direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Buitengebied Giessenlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8001-vast

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een bedrijf uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot': uitsluitend een baggerspeciedepot;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': uitsluitend een gemaal;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'; uitsluitend een nutsvoorziening;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij': uitsluitend een paardenpension;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg-verkoop;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg-verkoop;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie': uitsluitend een waterzuiveringsinstallatie;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': uitsluitend een windturbine;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - asfaltverwerkingsbedrijf': uitsluitend een asfaltproductie-, -bewerkings- en -verwerkingsbedrijf;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kantoor en laboratorium': uitsluitend kantoren, laboratoria en een dienstwoning;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslagbedrijf': uitsluitend een opslagbedrijf in ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - showroom': uitsluitend een showroom;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voedingsstation': uitsluitend een voedingsstation voor de distributie van elektriciteit, aardgas, stoom of warm water;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voormalig agrarisch bedrijf: een voormalig agrarisch bedrijfscomplex;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek': het behoud en de bescherming van de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden;

alsmede voor:

  • q. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf': een agrarisch loonbedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.12;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een caravanstalling;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': een hoveniersbedrijf;
  • t. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een opslagbedrijf;
  • u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf': een aannemersbedrijf;
  • v. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandel en reparatie': een autohandel en autoreparatiebdrijf alsmede een autoplaatwerkerij en spuiterij;
  • w. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – autoschadebedrijf': een autoschadeherstelwerkplaats met spuiterij met ondergeschikte detailhandel en opslag;
  • x. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijf in aluminium bouwdelen': een bedrijf in aluminium bouwdelen;
  • y. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - Bevi': een Bevi-inrichting;
  • z. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - foeragehandel': een foeragehandel;
  • aa. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtverwerkingsbedrijf': een houtverwerkingsbedrijf;
  • ab. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - tectyleerbedrijf': een tectyleerbedrijf;
  • ac. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf': een transportbedrijf;
  • ad. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veevoederbedrijf': een veevoederbedrijf;
  • ae. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, nutsvoorzieningen, paardenbakken, in- en uitritten, ontsluitingswegen en voet- en fietspaden, bruggen, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen van water.
6.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen, daaronder begrepen overkappingen;
  • b. bedrijfsgebonden kantoren;
  • c. bedrijfswoning met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder tevens paardenbakken begrepen worden;

met dien verstande dat:

  • e. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan.

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. met de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven hoeveel van de gronden binnen het bouwvlak bebouwd mag worden met bedrijfsgebouwen; indien geen maatvoeringsaanduiding is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • b. het op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage mag met 10% worden verruimd, indien geen bebouwingspercentage is opgenomen mag het oppervlak van de bestaande bebouwing met 10% worden vergroot;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voormalige bedrijfsbebouwing' geldt het volgende:
    • 1. de bestaande bebouwing mag in geen geval worden uitgebreid in oppervlak of hoogte;
    • 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan, waarbij wordt opgemerkt dat herbouw van bestaande gebouwen op dezelfde locatie zonder uitbreiding in oppervlak en hoogte wel is toegestaan;
  • d. de goothoogte mag ten hoogste 4 m bedragen, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximale goothoogte' anders is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte mag ten hoogste 10 m bedragen, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximale bouwhoogte' anders is aangegeven;
  • f. in afwijking van het gestelde onder d is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - asfaltverwerkingsbedrijf' een asfaltmenginstallatie met een bouwhoogte van ten hoogste 40 m toegestaan;
  • g. bedrijfsgebouwen dienen op een afstand van 1,5 m uit de zijerfgrens te worden gebouwd;
  • h. indien de gebouwen niet aaneen gebouwd worden, dient de onderlinge afstand ten minste 3 m te bedragen;
  • i. per bedrijf mag het kantooroppervlak niet meer bedragen dan 50% van het bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 2.000 m².

6.2.2 Bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen inclusief aan- en uitbouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per bouwvlak mag één bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen) gebouwd worden, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximum aantal wooneenheden' of met de functieaanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' anders is weergegeven;
  • b. de inhoud per bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) mag ten hoogste 850 m³ bedragen;
  • c. het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 75 m² met een goothoogte van ten hoogste 3 m;
  • d. de goothoogte mag ten hoogste 4 m bedragen, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximale goothoogte' anders is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte mag ten hoogste 10 m bedragen;
  • f. indien een niet-inpandige bedrijfswoning niet in de erfscheiding wordt gebouwd, dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 4 m te bedragen.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders mag ten hoogste 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • d. de ashoogte van windturbines ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' bedraagt ten hoogste 110 m;
  • e. ten behoeve van paardenbakken gelden de volgende bouwregels:
    • 1. per bouwvlak is ten hoogste één paardenbak toegestaan;
    • 2. de afmeting van de paardenbak bedraagt maximaal 20 bij 40 m;
    • 3. de paardenbak dient achter de bebouwing gerealiseerd te worden;
    • 4. het woon- en leefklimaat mag niet onevenredig worden aangetast, waarbij in ieder geval een afstand van minimaal 25 m wordt aangehouden ten opzichte van (bedrijfs)woningen van derden;
    • 5. lichtmasten zijn niet toegestaan;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - asfaltverwerkingsbedrijf' gelden de volgende bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
    • 1. de bouwhoogte voor lichtmasten bedraagt ten hoogste 20 m;
    • 2. de bouwhoogte van een transportbandkast bedraagt ten hoogste 12 m;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 8 m;
    • 4. in afwijking van het gestelde in lid 1.84 wordt onder peil verstaan: 2,2 m +NAP.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Ten behoeve van afstandsmaten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 6.2.1 onder g en h, teneinde grotere afstandsmaten toe te staan, met inachtneming van het volgende:

  • a. de grotere afstandsmaten dienen noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering;
  • b. de bereikbaarheid ingeval van calamiteiten dient voldoende gewaarborgd te blijven.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - Bevi';
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslagbedrijf' buitenopslag niet is toegestaan;
  • f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 2.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg' en 'verkooppunt voor motorbrandstoffen - met lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 125 m²;
  • h. binnen het bouwvlak mag ten hoogste één toercaravan buiten gestald worden.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 6.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd.