Plan: | Mill centrum |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0815.BHV13048BMI-VA01 |
Op de onderhavige beheersverordening 'Mill centrum' zijn de voorschriften/regels en bijbehorende plankaarten/verbeeldingen van de in tabel 1 genoemde en in de bijlage bij deze regels opgenomen bestemmingsplannen en projectbesluiten, alsmede de verleende vrijstellingen/ontheffingen/afwijkingen van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het bepaalde in deze beheersverordening.
Naam van het bestemmingsplan | Vastgesteld | Goedgekeurd |
Fitland, integrale herziening 2009 | 09-02-2010 | 07-05-2010 |
Schoolstraat 26a-28, Mill | 04-02-2010 | 20-04-2010 |
Karstraat 32 | 10-07-2003 | 03-10-2003 |
Open plekken | 19-09-2002 | 08-04-2003 |
Kanaalzone | 16-03-2000 | 08-06-2000 |
Schoolstraat 12 – Brouwershof, 1e herziening van het bestemmingsplan Centrum Mill | 27-01-2000 | 17-04-2000 |
Buitengebied 1998 | 29-01-1999 | 07-09-1999 (ged.) |
Centrum Mill | 29-03-1988 | 08-11-1988 |
Buitengebied 1987 | 15-12-1987 | 29-07-1988 |
Sporthal te Mill | 27-05-1980 | 21-10-1980 |
Plan tot herziening van het Uitbreidingsplan in hoofdzaak der gemeente Mill en St. Hubert, “Plan 1962”. | 28-12-1962 |
26-01-1966 |
Naam van het projectbesluit | Vastgesteld | |
Sociaal Cultureel Centrum, Centrumplan Mill | 29-06-2010 | n.v.t. |
Fitland Sanavisie | 21-06-2011 | n.v.t. |
Bernardstraat, Centrumplan Mill | 29-03-2011 | n.v.t. |
Tabel 1. Vigerende bestemmingsplannen en projectbesluiten.
de beheersverordening 'Mill centrum' van de gemeente Mill en Sint Hubert.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0815.BHV13048BMI-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning.
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
een (gedeelte) van een bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een bedrijf dat gericht is op het vervaardigen bewerken en/of verwerken van producten zoals genoemd in de bijlagen van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ niet zijnde detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en horeca.
een bedrijf van maximaal milieucategorie 2, dat in een woning en de daarbij behorende bebouwing door de bewoner wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten zoals genoemd in de bijlagen van de VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’: Bedrijf aan huis, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
in uitoefening van een bedrijf.
een woning, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming, noodzakelijk is.
de totale oppervlakte van de voor beroep- of bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de opslag- en administratieruimten en dergelijke.
een dienstverlenend beroep dat in een woning en de daarbij behorende bebouwing door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de bebouwing en het gebruik, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van de beheersverordening, met inbegrip van bebouwing en gebruik krachtens een op het moment van de inwerkingtreding van de beheersverordening verleende (omgevings)vergunning.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
voorzieningen, die horen bij de betreffende bedrijfsvoering of functie en/of bouwvlakken.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. Een als 'bebouwingsvlak' aangegeven vlak valt ook binnen dit begrip.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een bouwwerk, vrijstaand of aangebouwd aan een gebouw, ter vergroting van het woongenot, ondersteund door palen of kolommen, dat maximaal aan twee zijden gesloten is. Indien de carport wordt gebouwd tegen een gebouw op het aangrenzend perceel zijn er maximaal drie gesloten zijden toegestaan.
waarden en kernmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen, verhuren en leveren van goederen geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, keukens en sanitair, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen, alsmede bouwmarkten.
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
hoekige of ronde uitbouw aan gevel.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
een woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau.
reconstructie, wederopbouw, opnieuw bouwen.
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mag worden gebruikt.
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf. Onder te verdelen in drie categorieën.
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
wonen in een ondergeschikt deel van een woning als medegebruiker van het pand.
een geformaliseerde hangplek voor jongeren in de vorm van een overkapping al dan niet met zitgelegenheid.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
het bieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
detailhandel, die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdbestemming.
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren, zoals een kantine in een verenigingsgebouw of sportvoorziening.
een activiteit met een zodanige beperkte omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil.
grens van een bouwperceel.
faciliteit, bijvoorbeeld een sportveld, sprothal of soortgelijke accommodatie, waar lichamelijke activiteiten kunnen worden beoefend.
bouwwerken, bedoeld als voorziening in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de openbare ruimte, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, informatieborden, zitbanken, hekken, speeltoestellen en hondentoiletten.
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen, alsmede door garages geschakelde woningen waarbij het hoofdgebouw aan één zijde op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden.
de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekperceel met een grondgebonden woning is er slechts sprake van één voorgevel).
een woning waarvan het hoofdgebouw vrijstaat van andere hoofdgebouwen.
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De in tabel 2 benoemde artikelen worden vervangen door de onderstaande leden, met dien verstande dat voor zover goot- en/of bouwhoogtes voor hoofdgebouwen genoemd zijn in de voorschriften/regels van de in tabel 2 genoemde artikelen, deze onverkort van toepassing blijven:
Naam van het bestemmingsplan | Artikelen | |
Open plekken | Artikel 9 - Woondoeleinden | |
Schoolstraat 12 Brouwershof | Artikel 3A - Woondoeleinden | |
Kanaalzone | Artikel 14 - Woondoeleinden | |
Centrum Mill | Artikel 3 - Woondoeleinden in diverse klassen |
Tabel 2.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen (zie hiertoe mede lid 7.3), water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
mogen uitsluitend de genoemde type(n) worden gebouwd, tenzij in de vooschriften een ander type is aangegeven.
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
oppervlakte bouwperceel | maximale oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
0 m² tot 125 m² | 50 m² |
125 m² tot 250 m² | 75 m² |
250 m² tot 500 m² | 100 m² |
500 m² tot 1000 m² | 125 m² |
vanaf 1000 m² | 150 m² |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende regels:
Een beroep aan huis moet voldoen aan de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het gebruik van de gronden en bouwwerken behorende bij een woning voor een bedrijf aan huis, detailhandel of dienstverlening van ondergeschikte aard in een gedeelte van het hoofdgebouw en/of een bijbehorend bouwwerk mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.3.2 onder a en b, ten behoeve van het gebruik als afhankelijke woonruimte in een gedeelte van het hoofdgebouw en/of bijbehorend bouwwerk mits:
Afwijkingen als bedoeld in lid 4.4.1 en 4.4.2 kunnen slechts worden verleend, mits:
Voor zover de gronden zijn gelegen binnen de categorieën 2, 3, 4 en 5 volgens de als Bijlage 15 in deze regels opgenomen Archeologische beleidskaart, geldt dat de gronden behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd zijn voor 'Waarde - Archeologie' en daarmee het behoud en de bescherming van de (te verwachten archeologische) waarden van de gronden.
Categorie | Verwachtingswaarde | Onderzoeksverplichting |
Categorie 1 | Monumenten | Niet van toepassing |
Categorie 2 | Gebieden van zeer hoge archeologische waarde en historisch geografische objecten met een archeologische relevantie | Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 40 cm en een verstoringsoppervlakte van meer dan 100 m² |
Categorie 3 | Gebieden van hoge archeologische waarde | Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 40 cm en een verstoringsoppervlakte van meer dan 250 m² |
Categorie 4 | Gebieden met een hoge archeologische verwachting | Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 40 cm en een verstoringsoppervlakte van meer dan 250 m². |
Categorie 5 | Gebieden met een middelhoge archeologische verwachting en na-oorlogse woonwijken en industriegebieden die in een gebied van hoge archeologische verwachting liggen |
Onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 40 cm en een verstoringsoppervlakte van meer dan 2.500 m² |
Categorie 6 | Gebieden met een lage archeologische verwachting |
Geen onderzoeksplicht |
Categorie 7 | Gebieden zonder een archeologische verwachting of archeologisch vrijgegeven | Geen onderzoeksplicht |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 5.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in artikel 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, zonnecollectoren, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- of bestemmingsgrens of de bouwhoogte met niet meer dan 1,0 m wordt overschreden.
In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of de afstand tot enige aanduiding van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, op tijdstip van inwerkingtreding van deze beheersverordening minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze planregels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Voor wat betreft de functie wonen moet per woning ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hiervoor dienen de normen zoals opgenomen in de publicatie ‘Parkeerkencijfers – basis voor parkeernormering (CROW)’ te worden gehanteerd.
Voor wat betreft functies anders dan wonen moet, indien de omvang, het gebruik of de bestemming van een gebouw of terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, dan wel op het betreffende terrein, overeenkomstig de in de publicatie ‘Parkeerkencijfers - basis voor parkeernormering (CROW)’opgenomen normen.
De in artikel 7.3.1 en 7.3.2 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
Indien het gebruik of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, overeenkomstig de publicatie 'parkeerencijfers - basis voor parkeernormering (CROW)' opgenomen normen.
Burgemeester en wethouders kunnen toestemming verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 7.3.1, 7.3.2 en 7.3.3:
Wanneer niet anderzins een afwijking van de bestemmingsplanregels van de in artikel 1.1 benoemde bestemmingsplannen mogelijk is, kan door middel van een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordening 'Mill centrum'.