direct naar inhoud van 17.3 Artikelgewijze toelichting
Plan: Amstelstation e.o.
Plannummer: M1006BPSTD
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.M1006BPSTD-VG01

17.3 Artikelgewijze toelichting

Algemeen

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  • a. Hoofdstuk 1: inleidende regels; met daarin definities en de wijze van meten en berekenen.
  • b. Hoofdstuk 2: bestemmingsregels; die het hart van ieder bestemmingsplan vormen. Ze zijn opgebouwd uit een bestemmingsomschrijving, waarin een omschrijving wordt gegeven van de aan de grond toegekende functies. De hoofdfuncties worden als eerste genoemd. Verder kunnen in de bestemmingsomschrijving ook impliciet bij de bestemming behorende functies worden genoemd ("met de daarbij behorende"), bijvoorbeeld erf, paden, toegangswegen etc. Per bestemming worden bouwregels gegeven, waarin voor alle bouwwerk en de van toepassing zijnde bouwbepalingen worden geregeld. Waar nodig worden specifieke gebruiksregels gegeven. Daarin kunnen aanvullingen of afwijkingen van de algemene gebruiksregels worden gegeven.
  • c. Hoofdstuk 3: algemene regels; deze hebben betrekking op in beginsel alle voorafgaande regels. Hierbij gaat het onder meer om de anti-dubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels, algemene bouwregels algemene ontheffingsbevoegdheid;
  • d. Hoofdstuk 4: overgang- en slotregels.

De regels in hoofdstuk 1 en de algemene regels in hoofdstuk 3 gelden voor het bestemmingsplan als geheel. Zij werken door in de diverse bestemmingen.

Artikel 1 Begrippen
Artikel 1 geeft, in alfabetische volgorde, een omschrijving van een aantal begrippen dat in de regels wordt gebruikt. Hiermee wordt formeel vastgelegd wat wel en niet onder het betreffende begrip moet worden verstaan. Dit artikel is dus primair bedoeld om begrippen duidelijk te begrenzen en niet om de gedachten achter de gebruikte termen uit te leggen. Daarvoor is juist deze toelichting bedoeld.

De gehanteerde omschrijving van de begrippen komt overeen met de wijze waarop deze in andere actuele Amsterdamse bestemmingsplannen wordt omschreven.

Artikel 2 Wijze van meten
Met dit artikel wordt aangegeven op welke wijze moet worden beoordeeld in hoeverre een initiatief past binnen de minima en maxima die in de overige regels worden aangegeven. Vanwege de hoogteverschillen in het maaiveld wordt steeds gemeten vanaf peil (N.A.P.). Het begrip peil in omschreven in artikel 1 van de regels. Voor het bebouwingspercentage geldt dat indien geen regeling in de bouwregels is opgenomen, een percentage van 100 % geldt.

Artikel 3 Gemengd - 1
Binnen deze bestemming is ruimte voor woningen, detailhandel en maatschappelijke dienstverlening. Detailhandel en voorzieningen zijn mogelijk op de eerste en tweede bouwlaag. In de kelder is ruimte voor een supermarkt. In artikel 1 worden de begrippen bouwlaag en eerste bouwlaag omschreven.

Ook biedt de eerste bouwlaag ruimte voor een mooie entree ten behoeve van bovengelegen woningen. Er is geen ruimte opgenomen voor gebouwde of ongebouwde parkeervoorzieningen. De benodigde parkeerplaatsen worden gerealiseerd in naastgelegen bestemmingsvlakken (Verkeer - 3 en Wonen).

Artikel 4 Gemengd - 2
De bestemming 'Gemengd -2' omvat de nieuwe bebouwing aan de zuidzijde van het Amstelstation. Deze bebouwing bestaat uit een hoge toren. In de richting van de stad toont de toren zich zeer slank. Binnen de bestemming is wonen, hotel, voorzieningen zoals horeca, cultuur en entertainment, consumentverzorgende dienstverlening, zakelijke dienstverlening, sociaal-maatschappelijke voorzieningen en sportvoorzieningen toegelaten. In het bestemmingsvlak zijn gebouwde parkeervoorzieningen onder de bebouwing toegelaten.

Artikel 5 Gemengd - 3
De bestemming 'Gemengd - 3' omvat het bestaande Amstelstation. Het Amstelstation is aangewezen als rijksmonument. De bestaande bebouwing is in de regels vastgelegd. Het stationsgebouw omvat een dienstwoning, kantoorruimte, opslagruimte en een inpandige fietsenstalling met reparatiewerkplaats met bijbehorende winkel. Deze onderdelen kunnen worden verplaatst of omgezet. Het totaal aantal meters zoals in de regels is vastgelegd is maatgevend. In het station is ruimte voor wachtruimten, loketten en kiosken. Daarnaast is horeca 1, 3 en 4 en kleinschalige detailhandel toegestaan. Het Amstelstation en de bestaande functies in het station zijn bestemd overeenkomstig de bestaande situatie (conserverend). De maximale brutovloeroppervlakte (bvo) voor de kiosken, horeca 1, 3 en 4 en detailhandel bedraagt 1425 m². Daarnaast is er plaats voor lokketten. Uitbreiding van de bvo voor deze voorzieningen is niet gewenst omdat juist de levendigheid in het gebied rond het station bevorderd moet worden.

Artikel 6 Gemengd - 4
De bestemming 'Gemengd -4 is bedoeld voor horeca 4, kantoor, creatieve functies zoals omschreven in de bijlage, en sportvoorzieningen. De maximale brutovloeroppervlakte (bvo) voor horeca 4 bedraagt 1.000 m². De bvo voor creatieve bedrijven bedraagt 3.400 m², en voor de sportvoorziening is in een bvo van maximaal 3.000 m² voorzien.

Artikel 7 Groen
Deze bestemming is bedoeld voor de in het plangebied voorkomende openbare groenvoorzieningen. Binnen deze bestemming zijn onder meer plantsoenen, parken en andere groenvoorzieningen opgenomen. Binnen deze bestemming zijn geen gebouwen toegestaan.

Artikel 8 Kantoor
Het bestaande kantoorgebouw is in het bestemmingsplan overeenkomstig de huidige situatie, met bijbehorende gebouwde en ongebouwde parkeerplaatsen, opgenomen en heeft de bestemming Kantoor gekregen. Voor het bestaande kantoorgebouw (Julianalaan) is een nieuw gebouw geprojecteerd in een uit te werken bestemming. De ontsluiting van het huidige parkeerdek is geregeld in de uitwerkingsregels (Artikel 19 Gemengd - Uit te werken). Het gebruik van het bestaande parkeerdek zal, zo mogelijk, niet belemmerd worden door de geprojecteerde nieuwbouw of het vervallen van het gebruik van het parkeerdek moet anderszins gecompenseerd worden.

Artikel 9 Maatschappelijk
Deze bestemming is opgenomen ten behoeve van de onderwijsvoorziening. De school van het ROCvA is overeenkomstig de huidige situatie opgenomen en heeft de bestemming Maatschappelijk gekregen.

Artikel 10 Verkeer - 1
Deze bestemming is opgenomen voor de spoor- en railwegen, kunstwerken zoals taluds en (keer)muren, spoorwegvoorzieningen waaronder gebouwde en ongebouwde voorzieningen bedoeld ten behoeve van het railverkeer, zoals perrons, overkappingen, transformatergebouwtjes en gebouwtjes voor onderhoud en beheer. Op de perrons zijn kiosken en andere gebouwde spoorwegvoorzieningen toegestaan. Het bebouwingsoppervlak van alle gebouwen gezamenlijk op de perrons mag maximaal 200 m2 bedragen. Voorts zijn in de strook ter plaatse van het te realiseren busstation, in de holle wand van het talud, aanduiding [ovs] gebouwen ten behoeve het busstation toegestaan. Het huidige gebruik door de schietverenigingen is positief bestemd. Voor het overige zijn geen gebouwen toegestaan. Binnen de bestemming is een aanlegvergunningstelsel opgenomen in het belang van een goede waterhuishouding in het gebied.

Artikel 11 Verkeer - 2
De gronden bestemd voor Verkeer - 2 zijn de ontsluitingswegen. De bestemming is zodanig dat aanpassingen aan bestaande wegen en pleinen mogelijk zijn. In overeenstemming met het bepaalde artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn op de verbeelding de dwarsprofielen van de voornaamste wegen in het gebied opgenomen. Deze zijn als bijlage bij de regel opgenomen. Binnen de bestemming Verkeersdoeleinden kunnen geluidwerende voorzieningen worden gerealiseerd. Daarnaast is het mogelijk een fietsenstalling te realiseren.

In de bestemmingen Verkeer - 2, Verkeer - 3, Verkeer - 4 en Verkeer - 5 tezamen dient minimaal 10.500 m2 groen worden gerealiseerd.

Artikel 12 Verkeer - 3
De gronden die bestemd zijn voor voet- en fietspaden, pleinen en verblijfs- en openbare ruimten hebben de bestemming Verkeer - 3 gekregen. Binnen deze bestemming is ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' een supermarkt onder peil toegestaan.

In de bestemmingen Verkeer - 2, Verkeer - 3, Verkeer - 4 en Verkeer - 5 tezamen dient minimaal 10.500 m2 groen worden gerealiseerd.

Artikel 13 Verkeer - 4
De bestemming Verkeer - 4 heeft betrekking op het busstation in het plangebied. Het busstation geeft ruimte aan bussen voor stads- en streekvervoer, alsmede internationaal busverkeer met de bijbehorende voorzieningen zoals wachtruimten, kaartenautomaten, bushaltes en informatieborden. In de holle wand van het talud (zie aanduiding in de bestemming Verkeer-1) kunnen verblijfsruimten voor de buschauffeurs, een wachtruimte voor reizigers en een balie voor internationaal busverkeer, worden gerealiseerd. Op het busplatform wordt een ruime taxistandplaats gecreëerd en er is plaats voor maximaal een kiosk of wachtruimte voor chauffeurs.

Volgens de bestemmingsomschrijving zijn binnen de bestemming Verkeer - 4 ook parkeervoorzieningen en fietsstallingen met bijbehorende voorzieningen toegestaan. Onder bij een fietsenstalling behorende voorzieningen wordt in ieder geval een fietsenwinkel met werkplaats voor het uitvoeren van reparaties en onderhoudswerkzaamheden van fietsen verstaan. Een gebouwde parkeervoorziening kan in twee lagen onder het busstation gerealiseerd worden. De parkeervoorziening omvat mede een kiss-and-ride-strook langs de Julianalaan.

Om het levendige karakter van het loopgebied langs de Julianalaan te waarborgen, is in de plint onder het busstation langs de Julianalaan ruimte gecreëerd voor voorzieningen en dienstverlening met een publieksgericht karakter, zoals horeca, cultuur en consumentverzorgende dienstverlening. Deze voorzieningen zullen bijdragen aan de beoogde levendigheid van dit gebied. De ruimte voor een kiosk op het busplatform is om deze reden dan ook beperkt tot maximaal een.

Indien binnen de bestaande of nieuw op te richten gebouwen geen passende verblijfruimten beschikbaar zijn voor de buschauffeurs en de wachtruimte voor reizigers kan het dagelijks bestuur besluiten af te wijken van de regels door middel van een omgevingsvergunning. Aldus is het mogelijk om op het busplatform een gebouw ten behoeve van het busstation op te richten. Gelet op het Stedenbouwkundige Plan heeft het de voorkeur het busplatform vrij te houden van gebouwen.

In de bestemmingen Verkeer - 2, Verkeer - 3, Verkeer - 4 en Verkeer - 5 tezamen dient minimaal 10.500 m2 groen worden gerealiseerd.

Artikel 14 Verkeer - 5
De bestemming Verkeer - 5 geeft ruimte aan een tramstation. Het tramstation is gebaseerd op een grote lus en halteert dichtbij het station. Binnen de bestemming Verkeer -5 zijn geen gebouwen toegestaan met uitzondering van gebouwen ten behoeve van fietsparkeren. Binnen deze bestemming is ruimte voor fietsparkeerplaatsen. Ten behoeve van het tramstation kunnen bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht, zoals luifels, informatieborden en kaartautomaten. Het dagelijks bestuur kan besluiten af te wijken van de regels middels een omgevingsvergunning voor het oprichten van een gebouw ten behoeve van het tramstation zoals bijvoorbeeld een wachtruimte voor chauffeurs.

In de bestemmingen Verkeer - 2, Verkeer - 3, Verkeer - 4 en Verkeer - 5 tezamen dient minimaal 10.500 m2 groen worden gerealiseerd.

Artikel 15 Water
De bestemming Water omvat aan de noordzijde van het plangebied, ter plaatse van de spoorbrug en de brug Wibautstraat, een deel van de Ringvaart en aan de zuidzijde van het plangebied, ter plaatse van de spoorbrug en de brug Spaklerweg een deel van de Weespertrekvaart. Het is niet toegestaan om hier ligplaatsen voor woonboten te realiseren of andere schepen af te meren.

Artikel 16 Wonen
Binnen de bestemming 'Wonen' is primair een vrijstaand woongebouw geprojecteerd. Naast wonen is er ruimte voor kleinschalige winkels en voorzieningen, vanaf de tweede bouwlaag is uitsluitend wonen toegestaan. Aan de Bertrand Russellstraat zijn stadswoningen of appartementen ook op de eerste bouwlaag voorzien. Gebouwde parkeervoorzieningen worden gerealiseerd onder het woongebouw. Hierbij is ook ruimte voor de parkeerplaatsen ten behoeve van naastgelegen gebouw.

Artikel 17 Waarde-Archeologie
Slechts voor die gronden met een hoge archeologische verwachting is een dubbelbestemming opgenomen met daarin een regeling ter bescherming van mogelijke archeologische waarden voor enerzijds het bouwen en anderzijds het roeren van grond zonder dat sprake is van bouwen. Dit laatste in de vorm van een aanlegvergunningstelsel. Een dubbelbestemming legt beperkingen op aan de onderliggende (hoofd)bestemmingen. Zij gaat vóór de onderliggende bestemming. Dit betekent dat de bepalingen van de hoofdbestemming uitsluitend van toepassing zijn, voor zover zij niet strijdig zijn met de bepalingen van de dubbelbestemming. Dit artikel vloeit voort uit de verplichting die de in 2007 in werking getreden Wet op de Archeologische Monumentenzorg oplegt ten aanzien van de bescherming van archeologische waarden. Dit stelsel beoogt te voorkomen dat de te beschermen archeologische waarden teloor gaan. Conserveren in de bodem staat hierbij voorop, maar ook het doen van opgravingen is een mogelijkheid om archeologische waarden zeker te stellen. Het Dagelijks Bestuur verleent de vereiste aanlegvergunning indien dit zich verdraagt met de mogelijk aanwezige te beschermen waarden. In de praktijk komt het er veelal op neer dat de aanlegvergunning kan worden verleend indien het noodzakelijke archeologisch onderzoek voorafgaand aan de werkzaamheden is afgerond.

Artikel 18 Waterstaat-Waterkering
Aan de noordzijde, ter plaatse van de Ringdijk loopt er een waterkering door het gebied. Op de verbeelding is de waterkering met een dubbelbestemming weergegeven. Op deze gronden mag niet onder peil worden gebouwd. Voor een aantal activiteiten in dit gebied is een aanlegvergunning vereist, danwel een ontheffing. Om te kunnen vaststellen of het waterkerend vermogen al dan niet wordt aangetast door een eventueel te verlenen aanlegvergunning, zal al overleg plaatsvinden met Waternet.

Artikel 19 Gemengd - Uit te werken
Deze uit te werken bestemming is gelegd op de ontwikkelingslocatie tussen het bestaande kantoorgebouw en de Julianalaan/Prins Bernardplein. De regels bevatten het kader op basis waarvan een uitwerkingsplan dient te worden gemaakt voor de beoogde ontwikkeling van het gebied. Er kunnen woningen, kantoren en voorzieningen worden gerealiseerd. Het kader is gebaseerd op het stedenbouwkundig plan waarbij het programma is verkleind vanwege de huidige ontwikkelingen op de kantorenmarkt. Bij de uitwerking dient rekening gehouden te worden met het aangrenzende perceel, het parkeerdek met 21 plaatsen, moet of bereikbaar blijven of er moet compensatie worden geboden voor het verval de mogelijkheid tot het gebruiken van het parkeerdek. Op grond van de bouwregels geldt er een bouwverbod.

Artikel 20 Anti-dubbeltelregel
Deze bepaling vormt evenals de overgangsbepaling een van de "standaardregels" die het Besluit ruimtelijke ordening als verplicht op te nemen bepaling in een bestemmingsplan voorschrijft en komt dus geheel overeen met de tekst uit het Bro. Het moet verhinderen dat bouwpercelen, die slechts voor een bepaald deel mogen worden bebouwd, later alsnog kunnen worden volgebouwd. Nadat een eerste bouwwerk is gerealiseerd, moet deze bepaling voorkomen dat het overgebleven open terrein opnieuw als het totale bouwperceel kan worden beschouwd.

Artikel 21 Algemene bouwregels
Dit artikel regelt de maximale bouwdiepte van gebouwen en maakt bepaalde, kleine overschrijdingen van bestemmingsvlakgrenzen en bebouwingsregels mogelijk zonder een procedure tot afwijking van het bestemmingsplan. In het verleden waren voor zulke geringe overschrijdingen wel ontheffingsprocedures nodig. Maar in de praktijk bleken de in dit artikel opgesomde overschrijdingen altijd een ontheffing te krijgen. Daarom zijn ze in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt "bij wijze van recht". Dat komt de helderheid vooraf ten goede en kan de proceduredruk verminderen.

Artikel 22 Algemene gebruiksregels
In dit artikel is in aanvulling op het algemene gebruiksverbod van artikel 2.1, lid1, sub c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een voorwaardelijke verplichting opgenomen in verband met de noodzakelijke watercompensatie ten gevolge van de toename van verharding in het bestemmingsplangebied, ook zijn aantal specifieke activiteiten uitgezonderd.

Daarnaast zijn er specifieke normen vastgelegd ten aanzien van parkeren in het plangebied.

Artikel 23 Algemene afwijkingsregels
In deze regels voorschrift is geregeld dat enige flexibiliteit mogelijk is ten aanzien van de gebruiks- en bebouwingsvoorschriften. Het betreft een afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, sub c van de Wet ruimtelijke ordening. Deze regel maakt mogelijk dat het dagelijks bestuur kan afwijken van het bestemmingsplan middels een omgevingsvergunning van onderdelen van bestemmingsbepalingen, mocht dat in die bepalingen zelf niet geregeld zijn. Bedoeld worden onder meer bepalingen over specifieke doeleinden zoals antennes, liftopbouwen, voorzieningen ten behoeve van het voorkomen van windhinder en overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen. De overschrijdingen gaan in dit geval verder dan eerder in artikel 21 van de regels en maken een afwegingsmoment noodzakelijk. Een afwijking van het bestemmingsplan kan echter nooit zover gaan dat de bestemming wordt veranderd.

Ten aanzien van gebouwtjes voor het opwekken van duurzame energie zij opgemerkt, dat deze bij voorkeur in de hoofdgebouwen worden geplaatst. Als het technisch niet mogelijk is dan kan het dagelijks bestuur een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan verlenen om het betreffende gebouwtje (of bouwwerk) buiten de hoofdgebouwen te plaatsen

Artikel 24 Algemene wijzigingsregels
Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Dit houdt in de het dagelijks bestuur bevoegd is om het bestemmingsplan te wijzigen binnen de in de regels gestelde voorwaarden. In de eerste plaats is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen inzake de dubbelbestemming Waarde-Archeologie'. Van deze wijzigingsbevoegdheid kan gebruik worden indien uit onderzoek blijkt dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn en een dubbelbestemming niet noodzakelijk is. De wijzigingsbevoegdheid houdt in dat de dubbelbestemming kan worden geschrapt.

Verder is op de verbeelding de zone 'wro-zone-wijzigingsgebied' aangegeven. Het wijzigingsgebied is een gebied van beperkte omvang en ziet op de gronden met de bestemmingen 'Groen' aan de oostzijde van de bestemming 'Kantoor'. Het dagelijks bestuur is bevoegd om deze bestemmingen te wijzigen in de Verkeer -2 ten behoeve van een ontsluitingsweg vanaf het bestaande kantoorgebouw naar de Gooiseweg. Van de wijzigingsbevoegdheid kan alleen gebruik gemaakt worden ten behoeve van een ontsluitingsweg bestaande uit maximaal 1 rijstrook, voorzover er geen planologische, stedenbouwkundige, milieutechnische en waterhuishoudkundige belemmeringen zijn.

Artikel 25 Overige regels
In de regels wordt een enkele keer verwezen naar andere regelgeving. Landelijke regelgeving kan bijvoorbeeld gedurende de looptijd van het bestemmingsplan veranderen, terwijl in het plan nog oude regels worden gehanteerd.

Artikel 26 Overgangsrecht
In dit artikel zijn overgangsregels opgenomen, die evenals de anti-dubbeltelregel behoren tot de standaardregels uit het Bro.

Artikel 27 Slotregel
De slotregel ten slotte geeft de officiële benaming van dit bestemmingsplan weer alsmede de datum van vaststelling door de stadsdeelraad.