BP_Isolatorweg

8.3 Bodem

8.3.1 Algemeen

Bij het toekennen van bestemmingen is het van belang om te weten wat de kwaliteit van de bodem is. Het moet in strijd met een goede ruimtelijke ordening worden geacht, als gevoelige bestemmingen zoals woondoeleinden worden gepland op gronden die (later) verontreinigd blijken te zijn, maar een volledig schone grond is bij woningbouw ook weer geen absolute voorwaarde. Daarentegen worden aan niet-gevoelige bestemmingen, zoals "verkeer", minder eisen gesteld aan de bodemkwaliteit. Of een verontreiniging acceptabel is, hangt af van de aard van de verontreiniging en van de bestemming die beoogd is. Een verontreiniging die verspreid wordt door het grondwater naar omliggende gronden is over het algemeen eerder saneringsplichtig.

Bij het opstellen van een bestemmingsplan is in ieder geval een verkennend onderzoek naar eventuele bodemverontreiniging noodzakelijk, waarbij vaak met een literatuuronderzoek volstaan kan worden. Bij aanwijzingen voor eventuele verontreinigingen is verder onderzoek vereist, om uiteindelijk vast te kunnen stellen of en hoe, bijvoorbeeld na sanering een beoogde nieuwe bestemming kan worden gerealiseerd.

8.3.2 Onderzoek

Voor de voorgenomen uitbreiding en herinrichting van het opstelterrein Isolatorweg heeft Tauw onderzoek verricht naar de bodemkwaliteit in het plangebied. In het onderzoek is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) ter plaatse onderzocht. Het waterbodemonderzoek heeft tot doelstelling het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit en de verspreidingsmogelijkheden van de sliblaag en de vaste waterbodem. De onderzoeksmethode en de resultaten zijn vastgelegd in het rapport "Bodemonderzoek metro opstelterrein Isolatorweg te Amsterdam" d.d. 24 maart 2011 Bijlage 8 .

Het gebied ligt in zone 1 van het industriegebied Westpoort. De boven- en ondergrond op de locatie vallen binnen klasse 1A. Dit betekent dat de achtergrondwaarde van de verontreiniging in het gebied rondom de locatie gekwalificeerd is als licht verontreinigd.

Op basis van de uitgevoerde onderzoeken kan worden gesteld dat de bodem maximaal licht verontreinigd is. De binnen het bodemonderzoek vastgestelde verontreinigingsituatie vormt, vanuit milieuhygiënisch oogpunt, geen belemmering voor voorgenomen ontwikkeling van het terrein,

Opgemerkt zij dat de eventueel vrijkomende grond niet onbeperkt voor hergebruik in aanmerking komt. Voor hergebruik van vrijkomende grond buiten de locatie is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

8.3.3 Conclusie

Wat de bodemkwaliteit betreft, wordt met het voorliggende plan aan het toetsingskader voldaan.