direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer
Plan: Meerzicht - Westerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00032-0004

Artikel 16 Verkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen bestaande uit:

  • a. rijstroken voor het gemotoriseerd verkeer waarvan het aantal rijstroken, met uitzondering van in- en uitvoegstroken en opstelstroken, niet meer mag bedragen dan:
    • 1. twee rijstroken voor de Meerzichtlaan;
    • 2. twee rijstroken voor de Leidschendamseweg;
  • b. fietsenstallingen;
  • c. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  • d. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. kunstwerken;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. objecten van beeldende kunst;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. reclameobjecten;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • m. water;
  • n. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • o. windbeperkende voorzieningen;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens een voet- en fietsbrug;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' tevens een raillijn met bijbehorende spoorbanen, wissels en overige constructies alsmede haltevoorzieningen, daaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen;

met de daarbij behorende bouwwerken.

16.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 16.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van nutsvoorzieningen en fietsenstallingen met inachtneming van de volgende regels:

  • d. de oppervlakte van een gebouwde nutsvoorziening mag maximaal 10 m² bedragen en de bouwhoogte maximaal 5 m;
  • e. de oppervlakte van een gebouwde fietsenstalling mag maximaal 10 m² bedragen en de bouwhoogte maximaal 3 m;
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag maximaal 10 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken, lichtmasten, objecten van beeldende kunst en speelvoorzieningen mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van reclameobjecten mag maximaal 2 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' mag - anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer - maximaal 3 m bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van het spoor.
16.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.