direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Liesselseweg 214a, Breemortelweg 20-22, Deurne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201716-C001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

Het voorliggend bestemmingsplan is opgesteld om de ruimtelijke ontwikkelingen op twee locaties mogelijk te maken.

Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Liesselseweg 214a: Uitbreiding van de bebouwing op de bestaande veeverzamelplaats van het veetransportbedrijf 'Varkenshandel Van den Eijnden'.
  • Breemortelweg 20-22: Saneren van de bestaande varkenshouderij en ontwikkeling van een kleinschalige woon-werklocatie.

1.2 Zorgvuldige voorbereidingsprocedure

Het ontwerpbestemmingsplan 'Liesselseweg 214a, Breemortelweg 20-22, Deurne' heeft voor de eerste keer ter inzage gelegen van 31 januari tot en met 12 maart 2020. Tijdens de inzagetermijn is eenieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Er zijn tijdens de eerste inzageperiode twee zienswijzen ingediend.

Na de inzagetermijn heeft de ontwikkeling enige tijd on-hold gestaan. In de tussenliggende periode is het bestemmingsplan 'Herstelbestemmingsplan Deurne 2021' vastgesteld, is nieuwe jurisprudentie beschikbaar gekomen omtrent extern salderen met stikstof en is op de locatie Breemortelweg 20-22 bebouwing gesloopt. Verder heeft de provincie Noord-Brabant een nieuwe Beleidsregel vastgesteld, waarmee maatwerk kan worden geleverd voor het oprichten van een zogenoemde 'maatwerkwoning' als kwaliteitsverbetering. De beoogde ontwikkeling is in de basis ongewijzigd gebleven.

Gelet op de gewijzigde uitgangspunten en het feit dat de gebruikelijke termijn van 12 weken tussen ontwerp en vaststelling (art. 3.8 lid 1 onder d van de Wro) ruimschoots overschreden is, wordt het bestemmingsplan voor de tweede keer als ontwerp ter inzage gelegd. Hiermee wordt voorzien in een zorgvuldige voorbereidingsprocedure. De eerder ingediende zienswijzen worden in het kader van het voorliggend ontwerpbestemmingsplan niet voorzien van een reactie van de gemeenteraad, maar zijn in het kader van de voorbereiding wel betrokken bij totstandkoming van het tweede ontwerpbestemmingsplan. Eenieder wordt opnieuw in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen tijdens de tweede inzagetermijn.

Het eerste ontwerpbestemmingsplan is gepubliceerd met het kenmerk NL.IMRO.0762.BP201716-B001. Het tweede ontwerpbestemmingsplan is gepubliceerd met het kenmerk NL.IMRO.0762.BP201716-B002.

1.3 Overgangsrecht Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd, dan blijft het oude recht blijft van toepassing tot het bestemmingsplan van kracht is. Dit volgt uit artikel 4.6, lid 2, sub a, onder 1, van de Invoeringswet Omgevingswet. In het overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet is gekozen voor een eerbiedigende werking voor op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet reeds lopende procedures. Dit betekent dat een voorbereidingsprocedure voor besluitvorming die in gang is gezet vóór de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet en waarvan de besluitvorming, inclusief een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure tegen dat besluit, op die datum nog niet is afgerond, wordt afgewikkeld volgens het oude recht. Met het 'oude recht' worden zowel de inhoudelijke als de procedurebepalingen bedoeld die op die besluiten van toepassing zijn. Zodra het voorliggend bestemmingsplan van kracht is, wordt het onderdeel van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 4.6, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.

De gemeente Deurne heeft de procedure van het voorliggend bestemmingsplan vóór 1 januari 2024 opgestart. Het voorliggend bestemmingsplan kan daarom worden vastgesteld op basis van het 'oude recht'. In deze toelichting en de bijbehorende ruimtelijke onderbouwingen wordt uitsluitend ingegaan op het oude recht.

1.4 Plangebied

Het plangebied bestaat uit twee locaties in het buitengebied van de gemeente Deurne. Zie onderstaande afbeelding met de ligging van de locaties binnen de gemeente.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201716-C001_0001.png"

Situering planlocaties

1.5 Aanpak

Voor beide deellocaties is door de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, inclusief de bijbehorende onderzoeken. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen. In voorliggende toelichting is een beknopte samenvatting van de beoogde ontwikkelingen opgenomen.

1.6 Geldend bestemmingsplan

De vigerende situatie van de verschillende deellocaties is vastgelegd in het bestemmingsplan 'Herstelbestemmingsplan Buitengebied Deurne 2021' (vastgesteld, 5 juli 2022). In de beschrijving van ieder individueel planonderdeel is in de betreffende ruimtelijke onderbouwing beschreven op welke wijze de planlocatie in het geldend bestemmingsplan is bestemd.

1.7 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk volgt in Hoofdstuk 2 een beknopte samenvatting van de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in op de juridische aspecten van de plannen en licht (onderdelen uit) de planregels toe. Tenslotte wordt in Hoofdstuk 4 ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planonderdelen

2.1 Inleiding

Voor het buitengebied van de gemeente Deurne zijn door de initiatiefnemer bij de gemeente twee voorstellen ingediend voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn afzonderlijk getoetst aan de relevante wet- en regelgeving. Voor de afzonderlijke ontwikkelingen zijn ruimtelijke onderbouwingen opgesteld die onderdeel uitmaken van dit bestemmingsplan. De ruimtelijke onderbouwingen zijn als bijlage bij de toelichting opgenomen. De bijbehorende onderzoeken zijn hierbij ook toegevoegd. Het betreft navolgende locaties, beiden te Deurne:

2.2 Liesselseweg 214a

De voorliggende ruimtelijke onderbouwing is opgesteld om de bedrijfsgebouwen van het bedrijf op de locatie Liesselseweg 214a te Deurne uit te breiden. Dit betreft het ter plaatse gevestigde bedrijf “Varkenshandel Van den Eijnden”. De huidige verdeling in de bedrijfsgebouwen en de oppervlakte van de beide gebouwen is niet toereikend voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering. Ook de combinatie van was- en spoelplaats en veeverzamelplaats in één gebouw is niet wenselijk vanuit hygiëne.

Het plan betreft het uitbreiden van de beide bedrijfsgebouwen, waarbij de veeverzamelplaats wordt verplaatst en ruimte wordt gecreëerd om zowel laden als lossen inpandig te gaan laten plaatsvinden. Hiermee wordt de veeverzamelplaats gescheiden van de was- en spoelplaats. Ten behoeve van het plan is tevens een landschappelijk plan uitgewerkt voor de landschappelijke inrichting en kwalitatieve maatregelen in het kader van ruimtelijke kwaliteit.

2.3 Breemortelweg 20-22

Op de locatie Breemortelweg 20-22 te Deurne beschikt initiatiefnemer over een voormalige varkenshouderij. Het planvoornemen bestaat er uit om de bestaande bedrijfswoningen te bestemmen als burgerwoningen en het toevoegen van een maatwerkwoning op basis van de 'Beleidsregel maatwerk omgevingskwaliteit Noord-Brabant', waarbij de varkensstallen worden verwijderd en de agrarische activiteiten definitief worden beëindigd.

Hoofdstuk 3 Juridische aspecten

3.1 Algemeen

Een bestemmingsplan is een planologische regeling die zowel de burger als de overheid rechtstreeks bindt. De regels en verbeelding dienen als één geheel te worden beschouwd en kunnen niet los van elkaar worden gezien.

De toelichting op de regels en verbeelding is niet juridisch bindend, maar biedt wel inzicht in de belangenafweging die tot de aanwijzing van bestemmingen heeft geleid en kan bovendien dienst doen bij planinterpretatie.

Om inzicht te geven in de juridische opzet zijn hierna de systematiek en de opbouw van het bestemmingsplan toegelicht.

3.1.1 Vergelijkbare bestemmingsplannen

SVBP 2012 geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. Dit om de gewenste vergelijkbaarheid zeker te stellen. De standaarden hebben geen betrekking op de toelichting van het bestemmingsplan. De toelichting maakt immers - strikt juridisch gezien - geen deel uit van het bestemmingsplan.

De verbeelding van het bestemmingsplan bestaat uit een verzameling geografische bepaalde objecten, die zijn opgeslagen in een digitaal ruimtelijk informatiesysteem. De objecten zijn voorzien van bestemmingen met bijbehorende doeleinden en regels. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat de standaarden geen betrekking hebben op de inhoud van een bestemmingsplan.

3.1.2 Bestemmingen

Het centrale onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de in het plan begrepen grond bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden. Aan de bestemmingen zijn regels gekoppeld over het gebruik van de in het plan begrepen grond en van de zich daar bevindende bouwwerken.

Dit bestemmingsplan bevat ook dubbelbestemmingen. Deze overlappen bestemmingen en geven eigen regels, waarbij sprake is van een rangorde tussen de bestemmingen en de dubbelbestemmingen.

Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken binnen een bestemming of dubbelbestemming nader of specifieker te regelen. Het gaat hierbij om specificaties met betrekking tot het gebruik of de bouwmogelijkheden. De aanduidingen hebben daardoor juridische betekenis en komen ook altijd in de regels van het bestemmingsplan voor.

3.1.3 Verbeelding

De verbeelding heeft een belangrijke rol bij het bepalen van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden in het buitengebied. Daartoe zijn op de verbeelding bestemmingsvlakken en aanduidingen opgenomen. Aan de ondergrondgegevens op de verbeelding, zoals ingetekende gebouwen, kunnen geen rechten worden ontleend. Daar staat tegenover dat het ontbreken van dergelijke ondergrondgegevens ook niet leidt tot een beperking van rechten. De ondergrondgegevens hebben dus uitsluitend een illustratief karakter. Deze gegevens zijn een hulpmiddel voor het bepalen van bestemmingsvlakken en bouwvlakken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201716-C001_0002.png"

Verbeelding

3.2 Opbouw regels

De opbouw van de regels is gelijk aan Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De opbouw is als volgt:

  • betekenisafspraken (Hoofdstuk 1 Inleidende regels);
  • de gebruiks- en bouwregels per bestemming (Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels);
  • algemene regels (Hoofdstuk 3 Algemene regels);
  • overige regels (Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels).

Een bestemmingsartikel (Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels) wordt uit de volgende leden in deze volgorde opgebouwd:

  • bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels;
  • nadere eisen;
  • afwijken van de bouwregels;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijken van de gebruiksregels (niet van toepassing in dit plan);
  • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
  • wijzigingsbevoegdheid (niet van toepassing in dit plan).

Ontwikkelingen die niet in de regels mogelijk zijn gemaakt, zijn uitsluitend mogelijk via een buitenplanse procedure.

De planregels zijn gebaseerd op het bestemmingsplan 'Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied'.

3.3 Bestemmingen

3.3.1 Locatie Liesselseweg 214a te Deurne

Bedrijf - Buitengebiedgebonden: Met deze bestemming wordt voor de veeverzamelplaats van het veetransportbedrijf 'Varkenshandel Van den Eijnden' geregeld dat er meer bebouwing is toegestaan. Vanwege geurregelgeving zijn er specifieke aanduiding opgenomen om te regelen dat er een gebied is waarbinnen het verladen en verhandelen van varkens niet is toegestaan en een gebied waarbinnen geen emissiepunt is toegestaan.

Ter plaatse is een landschappelijke inpassing en kwaliteitsverbetering vereist. Deze is door middel van een voorwaardelijke verplichting geformuleerd, waarbij is geregeld dat deze ter plaatse van de aanduiding 'groen' alsmede in de bestemming 'Groen' moet worden gerealiseerd.

Groen: Deze bestemming is opgenomen om de kwaliteitsverbeterende maatregelen een passende bestemming te geven.

3.3.2 Locatie Breemortelweg 20-22 te Deurne

Groen: Ook voor de locatie Breemortelweg is deze bestemming opgenomen om de kwaliteitsverbeterende maatregelen een passende bestemming te geven. De kwaliteitsverbetering bestaat hier uit een lossere groene aanplant, waartussen bijvoorbeeld dieren zouden kunnen grazen.

Wonen: De woningen hebben ieder een eigen bestemmingsvlak. Hierbinnen is de nieuw- en herbouw geregeld. Ook hier geldt dat een kwaliteitsverbetering vereist is, welke als voorwaardelijke verplichting is geregeld. Voor de kwaliteitsverbeterende maatregelen is de bestemming 'Groen' opgenomen. Ook de sloop van de voormalige agrarische bebouwing is als voorwaardelijke verplichting opgenomen, gekoppeld aan de bouw en het gebruik van de woningen.

In combinatie met de bestemming 'Groen' is daarmee het vigerende agrarische bouwvlak herbestemd.

3.4 Algemene aanduidingsregels

De gebiedsaanduidingen met de bijbehorende regeling zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan “Herstelbestemmingsplan Buitengebied Deurne 2021”.

3.5 Algemene afwijkingsregels

De algemene afwijkingsregels zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan “Herstelbestemmingsplan Buitengebied Deurne 2021 ”.

Hoofdstuk 4 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.1 Economische haalbaarheid

Het voorliggende bestemmingsplan 'Liesselseweg 214a, Breemortelweg 20-22' is opgezet als postzegelbestemmingsplan. Er zijn voor de gemeente Deurne geen uitvoeringskosten waarvoor een specifiek onderzoek naar economische aspecten moet worden uitgevoerd.

De nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen, betreffen particuliere initiatieven op eigen gronden. Voor deze ontwikkelingen hoeft de gemeente Deurne geen maatregelen uit te voeren. Ook hoeft de gemeente geen aan- of verkopen te doen. In overeenstemming met artikel 6.24 Wet ruimtelijke ordening heeft de gemeente de kosten verhaald op de initiatiefnemers via een (anterieure) overeenkomst. Als er geen sprake is van een bouwplan (artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening) dan zijn de kosten op grond van de legesverordening op de initiatiefnemers verhaald. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is nader ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van dat specifieke plan. De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan is hiermee voldoende gewaarborgd.

4.2 Maatschappelijke aanvaardbaarheid

4.2.1 Vooroverleg

Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijke ontwikkeling overleg moeten plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Het bestemmingsplan is in 2019 aan de provincie en het waterschap toegezonden. De gemaakte opmerkingen zijn destijds beoordeeld en zo nodig in het bestemmingsplan verwerkt. De provincie Noord-Brabant heeft in 2020 een zienswijze ingediend in verband met het ontbreken van de Ruimte-voor-Ruimtetitel. Deze zienswijze is meegenomen in de totstandkoming van het tweede ontwerpbestemmingsplan.

4.2.2 Omgevingsdialoog

Voor beide initiatieven is een omgevingsdialoog gevoerd. De omwonenden in de directe omgeving van het plangebied zijn op de hoogte gebracht van de plannen en hebben de stukken online kunnen inzien. De omgevingsdialoog is voor beide ontwikkelingen toegevoegd als bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing.

4.2.3 Ontwerpbestemmingsplan

Het ontwerpbestemmingsplan met kenmerk NL.IMRO.0762.BP201716-B002 heeft op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens de inzagetermijn is eenieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen. Gedurende deze periode is één zienswijze ingediend. Verder heeft het waterschap tijdens de inzageperiode een bericht gestuurd dat het waterschapsbelang voldoende is meegenomen in het ontwerpbestemmingsplan.

De ingediende zienswijze is beoordeeld en voorzien van een gemeentelijke reactie in de 'nota van zienswijzen'. Deze nota is toegevoegd als Bijlage 4 bij de toelichting. De zienswijze wordt meegenomen in de besluitvorming.