Plan: | Lelystad - Luchthaven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00030-VG02 |
Voor dit bestemmingsplan is een watertoets uitgevoerd. Deze paragraaf geeft inzicht in de gevolgen van de gewenste situatie voor het aspect water. Daarnaast geeft het aan in welke zin in het bestemmingsplan rekening gehouden kan worden met het aspect water. De resultaten van de watertoets zijn hiervoor de basis.
Voor de gehele gemeente Lelystad is een waterplan (Royal Haskoning, april 2002) opgesteld. Dit plan bevat de vertaling van het gewenste waterbeheer ('watervisie') naar inrichtingsmaatregelen op hoofdlijnen. Bij het opstellen van het waterplan is rekening gehouden met het geldend beleid in de Vierde Nota Waterhuishouding ((toenmalige) ministerie van V&W), de startovereenkomst "Waterbeleid 21e eeuw" (WB21), de "Handreiking watertoets" ((toenmalige) ministerie van VROM), het Omgevingsplan Flevoland (Provincie Flevoland) en het Waterbeheerplan (Waterschap Zuiderzeeland).
Ook de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) zijn belangrijke beleidskaders. De KRW heeft als doel de kwaliteit van de Europese wateren in een goede toestand te brengen en te houden. Het NBW heeft tot doel om in 2015 het watersysteem op orde te hebben en daarna op orde te houden, anticiperend op veranderende omstandigheden zoals onder andere de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van het verharde oppervlak. Bij het opstellen van het NBW is rekening gehouden met de richtlijnen volgens de KRW. Het NBW bevat taakstellende afspraken voor veiligheid en wateroverlast en procesafspraken voor watertekorten, verdroging, verzilting, water(bodem)kwaliteit, sanering waterbodems en ecologie.
Het bovenstaande resulteert in twee drietrapsstrategieën, voor de:
In de watertoets is aandacht besteed aan de waterkwantiteit en de waterkwaliteit, in relatie tot de gewenste ontwikkelingen. De huidige situatie op en rond het vliegveld leidt, voor zover bekend, niet tot problemen in het watersysteem en de waterketen. Deze situatie mag in de toekomst niet verslechteren. De conclusies van de watertoets volgen hierna. Tot slot worden de aanbevelingen vanuit de watertoets genoemd.
Schoon hemelwater
Een belangrijk deel van de gewenste ontwikkeling bestaat uit nieuwe gebouwen, loodsen en een terminal. Hemelwater dat hierop valt kan zonder verdere zuiverende voorzieningen worden afgevoerd naar het dichtstbijzijnde oppervlaktewater. Voorwaarden hierbij zijn dat het oppervlaktewater voldoende bergend vermogen en afvoercapaciteit heeft.
Vervuild hemelwater
De wegen en de parkeerplaatsen voor passagiers en bezoekers mogen vanwege het aantal verkeersbewegingen niet direct afvoeren naar het oppervlaktewater. Hetzelfde geldt voor de platforms, start- en landingsbaan en de taxibaan. Waar mogelijk wordt berminfiltratie toegepast. Parkeerplaatsen worden uitgerust met waterdoorlatende verharding. Platform en de banen voeren via het oppervlak af naar wadi-systemen die parallel aan de banen liggen. Hier vindt infiltratie plaats. Drainage wordt aangebracht en gebruikt om grondwaterproblematiek te voorkomen. De uiteindelijke afvoer vindt plaats naar de Vliegtuigtocht (tussen de luchthaven en het RDW-terrein).
Het tankplatform wordt apart gerioleerd met lokale behandeling voor lozing naar oppervlaktewater. Bij overkapping van het tankgedeelte kan het platform aangesloten worden op de vuilwaterriolering. De mogelijkheid van het overkappen van alleen het tankgedeelte wordt in de nadere uitwerking serieus onderzocht.
Voor het ijs- en sneeuwvrij houden van de banen wordt kaliumformaat gebruikt.
Afvalwater
Afvalwater uit gebouwen wordt aangesloten op de riolering. Eventueel aanwezige gemengde riolering wordt omgebouwd naar een gescheiden systeem. Wadi's voeren het water van vervuilende oppervlakken af. Uitgegaan wordt van een gezamenlijke persleiding met de bedrijventerreinen van de Larserknoop. Afvalwater uit vliegtuigen is dermate dik dat dit moeilijk verpompt kan worden. Dit wordt gefilterd waarna het vaste materiaal naar een afvalverwerker gaat en het vloeibare materiaal naar een waterzuivering of, als de kwaliteit dit toelaat, naar de riolering en dus naar de rioolwaterzuivering van het waterschap.
De-icingwater
Het de-icingplatform wordt (wanneer gekozen wordt voor het middel glycol) apart gerioleerd met afsluiters. Bij de-icing operaties wordt overtollig water verzameld in opslagtanks en veegzuigwagens. Dit opgevangen water wordt aangeboden aan de algenkweekbassins. In de normale situatie voert dit platform af naar de wadi-systemen. Het glycol dat van de vliegtuigen afdruipt op de startbaan wordt via het wadi systeem opgevangen.
Uitgegaan wordt van het gebruik van glycol als de-icingmiddel. De-icing met infraroodstraling is vanuit het aspect water gezien een meer duurzame optie. Mogelijke nadelen hiervan zijn: een hoog energieverbruik, een groot ruimtebeslag, een extra investering en het feit dat dit zeer kort voor de start plaats moet vinden omdat anders herbevriezing plaats kan vinden. Deze optie wordt door Lelystad Airport nader onderzocht.
Waterberging
De maximale peilstijging bij een T=100 bui is berekend met de bergingstool van het waterschap. De berekende peilstijging is afhankelijk van de hoeveelheid verhard oppervlak, het wateroppervlak en het type riolering. Uit de bergingstool volgt dat bij een maximale peilstijging van 1,60 m het percentage watercompensatie door de toename van verharding minimaal 4,56% moet zijn.
In de huidige situatie is ongeveer 15 ha van het 124 ha grote peilvak verhard (volgens SOBEK-model van Waterschap Zuiderzeeland). In de gewenste situatie komt hier ca. 37,85 ha verharding bij. Dit komt in dit peilvak overeen met 27.600 m3 berging. Om deze toename te compenseren moet - in de aangrenzende Vliegtuigtocht - 17.250 m2 waterberging aangelegd moeten worden. Het grootste deel van de benodigde berging krijgt vorm door middel van wadi's. Verder wordt gestreefd naar een inpassing van het oppervlaktewater in de bedrijvenzone. Het schone afgekoppelde hemelwater van gebouwen kan hier rechtstreeks op worden afgevoerd. Dit water heeft naast een functie als waterberging ook een functie in de ruimtelijke kwaliteit. Dit bestemmingsplan geeft de mogelijkheid de benodigde watercompensatie te realiseren.
Grondwater
Waar nodig wordt drainage aangelegd bij het bouwrijp maken om verschillen in grondwaterstanden (bijvoorbeeld tussen de peilvakken) te voorkomen. De infiltratie in de wadi's en onder de parkeerplaatsen heeft vanwege de onderliggende drainage geen noemenswaardig effect op de grondwaterstanden.
Aanbevelingen
Op dit moment zijn geen problemen met de waterkwaliteit rondom het vliegveld bekend, alleen een historische waterbodemverontreiniging. Afstroming van de landingsbaan etc. gebeurt nu via de bodem. De drains voeren overtollig grondwater af. Van belang om te kunnen beoordelen of in de toekomst de situatie verandert (verbetert of verslechtert) is dat de huidige situatie gemonitord wordt. Dit kan door de drains te bemonsteren. Dit is het punt waar eventuele vervuiling naar de Vliegtuigtocht wordt afgevoerd.
Op basis van de uitkomst van de metingen kan ook besloten worden over een optie met een ondoorlatende laag onder de wadi's. Dit houdt wel in dat bij de interpretatie van de metingen geëxtrapoleerd moet worden naar de toekomstige situatie. Mogelijk moeten de middelen meer en op andere manieren en plaatsen worden ingezet.
Verder is het van belang de mogelijkheden van de-icing met infrarood (met trucks of in een doorrijdhal) en het overkappen van (een gedeelte) van het tankplatform nader te onderzoeken. In dit bestemmingsplan wordt hiermee nog geen rekening gehouden.