direct naar inhoud van 10.3 Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
Plan: Bakertand Oost 2010
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010016-f001

10.3 Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bebouwingsregels er gelden. Tevens zijn waar mogelijk flexibiliteitsbepalingen opgenomen.

Artikel 3 Agrarisch met Waarden

De (half) open gebieden in het plangebied welke allen liggen in door de provincie aangewezen “Groenblauwe mantel” zijn zoals provinciaal wordt voorgeschreven aangeduid met de bestemming Agrarisch met Waarden. In de regels van de provinciale verordening staat onder andere omschreven dat een bestemmingsplan dat is gelegen in de groenblauwe mantel strekt tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheidene gebieden in samenhang met grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. Dit artikel is hierop afgestemd.

Artikel 4 Bedrijf

Binnen de bestemming Bedrijf zijn gronden bestemd voor de bedrijven met de volgende functieaanduidingen:

  • Specifieke vorm van bedrijf - autohandel
  • Specifieke vorm van bedrijf - grond en wegenbouwbedrijf
  • Specifieke vorm van bedrijfsterrein - groothandel in en halffabrikaten
  • Specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek

Ter plaatse van de aanduiding ´bedrijfswoning' mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd tenzij met een maatvoeringsaanduiding een ander getal is opgenomen. Indien er met vergunning grotere bedrijfswoningen gebouwd zijn, bepalen de regels dat die woningen aan het bestemmingsplan voldoen.

Artikel 5 Groen

De bestemming 'Groen' is in dit bestemmingsplan met name toegepast langs de wegen (bermen) aan de west, noord en oost kant van het plangebied. Daarnaast is bij het volkstuinterrein een groenstrook met een breedte van circa 10 meter opgenomen.

Artikel 6 Natuur

De bestemming 'Natuur' is gelegd op de gebieden die in de Verordening Ruimte van de provincie de aanduiding 'Ecologische Hoofdstructuur' hebben. Voor de Ecologische Hoofdstructuur geldt op basis van het Rijksbeleid de verplichting tot instandhouding van de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied.

Binnen de bestemming natuur is de functieaanduiding opgenomen 'specifieke vorm van recreatie - hondendressuurterrein' voor het anwezige clubgebouw van de ter plaatse gevestigde hondenvereniging.

Artikel 7 Recreatie

De gronden welke de bestemming 'Recreatie' hebben zijn bestemd voor volkstuin en bouwwerken van algemeen nut. Ten aanzien van deze bouwwerken wordt de systematiek van de brief uit 23 oktober 1985, met nummer 3.971/--, gehanteerd. Hierin staat beschreven dat per volkstuintje één huisje van maximaal 15 m2 en één kas van maximaal 10 m2 mag worden opgericht, met dien verstande, dat het maximale bebouwingspercentage per tuintje 25 procent bedraagt. De hoogte van een bouwwerk mag 2,25 met bedragen. Dit is als zodanig opgenomen in dit artikel van de regels.

Artikel 8 Verkeer

Niet alle wegen in het plangebied hebben de bestemming verkeer gekregen. Enkel de verharde wegen met een verkeer- en vervoervoorzieningen ten behoeve van het wegverkeer, waarbij het aantal rijkstroken ten hoogste twee bedraagt hebben de bestemming 'Verkeer'.

Artikel 9 Water

De sloten en watergangen die zich door het hele gebied bevinden hebben de bestemming 'Water' gekregen.

Artikel 10 Wonen-Buitengebied

De gronden welke de bestemming 'Wonen-Buitengebied' hebben zijn bestemd voor één woning per bestemmingsvlak, waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding ''maximum aantal wooneenheden' het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven. Daarnaast is binnen deze bestemming een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan.

Artikel 11 Waterstaat - Waterberging