Plan: | Lelystad - Luchthaven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00030-VG02 |
Het structuurplan is vastgesteld op 7 april 2005 en bevat een visie op de integrale leefomgeving, waarbij behalve het ruimtelijk beleid, ook bijvoorbeeld duurzaamheid, milieu en verkeer deel van uitmaken. Lelystad ziet daarbij de handhaving en versterking van de kernkwaliteiten rust, ruimte, groen en water als één van de belangrijkste opgaven. Groei is daarbij noodzakelijk om te kunnen blijven investeren in de stad. Naar verwachting telt de stad in 2015 80.000 inwoners en 32.000 arbeidsplaatsen.
Om deze doelstellingen te bereiken zijn drie verschillende scenario's opgesteld. Gekozen is voor een combinatie van twee scenario's, namelijk 'Eilanden' en 'Netwerk'. Hierin zijn vier verschillende knooppunten onderscheiden. Eén van deze knooppunten is Larserknoop.
Het knooppunt Larserknoop betreft de locatie van de huidige Larserpoort inclusief het vliegveld. De opgave daarin is vooral de realisatie van een knooppunt. In eerste instantie gaat het daarbij om een deel van het totale bedrijventerrein Larserpoort/Larserknoop.
Voor de luchthaven betekent dit dat deze in de periode tot 2015 ontwikkeld wordt als business airport. In het structuurplan is rekening gehouden met een verlenging van de start- en landingsbaan en de realisatie van een parallelbaan voor recreatief vliegverkeer.
Op de luchthaven wordt het mogelijk gemaakt om vliegveldgeoriënteerde bedrijvigheid en een congresfunctie te ontwikkelen. Dit is echter sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de business airport.
Bij de ontwikkelingen in het knooppunt zijn de ecologische verbindingen tussen de Oostvaardersplassen en het Natuurpark en langs de Knardijk en de Larserweg van belang. Samen met een aantal nog aan te leggen groene (ecologische) corridors en stapstenen is het mogelijk om het gebied Larserknoop/vliegveld in te bedden in een aantal 'groene kamers' in het landschap.
Naast ecologie moet ook rekening gehouden worden met de mogelijke archeologische waarden die aanwezig kunnen zijn in het gebied van het knooppunt.
Fragment Structuurplan Lelystad
De Gemeentelijke Visie Vestigingsbeleid (GVV) 2007 biedt inzicht in de manier waarop de gemeente invulling geeft aan de bestaande en toekomstige werklocaties en het beleid waarmee dit gepaard gaat.
De GVV is een visie waarin het beoogde locatietype van huidige en toekomstige werklocaties wordt weergegeven aan de hand van criteria voor vestigingsmogelijkheden van bedrijven, kantoren en voorzieningen. De ambities vanuit het Structuurplan Lelystad zijn verwoord in het GVV. Het GVV wordt door de provincie gebruikt bij de toetsing van de gemeentelijke ruimtelijke plannen.
De visie is uitgewerkt in locatiebeleid. Het locatiebeleid wordt onderverdeeld naar werklocaties. De verdeling onderscheid drie koepelmilieus: centrummilieus, gemengde milieus en specifieke milieus. Deze drie zijn in de GVV verder opgesplitst naar een zevental vestigingsmilieus.
De luchthaven is daarbij als thematisch terrein specifiek genoemd en valt onder specifieke milieus.
In de GVV staan voor de bedrijvigheid in dit plangebied de volgende randvoorwaarden genoemd:
De GVV biedt de mogelijkheid voor een nadere ontwikkeling van de bedrijvigheid op het luchthaventerrein, mits voldaan wordt aan eerder genoemde randvoorwaarden. Het GVV is in 2013 herzien in de "Structuurvisie Locatiebeleid Lelystad 2013-2025". De randvoorwaarden voor de ontwikkelingen bij de luchthaven zijn in die herziening niet gewijzigd.
De Economische Programmering Larserknoop (EPL, vastgesteld 16 september 2008) bevat de bouwstenen voor de Gebiedsvisie Larserknoop. Het EPL vervangt de Gemeentelijke Visie Vestigingsbeleid. In de EPL wordt de wens van de gemeente Lelystad uitgesproken dat op termijn binnen de gemeente een werkgelegenheidsfunctie van 40 voltijdsarbeidsplaatsen per 100 inwoners te realiseren. In 2007 was dit cijfer 37 arbeidsplaatsen per 100 inwoners. Om dit te kunnen realiseren worden onder meer twee nieuwe werklocaties ontwikkeld, namelijk Larserknoop en Flevokust.
De gemeente wil daarnaast, om de economische doelstelling te bereiken, over alle typen bedrijventerrein beschikken. Het betreft hier logistieke terreinen (voor transport en distributiebedrijven), industrieterrein (met zwaardere bedrijven), hoogwaardig bedrijventerrein (terrein voor hoogwaardige activiteiten op het gebied van productie en onderzoek en ontwikkeling (R&D)) en gemengde bedrijventerreinen (bedrijven die niet behoren tot de andere categorieën).
Binnen de gemeente Lelystad zijn geen logistieke bedrijventerreinen aanwezig. Met de ontwikkeling van Flevokust wordt er een multimodaal logistiek terrein gerealiseerd. Op het bedrijventerrein Larserknoop is ruimte voor unimodale logistieke bedrijven.
Het EPL concludeert dat Lelystad, met o.a. de uitbreiding van de luchthaven een interessante vestigingsplaats voor bedrijven wordt. Daarbij gaat het dan vooral om bedrijven die vanwege de goede bereikbaarheid zich op het terrein Larserknoop willen vestigen.
De gemeente Lelystad heeft het beleid voor welstand in een Welstandsnota opgenomen. Het welstandsbeleid is één van de instrumenten die de gemeente kan inzetten om de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwde omgeving kan verbeteren.
Het grootste deel van het plangebied is aangeduid met 'ontwikkelingsgebieden'. Het overige deel van het plangebied valt in het "welstandsvrije gebied". Bij ontwikkelingsgebieden wordt een beeldkwaliteitsplan vastgesteld. Bij welstandsvrije gebieden gelden geen welstandseisen. In het plangebied wordt, binnen het welstandsvrije deel, aangesloten bij het voor het luchthaventerrein op te stellen beeldkwaliteitsplan.
Voor het plangebied is dit gedaan, omdat deze een sterk privaat karakter heeft (bedrijventerrein en luchthaven). Voor het plangebied geeft dit bestemmingsplan, na inwerkingtreding ervan, de nodige kaders voor het ruimtelijke bebouwingsbeeld. Daarnaast is voor het plangebied een beeldkwaliteitsplan opgesteld en als onderdeel van de welstandsnota vastgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan geldt naast dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan leidt echter voor het beeldkwaliteitsplan.
Op 28 augustus 2008 heeft de gemeenteraad van Lelystad het archeologische beleid vastgesteld. Dit beleid is opgesteld om vorm te geven aan het rijks- en provinciaal beleid over archeologie en cultuurhistorie.
Het beleid bestaat uit beleidsafspraken en een beleidsadvieskaart. Bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met op de kaart aangemerkte gebieden. In het beleid is ook de doorwerking van het beleid voor bestemmingsplannen opgenomen. Daarbij is een lijst opgenomen met categorieën van archeologische waarden en de manier waarop deze in het bestemmingsplan opgenomen moeten worden.
Het plangebied kent een lage archeologische verwachting. Voor deze gebieden hoeft geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Wel is alertheid geboden dat tijdens de bodemverstorende werkzaamheden archeologische resten uit de prehistorie of delen van scheepswrakken gevonden kunnen worden. Hiervan moet direct melding gemaakt worden bij het bevoegd gezag (de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten). Door middel van onderzoek moet aangetoond worden waar zich archeologisch vondsten bevinden. Een oriënterend onderzoek heeft plaatsgevonden, de resultaten van dit onderzoek komen in hoofdstuk 4 aan bod.