4.2 Bouwregels
Op of in de in 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving omschreven bestemming. De hoogte mag maximaal 2,50m¹ zijn. Niet toegestaan zijn overkappingen, permanente teeltondersteunende voorzieningen, mest- en voerplaten, (sleuf-)silo’s, mestopslagsilo’s en vergelijkbare voorzieningen.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Vergunningsplicht
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
-
a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
-
b. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, allen dieper dan 0,50m¹, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen;
-
c. het graven, dempen dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
-
d. het verwijderen van landschapselementen;
-
e. het verwijderen van onverharde wegen of paden;
-
f. Het aanleggen en of verharden van wegen of paden dan wel het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen:
-
1. voor zo ver groter dan 1.250m² als het veepaden op huiskavels betreft of eigen bedrijfswegen direct aansluitend op een bestemmingsvlak 'Agrarisch - Agrarisch
bedrijf';
-
2. voor zo ver groter dan 200m² als het overige verhardingen betreft.
4.5.2 Uitzondering
Een omgevingsvergunning als hiervoor aangegeven is niet vereist voor:
-
a. werken of werkzaamheden die vallen onder het normale onderhoud en beheer van de gronden overeenkomstig de bestemming dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
-
b. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn dan wel op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, nog mogen worden uitgevoerd op basis van een eerder verleende vergunning.
4.5.3 Toelaatbaarheid
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden die in de bestemmingsomschrijving zijn genoemd.
4.6 Wijzigingsbevoegdheden
4.6.1 Wijziging in ‘Agrarisch- Agrarisch bedrijf’ (vormverandering zonder uitbreiding van een bestemmingsvlak)
Deze bestemming kan gewijzigd worden in de bestemming ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’, ten behoeve van een vormverandering zonder uitbreiding van een bestemmingsvlak ‘Agrarisch- Agrarisch bedrijf’. In combinatie hiermee wordt de bestemming ‘Agrarisch- Agrarisch bedrijf’ in de zelfde omvang gewijzigd in de bestemming ‘Agrarisch’. Hierbij geldt de volgende specifieke randvoorwaarde:
-
a. Er is een concreet bouwplan met een onderbouwing waarin de noodzaak en aanvaardbaarheid van de vormverandering ook voor de langere termijn is aangegeven. Ter zake wordt het advies van de AAB ingewonnen.
4.6.2 Wijziging in ‘Agrarisch- Agrarisch bedrijf’ (vormverandering en vergroting van een bestemmingsvlak)
Deze bestemming kan gewijzigd worden in de bestemming ‘Agrarisch - Agrarisch bedrijf’, ten behoeve van een vormverandering in combinatie met vergroting van een bestemmingsvlak ‘Agrarisch- Agrarisch bedrijf’. Hierbij gelden de volgende specifieke randvoorwaarden:
-
1. Er is een concreet bouwplan met een onderbouwing waarin de noodzaak en aanvaardbaarheid van de vergroting en vormverandering ook voor de langere termijn is aangegeven. Ter zake wordt het advies van de AAB ingewonnen.
-
2. Er is een concreet bouwplan met een onderbouwing waarin de noodzaak en aanvaardbaarheid van de vergroting en vormverandering ook voor de langere termijn is aangegeven. Ter zake wordt het advies van de AAB ingewonnen.
-
3. Als het gaat om de uitbreiding van een intensieve veehouderij in het verwevingsgebied, kan deze bevoegdheid alleen worden gebruikt, als is aangetoond dat er sprake is van een duurzame locatie.
-
4. Er moet zorg worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing, - 10% van het bestemmingsvlak- conform de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan.
-
5. De grootte van het bestemmingsvlak overtreft de toegestane maximaal toegestane oppervlakte, zoals hierna aangegeven, niet:
-
a. intensieve veehouderij: maximaal 1,5 h;
-
b. niet grondgebonden bedrijf, niet zijnde intensieve veehouderij: 1,5ha;
-
c. agrarisch bedrijf, glastuinbouw, solitair gelegen: maximaal 3ha;
-
d. grondgebonden bedrijf: maximaal 1,5 ha. Indien een bestemmingsvlak op het tijdstip van ter visie leggen van het ontwerp van het bestemmingsplan al groter is, is een uitbreiding met maximaal 25% toegestaan.
4.6.3 Wijziging in bestemming Groen, Natuur of Water(ontwikkeling landschapselementen of nieuwe natuur)
De bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwaarden' kan gewijzigd worden in de bestemming 'Groen', 'Natuur' of 'Water' of een combinatie van deze ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe natuur- en/of landschapselementen. Hierbij geldt de randvoorwaarde dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan andere belangen, zoals agrarische belangen.
4.6.4 Wijziging ten behoeve van minicamping
De bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuurwaarden' kan gewijzigd worden in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Bedrijf', 'Horeca ' of Wonen' ten behoeve van de uitbreiding van het desbetreffende bestemmingsvlak voor het toestaan van een minicamping. Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden:
-
1. Het betreft uitsluitend recreatief medegebruik voor kleinschalig kamperen op gronden die direct aansluiten aan een bestemmingsvlak waar kleinschalig kamperen al is toegestaan dan wel in combinatie met de onderhavige wijziging via een omgevingsvergunning wordt toegestaan;
-
2. Er zijn maximaal 25 kampeermiddelen toegestaan, waaronder maximaal vijf stacaravans;
-
3. De afstand tot woningen van derden dient tenminste 50m¹ te zijn;
-
4. De afstand tot de weg dient 20m¹ te zijn;
-
5. De afstand tot de perceelsgrens dient 5m¹ te zijn;
-
6. Er moet zorg worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing conform de uitgangspunten van het beeldkwaliteitplan.