direct naar inhoud van 5.4 Toelichting op de regels
Plan: Willem Dreespark e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0256ZDreespark-50VA

5.4 Toelichting op de regels

Het bestemmingsplan bestaat uit een digitale plankaart, regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels.

De regels zijn als volgt ingedeeld:

  • 1. Inleidende regels. De inleidende regels (artikel 1 en 2) lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten (hoogte, diepte et cetera) die moet worden gehanteerd.
  • 2. Bestemmingsregels. De bestemmingsregels (artikel 3 tot en met 11) bevatten voor elke bestemming een omschrijving van de bestemming en bouwregels. Als specifiek voor een bestemming een afwijkingsbevoegdheid geldt, is deze in het betreffende artikel opgenomen.
  • 3. Algemene regels. De algemene regels (artikel 12 tot en met 15) bevatten voor alle bestemmingen geldende regels: algemene bouwregels, algemene gebruiksregels en algemene afwijkingssregels.
  • 4. Overgangs- en slotregels. Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 17, de slotregel in artikel 18.
5.4.1 Inleidende regels


In artikel 1 worden belangrijke begrippen die in het plan veel voorkomen, nader gedefinieerd.
Aandacht verdienen de begrippen aan-huis-gebonden bedrijf, en aan-huis-gebonden beroep. Wanneer in de bestemmingsregels wonen is toegestaan, is impliciet ook het uitoefenen van een aan-huis-gebonden bedrijf en/of beroep toegestaan.
Op basis van jurisprudentie mogen deze activiteiten:
- geen hinder voor de woonsituatie opleveren;
- naar de aard en visueel geen afbreuk doen aan het karakter van de woning;
- geen detailhandel en/of horeca betreffen;
- geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen parkeerproblemen in de omgeving veroorzaken.

In artikel 2 is aangegeven hoe afstanden en maten die in de regels worden voorgeschreven, moeten worden gemeten. Het definiëren van begrippen en de aanwijzingen voor het meten, vergroten de duidelijkheid en de rechtszekerheid. De regeling voor bestaand gebruik dat afwijkt van de bestemming is onderdeel van de algemene gebruiksregels.

5.4.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

De bestemming Bedrijf is toegekend aan een deel van de bedrijven aan de Fruitweg, aan de bedrijven aan het Willem Dreespark en het tankstation aan de Troelstrakade. Andere bedrijven zijn opgenomen binnen de bestemming Gemengd.

De bedrijven aan het Willem Dreespark zijn gelegen in een gemengd gebied. Bedrijven zijn toegestaan in de milieucategorieën A en B van de Staat van bedrijven bij functiemenging, zoals is opgenomen in bijlage 2 van de regels. De bedrijven aan de Fruitweg maken deel uit van een bedrijventerrein. Voor deze bedrijven is de milieucategorisering van de Staat van bedrijven op bedrijventerreinen aangehouden. Deze lijst is opgenomen in bijlage 3 van de regels. Bedrijven tot en met milieucategorie 2 zijn toegestaan.

Voor het tankstation aan de Troelstrakade is een specifieke aanduiding opgenomen op de plankaart: 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'. Hier is uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen toegestaan.

De bouwvlakken mogen volledig worden bebouwd. Met uitzondering van het tankstation komen deze bouwvlakken overeen met de bestemmingsgrenzen, wat inhoudt dat de volledige percelen mogen worden bebouwd.

Artikel 4 Gemengd

Voor de bedrijven binnen de gemengde bestemming is dezelfde systematiek aangehouden als binnen de bestemming Bedrijf. Daarnaast zijn in deze bestemming sportvoorzieningen, dansscholen, een leerwerkbedrijf en maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Omdat de maatschappelijke functies nabij bedrijven en de spoorlijn Delft-Leiden zijn gelegen, zijn alleen maatschappelijke functies toegestaan voor zover het geen inrichtingen betreffen die worden genoemd in artikel 1 van het Besluit geluidhinder en zich verenigen met de omliggende bedrijven.

Een garagebedrijf, kantoren, onderwijsvoorzieningen en kinderopvang zijn met een specifieke aanduiding op de plankaart bestemd. Bebouwing is toegestaan binnen de bouwvlakken op de plankaart. De bouwvlakken mogen volledig worden bebouwd.

Artikel 5 Groen

De gronden met de bestemming 'Groen' zijn bestemd voor: groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, voet- en fietspaden, straatmeubilair en scootmobielbergingen. Voor laatstgenoemde geldt dat die scootmobielbergingen die op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig waren, mogen worden herbouwd. De hoogte en oppervlakte mag niet worden vergroot.

Artikel 6 Verkeer - Straat

Wegen met de bestemming Verkeer - Straat dienen vooral voor de ontsluiting van wijken en buurten en het inter-wijkverkeer. Het aandeel doorgaand verkeer is lager dan bij hoofdverkeerswegen, net als de intensiteiten. De toegestane maximum snelheid is 50 km per uur, in een enkel geval 30 km per uur. Wegen binnen deze bestemming kunnen ook een rol spelen in de afwikkeling van het openbaar vervoer, al dan niet in de vorm van vrijliggende tram- of busbanen, of zijn onderdeel van de routes voor de brandweer en andere hulpdiensten. Dit laatste stelt bijzondere eisen aan de (her)inrichting van de weg. Voor fietsers zijn bij voorkeur vrijliggende voorzieningen in het profiel opgenomen, naast voetpaden voor de voetgangers. Parkeren direct langs de weg is mogelijk en in- en uitritten ten behoeve van de ontsluiting van direct aanliggende bestemmingen zijn niet uitgesloten.

De gronden met de bestemming Verkeer - Straat zijn bestemd voor: wegen, toegangsportalen, ontluchtingsmiddelen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, parkeerplaatsen en voet- en fietspaden met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouw zijnde, groen, water en overige voorzieningen.

Artikel 7 Verkeer - Verblijfsstraat

Wegen met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsstraat' zijn bestemd voor de afwikkeling van lokaal, gebiedsgebonden verkeer en dienen voor de ontsluiting van buurten en de direct aangelegen bestemmingen. Deze wegen zijn niet bedoeld voor het doorgaande verkeer over grotere afstanden. De intensiteiten en de snelheden van het verkeer zijn laag. Fietsers maken gebruik van de normale rijweg. Voetpaden en parkeervoorzieningen maken deel uit van het wegprofiel.

De gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsstraat' zijn bestemd voor: wegen, pleinen, trottoirs, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen en bergingen, laatsgenoemde alleen ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats', een en ander met de daarbij behorende bouwwerken geen gebouw zijnde, groen, water en overige voorzieningen.

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van de gronden waarvoor de aanduiding “woonschepenligplaats" is opgenomen. Ter plaatse van die aanduiding mag per woonboot maximaal 1 berging worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 6 m2 en een maximale hoogte van 2,5 m.

Artikel 8 Water

Het Laakkanaal in het plangebied is als 'Water' bestemd. Op de verbeelding is binnen deze bestemming een aanduiding 'woonschepenligplaats' opgenomen. Per aanduidingszone is aangegeven hoeveel woonschepenligplaatsen binnen de betreffende zone aanwezig mogen zijn. Aanvullend is op woonschepen en bijbehorende bouwwerken de gemeentelijke Verordening op de Binnenwateren' van toepassing. Hierin is onder andere de maatvoering van woonschepen vastgelegd.

Artikel 9 Wonen

De bestemming 'Wonen'is toegekend aan de appartementencomplexen met gemeenschappelijk erf. Aangezien daar geen sprake is van privé-tuinen is geen aan- en bijgebouwen regeling opgenomen. Uitzondering op deze regel vormt de aanduiding' 'bijgebouwen' op de plankaart. Ter plaatse van deze aanduiding is één bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 15 m2 en een maximale hoogte van 3 meter.

Artikel 10 Leiding - Gas

Deze dubbelbestemming heeft betrekking op de gastransportleiding gelegen langs de Fruitweg en onder de Troelstrakade. Binnen een zone rondom de leidingen is geen bebouwing toegestaan.

Artikel 11 Waterstaat - Waterkering

Een zone langs het Laakkanaal is op de legger van het Hoogheemraadschap van Delfland aangewezen als regionale waterkering. Op de plankaart is voor de kernzone van deze waterkering de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering opgenomen. Voor de beschermingszone is een gebiedsaanduiding opgenomen.

Het belang van de waterkering gaat op deze gronden voor op de andere bestemmingen die aan dezelfde gronden zijn toegekend: Groen, Verkeer - Verblijfsstraat en Bedrijf. Ander gebruik en andere bebouwing binnen de zone, anders dan ten behoeve van de waterkering, zijn slechts mogelijk als de belangen van de waterkering zich er niet tegen verzetten en als vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland of als zij hiervoor een watervergunning heeft verleend.

5.4.3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene bouwregels

De algemene bouwregels gelden voor alle bestemmingen. In de eerste plaats wordt hierin nu ook algemeen gesteld dat bouwwerken niet buiten bestemmings- en bebouwingsgrenzen mogen worden gebouwd. Kleine overschrijdingen van deze grenzen voor stoepen, kozijnen en dergelijke zijn wel toegestaan. Grote overschrijdingen van deze grenzen voor overstekende daken en soortgelijke delen van gebouwen zijn tot een bepaalde omvang ook toegestaan. Verder is algemeen voorgeschreven dat bouwwerken beneden peil uitsluitend zijn toegestaan binnen een bouwvlak, dat deze ondergrondse bebouwing uit niet meer dan één bouwlaag mag bestaan en is de bouw van installaties voor mobiele telecommunicatie in principe toegestaan op alle gebouwen met uitzondering van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten of gebouwen in een rijksbeschermd stadsgezicht. Afwijken van deze algemene bouwregels wordt geregeld in de algemene afwijkingsregels, in artikel 15.

Artikel 14 Algemene gebruiksregels

In dit artikel is een algemeen gebruiksverbod opgenomen: het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming of met de regels van het plan. Er is expliciet aangegeven dat onder zulk gebruik ook wordt begrepen het gebruik als opslagplaats voor voorwerpen, stoffen en materialen die niet meer bruikbaar zijn of niet meer worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld en het gebruik als sekswinkel, seksinrichting, kamerverhuurbedrijf, paddoshop, belwinkel of garagebedrijf: functies die voorheen in de Leefmilieuverordening werden verboden of althans gereguleerd.

Afwijken van de algemene gebruiksregels, ook het afwijken voor het meest doelmatige gebruik, wordt geregeld in de algemene afwijkingsregels, in artikel 15.

Artikel 15 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan in geringe mate afwijken van de maatvoering die in de bouwregels is bepaald en ook voor geringe afwijkingen in de begrenzing van bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen. Verder is afwijken mogelijk voor de bouw van kleine nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en containers voor huishoudelijk afval. Ten slotte is afwijken mogelijk voor het bouwen beneden peil, buiten het bouwvlak.

Een belangrijk element van dit artikel is de afwijking van het algemene gebruiksverbod: het bevoegd gezag kan afwijken van het algemeen gebruiksverbod, indien strikte toepassing van het algemene gebruiksverbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Wel moet dit andere gebruik aansluiten bij het gebruik conform de bestemming en mag toepassing van de afwijking niet leiden tot een bestemmingswijziging.

Artikel 16 Algemene aanduidingsregels

De bescherming van de kernzone van de waterkering is geregeld in artikel 11. Daarnaast dient een beschermingszone van de waterkering te worden aangehouden welke is geregeld door opname van een gebiedsaanduiding 'waterstaat - beschermingszone' . Binnen dit artikel worden nadere eisen gesteld.

Overgangs- en slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

De overgangsregels hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden - dat wil zeggen waarvoor omgevingsvergunning is verleend of nog te verlenen is - en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.

Artikel 18 Slotregel

Dit artikel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan moeten worden aangehaald: 'Regels bestemmingsplan Willem Dreespark e.o.'