direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Plan: Bedrijventerrein De Steeg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.bpdesteeg2012-VA01

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

10.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken zoals bepaald in 10.2 dan wel zoals bepaald in 10.3 tot en met 10.16 mits in artikel 3 tot en met 7 hiernaar verwezen wordt.

10.2 Algemene afwijking

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor:

  • a. het bebouwen van niet voor 'Wonen' aangewezen gronden met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbare nut met een bouwhoogte van niet meer dan 3.50 m en een inhoud van niet meer dan 50 m3;

10.3 Afwijken voor kleinschalige recreatieve voorzieningen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen (zit- en schuilgelegenheid, picknickplaatsen) mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande, dat:

  • a. het oppervlak aan recreatieve bouwwerken per voorziening bedraagt maximaal 20m²;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 2.60 m;
  • c. bouwwerken, voorzien van een dak, worden met een kap van ten minste 15° en ten hoogste 45° afgedekt;
  • d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad;
  • e. uit historisch bodemonderzoek is gebleken dat er vanwege de bodemsituatie geen bezwaren zijn tegen het realiseren van een kleinschalige recreatieve voorziening.

10.4 Afwijken voor overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het overschrijden van de bouwgrenzen, respectievelijk het vergroten van het bouwvlak, mits:

  • a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond (indien van toepassing);
  • b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind;
  • c. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad, met dien verstande, dat:
    • 1. bij monumentale en beeldbepalende panden de inhoud van de bebouwing van het agrarisch bebouwingscomplex daardoor met niet meer dan 10% mag toenemen;
    • 2. de goothoogte bedraagt maximaal 6.50 m.

10.5 Afwijken voor het overschrijden van het toegestane oppervlakte aan bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het realiseren van een groter dan het toegelaten oppervlak aan bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:

  • a. het noodzakelijk is voor de realisering van een Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)-voorziening;
  • b. het oppervlakte aan bijgebouwen met maximaal 10% wordt overschreden;
  • c. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het eigen woonmilieu of in de directe omgeving ontstaan of kunnen ontstaan;
  • d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad.

10.6 Afwijken ten aanzien van het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, mits:

  • a. ten behoeve van de privacy, voldoende afstand tot aangrenzende percelen wordt aangehouden;
  • b. ten behoeve van de verkeersveiligheid, voldoende afstand tot de bestemming verkeersdoeleinden wordt aangehouden;
  • c. geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld plaatsvindt,met dien verstande, dat:
    • 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 10.00 m.

10.7 Afwijken voor een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het uitoefenen van een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. ten minste 50% van het verblijfsgebied met woonfunctie van de woning gehandhaafd blijft alsmede bij woningen met een verblijfsgebied van minder dan 240 m² een verblijfsgebied met woonfunctie van 120 m² behouden blijft;
  • b. de activiteiten dienen zich qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • c. de activiteiten mogen niet vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
  • d. de bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend betreffen: categorie 1-bedrijven volgens de toegesneden Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage is opgenomen bij deze regels;
  • e. er mag geen detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteiten;
  • f. op eigen terrein in de behoefte in voldoende mate wordt voorzien overeenkomstig het gemeentelijke parkeerbeleid;
  • g. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad;
  • h. uit historisch bodemonderzoek is gebleken dat er vanwege de bodemsituatie geen bezwaren zijn tegen het realiseren van een kleinschalige dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf.

10.8 Afwijken voor kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het oprichten van kunstobjecten en dergelijke, mits:

  • a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen met een maximum oppervlakte van 10 m² per object;
  • b. in het geval van speelvoorzieningen: de bodem, blijkens een vooraf ingesteld bodemonderzoek, geschikt is voor het oprichten van speelvoorzieningen;
  • c. de bouwhoogte van een bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,50 m.

10.9 Afwijken voor hagelnetten

Het bevoegd gezag kan kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het oprichten van hagelnetten, mits:

  • a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond;
  • b. voldaan wordt aan de 'Beleidsregel hagelnetten', zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Limburg op 9 maart 2004.

10.10 Afwijken voor het houden van militaire oefeningen

Het bevoegd gezag kan kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor de militaire oefeningen, mits:

  • a. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad;
  • b. de effecten op de omgeving, zoals de belasting van het milieu en het aantal verkeersbewegingen, per saldo niet zullen toenemen.

10.11 Afwijken voor de bouw van bedrijfsgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor de bouw van bedrijfsgebouwen met een grotere goothoogte en/of een bouwhoogte, mits:

  • a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond;
  • b. landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind;
  • c. belangen van derden niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de bouwhoogte niet meer dan 9.00 m bedraagt.

10.12 Afwijken voor toelaten van bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van het toestaan van bed & breakfast, naast de woonfunctie. De omgevingsvergunning wordt alleen verleend, mits:

  • a. de bed & breakfast wordt gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing;
  • b. de bed & breakfast niet beschikt over een eigen kookgelegenheid;
  • c. maximaal 8 personen aanwezig zijn;
  • d. minimaal 2 parkeerplaatsen voor de bed & breakfast op eigen terrein aanwezig zijn.

10.13 Afwijken voor toelaten van het stallen van kampeermiddelen en boten

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het toestaan van het stallen van kampeermiddelen en boten, mits:

  • a. de stalling plaatsvindt binnen de bestaande bouwmassa van het complex;
  • b. de stalling geen hinder of belemmeringen veroorzaakt voor omliggende bedrijven of woningen;
  • c. de omliggende natuurlijke en landschappelijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad.

10.14 Afwijken voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak, mits:

  • a. in het geval de oppervlakte ten behoeve van tijdelijke boogkassen en tijdelijke regenkappen na wijziging niet meer dan 10% van de totale teeltoppervlakte van een bedrijf uitmaakt, vooraf advies is verkregen van de Kwaliteitscommissie;
  • b. omliggende waarden en functies niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond;
  • d. de omgevingsvergunning niet leidt tot aantasting van de karakteristieke openheid van de plateaus;
  • e. de omgevingsvergunning geen betrekking heeft op hellingen met een hellingspercentage van meer dan 4%,

met dien verstande, dat:

  • 1. containervelden en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (in de vorm van regenkappen en boogkassen), voor zover deze niet binnen het bouwvlak van een agrarische bouwkavel opgericht kunnen worden, enkel mogen worden opgericht op aan de agrarische bouwkavel aansluitende gronden, indien en voor zover niet gelegen binnen het differentiatievlak beekdal;
  • 2. indien vanuit landbouwkundige motieven aangetoond kan worden dat aansluiting aan de bestaande agrarische bouwkavel niet mogelijk is, containervelden en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (in de vorm van regenkappen en boogkassen) ook op verder gelegen gronden mogen worden opgericht;
  • 3. bij een negatief advies van de Kwaliteitscommissie slechts omgevingsvergunning mag worden verleend, nadat Gedeputeerde Staten hiermee hebben ingestemd.

10.15 Afwijken voor het toestaan van detailhandel in volumineuze goederen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het toestaan van detailhandel in volumineuze goederen in de vorm van verkoop van auto's, boten en caravans, keukens, meubels en woninginrichting, bouwmarkten en tuincentra, mits:

  • a. er geen geen bezwaren bestaan vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • b. er geen structurele verstoring plaatsvindt van het bestaande voorzieningenpatroon;
  • c. op eigen terrein in voldoende mate wordt voorzien in parkeergelegenheid, overeenkomstig het gemeentelijke parkeerbeleid;
  • d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad;

10.16 Afwijken voor het toestaan van gebouwen van algemeen nut

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bouwen van gebouwen van algemeen nut, mits:

  • a. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
  • b. de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
  • c. de ontheffing mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen;
  • d. de ontheffing leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

10.17 Afwijken voor het toestaan van vergelijkbare bedrijven

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het toestaan van bedrijven die niet zijn opgenomen in de als bijlage toegevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten danwel opgenomen zijn in een hogere milieucategorie en deze bedrijven naar aard en milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. een onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.

10.18 Procedureregeling afwijken

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid de in artikel 12.1 gegeven procedure.