direct naar inhoud van Artikel 7 Detailhandel
Plan: Buitengebied Giessenlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8001-vast

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek': het behoud en de bescherming van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum': uitsluitend een tuincentrum;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - non-food': uitsluitend een kleinschalige detailhandel in non-food artikelen met ondergeschikte horecavoorziening;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is 1 bedrijfswoning met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen toegestaan;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. met de maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven hoeveel van de gronden binnen het bouwvlak bebouwd mogen worden; indien geen maatvoeringsaanduiding is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • c. bedrijfsgebouwen dienen aaneengebouwd te worden, met uitzondering van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
  • d. voor zover niet in de erfscheiding wordt gebouwd, dient de afstand van gebouwen tot de erfscheiding ten minste 2 m te bedragen;
  • e. de inhoud van een bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) mag niet meer dan 850 m³ bedragen;
  • f. het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning mag ten hoogste 75 m² bedragen met een goothoogte van ten hoogste 3 m;
  • g. indien een niet-inpandige bedrijfswoning niet in de erfscheiding wordt gebouwd dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 4 m te bedragen;
  • h. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen achter de voorgevelrooilijn gebouwd te worden;
  • i. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1 m bedragen;
  • j. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders mag ten hoogste 2 m bedragen;
  • k. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen.
7.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • c. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel is niet toegestaan.
7.4 Wijzigingsbevoegdheid
7.4.1 Wro-zone - wijzigingsgebied-1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Detailhandel, tuincentrum ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied-1' te wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het volgende:

  • a. bij sloop van het grote bedrijfsgebouw, inclusief bedrijfswoning, kan elders op het perceel een nieuwe woning teruggebouwd worden, met inachtneming van de rooilijnen in het lint;
  • b. bij sloop van het grote bedrijfsgebouw, exclusief bedrijfswoning, kan de bestaande woning vergroot worden;
  • c. ter plaatse mag één woning gerealiseerd worden van ten hoogste 850 m3, waarbij de regels uit artikel 22 van toepassing zijn;
  • d. de expositie- en verkoopruimte mag behouden worden, tot maximaal 150 m2 en mag in gebruik genomen worden als berging of garage bij de woning;
  • e. de initiatiefnemer dient met beeldkwaliteitsplan met inrichtingschets aan te tonen dat met de wijziging een ruimtelijke kwaliteitswinst wordt behaald en dat de nieuwe inrichting stedebouwkundig past binnen haar omgeving;
  • f. de woning dient dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn; er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  • g. de geluidsbelasting aan de gevel van de woning ten gevolge van weg- en railverkeer mag de voorkeursgrenswaarde dan wel de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.