direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Bedrijventerrein De Steeg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.bpdesteeg2012-VA01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bestaande, ter plaatse reeds gevestigde bedrijven of industriële en ambachtelijke bedrijven zoals opgenomen in categorie 1, 2 en 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1 bij de planregels);
  • b. uitsluitend bedrijven in categorie 1 en 2 van de toegesneden lijst van bedrijfstypen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
  • c. een timmerwerkfabriek c.q. interieurbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek';
  • d. een transport / overslagbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf';
  • e. een aardappelverwerkingsbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aardappelverwerkingsbedrijf;
  • f. een bedrijf ten behoeve van de vervaardiging van kunstmatige synthetische garen en vezels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunstmatige garen en vezelfabriek';
  • g. een bedrijf ten behoeve van de vervaardiging van isolatiematerialen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - isolatiematerialen';
  • h. een bedrijf voor de vervaardiging en reparatie van producten van metaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalconstructiebedrijf ';
  • i. een drinkwaterproductiebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - drinkwaterproductiebedrijf';
  • j. detailhandel, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde of bewerkte produkten;
  • k. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • l. een woonwagenstandplaats uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats', met dien verstande dat het gebruik van de woonwagenstandplaats onlosmakelijk verbonden dient te zijn met de op het betreffende perceel uitgevoerde bedrijfsmatige activiteiten;
  • m. een gebouw van openbaar nut, uitsluitend ter plaatse van de aanduidig 'nutsvoorziening';
  • n. duurzaam, bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - calamiteitenontsluiting' uitsluitend een calamiteitenontsluiting;
  • p. en daarmee behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen of gebiedsaanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 13.2.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen, geen woningen zijnde worden gebouwd en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
  • b. De maximale perceelsoppervlakte bedraagt 5.000 m².

4.2.2 Regels voor het bouwvlak
  • a. Gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding bouwvlak;
  • b. Het bouwvlak wordt per bouwperceel tot maximaal 70% bebouwd, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', waar het maximum bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan aangeduid;
  • c. De bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 6,5 meter;
  • d. De afstand tot één zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m;

4.2.3 Bedrijfswoningen

In aanvulling op 4.2.1 en 4.2.2 gelden voor bedrijfswoningen de volgende regels:

  • a. de bouw van nieuwe bedrijfswoningen is niet toegestaan;
  • b. bestaande bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. bestaande bedrijfswoningen mogen worden verbouwd, vervangen en tot maximaal 15 % van de bestaande oppervlakte van de betreffende bedrijfswoning worden uitgebreid, waarbij het volgende in acht moet worden genomen;
    • 1. de inhoud per bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan maximaal 800 m³;
    • 2. in afwijking van het bepaalde in 4.2.2 sub c mogen de goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning niet meer bedragen dan respectievelijk 6,50 m en 12,50 m;
    • 3. de totale bebouwde oppervlakte van bijgebouwen bij de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 80 m² en de goothoogte van de bijgebouwen niet meer dan 3 m;
    • 4. Indien op het moment van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan de bestaande bedrijfswoning reeds een grote inhoud, hogere goot- en/of bouwhoogte en/of een grotere bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen heeft, dan geldt het op dat moment van toepassing zijnde als toegestaan maximum.

4.2.4 Gebouwen van openbaar nut

Voor gebouwen van openbaar nut gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen van openbaar nut zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m².

4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. Het bouwvlak mag niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van:
    • 1. de bouw van erkers, over een breedte van 70% van de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits de diepte van de erker niet meer bedraagt dan 1,50 m., de bouwhoogte van de erker niet meer bedraagt dan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw en de afstand tot de bestemming 'Verkeer' niet minder dan 3,00 m. bedraagt;
    • 2. aansluitende luifels boven de voordeur en kappen op erkers, mits deze vanuit het stedenbouwkundig beeld en afmetingen van ondergeschikte betekenis zijn en de afstand tot de bestemming 'Verkeer' niet minder dan 3.00 m. bedraagt;
    • 3. de bouw van een carport mits deze niet meer dan 1,5 m. voor de voorgevel is gelegen, de bouwhoogte maximaal 3,0 m. bedraagt  en de afstand tot de bestemming 'Verkeer' niet minder dan 3,00 m. bedraagt;
    • 4. ondergeschikte onderdelen van het gebouw, als schoorstenen, lichtkoepels en antennes, met uitzondering van liftopbouwen en luchtbehandelingsinstallaties.
  • b. Ter plaatse van het bouwvlak bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3,50 m., met uitzondering van erfafscheidingen.
  • c. Ter plaatse van het bouwvlak bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 2,00 m.
  • d. Buiten het bouwvlak bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 1,00 m., uitgezonderd ter plaatse van hoekpercelen. Hiervoor geldt het bepaalde onder e.
  • e. Bij hoekpercelen bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen, buiten het bouwvlak maximaal 2,00 m., onder de voorwaarden dat:
    • 1. de erfafscheiding 3,00 m. achter de voorgevel van de woning is gelegen en haaks op de woning staat;
    • 2. de afstand van de erfafscheiding tot de zijdelingse perceelsgrens 0,5 m. bedraagt;
  • f. De bouwhoogte van voorzieningen voor verlichting en vlaggenmasten bedraagt maximaal 10,00 m.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 m., nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, parkeerhinder, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Gebruik van de gronden

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van de grond, anders dan voor:

  • a. bedrijventerrein;
  • b. tuin en/of groenvoorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen,
  • d. opslagdoeleinden, ten behoeve van normaal bij de bestemming van de grond behorend gebruik. Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag van vuurwerk.

4.4.2 Gebruik van de opstallen

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van de opstallen voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit als bedoeld in 4.1 sub j en detailhandel in volumineuze goederen als bedoeld in 10.15;
  • b. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • c. risicovolle inrichtingen;
  • d. horeca;
  • e. erotisch getinte bedrijvigheid, waaronder escortbedrijven en seksinrichtingen;
  • f. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als verboden gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het toestaan van detailhandel in volumineuze goederen, zoals bepaald in 10.15.
  • b. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het toestaan van van vergelijkbare bedrijven die niet zijn opgenomen in de als bijlage toegevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten dan wel opgenomen zijn in een hogere milieucategorie en deze bedrijven naar aard en milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, zoals bepaald in 10.17.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Verwijderen aanduiding 'bedrijfswoning'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'bedrijfswoning' te verwijderen mits de bedrijfswoning ter plaatse niet meer als zodanig aanwezig is of voor de duur van ten minste één jaar niet meer als zodanig in gebruik is.

4.6.2 Verwijderen aanduiding 'woonwagenstandplaats'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'woonwagenstandplaats' te verwijderen mits de woonwagenstandplaats ter plaatse niet meer als zodanig aanwezig is of voor de duur van ten minste één jaar niet meer als zodanig in gebruik is.

4.6.3 Wijziging in de bestemming 'Groen'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1' de bestemming Bedrijventerrein te wijzigen in de bestemming 'Groen' ten einde uitvoering te geven aan de Structuurvisie De Steeg met dien verstande dat:

  • a. er geen milieuhygienische belemmeringen zijn voor de bestemmingswijziging;
  • b. bedoeld gebruik geen belemmering voor de omliggende bedrijven mag opleveren;
  • c. het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de waarden van de onder- en omliggende bestemmingen niet onevenredig geschaad worden.

4.6.4 Wijziging in de bestemming 'Wonen'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2' de bestemming 'Bedrijventerrein' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten einde uitvoering te geven aan de Structuurvisie De Steeg met dien verstande dat:

  • a. er maximaal 1 woning mag worden gerealiseerd;
  • b. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • c. er geen milieuhygienische belemmeringen zijn voor de bestemmingswijziging;
  • d. bedoeld gebruik geen belemmering voor de omliggende bedrijven mag opleveren;
  • e. het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast;
  • f. de waarden van de onder- en omliggende bestemmingen niet onevenredig geschaad worden;
  • g. de regels van artikel 6 Wonen van toepassing zijn.