direct naar inhoud van Artikel 9 Groen
Plan: Meerzicht - Westerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00032-0004

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. park-,sport- en/of speelvoorzieningen;
  • c. water;
  • d. langzaam verkeersroutes;
  • e. extensieve recreatie;
  • f. in- en uitritten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens een voet- en fietsbrug;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' tevens voor een raillijn met bijbehorende spoorbanen, wissels en overige constructies alsmede haltevoorzieningen, daaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen,

met daaraan ondergeschikt:

  • i. beweiding;
  • j. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • k. kunstwerken;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. objecten van beeldende kunst;
  • n. schuilhutten;
  • o. speelvoorzieningen;
  • p. vlaggenmasten en lichtmasten;

met de daarbij behorende bouwwerken.

9.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de in lid 9.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bestemmingsvlak zijn maximaal 2 schuilhutten toegestaan;
  • c. de oppervlakte van een schuilhut bedraagt maximaal 25 m² en de bouwhoogte van een schuilhut mag maximaal 3 m bedragen;
  • d. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van een nutsvoorziening mag maximaal 10 m² bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 5 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van beheer en onderhoud, park-, sport en/of speelvoorziening mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' mogen geen gebouwen worden gebouwd, behalve uitsluitend ten behoeve van 'railverkeer'.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 1,5 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen, vlaggenmasten, speelvoorzieningen en lichtmasten mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • c. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 15 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' - anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer, en lichtmasten - maximaal 10 m bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van het spoor.
9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 voor het bouwen van een ruimere schuilhut mits:

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van de gronden voor een paardenbak of buitenrijbaan;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca en detailhandel;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.