Plan: | Bedrijventerrein De Steeg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0951.bpdesteeg2012-VA01 |
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen of aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 13.2.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van omheiningen en/of erfafscheidingen, uitsluitend in de vorm van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1,50 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor kleinschalige recreatieve voorzieningen zoals bepaald in artikel 10.3 mits bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid de procedure in artikel 12.1 wordt gevolgd.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor:
Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid wordt de procedure in artikel 12.1 gevolgd.
Het is verboden op of in de tot 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder artikel 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Een en ander dient met een onderbouwing te worden aangetoond.
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de procedure zoals vervat in artikel 3.9 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.