Het bestaande parkeerterrein voor het Aviodrome wordt in de gewenste situatie ook gebruikt voor de Airport Academy. Uitbreidingsmogelijkheden voor parkeren zijn daarom gewenst. De bestaande en gewenste infrastructuur wordt in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt.

De gewenste nieuwe terminal wordt in eerste instantie ontsloten via een eigen erftoegangsweg over de oostelijke zijde van het luchthaventerrein heen. Na de aanleg van Larserknoop, aan de noordzijde van het plangebied, krijgt deze terminal een nieuwe ontsluiting via dit terrein. Het doel is om in de directe nabijheid van deze terminal een parkeerterrein voor kort parkeren te realiseren. Op een enigszins grotere afstand van deze terminal bestaat de wens om een grote parkeervoorziening (al of niet gebouwd) voor lang parkeren te maken. Wanneer de parkeervoorziening gebouwd wordt, dan moet worden voldaan aan de algemeen binnen de bestemming geldende bouwregels.

Zoals aangegeven bestaat de wens de start- en landingsbaan in zuidwestelijke en noordoostelijke richting uit te breiden naar een lengte van 2.100 meter en wellicht langer in de verdere toekomst. De start- en landingsbaan is en blijft 30 meter breed, maar krijgt aan weerszijden 'shoulders' , waardoor de totale breedte van de verharding 45 meter wordt.

De bestaande start- en landingsbaan heeft in het plangebied een vaste ligging en lengte. De uitbreidingsrichting ervan is aangegeven in het aanwijzingsbesluit van 2009, dat voor dit aspect als basis gebruikt is voor dit bestemmingsplan. Omdat de ligging, lengte en uitbreidingsrichting van de bestaande start- en landingsbaan vastgelegd moet worden, krijgt deze in dit bestemmingsplan een specifieke regeling. Zoals eerder aangegeven wordt ook de uitbreiding naar 2.100 meter in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt.

5.1.3 Groen

De bestaande groenstructuur in het plangebied heeft geen grote ecologische waarden. Wel heeft vooral de bebossing langs de Eendenweg een sterke (ruimtelijk) afschermende functie. Het is van belang deze bebossing zo veel mogelijk te behouden. Door de gewenste bedrijfsontwikkeling in het plangebied is dit echter niet volledig mogelijk. De bebossing die gerooid moet worden voor nieuw bedrijventerrein, moet gecompenseerd worden. Dit vindt onder meer plaats door de bestaande bebossing te versterken (zie ook onderstaande figuur).

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00030-VG02_0023.png"

Behoud en versterken groenstructuur

 

Langs de Larserweg is een groenstrook aanwezig, het doel is om hierdoor de ontsluitingsweg van de gewenste nieuwe terminal te realiseren. In verband met de vliegfunnel, die van toepassing is na de gewenste uitbreiding van de start- en landingsbaan, moet deze groenstrook deels vrij gehouden worden van hoge bebouwing en beplanting. Op het deel van de groenstrook waar sprake is van bebossing (oostelijk) wordt een specifieke regeling opgenomen. Het doel is deze groenstructuur zo veel mogelijk te behouden. De bebossing heeft vooral een ruimtelijk afschermende functie voor het Aviodrome. De gewenste ontwikkeling van het Aviodrome wordt wel mogelijk gemaakt.

5.1.4 Water

Zoals eerder aangegeven heeft de vijver langs de Eendenweg een waterhuishoudkundige functie (retentie). Hoewel een ontwikkeling van de entree van de verkeerstoren - het gebied tussen de vijver en de verkeerstoren - gewenst is, blijft de vijver behouden (zie onderstaande figuur). De vijver wordt specifiek bestemd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0995.BP00030-VG02_0024.png"

Centraal areaal met bestaande vijver

De Vliegveldtocht en Meerkoetentocht liggen noordelijk langs het plangebied. Deze hebben in het bestemmingsplan Larserknoop een eigen regeling gekregen, omdat ze een belangrijke waterkundige functie hebben en niet bij de luchthavenfunctie horen. In het bestemmingsplan voor de luchthaven hoeft verder geen rekening gehouden te worden met de genoemde waterwegen. Uitbreiding van water, voor de compensatie, kan plaatsvinden door uitbreiding van de bestaande wateren in het plangebied.

5.1.5 Beeldkwaliteitsplan Lelystad Airport

Zoals eerder aangegeven, is voor de gewenste uitbreiding van de luchthaven een beeldkwaliteitsplan opgesteld, dat vastgesteld wordt als wijziging op de welstandsnota. Het beeldkwaliteitsplan is gebaseerd op de inhoud van het voorontwerp van dit bestemmingsplan en het masterplan voor de Lelystad Airport.

Het beeldkwaliteitsplan geeft, in aanvulling op de (bouw)mogelijkheden van dit bestemmingsplan, regels over de bebouwing en inrichting van het gehele luchthaventerrein. Deze kunnen gebruikt worden als toetsingskader voor plannen voor uitbreiding en vernieuwing, nieuwbouw en renovatie. In de meeste gevallen gebeurt dit op het moment dat een omgevingsvergunning voor bouwen nodig is.

De in het beeldkwaliteitsplan genoemde stedenbouwkundige uitgangspunten zijn waar mogelijk gefaciliteerd in dit bestemmingsplan. Daarbij gaat het onder andere om de gewenste bouwmassa's en -hoogten van bebouwing. Daar waar het beleid en/of een milieu- (bijvoorbeeld de obstakelvrije zones) hiervoor belemmerend is, is afgeweken van het beeldkwaliteitsplan. Het bestemmingsplan is in alle gevallen leidend voor het beeldkwaliteitsplan.