Plan: | Zaandam - Woningbouwlocatie Paltrok |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0479.STED3904BP-0301 |
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) bevat de hoofdzaken van het beleid voor de fysieke leefomgeving. Uit de Omgevingswet volgt dat al het strategische beleid uit de bestaande beleidsdocumenten, met en zonder wettelijke grondslag, én het nieuwe strategische beleid op het beleidsterrein van de fysieke leefomgeving worden opgenomen in de NOVI. Het gaat om het strategisch beleid, omdat de NOVI een visie is en de hoofdzaken bevat van het beleid voor de fysieke leefomgeving (artikel 3.2 Omgevingswet).
De NOVI geeft richting en helpt om keuzes te maken; te kiezen voor slimme combinaties van functies; uit te gaan van de specifieke kenmerken en kwaliteiten van gebieden. En er nu mee aan de slag te gaan en beslissingen niet uit te stellen of door te schuiven. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het Rijk, provincies, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners van ons land. Zo bouwen we als één overheid aan een mooier en duurzamer Nederland.
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bevat een uitwerking van bepalingen uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) met eisen waaraan een bestemmingsplan moet voldoen. In het Bro is onder andere in artikel 3.1.6 lid 2 Bro de ladder voor duurzame verstedelijking verankerd. Deze ladder is gericht op vraaggericht programmeren en het zorgvuldig benutten van ruimte. De ladder bevat drie treden waarmee ruimtelijke besluiten moeten worden gemotiveerd.
De ladder voor duurzame verstedelijking houdt het volgende in:
Beoordeling
De toets aan deze Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in paragraaf 4.9 van de toelichting. De beoogde transformatie naar wonen is een nieuwe stedelijke ontwikkeling waarvoor het doorlopen van de Laddertoets een vereiste is. De ontwikkeling voorziet in een (woon)behoefte en bevindt zich in bestaand stedelijk gebied. Met het plan wordt de Laddertoets succesvol doorlopen. De voor het plangebied relevante cultuurhistorische waarden zijn benoemd in paragraaf 4.1 van de toelichting. Er zijn cultuurhistorische waarden aanwezig, maar deze worden door het plan niet onevenredig aangetast. De adviezen voor de Kogerveldwijk op het gebied van Erfgoed worden in acht genomen.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
De juridische borging van de nationale belangen vindt plaats in het Barro. In het Barro zijn onder andere de regelingen met betrekking tot het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)), Rijksbufferzones, Nationale Landschappen, de Waddenzee en militaire terreinen opgenomen. Een aantal regelingen is ‘getrapt’ vastgelegd. Provincies en gemeenten zijn verplicht het beleid nader uit te werken, wanneer de regeling getrapt is. Wanneer een van deze regelingen geldt voor het plangebied, moeten deze in het bestemmingsplan verplicht worden uitgewerkt.
Beoordeling
Het plangebied ligt buiten de invloedsfeer van de mainport Schiphol. De ontwikkeling heeft geen invloed op het 380 kV netwerk en de bescherming van de EHS en Natura 2000-gebieden. Een natuurtoets is opgenomen in paragraaf 4.18 van de toelichting. Het Barro staat de planontwikkeling niet in de weg.
De Chw beoogt ruimtelijke en infrastructurele projecten versneld te ontwikkelen in verband met de economische crisis. In het besluit uitvoering Crisis- en herstelwet zijn projecten aangewezen als experiment. Voor dergelijke projecten mag worden afgeweken van bepaalde wetten op onder andere het gebied van ruimtelijke ordening en milieu.
Op grond van artikel 2.4 lid 1 Crisis- en herstelwet (Chw) kan bij AMvB bij wijze van experiment worden afgeweken van een aantal planologische en milieuregels. In de AMvB moet onder meer worden bepaald welke afwijkingen van de bedoelde wetten zijn toegestaan en wat de ten hoogste toegestane tijdsduur van die afwijkingen is (artikel 2.4 lid 3 Chw).
De bedoelde AMvB is het Besluit uitvoering Chw. In de zevende tranche van dit besluit (Stb. 2014, nr. 168) is in artikel 7c een wettelijke grondslag gegeven voor experimentele bestemmingsplannen. Met deze pilot wordt geëxperimenteerd met de in de toekomstige Omgevingswet beoogde verbreding van het bestemmingplan tot een omgevingsplan. Zolang de Omgevingswet nog niet is vastgesteld en in werking is getreden, geldt een experimenteel omgevingsplan als een buitenwettelijk en vormvrij plan.
In het kader van dit experiment mag door de in het besluit aangewezen gemeenten worden afgeweken van de in artikel 7c aangegeven onderdelen van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening, de Wet geluidhinder, het Besluit geluidhinder, de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het aantal deelnemende gemeenten is bij de latere tranches van het Besluit uitvoering Chw verder uitgebreid.
Beoordeling
Het voorliggend plan is niet aangemeld in het kader van de Crisis- en herstelwet [Chw]. Het betreft dan ook geen Chw plan.
Door de Omgevingswet wordt het wettelijke kader voor burgers, ondernemers en overheden inzichtelijker en ontwikkeling en beheer van de leefomgeving beter beheersbaar. Onderwerpen die in de nieuwe wet worden geregeld verdwijnen uit de bestaande wetgeving, daartoe worden (delen van) bestaande wetten ingetrokken. De nieuwe wet zal daarmee een aanzienlijke inhoudelijke reductie van regels, wetten en regelingen op het terrein van de fysieke leefomgeving betekenen. De nieuwe wet regelt:
De Omgevingswet omvat een aantal integrale instrumenten als de omgevingsvisie, het omgevingsplan en de omgevingsvergunning. Hierin worden soortgelijke sectorale instrumenten geïntegreerd in één instrument. De omgevingsvisie vervangt de (gebiedsdekkende) structuurvisie voor ruimtelijke ordening, het waterplan, het milieubeleidsplan, het verkeers- en vervoerplan en de ruimtelijke aspecten van de natuurvisie uit de voorziene Wet natuurbescherming. Procedures worden al in de eerste fase geüniformeerd. Het omgevingsplan is een gebiedsdekkend plan voor de leefomgeving. Het vervangt onder meer:
Het verschil met het bestemmingsplan is dat in het omgevingsplan meer regels kunnen worden opgenomen dan enkel over de bestemming van grond; ook afspraken over natuur en milieu en bijvoorbeeld erfgoed kunnen erin. Gemeenten kunnen het plan zo 'breed' maken, als zij willen: van 'een goede ruimtelijke ordening' tot 'een goede fysieke leefomgeving'.
Op 1 juli 2015 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Omgevingswet De Eerste Kamer heeft vervolgens op 22 maart 2016 ook met een ruime meerderheid ingestemd met de wet. Najaar 2016 worden de reacties op de consultatierondes van de Algemene maatregelen van Bestuur (AmvB's) die bij de Omgevingswet horen, beoordeeld en aangepast.
Hierna volgt nog de publicatie in het Staatsblad en wordt er invoeringsregelgeving gemaakt. Naar verwachting treedt de Omgevingswet met de bijbehorende AmvB's in 2021 in werking.
Beoordeling
Het betreft een bestemmingsplan en dus is de Omgevingswet niet van toepassing.
De Omgevingsvisie Noord Holland 2050 is vastgesteld op 19 november 2018. De provincie wil balans tussen economische groei en leefbaarheid, is het centrale uitgangpunt van de Omgevingsvisie Noord Holland 2050. Dit betekent dat in heel Noord-Holland een basiskwaliteit van de leefomgeving wordt gegarandeerd. Er zijn randvoorwaarden geformuleerd hoe om te gaan met klimaatverandering. De provincie ontwikkelt zoveel mogelijk natuurinclusief en met behoud van (karakteristieke) landschappen, clustert ruimtelijke economische ontwikkelingen rond infrastructuur en houdt rekening met de ondergrond.
In de visie zijn 5 bewegingen met ontwikkelprincipes beschreven voor de ontwikkeling van de leefomgeving.
Beoordeling
Zaanstad is onderdeel van de Metropoolregio Amsterdam. Ook in het nieuwe provinciale beleid heeft knooppuntontwikkeling rond alle stations in Noord-Holland prioriteit. De locatie ligt binnen bestaand stedelijk gebied en binnen de invloedssfeer van hoogwaardig openbaar vervoer (op korte afstand van twee treinstations). De locatie geeft daarmee invulling aan het provinciale beleid om zoveel mogelijk woningen binnen de invloedssfeer van hoogwaardig OV te realiseren.
Het beleid voor de fysieke leefomgeving zoals opgenomen de Omgevingsvisie Noord Holland 2050 is vertaald in regels die in de Omgevingsverordening Noord-Holland 2020 zijn vastgelegd. Een aantal heeft een doorwerking in de regels van dit omgevingsplan. Hiertoe zijn instructieregels opgenomen (hoofdstuk 6).
De provincie werkt aan de opvolger van de Omgevingsverordening NH2020; de Omgevingsverordening NH2022. Deze zal tegelijk in werking treden met de Omgevingswet.
Beoordeling
De beoogde ontwikkeling sluit goed aan op de uitgangspunten van de provinciale Omgevingsverordening. Met dit plan wordt voorzien in de toevoeging van woningbouw, zonder negatieve effecten te veroorzaken op beschermde natuurgebieden. Uit de interactieve kaart blijkt dat er enkele beperkingen worden opgelegd door de afstand tot het Natura 2000-gebied rondom Zaandam (1,5 tot 2 kilometer). Voor Natura 2000 geldt dat het plangebied binnen de in de verordening opgenomen Vastgestelde kritische afstand tot Natura 2000-gebied is gelegen. De aanwezigheid van Natura2000 gebieden in de omgeving vormt geen belemmering voor het plan, zoals in deze toelichting nader wordt besproken in de paragraaf over Natuur (paragraaf 4.18). Ook is in de kaart opgenomen dat in het plangebied rekening gehouden moet worden met Gebiedswaarden wateroverlast. Het plangebied ligt net buiten de in de kaart aangeduide regionale waterkeringen. De voor dit gebied geldende normen voor waterkwantiteit, voortvloeiende uit de Gebiedswaarde wateroverlast, worden meegenomen in de waterparagraaf behorende bij dit bestemmingsplan (paragraaf 4.7).
De MRA-regio is een bestuurlijk samenwerkingsverband van 32 gemeenten de provincies Noord-Holland en Flevoland en bestaat uit zeven deelregio's. Zaanstad maakt deel uit van de deelregio Zaanstreek-Waterland. Voor de regio is de overkoepelende MRA Agenda 2020-2024 opgesteld met vraagstukken en opdrachten die de MRA-samenwerking de komende periode inhoud geven. De agenda is gestoeld op twee leidende principes: toekomstbestendige metropool en evenwichtige metropool. Deze zijn vertaald in vier bestuurlijke opdrachten:
Beoordeling
De ontwikkeling van het plangebied betreft een transformatie van een bedrijfslocatie naar een hoogstedelijk woonmilieu met aandacht voor de typerende landschappelijke opbouw van de Zaanstreek en een aantrekkelijke en hoogwaardige invulling van het openbaar gebied. Het plan is in overeenstemming met de geformuleerde principes.
In 2009 is de Toekomstrichting Zaans Evenwicht door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin presenteert het bestuur zijn visie op een evenwichtige toekomstige ontwikkeling van de stad. Het geeft inzicht in wat te doen om ervoor te zorgen dat Zaanstad in 2040 een stad in evenwicht is. Centraal staat 'uitgaan van eigen kracht' en de 'unieke kenmerken van Zaanstad. Hierdoor blijft Zaanstad herkenbaar en draagt tegelijkertijd bij aan een sterke metrapoolregio (MRA).
Die opgaven waar Zaanstad zijn fors, met een aantal fikse onzekerheden voor de toekomst. Hoe gaat de regio de komende decennia om met de groei van de bevolking zonder dat het ten koste gaat van de leefbaarheid van het gebied? Hoe slaagt deze stedelijke regio erin om het idee van de stad als emancipatiemachine overeind te houden. Wat te doen met het bereikbaarheidsvraagstuk? Hoe zorgen we ervoor dat de hardnekkige segregatie tussen sociaaleconomische klassen niet toeneemt en liever nog, wordt doorbroken. En hoe bereiden we ons voor op de opgaven die voortkomen vanuit de verandering van het klimaat, de schaarste aan grondstoffen?
We gaan uit van onze eigen kracht: we verbinden het verleden met het heden en de toekomst. Zaanstad investeert in mensen, in leefkwaliteit en in duurzaamheid door de kernkwaliteiten te benutten. Die laten zich omschrijven als:
Zaanstad investeert in de leefkwaliteit door:
Het investeren in onderwijs en arbeidsmarkt door:
Zaans Evenwicht is richtinggevend voor de ruimtelijke, economische en de sociale structuurvisie en zorgt op een hoger abstractieniveau voor samenhang. In de structuurvisies worden de ambities vertaald in strategische agenda's en uitvoeringsprogramma's.
Beoordeling
Het plan is voor zover van toepassing met inachtneming hiervan opgesteld.
Op 7 juni 2012 is de Ruimtelijke structuurvisie Zichtbaar Zaans door de gemeenteraad vastgesteld. De structuurvisie geeft een overzicht van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020. Belangrijk element hierin is de verbinding met Amsterdam en de positie in de Metropoolregio. Dit heeft veel consequenties voor Zaanstad op het gebied van aansluiting openbaar vervoer, de verstedelijkingsopgave en de ontwikkeling van de economie. Ook in Zaanstad zelf zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van onder andere knooppunten van openbaar vervoer, herstructurering van bedrijventerreinen, industrieel erfgoed en de woningbouwopgave. Het behoud van de kernkwaliteiten van het landschap is een belangrijk onderdeel van de structuurvisie, evenals de wens om de milieubelasting in het gebied terug te brengen.
In de structuurvisie zijn de gebiedsprofielen voor heel Zaanstad weergegeven. Voor dit plangebied geeft de structuurvisie aan het gebied de gebiedstypering 'Werkgebied' met het nadere profiel 'Gemengd werkgebied'.
Figuur 2: Ruimtelijke structuurvisie 'Zichtbaar Zaans'
Beoordeling
Profiel: Gemengd werkgebied
Gebiedskenmerken
Dit profiel gaat uit van arbeidsintensieve werkgelegenheid; dienstverlening en kantoren zijn beperkt toegestaan. Perifere Detailhandel (PDV), maakt deel uit van dit profiel. Dit is alleen toegestaan in Zuiderhout en in het zuidelijke deel van Noorderveld. Binnen dit profiel is, afhankelijk van de geschiktheid van de locatie, ook woningbouw mogelijk. Milieu, bereikbaarheid en nabijheid van voorzieningen zijn bepalend voor de aanwezigheid van woningen. Bedrijven tot en met categorie 3 zijn toegestaan, terwijl ook hier sprake is van een inwaartse zonering. Er is extra aandacht voor representatieve bebouwing en een zorgvuldig materiaalgebruik.
Openbare ruimte
De openbare ruimte dient hier als een verbinding tussen de diverse functies. Daarbij kan de ruimte dienen ter clustering van diverse activiteiten, bijvoorbeeld door de realisatie van verschillende pleinen. De openbare ruimte moet zowel functioneel als ruimtelijk afgestemd zijn op de bedrijfstypen, die zich in het gebied bevinden. Zo krijgt een gebied met kantoorachtige bedrijfsruimten een geheel andere inrichting dan bijvoorbeeld een gebied met perifere detailhandel. De bereikbaarheid is nog hoofdzakelijk op de auto gericht, maar door de ligging meer nabij het stadscentrum is ook het openbaar vervoer een goede optie. Daarnaast is de bereikbaarheid per fiets goed. Bij herstructurering ligt de nadruk op de mogelijkheid om de inrichting van ruimtes in combinatie van water en groen aantrekkelijker en representatiever te maken. Uitgangspunt hierbij is recreatief gebruik en ‘pauzegroen’.
Functies
Dit profiel gaat uit van arbeidsintensieve werkgelegenheid, waarbij gedacht wordt aan 55-65 arbeidsplaatsen per hectare. Bij herstructurering ligt de nadruk op het behouden van de huidige arbeidsplaatsen. In oudere bedrijfspanden tijdens (en soms ook na) het transitieproces ruimte bieden aan diverse creatieve en startende ondernemers (broedplaatsen).
Zaanstad werkt aan de Omgevingsvisie voor 2040. Een nieuw instrument onder de Omgevingswet. In de omgevingsvisie staan de hoofdkeuzes voor de fysieke leefomgeving. De grote lijnen die gaan over identiteit, waarden, kernkwaliteiten en de opgaven waar de stad voor staat.
Hoe ziet Zaanstad er in de toekomst uit? Hoe zorgen we voor economische groei die bijdraagt aan een klimaat-neutrale stad? Hoe richten we de openbare ruimte zo in dat deze uitnodigt tot bewegen en bijdraagt aan de gezondheid van mensen? En hoe realiseren we 20.000 nieuwe woningen en behouden we het unieke karakter van de Zaanstreek?
Zaanstad stelt haar inwoners en het gebied centraal en richt zich op 7 strategische opgaven:
De omgevingsvisie komt in ieder geval in de plaats van de ruimtelijke structuurvisie. De verwachting is dat de omgevingsvisie in de loop van 2022 door de gemeenteraad wordt vastgesteld.
In de Ruimtelijke kernkwaliteiten Zaanstad staat beschreven hoe Zaanstad ruimtelijk is opgebouwd en hoe deze ruimtelijke elementen de stad en haar identiteit hebben gevormd door de tijd heen. Deze geschiedenis is een belangrijke bouwsteen bij het maken van plannen in de stad. Ze vormen een belangrijke bouwsteen voor de Omgevingsvise. Hieruit vindt weer een vertaling naar het Omgevingsplan plaats.
Beoordeling
In het plan is de geschiendenis van het gebied uitgewerkt. Op basis van de historie is het plan uitgewerkt. Hiermee sluit het iniatief aan op het in voorbereiding zijnde omgevingsvisie.
Op 30 juni 2016 is MAAK Zaanstad door de gemeenteraad vastgesteld. Binnen MAAK.Zaanstad is de gemeente Zaanstad met inwoners, ondernemers en organisaties in gesprek gegaan over de toekomst van Zaanstad. MAAK.Zaanstad is een toekomstbeeld en agenda en is eigendom van de stad. Het heeft tot doel met een investerings- en uitvoeringsagenda te komen die ervoor zorgt dat Zaanstad ook op de lange termijn een sociaal duurzame stad is, waar mensen zich thuis voelen en met plezier wonen en werken.
MAAK.Zaanstad is een uitwerking van bestaande visies, zoals Zaans Evenwicht en de Economische en Ruimtelijke Structuurvisie. Deze visies zijn verrijkt met het gesprek met de stad en majeure ontwikkelingen, waaruit opgaven, richting en ambitie zijn gedestilleerd.
De agenda van MAAK.Zaanstad loopt tot 2040, maar kijkt ook op korte termijn: wat moet er nu al gebeuren? Met MAAK.Zaanstad heeft de gemeenteraad een aantal maatregelen vastgesteld. Onder meer heeft de gemeenteraad bepaald dat (enkel de maatregelen relevant voor het onderhavig plan zijn opgenomen):
Beoordeling
Zaanstad wil het groene buitengebied sparen en de groei (zo'n 15.000 - 20.000 woningen) zal in de komende decennia binnenstedelijk worden gerealiseerd, door verdichting en transformatie van locaties die leegstaan of onderbenut worden. In de stadsvisie MAAK.Zaanstad kiest Zaanstad nadrukkelijk voor verdichting rondom knooppunten in combinatie met grootschalige infrastructurele ingrepen. Het voorliggende bestemmingsplan maakt woningbouw mogelijk binnen de bestaande stedelijke contouren, op korte afstand van uitvalswegen en treinverbindingen. De plancontour ligt binnen een gebied dat nu is bestemd voor bedrijven, maar waarvoor de ambitie is uitgesproken te transformeren naar woon-/werkgebied. Het plan beoogt een kwalitatieve herontwikkeling van het plangebied naar een woonbestemming in combinatie met kantoor- of bedrijfsruimten. Het bestemmingsplan draagt daarmee bij aan de doelstellingen van MAAK.Zaanstad.
De komende 20 jaar gaat de Kogerveldwijk transformeren naar een nog fijner gebied om in te wonen, werken, spelen en sporten. In de toekomst is het stationsgebied opgeknapt en zijn er op straat veel meer plekken voor ontmoeting. De verschillende buurtjes zijn beter met elkaar verbonden en de openbare ruimte is groener en mooier en mede daardoor is de verkeersveiligheid en sociale veiligheid toegenomen. Er komen tussen de 2000 en 2500 woningen bij. Ook komt er ruimte voor de bijbehorende voorzieningen zoals een school, kinderopvang en huisartsen. Bovendien blijft er ruimte voor bedrijvigheid, zodat inwoners ook in de toekomst kunnen werken in eigen wijk. Dat staat beschreven in het 'Perspectief Kogerveldwijk 2040' wat het college begin mei 2019 heeft voorgelegd aan de gemeenteraad. In dit perspectief staan de kaders voor de toekomstige ontwikkelingen van het gebied. Op 28 mei 2019 is het Perspectief Kogerveldwijk 2040 door de gemeenteraad vastgesteld.
De nota voor deze wijk een aantal extra uitgangspunten vast:
De Kogerveldwijk bestaat uit verschillende van elkaar gescheiden buurtjes. Het plangebied ligt in de Boerejonkerbuurt. Voor dit gebied, dat ten westen van de gebiedsontsluitingsweg s155 en ten noorden van het stationsgebied ligt, ligt een transformatieopgave. Het Perspectief wil voor verschillende ontwikkeling in dit gebied een ruimtelijk en programmatisch kader bieden. Deze zijn in het kaartje in figuur 3 weergegeven. De gemeente kiest hier voor het faciliteren van initiatieven die passen binnen deze kaders. Er wordt daarmee stap voor stap herontwikkeld.
Figuur 3: Kaart te verwachten ontwikkelingen
Op basis van de beschreven reeks ontwikkelopgaven, de ambitie een meer hechte stadsstructuur te maken en het werken met twee stadsbeelden heeft de gemeente verkend wat het ruimtelijk Perspectief voor Kogerveldwijk meer concreet zou kunnen zijn. De kaartjes in figuur 4 tonen hoe de ontwikkeling zich kan voltrekken. De locatie Paltrok vormt hierin een belangrijke schakel (zie rode pijl).
Figuur 4: Impressie stadsstructuur 2020, 2030 en 2040 (locatie Paltrok aangeduid met rode pijl)
Het gebiedsperspectief schetst het toekomstbeeld. De gebiedsstrategie gaat over hoe dit toekomstbeeld gerealiseerd kan worden. De Strategie is een (gefaseerde) uitwerking door de gemeente met de partners die al in beeld zijn voor concrete projecten. Dat kunnen maatschappelijke partners zijn, maar ook vastgoedontwikkelaars, ondernemers of betrokken buurtbewoners. Dit proces is niet richting één beslismoment te sturen, op verschillende momenten zal daarom besluitvorming nodig zijn. Waarbij de relatie met het grotere geheel niet uit het oog mag worden verloren.
Een belangrijke rol in de gebiedsontwikkeling spelen de supervisoren, die de ruimtelijke en maatschappelijke kwaliteit bewaken van transformatieplannen en van wijzigingen in de infrastructuur. De MAAK.Meester neemt sinds 1 januari 2018 de supervisie voor heel MAAK.Zaanstad op zich. Deze supervisoren zijn samen met een kwaliteitsteam verantwoordelijk voor het bewaken van de beoogde ruimtelijke kwaliteit.
Beoordeling
Met dit bestemmingsplan wordt een transformatie mogelijk gemaakt van (grotendeels leegstaande) bedrijfspanden naar een eigentijdse combinatie van wonen en werken. Het plangebied wordt in het toekomstbeeld aangeduid als de locaties Schoen en Holleman (zie figuur 3). Dat deze locaties in de beginfase van de grootschalige transformatie van de gehele wijk worden meegenomen, is in lijn met de uitgangspunten en toekomstverwachtingen zoals die in het gebiedsperspectief worden geschetst. Het plan voorziet in een beginstap richting de bewerkstelliging van het beoogde toekomstbeeld.
Zaanstad bereidt zich voor op de Omgevingswet. Daarom zijn de regels over de fysieke leefomgeving uit verschillende Zaanse verordeningen samengebracht in één nieuwe verordening: de Verordening fysieke leefomgeving Zaanstad (VFL). De verordening is vastgesteld door de gemeenteraad. De laatste actualisaties zijn inwerking getreden op 1 januari 2022.
De VFL is een tussenstap naar het omgevingsplan. De regels uit de VFL kunnen onder huidige wetgeving niet worden opgenomen in bestemmingsplannen. Dit kan niet omdat de regels niet over de ruimtelijke ordening gaan, maar over de fysieke leefomgeving in de zin van de Omgevingswet. Uiteindelijk zullen de regels uit de VFL onderdeel uitmaken van het omgevingsplan voor Zaanstad. Nog niet duidelijk is wanneer dit zal zijn.
De volgende verordeningen zijn inmiddels (deels) opgenomen in de VFL, met het gevolg dat een aantal verordeningen (*) zijn ingetrokken en de APV kleiner is geworden en zich duidelijker richt op de openbare orde:
In het Perspectief Kogerveldwijk (zie paragraaf 3.5) is het toekomstbeeld voor de nieuwe Kogerveldwijk opgenomen. De Kogerveldwijk bestaat uit verschillende buurten, waaronder de Boerejonkerbuurt (vroeger Slachthuisbuurt) waarbinnen het plangebied van dit bestemmingsplan is gelegen. In deze buurt is sprake van leegstand van (een deel van) de daar aanwezige bedrijfspanden en er zijn gevestigde bedrijven die overwegen te verhuizen. Dit biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van een nieuwe woonwerkomgeving.
Het is de wens een toekomst te realiseren met een goede mix van wonen, werken en voorzieningen. Dit sluit precies aan op de Zaanse aanpak. Zaanstad heeft een flinke woningbouwopgave, maar zorgt voor een combinatie die de kwaliteit van de wijken verhoogd. Naast de woonfunctie op zich, wordt er daarom gestreefd naar het verbeteren van verbindingen, ook met kwaliteiten als groen en water. Daarnaast wordt er zorg gedragen voor een menging van woonmilieus, woningtypes en huishoudens. Leegstaande gebouwen worden bewust benut en er wordt actief ruimte geboden aan ondernemerschap en een kleinschalige (wijk)economie.
Voor specifiek de Paltrokstraat is aangegeven dat de huidige situatie is gericht op de industrie aan weerszijden en daarmee geen ruimtelijke kwaliteit kent (zie figuur 5). Toch wordt voorzien dat deze straat geschikt kan worden gemaakt om aan te wonen, door de straat een meer stedelijk profiel te geven. Gedacht wordt aan een straatprofiel verwant aan dat van de in het verlengde gelegen Leliestraat.
De Paltrokstraat en de Doctor H.G. Scholtenstraat bieden ruimte voor hogere bebouwing en appartementen. Aandachtspunt is hier een zorgvuldige aansluiting op de openbare ruimte, de ontwikkeling van een levendige plint en de ontwikkeling van een voldoende gemengd woningbouwprogramma. Een schets van dit toekomstbeeld is weergegeven in figuur 6 (impressie vernieuwde Boerejonkerbuurt).
Figuur 5: Huidig straatbeeld Paltrokstraat (bron: Gebiedsperspectief midden Zaanstad)
Figuur 6: Impressie vernieuwde Boerejonkerbuurt, gezien vanaf de hoek Doctor H.G.Scholtenstraat en Paltrokstraat (bron: Gebiedsperspectief midden Zaanstad)
Beoordeling
De beoogde ontwikkeling sluit goed aan op het toekomstbeeld dat wordt geschetst in het Gebiedsperspectief. Het woonprogramma is divers en bestaat uit woningen en appartementen in verschillende segmenten (zie toelichting paragraaf 4.3). Het plan omvat daarnaast niet alleen woningbouw, maar een combinatie van wonen en werken. Het hoogteaccent dat is ingetekend in de impressie (figuur 6) is heel vergelijkbaar met de beoogde woontoren in het voorliggende plan.
Het uitgangspunt voor de Welstandsnota Zaanstad 2013 is een gedifferentieerde aanpak met minder en eenvoudigere regels waar het kan en nauwkeurige welstandssturing waar het moet.
Voor het plangebied geldt het welstandsniveau 'eenvoudig'. Zaanstad maakt voor het aansturen van (her)ontwikkelingen in een aantal gebieden gebruik van ontwikkelingskaders, beeldkwaliteitplannen en welstandsparagrafen. Deze vormen een aanvulling op de welstandsnota en worden als zodanig vastgesteld. Een verdere toelichting is opgenomen in paragraaf 4.2 van de toelichting, onder de kop 'Beeldkwaliteit'.
De identiteit van Zaanstad - linten, dijken en paden is door de gemeenteraad vastgesteld op 3 september 2020. Het geeft een algemene visie op het netwerk van linten, dijken en paden in relatie tot enkele grote ruimtelijke opgaven in de stad. Hiervoor is een methodiek opgesteld met cultuurhistorie als fundament voor ontwikkelingen. Het biedt ook concrete richtlijnen (beleidsregels) voor ruimtelijke ontwikkeling. Die staan onder de kop 'beleidsregels' in hoofdstuk 7 van de visie.
Met de visie worden inspiratie, informatie en richtlijnen voor ruimtelijke ontwikkelingen in deze gebieden gegeven. De eerste twee gebiedsuitwerkingen van de visie zijn vastgesteld: voor Westzaan en voor de Stadse Zaan. Westzaan heeft een landelijk karakter en de Stadse Zaan een stedelijk karakter. Bij beiden komt een aantal grote, ruimtelijke opgaven van de stad voor. Voor deze twee gebieden zijn de ruimtelijke kwaliteiten van erfgoed, stedenbouw, landschap en ontwerp van de openbare ruimte & infrastructuur in samenhang geborgd. De onderliggende methodiek vormt de basis om bij nieuwe initiatieven bij andere linten, dijken en paden de 'ruimtelijke waarden' te borgen.
De gestelde richtlijnen zijn beleidsregels in de zin van art. 1:3 lid 4 Awb. Dit betekent dat de beleidsregels worden toegepast bij de uitwerking van de omgevingskwaliteit bij besluiten met betrekking tot bestemming/omgevingsplan of afwijkingen daarvan.
Beoordeling
Het voorliggend plan is op basis van het in 2017 opgestelde stedenbouwkundig raamwerk van Palmbout Urban Landscape uitgewerkt. Het doel van dit raamwerk is om een samenhangende gebiedsontwikkeling te bouwen voor de Boerejonkerbuurt. Binnen het raamwerk wordt het gebied Doctor H.G. Scholtenstraat-Paltrokstraat samengesteld met stedelijke blokken. Het raamwerk wordt gebouwd in samenhang met een herinrichtingsplan van het openbaar gebied waarbij de Paltrokstraat getransformeerd wordt. Het plan is passend binnen de visie.
Het Zaans afwegingskader hoogbouw is door de gemeenteraad vastgesteld op 10 januari 2008. Het is een instrument waarin vastligt hoe de gemeente procesmatig en inhoudelijk omgaat met hoogbouwinitiatieven. Initiatieven van vier of gestapelde bouwlagen (met een minimale hoogte van 12 m). De beoordelingscriteria richten zich op stadsbuurt en gebouwniveau.
Met de nota Water als bouwgrond geeft de gemeenteraad van Zaanstad haar visie voor 'wonen' en andere functies op het water. De nota dient ook als toetsingskader voor nieuwe initiatieven. De nota is in 2010 vastgesteld.
Zaanstad heeft een flinke opgave om extra woningen te bouwen voor de toekomst maar ook het veenweidegebied om de stad heen te behouden. De enige manier om dat te kunnen doen, is creatief omgaan met onze schaarse binnenstedelijke ruimte. Bouwen op het water is zo'n creatieve oplossing. Bovendien verhoogt bouwen op het water de kwaliteit en diversiteit van ons woningaanbod. Wonen op het water in deze vorm is nieuw en bijzonder en biedt mogelijkheden aan mensen die op een andere manier willen wonen. Zaanstad wil deze vorm van wonen mogelijk maken.
De nota biedt de stappen, eisen en mogelijke zoekgebieden voor deze woonvorm.
De gemeenteraad heeft op 11 juli 2019 de geactualiseerde versie van de Woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' vastgesteld. Met 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' slaat Zaanstad een nieuwe koers in waarbij de focus is veranderd van uitbreiding naar transformatie en van kwantiteit naar kwaliteit. Dat betekent gedifferentieerde woonmilieus, keuzevrijheid in woningaanbod, kwalitatief goede woningen en een goede leefbaarheid in alle Zaanse wijken. De afgelopen jaren heeft de gemeente samen met woonpartners hard gewerkt om het wonen in Zaanstad te verbeteren. De woonvisie en de bijbehorende Uitvoeringsagenda Wonen 2019-2024 geven richting aan deze activiteiten. De gemeente zet in op gedifferentieerde woonmilieus, kwalitatief goede woningen en goede leefbaarheid in alle Zaanse wijken.
De gemeenteraad heeft zes belangrijke opgaven benoemd die doorslaggevend zijn voor de verdere groei en ontwikkeling van Zaanstad: verstedelijking, economische ontwikkeling, kansengelijkheid, gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Dit wordt in de woonvisie vertaald naar de volgende opgaven:
Verstedelijking
Eén van de opgaven in de geactualiseerde woonvisie is verstedelijking. Steden met een goed woon- en leefklimaat en aantrekkelijke voorzieningen doen het goed. Gemeenten, steden en regio's gaan elkaar steeds sterker strategisch beconcurreren op de kwaliteit, variatie, duurzaamheid, nabijheid van groen, natuur en water van hun woon- en leefomgevingen, bereikbaarheid én stedelijke voorzieningen (scholen, ziekenhuizen, cultuur, hoogwaardige horeca en winkels, historische binnenstad). Vanuit wonen wordt ingezet op groei, een groei die ook de kwaliteit van het wonen vergroot. De grote bouwopgave wordt binnenstedelijk ingevuld, wat kan conflicteren met andere ruimteclaims zoals parkeren, voorzieningen en ruimte voor bedrijven.
Beoordeling
Het plan sluit aan op de behoefte om meer woningen te realiseren binnen de stedelijke contouren. De locatie is gelegen in een gebied met bedrijfspercelen dat reeds is beoogd voor transformatie naar wonen. Het plan draagt bij aan de doelstellingen van de woonvisie.
In het verlengde van de geactualiseerde Woonvisie 'Metselen aan het Zaans Mozaïek' heeft de gemeente de Uitvoeringsagenda Wonen 2019 - 2024 vastgesteld. Deze agenda geeft een extra impuls aan het Zaans woonbeleid. De uitvoeringsagenda is samengesteld op basis van een programmatische aanpak rond vijf deelthema's (actieprogramma's):
Deze actieprogramma's gaan over concrete en zichtbare stappen die de gemeente zet om de ambities uit de woonvisie dichterbij te brengen. De uitvoeringsagenda richt het vizier vooral op de korte en middellange termijn. Met dit uitvoeringsprogramma zet de gemeente in op onder andere duurzaamheid en (betere) doorstroming door middel van een gedifferentieerd woningaanbod.
Het woningtekort in Zaanstad (5%) is opgelopen tot één van de hoogste in de regio. De consensus is dat een tekort van 1,5-2% acceptabel is. Een hoger tekort leidt tot een gespannen woningmarkt, waarbij huishoudens te lang op een woning moeten wachten. Zaanstad heeft na Amsterdam het hoogste woningtekort in de MRA (bron: monitor woningbouw provincie Noord-Holland).
Uit een analyse van de Zaanse woningmarkt blijkt dat er tot 2030 behoefte is aan 10.000 extra woningen in alle prijssegmenten, zowel in huur als in koop. Vooral in het sociale segment (huur en koop) is sturing op groei nodig. Voor het middensegment gaat het meer om sturing op kwaliteit/oppervlakte, prijsontwikkeling en instandhouding. Er is sprake van groei van het aantal één- en tweepersoonshuishoudens als gevolg van de toenemende vergrijzing. Ook zien we meer behoefte aan bijzondere en innovatieve woonvormen en –producten en vormen van beschut of beschermd wonen voor kwetsbare groepen.
Beoordeling
Met dit plan worden maximaal 236 wooneenheden toegevoegd aan de woningvoorraad. Het voorgenomen woningprogramma voor dit bouwplan bestaat uit appartementen in zowel de verhuur als verkoop en de prijsklassen goedkoop en midden (zie paragraaf 4.3). Daarnaast bevat het plan kleine eenpersoonswoningen. Van dit voorgenomen bouwplan zijn 71 wooneenheden bestemd voor de sociale verhuur; 30% van het totale programma. Met dit diverse woningaanbod draagt het plan bij aan de ambities uit de Uitvoeringsagenda om meer woningen te bouwen in zowel het huur als het koopsegment.
Zie voor meer informatie over het beoogde woningprogramma paragraaf 4.3 van de toelichting.
De zes Zaanse woningcorporaties, het Huurdersoverleg Zaanstreek (HoZ) en de gemeente werken samen aan een stad waar mensen prettig wonen in leefbare wijken, mensen met een laag inkomen een dak boven het hoofd hebben en waar iedereen zich thuis voelt. De gezamenlijke ambities en afspraken zijn voor de periode 2020 tot 2024 vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst 2020-2024 om lange termijn ambities waar te maken. De samenwerkingsafspraken richten zich op verschillende deelthema's met ieder zijn eigen ambities:
Deze deelthema's gaan over concrete en zichtbare stappen die de Zaanse corporaties, het HoZ en de gemeente zetten om de ambities op deze thema's dichterbij te brengen en richt het vizier vooral op de korte en middellange termijn. Met deze samenwerkingsafspraken wordt ingezet op onder andere het realiseren van meer sociale huurwoningen, een betere benutting van de bestaande sociale huurwoning, investeringen in de bestaande wijken en samen werken aan de leefbaarheid voor en kwetsbaarheid van bewoners.
Beoordeling
Met dit plan komt Zaanstad een stap dichter bij het invullen van de regionaal geformuleerde ambities. Er wordt zo voorzien in een aanvulling van de woonvoorraad. Van de te realiseren wooneenheden is 30% bestemd voor sociale verhuur.
De colleges van de 8 gemeenten in Zaanstreek-Waterland (Beemster, Edam-Volendam (per 6 juli), Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad) en de provincie Noord-Holland zijn op 29 juni 2021 het Woonakkoord 2021-2025 met elkaar aangegaan. Met dit akkoord geven de partijen samen invulling en uitvoering aan het regio specifieke woonbeleid voor de komende vijf jaar.
De gezamenlijke missie is: een aantrekkelijke en gevarieerde woonregio blijven, toekomstbestendig en met plek voor alle inwoners. Gezamenlijk hebben de gemeenten onderstaande ambities en opgaven geformuleerd.
Koesteren van de verscheidenheid verschillende woonmilieus die dicht bij elkaar liggen: van hoog stedelijk tot uitermate landelijk. De toenemende woningvraag biedt kansen om de dynamiek te vergroten.
Elke gemeente zal tegemoetkomen bij de regionale woningbehoefte door haar eigen kwaliteiten te versterken en aan te vullen, binnen de mogelijkheden die ze heeft. Zo kunnen we ook goede vervoersverbindingen met de werkgelegenheidscentra waarborgen en een open landschap voor de recreatie.
Het behouden van aanzienlijke betaalbare huur- en koop-woningvoorraad en de kansen benutten voor het toevoegen of uitbreiden van woonmilieus en woningtypen.
Het meer levensloopbestendig maken en verduurzamen van de woningvoorraad. Door in te zetten op doorstroming werken we aan een optimaal gebruik van de sociale voorraad.
Dit woonakkoord is de opvolger van het Regionaal Actieprogramma Wonen 2016-2020 (RAP). In het RAP maakten de gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland jarenlang afspraken over het woonbeleid. In tegenstelling tot het RAP in de voorgaande periode zal de provincie partij zijn in de regionale woonafspraken, omdat de provincie hiermee de regionale samenwerking wil bevorderen. In april 2020 heeft de provincie Noord-Holland het woonbeleid uitgewerkt in de Woonagenda provincie Noord-Holland 2020-2025, met doelen zoals het bouwen van voldoende betaalbare en duurzame woningen.
Beoordeling
Het plan voorziet in een gevarieerd aanbod van sociale huur, BKZ (Betaalbare Koop Zaanstad) of betaalbare koop- en middenhuur en vrije sector koop en huur waarvan enkele nultredenwoningen voor mensen met een zorgvraag. Hiermee wordt invulling gegeven aan de lokale woningvraag en wordt voor verschillende doelgroepen gebouwd. Hiermee sluit het plan aan op het woonakkoord.
Het Groen- en waterplan Zaanstad is op 15 februari 2018 vastgesteld door de gemeenteraad. Het biedt een integrale visie en een afwegingskader voor het groen- en water in en om het stedelijk en het landelijk gebied van Zaanstad. Het geeft sturing aan behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit maar biedt ook ruimte voor ontwikkelingen. Het plan beschrijft kernwaarden. Die vormen de basis voor de gestelde ambities. Bij de ambitie is een handreiking (kwaliteitsimpulsen bij ontwikkelingen) opgesteld waarin staat op welke manier ontwikkelingen rekening moeten houden met groen en water. Naast de (cultuur)landschappelijke en ecologische waarde van water en groen speelt recreatie, klimaat en gezondheid ook een belangrijke rol.
De uitvoeringsagenda is in 2021 geactualiseerd. De uitvoeringsagenda kent de volgende accenten op basis van actualiteiten, ontwikkeld beleid en thematische kansen:
Beoordeling
Bij het Groen- en waterplan is een handreiking met een stappenplan (6 stappen) voor ontwikkeling in het stedelijk gebied gevoegd. Bij de totstandkoming van het plan is (stap 1) de hogere wetgeving toegepast. In de plantoelichting is dit nader onderbouwd. Het plan ligt (stap 2) niet in de ecologische verbindingszone en (stap 3) er ligt ook geen recreatieve route of vaarverbinding door het plangebied. In de huidige situatie is er binnen het plangebied geen groen of water van enige areaal, waarmee het areaal hiervan (stap 4 en 5) niet afnemen.
Daarmee is aangekomen bij stap 6, namelijk onderzoeken of kwaliteit kan worden toegevoegd, bijvoorbeeld door de extra waterberging en groen kan worden toegevoegd. Of dat de aanwezige water- en groenwaarden en ecologische waarden verbeterd kunnen worden. Tot slot moeten de gevolgen voor beheer geregeld worden.
Bij nieuwbouw streeft de gemeente naar het inbedden van klimaatadaptieve maatregelen in het ontwerp, het toevoegen van groen in de wijk en in ontwikkelgebieden waar geen stadspark aanwezig is, het creëren van kleine parken of groene pleinen die als ontmoetingsplek kunnen fungeren. Het ontwerp voor de Paltroklocatie voegt zich naadloos in dit beleid.
Bij de totale gebiedsontwikkeling van het Kogerveld c.q. de Boerejonkerbuurt moet op een grotere schaal worden gekeken naar de vergroening en verduurzaming op wijkniveau, maar voor deze eerste schakel in de transformatie wordt een hoge kwaliteit bereikt.
Zaanstad wil de komende jaren gezonder, groener en duurzamer worden. De rol van bomen hierin is belangrijk. Onder andere op het gebied van de biodiversiteit, voorkomen van hittestress, bijdrage aan een CO-2 neutrale gemeente en een aantrekkelijke stad.
De gemeenteraad heeft daarom het bomenbeleidsplan geactualiseerd (2021). Dit bomenbeleidsplan geldt voor de periode 2020-2050 en geeft uitgangspunten voor de Omgevingsvisie 2050. Het doel van het bomenbeleidsplan is om Zaanstad te laten groeien tot een gezonde, leefbare stad in 2050, door te streven naar een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand, het behouden van waardevolle bomen en het versterken van structuren. In het bomenbeleidsplan geeft Zaanstad invulling aan het bomenbeheer in de stad en eisen voor bomen bij vervangingsprojecten en gebiedsontwikkelingen.
Beoordeling
In het plan wordt nieuwe openbare ruimte aangelegd. In paragraaf 4.4 is hiernader op ingegaan.
Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico's op voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Het is van groot belang dat Nederland zich aanpast aan deze veranderingen. Dat kan onder meer door het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten van onze bebouwde en landelijke gebieden. In het Deltaprogramma wordt hieraan gewerkt onder de noemer 'ruimtelijke adaptatie'. Ruimtelijke adaptatie is een van de drie thema's in het Deltaprogramma. Het algemene beleid is vastgelegd in de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie. De kern daarvan is dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Concrete maatregelen voor de uitvoering van het beleid staan beschreven in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie.
De Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) zet de koers uit voor een klimaatbestendig Nederland: deze strategie brengt nieuwe initiatieven voor klimaatadaptatie op gang, en versnelt en verbreedt bestaande initiatieven. De NAS geeft een overzicht van de belangrijkste klimaatrisico's. Mede op basis van deze urgente klimaatrisico's, zijn de speerpunten van de NAS bepaald. De NAS is het Nederlandse antwoord op de oproep van de Europese Commissie aan alle lidstaten om uiterlijk in 2017 een klimaatadaptatiestrategie op te stellen. De NAS is eind 2016 naar het kabinet gestuurd en eind 2017 door de nieuwe Tweede Kamer vastgesteld.
Gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk tekenden op 20 november 2018 het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie om Nederland weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarvoor is 300 miljoen euro beschikbaar gesteld vanuit het Rijk, plus een even groot bedrag vanuit de decentrale overheden. Het Bestuursakkoord bevat zeven ambities voor een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland:
• Kwetsbaarheid in beeld brengen;
• Risicodialoog voeren en strategie opstellen;
• Uitvoeringsagenda opstellen;
• Meekoppelkansen benutten;
• Stimuleren en faciliteren.
• Reguleren en borgen;
• Handelen bij calamiteiten.
Op basis van stresstesten brengen gemeenten, waterschappen en provincies uiterlijk in 2020 de opgaven voor ruimtelijke adaptatie in beeld, en bepalen zij de noodzakelijke maatregelen voor een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting. Dat moet resulteren in regionale uitvoeringsagenda´s.
In de Omgevingsvisie NH2050 is de doelstelling opgenomen van een klimaatbestendig en waterrobuust Noord-Holland. Dat geldt voor stad, land en infrastructuur. Het gaat om het voorbereid zijn op wateroverlast, hittestress, verdroging en verzilting en het beperken van de gevolgen van overstromingen. Een en ander kan consequenties hebben voor locatiekeuze, inrichting van de openbare ruimte en het ontwerp van gebouwen en infrastructuur. Ook kan het de bedrijfsvoering raken.
In de Omgevingsverordening NH2020, vastgesteld door Provinciale Staten op 22 oktober 2020, is bepaald dat de toelichting van een ruimtelijk plan dat een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving bevat van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de risico's van klimaatverandering. In de beschrijving wordt in ieder geval betrokken het risico op wateroverlast, overstroming, hitte en droogte. De beschrijving omschrijft tevens de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen om deze risico's te voorkomen of te beperken en de afweging die daarbij is gemaakt.
Beoordeling
In het plan is rekening gehouden met klimaatverandering. Ten aanzien van toekomstig wateroverlast is in paragraaf 4.7 op in gegaan. Voldoende groen ter afkoeling wordt meegenomen bij de uitwerking van de openbare ruimte. Zie ook paragraaf 4.4.
Het Zaanse College van B&W heeft – binnen de door de Raad vastgestelde ambitie van het onderstaande Uitvoeringsplan Klimaatadaptatie – de “Intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw MRA en Noord Holland” onderschreven. Hiermee spreekt zij de ambitie uit om de MRA Basisveiligheidsniveaus klimaatbestendige nieuwbouw versie 3.0 toe te passen in plannen en projecten.
Wat we nu bouwen krijgt gedurende de levensduur te maken met een ander klimaat. De intentieovereenkomst bestaat uit algemene en randvoorwaardelijke afspraken over hoe aanpassingen aan het veranderende klimaat meegenomen worden bij nieuwbouw. Voor wateroverlast, droogte, hitte, het beperken van overstromingsrisico's en natuurinclusiviteit zijn er uitgangspunten en specifieke ondergrenzen gezamenlijk opgesteld. Dit is het resultaat van samenwerking tussen meer dan 40 partijen, waaronder gemeenten, waterschappen, provincies, ontwikkelaars en maatschappelijke organisaties. Deze handvatten creëren een gelijk speelveld tussen de verschillende overheden en marktpartijen.
Beoordeling
Het plan houdt rekening met de benodigde uitgangspunten uit de basisveiligheidsniveaus.
Volgens de opdracht uit het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie heeft de Zaanse Raad op 8 juli 2021 het Uitvoeringsplan Klimaatadaptatie 2021-2026 vastgesteld, met als overkoepelende ambitie: Meer ruimte voor groen & blauw. De gemeente wil in 2050 klimaatbestendig zijn ingericht, wat betekent:
Eén van de vijf sporen in dat plan is klimaatbestendige nieuwbouw. In dat spoor worden de volgende uitgangspunten gehanteerd om de bovenstaande ambitie concreet in te vullen in projecten:
De normen voor regenwateropvang in nieuwbouw conform het Gemeentelijk Rioleringsplan Zaanstad (Zaanstreek-Waterland) 2020-2024 Samen water Ruimte geven.
De toepassing van deze uitgangspunten wordt onder andere geborgd in bestemmingsplannen, omgevingsplannen, grondexploitaties en anterieure overeenkomsten.
Beoordeling
Bij de uitwerking van het plan is rekening gehouden met de bovenstaande uitgangspunten.
Het Zaans Mobiliteitsplan 2040 is het nieuwe, strategische beleidskader voor mobiliteit. Het vervangt het Zaans Verkeer en Vervoersplan (ZVVP). Het plan is door de gemeenteraad vastgesteld in 2021.
Het Zaans mobiliteitsplan 2040 schetst de visie op mobiliteit in Zaanstad tot aan 2040. Het geeft onder meer antwoordt op de vraag: Hoe houden we Zaanstad bereikbaar en leefbaar in 2040. Zeker belangrijk omdat Zaanstad groeit. Wat betekent deze groei in de toekomst voor het verkeer en vervoer in de stad. Het plan gaat uit van 12 hoofdkeuzes die invulling moeten geven aan de mobiliteitstransitie. Ook bevat het een uitvoeringsagenda met gewenste investeringen om de mobiliteit op korte en lange termijn goed te regelen.
Beoordeling
In paragraaf 4.6 is ingegaan op de verkeersafwikkeling.
Op 29 november 2007 heeft de gemeenteraad de fietsnota 'Bevorderen fietsverkeer Zaanstad' vastgesteld. Het beschrijft de richting van het Zaans fietsbeleid. Zaanstad zet in op het verder bevorderen van het fietsgebruik en het versterken van de verkeersveiligheid voor de fietser.
Beoordeling
In paragraaf 4.6 is aangegeven dat ook rekening is gehouden met fietsen.
De Beleidsnota Ruimte voor parkeren is uitgewerkt in de Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016. Deze uitvoeringsnota beschrijft in detail hoe de gemeente bouwplannen toetst op het parkeren van auto's en fietsen enzovoorts. De uitvoeringsnota is het document waarnaar verwezen wordt in de bouwverordening, bestemmingsplannen en het omgevingsplan en is daarmee onderdeel van het toetsingskader.
Dit bestemmingsplan verwijst voor de te hanteren parkeernormen naar de Uitvoeringsnota Parkeren Zaanstad 2016.
De Zaanse beleidsregels zijn niet beperkt tot autoparkeren, maar hebben ook betrekking op fietsparkeren, laden en lossen en Kiss & Ride. Deze beleidsregels worden regelmatig bijgesteld. In de regels van het bestemmingsplan is een dynamische verwijzing opgenomen, zodat ruimte wordt geboden in flexibiliteit in het parkeerbeleid zonder dat het bestemmingsplan gewijzigd moet worden.
De gemeenteraad heeft in 2017 de strategische agenda rondom ouder worden vastgesteld. De agenda geeft onder mee inzicht in de vraag 'Hoe willen mensen eigenlijk oud worden?' En wat is ervoor nodig om in die behoefte te kunnen voorzien, en vooral ook ruimte te bieden aan mensen zelf om hun toekomst in die richting vorm te geven?
Zaanstad wil met partners in de stad samenwerken aan het realiseren van de volgende ambities:
In 2012 heeft de raad van Zaanstad de Sociale structuurvisie vastgesteld. De visie geeft vorm aan de wens om een sociale stad te zijn. Een leefbare en veilige stad waar mensen zich kunnen ontwikkelen op school, in het werk, in de vrije tijd, in sport of cultuur. Het beschrijft een drietal opgaven voor de toekomst. Die richten zich op talentontwikkeling van jongeren en volwassenen. Het bouwen van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat met kwalitatief goede vrije tijd- en maatschappelijke voorzieningen. Tot slot gaat het over stimuleren van ontmoeting, betrokkenheid en initiatieven in buurten en wijken.
In 2019 heeft de gemeenteraad de Visie op gezondheid vastgesteld. Zaanstad wil dat inwoners zich in 2040 positief gezond(er) voelen en gezonde keuzes maken, in een omgeving die uitnodigt tot gezond gedrag. Beschreven staat de richting in de keuzes om te komen tot een gezond Zaanstad. Een cruciaal uitgangspunt is een gezonde inrichting van de stad. Met de visie worden een aantal effecten beoogd, namelijk dat:
De cultuurvisie Zaanstad bruist is in 2019 door de gemeenteraad vastgesteld. De visie beschrijft de voorwaarde scheppende uitgangspunten waarbinnen cultuur zich de komende 10 jaar kan ontwikkelen. De visie is uitgewerkt in een uitvoeringsagenda die concrete acties koppelt aan de uitgangspunten voor de visie.
De uitgangspunten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving zijn:
De Visie op sport 2020-2040 is door de raad vastgesteld in 2021. De visie gaat uit van de bijdrage die sport kan leveren aan de ontwikkeling van Zaanstad. Een stad die groeit en verschillende grote opgaven kent. De toekomst van de Zaanse sport wordt beïnvloed door de ontwikkelingen in de Zaanse sociale en fysieke omgeving, maar ook door trends en ontwikkelingen vanuit de sport zelf.
Elke inwoner kan leren een leven lang plezier te beleven aan sport en bewegen. De sportieve en beweegvriendelijke omgeving leidt tot gezonde inwoners die actief zijn en samen het beste uit zichzelf en elkaar halen.
Om hier gericht mee aan de slag te gaan, staan vier pijlers in de visie centraal:
Ruimte om te sporten: een beweegvriendelijke inrichting van de openbare ruimte, met duurzame en toegankelijke sportinfrastructuur die multifunctioneel kunnen worden gebruikt.
Sportstimulering: alle Zaanse sporters beleven plezier en sport en elke sporter zich kan zich ontwikkelen. De Zaanse sportomgeving is een veilige omgeving waar iedereen zichzelf kan zijn, en waarin ontoelaatbaar gedrag zoals uitsluiting en discriminatie samen wordt aangepakt. Het sportaanbod wordt afgestemd op de opgaven die op wijk- en buurtniveau spelen en daarin trekken we op met scholen, maatschappelijke partners, verenigingen en aanbieders. Het sportaanbod wordt afgestemd op de opgaven die op wijk- en buurtniveau spelen en daarin trekken we op met scholen, maatschappelijke partners, verenigingen en aanbieders
Sportbranche: verenigingen zijn essentieel onderdeel van de Zaanse sportomgeving. Samenwerking op wijken buurtniveau en nieuwe verbindingen met ongeorganiseerde partners is van groot belang voor een positief sportklimaat, multifunctioneel gebruik van accommodaties en ruimte én voor de ontwikkeling van de stad.
Topsport: Zaanstad waardeert haar topsporters. De functionele ondersteuning van topsporttalent en het faciliteren van aantrekkelijke topsportevenementen creëert een positief topsportklimaat in Zaanstad.
Uitvoeringsagenda Sport en Bewegen 2022-2024
De Visie op de sport 2020-2040 is door het college verder uitgewerkt in de uitvoeringsagenda Sport en Bewegen 2022-2024 (vastgesteld op 15 februari 2022). In de uitvoeringsagenda zijn de vier pijlers uit de visie uitgewerkt met doelen. Voor bestemmingsplannen zijn met name de doelen in de eerste pijler, "ruimte voor sporten" relevant:
In 2020 heeft Zaanstad het Schone Lucht Akkoord (SLA) ondertekend. Aan het Schone Lucht Akkoord nemen Rijk, provincies en gemeenten deel. Doel van het SLA is om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren waardoor de gezondheid verbetert. Dit is als volgt geformuleerd: in 2030 moet minimaal 50% gezondheidswinst worden behaald uit binnenlandse bronnen van luchtverontreiniging ten opzichte van 2016. Verder wordt toegewerkt naar het in 2030 bereiken van de WHO-advieswaarden die in 2020 golden. Eind 2021 heeft de WHO de advieswaarden aanzienlijk aangescherpt. Wat dit gaat betekenen voor het Schone Lucht Akkoord is nog niet bekend.
In het SLA zijn per bron (verkeer, industrie, scheepvaart, mobiele werktuigen, houtstook en landbouw) maatregelen opgenomen.
Mede naar aanleiding van het Schone Lucht Akkoord heeft Zaanstad in oktober 2021 het Actieplan Luchtkwaliteit opgesteld. Hierin worden 30 maatregelen genoemd die de gemeente gaat nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Naast de maatregelen uit het SLA zijn hier ook lokale maatregelen aan toegevoegd. Deze maatregelen staan niet op zichzelf, maar hebben een relatie met het mobiliteitsbeleid, het klimaatbeleid en het stikstofbeleid.
Verkeer is in Zaanstad de belangrijkste bron van luchtverontreiniging, gevolgd door industrie. Voorbeelden van maatregelen verkeer zijn emissieloos openbaar vervoer, het aantrekkelijker maken van lopen en fietsen, verbeteren van de laadinfrastructuur voor elektrische auto's. Bij industrie gaat het om maatregelen als strenger vergunnen en het verduurzamen van het energiegebruik.
Op het gebied van water is er beleid en regelgeving op Europees en rijksniveau, zoals de Kaderrichtlijn Water, het nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationaal Waterplan. De doelstellingen en uitgangspunten van dit beleid zijn niet rechtstreeks van toepassing op dit bestemmingsplan, maar krijgen hun doorwerking in het beleid van de provincie Noord-Holland en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Het actuele beleidsplan in relatie tot oppervlaktewater van de provincie Noord-Holland is “ de watervisie 2021” (november 2015) met een uitvoeringsprogramma watervisie 2016-2021.
Het beleid van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is vastgelegd in het “Waterprogramma” (november 2105). En het hoogheemraadschap hanteert voor de bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken de Keur 2016 (september 2016) als basis voor vergunningverlening.
Het bestemmingsplan is opgesteld met in acht name van dit beleid. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat slechts bij afwijkingen dit wordt gemeld en gemotiveerd in het bestemmingsplan.
Het Rijk draagt zorg voor landelijke wet- en regelwetgeving voor waterhuishoudingen en heeft het hoofdsysteem van de Nederlandse waterhuishouding in beheer. Het algemeen toezicht op de waterhuishouding berust bij de provincie Noord-Holland. Het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer en het keringbeheer binnen het bestemmingsplangebied wordt uitgevoerd door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het rioolbeheer en de grondwaterzorgtaak berust bij de gemeente Zaanstad.
Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van de gemeente Zaanstad is op 2 juli 2020 door de gemeenteraad vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de periode 2020-2024. Het bestaat uit een regionaal deel en een gemeente specifiek deel. Het regionale deel is door alle gemeenten in Zaanstreek-Waterland samen met hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier opgesteld. Het gemeente specifieke deel is opgesteld door Zaanstad met een terugblik op de afgelopen vijf jaar en een raming van kosten en heffingen. Het GRP is een planinstrument om mee te kunnen bewegen met veranderingen, zoals verandering in wetgeving, meer extreme neerslag door klimaatverandering, een veranderende verhouding tussen overheid en bewoner en een grotere focus op doelmatig beheer. Het GRP geeft invulling aan de natte zorgplichten van de gemeente Zaanstad. Zaanstad heeft de wettelijke taak om zorg te dragen voor de inzameling, verwerking en het transport van afval-, hemel-, en grondwater. Deze zorg is uitgewerkt in drie afzonderlijke zorgplichten in Bijlage A van het GRP.
Op 10 juni 2009 heeft de gemeenteraad de Ruimtelijke Milieuvisie vastgesteld. In 2020 wil de gemeente klimaat-neutraal zijn en het aantal milieubelastende woningen halveren. In de visie is de weg hiernaar toe beschreven. Zaanstad zet in op:
De visie biedt dan ook een kader dat de richting aangeeft op milieugebied voor alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Per gebied staat beschreven wat de normen zijn ten aanzien van lucht, bodem, externe veiligheid, water, geluid en bedrijvigheid.
Bij de beoordeling van de externe veiligheid moet veelal ook een verantwoording van het zogenaamde groepsrisico plaatsvinden. Het college van Zaanstad heeft op 04 juni 2008 het beleidskader verantwoording groepsrisico gemeente Zaanstad vastgesteld. In het beleidskader is de bestuurlijke visie, hoe binnen de gemeente Zaanstad de verantwoording van het GR wordt uitgevoerd, opgenomen. Het beleidskader bevat naast een drietal trajecten voor de verantwoording van het groepsrisico bij het planvormingsproces tevens een viertal richtsnoeren bij ruimtelijke besluiten over (her)inrichting van een gebied.
In 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders het beleidsplan routing vervoer gevaarlijke stoffen over de weg vastgesteld. Het doel van beleid is het bepreken van de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen in Zaanstad. Hiervoor is een verplichtte route voor het vervoer van route plichtige gevaarlijke stoffen vastgesteld. De vastgestelde route geeft vanuit veiligheidsoogpunt zo weinig mogelijk risico voor inwoners. De route loopt voornamelijk door gebieden, waar weinig mensen het risico lopen om aan de gevaarlijke stoffen te worden blootgesteld, als er een ongeval tijdens het vervoer plaatsvindt. Het afwijken van deze route is alleen toegestaan met een ontheffing
Zaanstad wil haar inwoners een gezonde en leefbare woonomgeving bieden. Het verminderen van de geluidbelasting is daar onderdeel van. In het Actieplan omgevingslawaai 2019-2023 (vastgesteld college 2020) zijn maatregelen benoemd om de geluidhinder terug te dringen. Het plan heeft vooral betrekking op gemeentelijke wegen en (in mindere mate) op industrieterreinen.
De maatregelen waar op wordt ingezet zijn het toepassen van stil wegdek bij toekomstige (her)inrichting en onderhoud. Ook het stimuleren en faciliteren van elektrisch vervoer. Om stil wegdek structureel onderdeel te maken van de toepassingskaders bij (groot)onderhoud is in het Actieplan een toepassingskader voor stil wegdek opgenomen. Op omgevingslawaai afkomstig van provinciale en rijkswegen, railverkeer en luchtvaart heeft de gemeente geen directe invloed. Hierbij wordt ingezet op lobby en overleg.
Het Actieplan omgevingslawaai is samengevoegd met de beleidsregel hogere waarde tot één document. De beleidsregel hogere waarde biedt een praktisch kader voor de verlening van hogere waarden bij hoge geluidsbelastingen. Aandacht voor de leefbaarheid staat hierbij centraal. Daarom gelden er voorwaarden aan het verlenen van hogere waarden. De voorwaarde legt de initiatiefnemer van plannen een inspanning op voor een leefbare woonomgeving als compensatie voor het bouwen in een lawaaiige situatie. Het gaat om:
Ook zijn er aandachtspunten opgenomen die bij ontwikkelingen in acht genomen moeten worden. Voor het Hembrugterrein en Zaanstad Midden -De Hemmes zijn afwijkende mogelijkheden opgenomen.
Het Zaans geurbeleid is vastgesteld in juli 2016. Zaanstad wil de geurhinder beperken zodat de kwaliteit van de leefomgeving verbetert. Tegelijkertijd nieuwe geurhinder voorkomen. Zo is het voor huidige en toekomstige bewoners prettiger wonen. Het streven naar een beperking van geurhinder is in lijn met de Ruimtelijke Milieuvisie (2009), waarin Zaanstad de ambitie uitspreekt om de milieuhinder terug te brengen.
Door het terugdringen van geurcontouren passen bedrijven beter in de woonomgeving. Hierdoor blijft de Zaanse identiteit met een sterke menging van wonen en werken behouden. Ook ontstaan meer mogelijkheden voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op plekken waar er sprake is van een aanvaardbaar geurniveau. Hiervoor biedt het beleid duidelijke kaders voor de toetsing van woningbouwplannen.
Het Zaans geurbeleid is gericht op het behalen van een aanvaardbare geurbelasting. Deze is uitgerukt in streef- en ambitiekwaliteit.
De gemeenteraad heeft in 2020 de nota Bodembeheer Zaanstad vastgesteld en in 2021 bekrachtigd. De nota beschrijft welke regels en voorwaarden gelden voor het toepassen van schone en licht verontreinigde grond en baggerspecie als bodem in Zaanstad. Met het vaststellen van deze Nota bodembeheer is de eerder vastgestelde, Nota bodembeheer Zaanstad 2013-2017, februari 2013, vervallen.
De Nota is gericht op het faciliteren van verantwoord grondverzet, om zoveel mogelijk grond binnen de regio te hergebruiken met als uitgangspunt dat de lokale bodemkwaliteit niet verslechtert en het 'standstill-principe' wordt gehandhaafd. In de keten van bodembeheer zijn drie onderdelen te onderscheiden: preventie, beheren en saneren. Per onderdeel worden de verschillend thema's behandeld.
De gemeente Zaanstad heeft als onderdeel van een duurzaam bodembeleid een bodemkwaliteitskaart opgesteld, tezamen met de Nota bodembeheer. De bodemkwaliteitskaart is door het college vastgesteld in 2020.
De bodemkwaliteitskaart maakt inzichtelijk wat de actuele diffuse bodemkwaliteit is. Het brengt ook de bodemfunctieklassen van verschillende deelgebieden in Zaanstad in beeld. De kaart kan, in het kader van het Besluit bodemkwaliteit, binnen de gemeente gebruikt worden als bewijsmiddel, conform paragraaf 4.3.5 van de Regeling bodemkwaliteit, voor het aantonen van de milieuhygiënische kwaliteit van een partij vrijkomende grond en/of de ontvangende bodem. Dit voorkomt onderzoekskosten indien grond binnen het beheergebied door ontgraving vrijkomt en hierbinnen ook weer wordt toegepast.
Ten aanzien van het onderwerp nieuwe stoffen, waaronder PFAS is de verwachting dat het beleid zich de komende jaren zowel landelijk als regionaal verder gaat ontwikkelen. In dat geval bestaat de mogelijkheid dat deze bodemkwaliteitskaart moet worden aangepast of worden aangevuld aan de hand van de landelijke en regionale ontwikkelingen.
Zaanstad heeft zich aangesloten bij een ‘Green Deal’ met het Rijk, waarmee provincies, gemeenten en netbeheerders in staat worden gesteld om woningen op een andere manier te verwarmen dan met aardgas. Wethouder Dick Emmer (Duurzaamheid) ondertekende de overeenkomst woensdag 8 maart samen met minister van Economische Zaken Henk Kamp, twaalf provincies, 29 andere gemeenten en vijf netbeheerders. Door een Green Deal aan te gaan, kan de rijksoverheid helpen om knelpunten op te lossen bij het zetten van duurzame stappen.
De Green Deal-aanpak is gestart in 2011. Op deze manier worden concrete stappen gezet in de uitwerking van de Energieagenda. Daarin schetst het kabinet de route naar een CO2-arme samenleving in 2050.
Woningen verwarmen zonder aardgas
‘Het Rijk heeft vorig jaar besloten dat alle woningen van het aardgas af moeten’, zegt wethouder Emmer. ‘Dit betekent dat de gebouwde omgeving in 2035 grotendeels aardgasvrij moet zijn. Betaalbaarheid, duurzaamheid en openheid van de energievoorziening vinden wij erg belangrijk. Energie is voor onze inwoners nu een behoorlijke kostenpost. Samen kunnen we dat efficiënter en slimmer. Daarom onderzoeken wij de mogelijkheden van een lokaal, open en slim warmtenet dat restwarmte van de industrie met de gebouwde omgeving verbindt.’
Klimaatakkoord Parijs
In het Klimaatakkoord van Parijs is in 2015 afgesproken de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder twee graden Celsius, met het streven de opwarming tot anderhalve graad te beperken. In de Energieagenda vertaalt het kabinet deze internationale ambities naar concrete maatregelen waarmee Nederland in de komende decennia de ‘energietransitie’ kan realiseren. Zo moeten nieuw te bouwen gebouwen vanaf 2021 (bijna) energieneutraal zijn en de resterende warmtevraag moet zo veel mogelijk zonder aardgas worden ingevuld.
Nieuwe initiatieven worden mogelijk
Een grotere opgave is het veranderen van de warmtevoorziening in de bestaande bouw. De technologie om andere duurzame warmtebronnen voor verwarming te gebruiken is weliswaar beschikbaar, maar nog niet op grote schaal toegepast in bestaande wijken die nu door aardgas worden verwarmd. De verdere ontwikkeling van de technologie, financiële oplossingen en nieuwe samenwerkingsvormen zijn daarvoor noodzakelijk. Initiatieven die nu mogelijk worden met deze Green Deal leveren hier een belangrijke bijdrage aan.
Het Zaans Klimaatakkoord 2.0 is in maart 2021 vastgesteld. Het laat zien waar Zaanstad staat en wat de laatste ontwikkelingen zijn. Het doel is om uiterlijk in 2040 klimaatneutraal te zijn. Ook wil Zaanstad in 2050 circulair zijn en aangepast aan een veranderend klimaat. Het akkoord is een groeidocument, waarin elk jaar wordt beschreven wat is gedaan en wat er nog meer nodig is op weg naar een klimaatneutraal, circulair en groen Zaanstad. Verder is beschreven hoe Zaanstad werkt aan o.a.: een duurzame stad, het slim omgaan met grondstoffen, steeds minder afval en opwekken van lokaal duurzame energie. Met een gezonde leefomgeving voor mens en dier en aangepast aan extremer weer juicht Zaanstad nieuwe ontwikkelingen en samenwerking toe.