direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Willem Dreespark e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0256ZDreespark-50VA

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten in de categorieën A en B van de bij dit bestemmingsplan behorende 'Staat van bedrijven bij functiemenging' als opgenomen in bijlage 2 van de regels met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit geluidhinder, inrichtingen als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), en garagebedrijven;
  • b. in uitzondering op het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' op de plankaart bedrijven tot en met categorie 2 van de 'Staat van bedrijven op bedrijventerreinen' als opgenomen in bijlage 3 van de regels toegestaan met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit geluidhinder, inrichtingen als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), en garagebedrijven;
  • c. In uitzondering op het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 3.1' op de plankaart aannemersbedrijven met werkplaats in categorie 3.1 van de 'Staat van bedrijven op bedrijventerreinen' als opgenomen in bijlage 3 toegestaan. Het bruto-vloeroppervlak mag groter zijn dan 1000 m2;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' op de plankaart is uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen toegstaan, waarbij de verkoop van lpg is uitgesloten;
  • e. woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen' op de plankaart, uitsluitend op de eerste verdieping;
  • f. een woonwagen, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' op de plankaart;
  • g. ondergeschikte kantoorruimten, aan de hoofdfunctie gerelateerde horeca zoals bedrijfskantines, een en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;
  • d. in afwijking van het gestelde onder c mogen ter plaatse van het maatvoeringsvlak met de hoogte '0 meter' geen gebouwen worden opgericht;
  • e. de hoogte van een woonwagen, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' op de plankaart, mag niet meer bedragen dan één bouwlaag en kap, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte zoals deze op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig was;
  • f. ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang” op de plankaart dient een onderdoorgang ter breedte van de aanduiding in stand te worden gehouden en mag geen bebouwing worden opgericht tot de onderkant van de vloer van de eerste verdieping.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt:
    • 1. voor erf- en/of terreinafscheidingen 2 meter;
    • 2. voor overkappingen binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' 5 meter;
    • 3. voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 4 meter.
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken;
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' mag per bestemmingsvlak één reclamezuil worden gebouwd ten behoeve van het verkooppunt motorbrandstoffen, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 6 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
  • b. binnen deze bestemming zijn uitsluitend niet zelfstandige kantoren toegestaan;
  • c. dienstwoningen zijn niet toegestaan;
  • d. buitenopslag is uitsluitend toegestaan op een afstand van meer dan 10 meter vanaf de naar de openbare weg gekeerde perceelsgrens;
  • e. op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn;
  • f. op de begane grond zijn toegangen toegestaan naar de functies die op de verdieping worden toegelaten.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken toestaan van het bepaalde in lid 3.3:

  • a. opdat daar niet genoemde bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met de wel in lid 1 genoemde bedrijven.
  • b. ten behoeve van bedrijven behorende tot een hogere milieucategorie dan ter plaatse is toegestaan, voor zover deze bedrijven qua aard en omvang en invloed op het milieu gelijk te stellen zijn met bedrijven uit de toegelaten milieucategorie.